LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 20ste mei 2002, tot intrekking van het Landsbesluit Identiteitskaarten (P.B. 1965, no. 133) en tot vaststelling van een nieuw landsbesluit ter uitvoering van de artikelen 2 en 8 van de Landsverordening Identiteitskaarten

Geldend van 23-05-2002 t/m heden

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 20ste mei 2002, tot intrekking van het Landsbesluit Identiteitskaarten (P.B. 1965, no. 133) en tot vaststelling van een nieuw landsbesluit ter uitvoering van de artikelen 2 en 8 van de Landsverordening Identiteitskaarten

Artikel 1

  • 1. De identiteitskaarten hebben een formaat van 85,7 mm bij 54,0 mm bij 0,76 mm en zijn in overeenstemming met de International Standards Organization en American National Standards Institute specificaties voor plastickaarten.

  • 2. De identiteitskaarten zijn ingericht overeenkomstig het bij dit landsbesluit gevoegde model I en bevatten de gegevens omschreven in het model, een foto en de handtekening van de houder.

  • 3. De identiteitskaarten worden doorlopend genummerd.

Artikel 2

  • 1. Het bestuurscollege van het eilandgebied Curaçao doet van de blanco identiteitskaarten die zij in voorraad heeft, een administratie bijhouden.

  • 2. Het bestuurscollege van het eilandgebied Curaçao doet van de verstrekking van blanco identiteitskaarten een administratie bijhouden.

  • 3. De gezaghebbers van de eilandgebieden doen van de ontvangst van de blanco identiteitskaarten, zomede van het verbruik van de identiteitskaarten een administratie bijhouden.

Artikel 3

  • 1. De gezaghebbers van de eilandgebieden doen van iedere afgegeven identiteitskaart een administratie bijhouden, waarin de op de afgegeven identiteitskaart vermelde gegevens, foto en handtekening van de houder worden opgenomen.

  • 2. De in het voorgaande lid bedoelde gegevens, de foto en handtekening van de houder, worden bewaard gedurende tenminste 11 jaren na de datum van verstrekking van het betreffende identiteitskaart.

  • 3. Aan een persoon, die volgens zijn verklaring niet in het bezit is of is geweest van een identiteitskaart en die ingevolge artikel 1 van de Landsverordening Identiteitskaarten (P.B. 1965, no. 17) reeds in het bezit had dienen te zijn van bedoelde kaart, wordt slechts een identiteitskaart uitgereikt, nadat uit een onderzoek gebleken is, dat zijn verklaring juist is. Van de uitkomst van dit onderzoek wordt een administratie bijgehouden.

Artikel 4

  • 1.

    Van iedere ongeldig ingeleverde identiteitskaart wordt door de gezaghebbers van de eilandgebieden een administratie bijgehouden.

Artikel 3, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Bij uitschrijving uit de basisadministratie persoonsgegevens van een eilandgebied wordt de identiteitskaart bij diezelfde basisadministratie ingeleverd.

  • 3.

    Bij uitschrijving uit de basisadministratie persoonsgegevens van een eilandgebied met de bedoeling zich in een ander eilandgebied te vestigen, kan de identiteitskaart bij inschrijving in het andere eilandgebied worden ingeleverd.

  • 4.

    Bij inlevering van de identiteitskaart, bedoeld in het tweede en derde lid, wordt een ontvangstbewijs afgegeven.

Artikel 5

Van elke mededeling van verloren gaan van een identiteitskaart wordt door de gezaghebbers van de eilandgebieden een administratie bijgehouden. Artikel 3, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6

Van iedere afgifte van een identiteitskaart ter vervanging van een ongeldig geworden of verloren gegane identiteitskaart wordt, indien de oorspronkelijke identiteitskaart in een ander eilandgebied was afgegeven, door de gezaghebber van het eilandgebied, zowel van de afgifte als van de reden die tot vervanging van de identiteitskaart heeft geleid, schriftelijk of elektronisch kennis gegeven aan de gezaghebber van het eilandgebied door of namens wie de oorspronkelijke identiteitskaart was afgegeven.

Artikel 7

De gezaghebbers van de eilandgebieden dragen zorg, dat de door hen in ontvangst genomen ongeldige identiteitskaarten worden vernietigd.

Artikel 8

De gezaghebbers van de eilandgebieden doen de Minister van Algemene Zaken en Buitenlandse Betrekkingen binnen één maand na het einde van elke kalenderjaar een schriftelijk opgemaakte verantwoording toekomen betreffende het verbruik en voorraad van identiteitskaarten over het afgelopen jaar.

Artikel 9

De gezaghebbers van de eilandgebieden dragen zorg voor de nodige voorzieningen van technische en organisatorische aard ter beveiliging van de gegevens, foto’s en handtekeningen tegen verlies of aantasting en tegen onbevoegde kennisneming, wijziging of verstrekking daarvan.

Artikel 10

Het landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 10de augustus 1965 ter uitvoering van artikel 8 van de Landsverordening Identiteitskaarten (P.B. 1965, no. 17) (P.B. 1965, no. 133) wordt ingetrokken.

Artikel 11

  • 1. Dit landsbesluit treedt in werking op een nader bij landsbesluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan zijn.

  • 2. De inwerkingtreding van dit landsbesluit kan bovendien voor ieder eilandgebied afzonderlijk worden vastgesteld.

Artikel 12

Dit landsbesluit kan worden aangehaald als: Landsbesluit identiteitskaarten 2002.