Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR131221
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR131221/1
Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen voor de gemeente Muiden 2003
Geldend van 01-01-2004 t/m heden
Hoofdstuk I Inleidende bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
begraafplaats(en): de Algemene Begraafplaats Muiden en de Algemene Begraafplaats Muiderberg;
- b.
eigen graf/ (huurgraf): een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
- 1.
het doen begraven en begraven houden van lijken;
- 2.
het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- 3.
het doen verstrooien van as;
- 1.
- c.
algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;
- d.
eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
- 1.
het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
- 2.
het doen verstrooien van as;
- 1.
- e.
algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan eenieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;
- f.
eigen urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet worden van asbussen met of zonder urnen;
- g.
urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;
- h.
asbus: een bus ter berging van as van een overledene;
- i.
verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;
- j.
grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, een verstrooiingsplaats of gedenkplaats;
- k.
gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken;
- l.
beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;
m.rechthebbende: de rechthebbende op een eigen graf.
Artikel 2 Uitbreiding begrippen eigen en algemeen graf
-
1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voorzover van belang onder 'eigen graf (huurgraf) mede verstaan: eigen urnengraf, eigen urnennis, eigen verstrooiingsplaats en eigen gedenkplaats.
-
2. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voorzover van belang onder 'algemeen graf mede verstaan: algemeen urnengraf.
Hoofdstuk II Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
Artikel 3 Openstelling begraafplaats(en)
- 1.
De begraafplaats(en) is (zijn) voor eenieder dagelijks toegankelijk gedurende door het college bij nadere regels vast te stellen tijden. Zij maakt deze tijden openbaar bekend.
- 2.
Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats(en) kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.
- 3.
Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats(en) niet voor het publiek geopend is (zijn), zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.
Artikel 4 Ordemaatregelen
-
1. Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van het college, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaats(en) te verrichten.
-
2. Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaats(en) te rijden:
- a.
elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen. Motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen;
- b.
sneller dan 10 km per uur.
- a.
-
3. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het tweede lid.
-
4. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats(en) hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.
-
5. Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.
Artikel 5 Plechtigheden
1.Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de
begraafplaats moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.
2.De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.
Artikel 6 Opgravingen en ruimen
Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.
Hoofdstuk III Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
-
1. Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk 48 uur voorafgaande aan de werkdag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kermis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
-
2. Het lijk dient bij aankomst op de begraafplaats te zijn voorzien van een identiteitskenmerk.
-
3. Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichtenindien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
Artikel 8 Gebouwen
-
1. Het gebruik van de aula moet uiterlijk 48 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de aula gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder.
-
2. De ruimte staat voor iedere plechtigheid gedurende een per keer vooraf te bepalen tijdsduur ter beschikking van de aanvrager.
Artikel 9 Over te leggen stukken
- 1.
Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.
- 2.
Indien de begraving of de bezorging van as in een eigen graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.
- 3.
Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 17, tweede lid.
- 4.
De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.
- 5.
De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken.
Artikel 10 Tijden van begraven en asbezorging
-
1. De tijd van begraven en het bezorgen van as is: op werkdagen van 10.00 tot 15.00 uur; op zaterdag van 10.00 tot 13.00 uur.
-
2. Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.
Hoofdstuk IV Indeling en uitgifte der graven
Artikel 11 Indeling graven en asbezorging
- 1.
Op de begraafplaats(en) kunnen worden uitgegeven:
- a.
eigen graven en eigen urnengraven;
- b.
eigen urnennissen;
- c.
eigen verstrooiingsplaatsen;
- d.
eigen gedenkplaatsen.
- a.
- 2.
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de eigen graven en hoeveel verstrooiingen van as er op of in de eigen graven kunnen plaatshebben. Zij bepaalt
tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de eigen graven. De uitgifteduur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.
Artikel 12 Aantal overledenen in algemene graven
-
1. In de algemene graven kan een door het college te bepalen aantal lijken worden begraven.
-
2. In de algemene urnengraven kan een door het college te bepalen aantal asbussen met of zonder urn worden bijgezet.
Artikel 13 Volgorde van uitgifte
-
1. De eigen graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.
-
2. Het college kan een eigen graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats(en) niet bezwaarlijk is.
Artikel 14 Categorieën
Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en eigen graven onderverdelen in categorieën. Zij bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.
Artikel 15 Termijnen eigen graven
1.Het college verleent, voorzover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats(en) zulks toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van
twintig jaar het recht op een eigen graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het eigen graf is uitgegeven.
- 2.
Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van 10 jaren, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.
- 3.
Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan een rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 17, eerste lid. Verlening van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Artikel 16 Grafkelder
Het college kan aan de rechthebbende op een eigen graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden.
Artikel 17 Overschrijving van verleende rechten
-
1. Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
-
2. Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen een jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
-
3. Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, is het college bevoegd het recht op het eigen graf te doen vervallen.
-
4. Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kan het college het eigen graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf dat inmiddels is geruimd.
Artikel 18 Afstand doen van graven
Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.
Hoofdstuk V Grafbedekkingen
Artikel 19 Vergunning grafbedekking
-
1. Voor het hebben van een grafbedekking is een schriftelijke vergunning nodig van het college.
-
2. De rechthebbende van een eigen graf vraagt de vergunning voor het hebben van een grafbedekking aan.
-
3. Omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen kan het college nadere regels vaststellen.
-
4. Het college kan ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.
-
5. Het college kan de vergunning weigeren indien:
- a.
niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels;
- b.
de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;
- c.
de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;
- d.
de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.
- a.
-
6. Het bepaalde in artikel 22, lid 4, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 20 Niet-blijvende grafbeplanting
Niet-blijvende beplanting op een graf die in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.
Artikel 21 Verwijdering grafbedekking
-
1. De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door het college worden verwijderd.
-
2. Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door het college bekendgemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij het college bekend is. In dat geval maakt zij aan hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief hun voornemen bekend.
-
3. Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij het college ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende twaalf weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 20 was verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.
-
4. De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien:
- a.
geen verzoek op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingediend, is verstreken;
- b.
de grafbedekking niet binnen drie maanden nadat deze van het graf is verwijderd, is afgehaald.
- a.
Artikel 22 Onderhoud door de rechthebbende
-
1. De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.
-
2. Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
-
3. De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.
-
4. Het college kan de rechthebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan de grafbedekking te herstellen indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of indien de beschadiging van de grafbedekking gevaar op levert voor derden.
Artikel 23 Onderhoud door de gemeente
Het college van burgemeester en wethouders voorziet in het onderhoud van de begraafplaats als zodanig en in het schoonhouden en het na verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken of iets dergelijks en in de zorg voor de winterharde beplantingen, alsmede in het onkruidvrij houden van de graven.
Hoofdstuk VI Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 24 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
-
1. Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden door middel van een bij het te ruimen graf te plaatsen bordje ter kermis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. in dat geval deelt zij mee wanneer de termijn van uitgifte gaat verstrijken. Als de rechthebbende geen verzoek indient om de termijn te verlengen maakt zij uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief het voornemen tot ruiming bekend.
-
2. De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde, afgesloten gedeelten van de begraafplaats(en).
-
3. Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bij een te doen brengen voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.
-
4. De rechthebbende op een eigen graf, kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een eigen urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
Hoofdstuk VII Gedeelte voor kerkgenootschap
Artikel 25 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven
Niet van toepassing
Hoofdstuk VIII Instandhouden historische graven en opvallende grafbedekking
Artikel 26 Lijst
-
1. Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.
-
2. Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.
-
3. De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.
Hoofdstuk IX Inrichting register
Artikel 27 Voorschriften
-
1. Het college stelt voorschriften vast voor het register van de begraven lijken en de bezorgde as.
-
2. Het register wordt bijgehouden door de beheerder.
Hoofdstuk XII Slotbepalingen
Artikel 28 Intrekking oude regeling
De Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 1996, vastgesteld op 14 december 1995, wordt ingetrokken.
Artikel 29 Overgangsbepaling
-
1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 1996 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.
-
2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen 1996 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
Artikel 30 Strafbepaling
-
1. Hij die handelt in strijd met de artikelen 3, 4, 5 en 6 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.
-
2. Overtreding van de artikelen 3, 4, 5 en 6 van de verordening kan worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Artikel 31 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van
zes weken na de datum van publicatie van deze verordening.
Artikel 32 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Muiden 2004.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 15 januari 2004.
De griffier
E.van Bennekom
De voorzitter
H.A. Smith
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl