Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR13119
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR13119/1
Regeling vervallen per 01-01-2010
Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2009
Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2009
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2009De raad van de gemeente Sliedrecht;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
b e s l u i t :
vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2009.
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 1 Inleidende bepaling
Krachtens deze verordening worden geheven:
- a.
een afvalstoffenheffing;
- b.
reinigingsrechten.
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder grof bedrijfsafval: afvalstoffen, met uitzondering van autowrakken, afkomstig van bedrijven en instellingen, welke door aard, omvang of hoeveelheid niet periodiek worden ingezameld.
Hoofdstuk II Afvalstoffenheffing
Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit
-
1. Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).
-
2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt geheven naar afzonderlijke grondslagen ter zake van het feitelijk gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
Artikel 4 Belastingplicht
-
1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
-
2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:
- a.
degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel.
- b.
in geval een gedeelte van het perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruik heeft afgestaan.
- a.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief
De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in hoofdstuk 1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
Artikel 6 Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 7 Wijze van heffing
-
1. De belasting zoals opgenomen in hoofdstuk 1.1. van de tarieventabel wordt bij wege van aanslag geheven.
-
2. De rechten zoals opgenomen in hoofdstuk 1.2. van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
-
1. De belasting zoals opgenomen in hoofdstuk 1.1. van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
-
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de in het eerste lid vermelde belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belastingen als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt danwel het aantal personen dat een perceel gebruikt zodanig wijzigt in de loop van het belastingjaar dat sprake wordt van een eenpersoonshuishouden, bestaat aanspraak op ontheffing van de in het eerste lid vermelde belasting voor zoveel twaalfde gedeelten voor de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht of wijziging naar een eenpersoonshuishouding, nog volle kalendermaanden overblijven.
-
4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruik neemt.
-
5. De rechten zoals vermeld in hoofdstuk 1.2. van de tarieventabel zijn verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening.
Artikel 8a Termijnen van betaling
-
1. De aanslagen die worden opgelegd in het kalenderjaar waarop zij betrekking hebben, moeten worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede een maand later.
-
2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt voor natuurlijke personen, in geval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 135, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier bedraagt. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
-
3. Andere aanslagen dan die genoemd in het eerste lid, moeten worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet, en de tweede een maand later.
-
4. De bij gedagtekende kennisgeving gevorderde bedragen moeten worden betaald:
-
a. In geval van uitreiking van de kennisgeving: op het tijdstip van de kennisgeving;
-
b. In geval van toezending van de kennisgeving: binnen een maand na dagtekening.
-
5. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Hoofdstuk III Reinigingsrechten
Artikel 9 Belastbaar feit
Onder de naam "reinigingsrechten" worden rechten geheven zowel voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.
Artikel 10 Belastingplicht
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 11 Maatstaf van heffing en belastingtarief
-
1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de hoofdstukken 2 en 3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 12 Belastingjaar
Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 13 Wijze van heffing
-
1. De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.
-
2. De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
Artikel 14 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks
verschuldigde rechten
- 1.
De rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
- 2.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als bedoeld in hoofdstuk 2 van de tarieventabel, als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
De rechten bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvraag van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 16 Termijnen van betaling
-
1. De aanslagen die worden opgelegd in het kalenderjaar waarop zij betrekking hebben, moeten worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede een maand later.
-
2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt voor natuurlijke personen, in geval het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar een aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 135, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier bedraagt. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
-
3. Andere aanslagen dan die genoemd in het eerste lid, moeten worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet, en de tweede een maand later.
-
4. De bij gedagtekende kennisgeving gevorderde bedragen moeten worden betaald:
-
a. In geval van uitreiking van de kennisgeving: op het tijdstip van de kennisgeving;
-
b. In geval van toezending van de kennisgeving: binnen een maand na dagtekening.
-
5. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Hoofdstuk IV Aanvullende bepalingen
Artikel 17 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering.
Artikel 18 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing en Reinigingsrechten 1997 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
- 3.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2009.
- 4.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening reinigingsheffingen 2009".
Vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Sliedrecht op 10 november 2008.
De griffier, De voorzitter,
Tarieventabel behorende bij de "Verordening reinigingsheffingen Sliedrecht 2009”.
Algemeen
De bedragen genoemd in deze tabel zijn inclusief 19 % omzetbelasting indien deze verschuldigd is.
HOOFDSTUK 1 MAATSTAVEN EN TARIEVEN AFVALSTOFFENHEFFING
Hoofdstuk 1.1 Maatstaf en tarief afvalstoffenheffing
De belasting bedraagt per perceel per jaar:
1.1.1 indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de
belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht,
wordt gebruikt door één persoon € 143,76
1.1.2 indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de
belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht,
wordt gebruikt door twee of meer personen € 225,12
Hoofdstuk 1.2 Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing
1.2 Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 1.1. bedraagt
de belasting voor het op aanvraag verwijderen van grove
huishoudelijke afvalstoffen:
1.2.1 per huisvuilwagen, per half uur of gedeelte daarvan € 19,87
1.2.2 per bestelauto, per half uur of gedeelte daarvan € 8,33
1.2.3 voor een chauffeur of extra hulp worden de hierboven onder 1.2.1 en
vermelde bedragen per manhulp per halfuur of gedeelte daarvan
verhoogd met € 22,61
1.2.4 de hierboven in dit hoofdstuk vermelde bedragen worden vermeerderd
met de door derden aan de gemeente Sliedrecht in rekening gebrachte
verwerkingskosten, waarvan een schriftelijke opgaaf van kosten worden
gedaan door of vanwege het college van burgemeester en wethouders
voorafgaand aan het in behandeling nemen van het verzoek.
1.2.5 de hierboven onder 1.2.3 vermelde bedrag wordt verhoogd met:
-50% indien de werkzaamheden op werkdagen (met uitzondering van
de zaterdag) buiten de normale werkuren worden verleend;
-100% indien de werkzaamheden op zaterdag en zon- en feestdagen worden verleend.
1.2.6 de tijdsduur, waarover de in dit hoofdstuk vermelde rechten worden geheven, wordt berekend vanaf het tijdstip, dat het desbetreffende personeel het terrein van gemeentewerken verlaat tot het tijdstip dat het daar terugkeert.
HOOFDSTUK 2 MAATSTAVEN EN JAARLIJKSE TARIEVEN REINIGINGSRECHTEN
2.1 Het recht bedraagt per belastingjaar voor het beschikbaar stellen, het gebruik dan wel het ledigen van containers en het verwijderen van de daarin verzamelde afvalstoffen indien:
2.1.1 het betreft éénmaal per week voor:
- a.
een mini-container van 240 liter € 289,03
- b.
een container van 500 liter € 689,72
- c.
een container van 1.000 liter € 1.313,47
- d.
een container van 1.300 liter € 1.701,03
- e.
een container van 1.600 liter € 2.082,74
2.1.2 het betreft tweemaal per week voor:
- a.
een container van 500 liter € 1.352,46
- b.
een container van 1.000 liter € 2.560,69
- c.
een container van 1.300 liter € 3.333,67
- d.
een container van 1.600 liter € 4.033,10
2.1.3 het betreft driemaal per week voor een
container van 1.600 liter € 5.911,35
1.2Het recht bedraagt per maand voor het
beschikbaar stellen, het gebruik dan wel het
éénmaal per week ledigen van minicontainers
van 240 liter en het verwijderen van het daarin
verzamelde oud papier € 21,68
HOOFDSTUK 3 MAATSTAVEN EN TARIEVEN OVERIGE REINIGINGSRECHTEN
3.1 Het recht bedraagt voor:
3.1.1 voor het op aanvraag verwijderen van grof bedrijfsafval:
3.1.1.1 per huisvuilwagen, per half uur of gedeelte daarvan € 19,87
3.1.1.2 per bestelauto, per half uur of gedeelte daarvan € 8,33
3.1.1.3 voor een chauffeur of extra hulp worden de hierboven onder
3.1.1.1 en 3.1.1.2 vermelde bedragen per manhulp per halfuur
of gedeelte daarvan verhoogd met € 22,61
3.1.1.4 de hierboven in dit hoofdstuk vermelde bedragen worden
vermeerderd met de door derden aan de gemeente Sliedrecht
in rekening gebrachte verwerkingskosten, waarvan een
schriftelijke opgaaf van kosten worden gedaan door of vanwege
het college van burgemeester en wethouders voorafgaand aan
het in behandeling nemen van het verzoek.
3.1.1.5 de hierboven onder 3.1.1.3 vermelde bedrag wordt verhoogd met:
-50% indien de werkzaamheden op werkdagen (met uitzondering
van de zaterdag) buiten de normale werkuren worden verleend;
-100% indien de werkzaamheden op zaterdag en zon- en
feestdagen worden verleend.
3.1.1.6 de tijdsduur, waarover de in dit hoofdstuk vermelde rechten worden
geheven, wordt berekend vanaf het tijdstip, dat het desbetreffende
personeel het terrein van gemeentewerken verlaat tot het tijdstip
dat het daar terugkeert.
3.1.2het op aanvraag ledigen van beer- of zinkputten, septictanks, en
het verwijderen van de daarin verzamelde afvalstoffen, per
tanklading per keer, een gedeelte van een tanklading voor een volle
tanklading gerekend € 72,46
3.1.3 het beschikbaar stellen van een afzetcontainer € 659,00
3.1.4 het op aanvraag verrichten van werkzaamheden, voor zover in deze
tarieventabel geen afzonderlijk recht is vermeld:
3.1.4.1 per veegmachine, kolkenzuiger of haakarmwagen, per half uur of
gedeelte daarvan € 19,87
3.1.4.2 per bestelauto, per half uur of gedeelte daarvan € 8,33
3.1.4.3 voor een chauffeur of extra hulp worden de hierboven onder 3.1.1.1
en 3.1.1.2 vermelde bedragen per manhulp per halfuur of gedeelte
daarvan verhoogd met € 22,61
3.1.4.4 de hierboven in dit hoofdstuk vermelde bedragen worden vermeerderd met de door derden aan de gemeente Sliedrecht in rekening gebrachte verwerkingskosten, waarvan een schriftelijke opgaaf van kosten worden gedaan door of vanwege het college van burgemeester en wethouders voorafgaand aan het in behandeling nemen van het verzoek.
3.1.4.5 de hierboven onder 3.1.1.3 vermelde bedrag wordt verhoogd met:
- -
50% indien de werkzaamheden op werkdagen (met uitzondering van de zaterdag) buiten de normale werkuren worden verleend;
- -
100% indien de werkzaamheden op zaterdag en zon- en feestdagen worden verleend
3.1.4.6 de tijdsduur, waarover de in dit hoofdstuk vermelde rechten worden geheven, wordt berekend vanaf het tijdstip, dat het desbetreffende personeel het terrein van gemeentewerken verlaat tot het tijdstip dat het daar terugkeert.
Behoort bij raadsbesluit van 10 november 2008,
De griffier,
Toelichting op de bedragen inclusief en exclusief 19 % btw:
tarieven 2009 |
|
excl. BTW |
incl. BTW |
242,88 |
289,03 |
579,60 |
689,72 |
1.103,76 |
1.313,47 |
1.429,44 |
1.701,03 |
1.750,20 |
2.082,74 |
1.136,52 |
1.352,46 |
2.151,84 |
2.560,69 |
2.801,40 |
3.333,67 |
3.389,16 |
4.033,10 |
4.967,52 |
5.911,35 |
18,22 |
21,68 |
16,70 |
19,87 |
7,00 |
8,33 |
19,00 |
22,61 |
60,89 |
72,46 |
553,78 |
659,00 |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl