VERORDENING van den 7den November 1931, vaststellende de regelen, volgens welke een vergunning voor de oprichting van een industrie voor de verwerking van producten van de haaienvangst kan worden verleend

Geldend van 01-10-1997 t/m heden

Intitulé

VERORDENING van den 7den November 1931, vaststellende de regelen, volgens welke een vergunning voor de oprichting van een industrie voor de verwerking van producten van de haaienvangst kan worden verleend

Artikel 1

Het is verboden een industrie tot verwerking van producten van de haaienvangst op te richten, in werking te brengen of in werking te houden, zonder vooraf verkregen vergunning, door den Gouverneur met inachtneming van de navolgende bepalingen verleend.

Artikel 2

De vergunning, in artikel 1 bedoeld, kan, met of zonder uitsluitend recht, doch voor niet langer dan vijf en twintig jaren verleend worden.

Artikel 3

Onverminderd de bepalingen van de Keur van den 23n Augustus 1869 (P.B. No. 16), behoeven de plannen voor de inrichting, waarin de industrie zal worden gevestigd, zoomede de keuze van de plaats van de fabriek, van de los- en opslagplaatsen en van de overige werkplaatsen, lokaliteiten, terreinen en watergebieden, waarin of waarop het bedrijf der industrie zal worden uitgeoefend, de goedkeuring van den Gouverneur.

In geen geval zal het bedrijf der industrie uitgeoefend mogen worden binnen het stadsdistrict. Het bewaren van producten, van het bedrijf afkomstig, die voor de bevolking hinderlijk zijn, is het stadsdistrict verboden.

Artikel 4

De Gouverneur bepaalt den termijn, binnen welken met den bouw van de fabriek een begin gemaakt zal moeten zijn en de exploitatie moet zijn aangevangen en kan aan de vergunning de voorwaarden verbinden, welke hij in het belang van het verkeer en van de volksgezondheid noodig acht.

Indien de termijnen, in het voorgaande lid bedoeld, niet in acht zijn genomen of de voorwaarden, overeenkomstig het voorgaande lid vastgesteld, niet worden nagekomen, kan de Gouverneur de vergunning intrekken of, voorzoover zij met uitsluitend recht is verleend, het uitsluitend recht er aan ontnemen.

Artikel 5

Overtreding van de artikelen 1 of 3 wordt gestraft met geldboete van ten hoogste driehonderd gulden.

De feiten bij deze verordening strafbaar gesteld, worden beschouwd als overtredingen.

Artikel 6

xx

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking met ingang van den dag na dien harer afkondiging.