Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Heemstede 2012

Geldend van 02-02-2012 t/m 31-12-2011 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Heemstede 2012

De raad van de gemeente Heemstede;  

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 december 2011;  

gelet op artikel 147 en 149 van de Gemeentewet en artikel 8, lid 1 sub d en lid 2 sub b juncto artikel 36 van de Wet werk en bijstand (Wwb);  

gezien het advies van de Commissie Samenleving;  

besluit vast te stellen de volgende verordening:  

Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Heemstede 2012

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    wet: de Wet werk en bijstand;

  • c.

    WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

  • d.

    WSF 2000: Wet studiefinanciering 2000;

  • e.

    bijstandsnorm: de norm bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de wet;

  • f.

    referteperiode: een onafgebroken periode van 60 maanden voorafgaand aan de peildatum;

  • g.

    peildatum: datum waarop in enig jaar de referteperiode is bereikt.

  • h.

    gezin: een gezin als bedoeld in artikel 4, lid 1, sub c van de wet

Artikel 2. Voorwaarden en doelgroepen

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 36 van de wet, komt in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag, de belanghebbende die gedurende de referteperiode aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger is dan 110% van de voor hem geldende bijstandsnorm en geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet;

  • 2. Belanghebbende is ten minste 21 jaar of ouder maar jonger dan 65 jaar;

  • 3. Bestaat een deel van de referteperiode uit verblijf in detentie, dan wordt de referteperiode verlengd met de periode dat in detentie is verbleven;

  • 4. Bij een gezin geldt het leeftijdscriterium voor ten minste twee gezinsleden en de voorwaarde van geen uitzicht op inkomensverbetering voor alle gezinsleden die voldoen aan het leeftijdscriterium;

  • 5. Geen recht op langdurigheidstoeslag hebben personen:

    • a.

      die een opleiding volgen als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgen als genoemd in de WSF 2000;

    • b.

      aan wie op grond van de wet- en regelgeving een maatregel in de zin van artikel 9 van de maatregelenverordening Wwb, IOAW, IOAZ Heemstede 2012 is opgelegd;

    • c.

      die op de peildatum en in de 12 maanden daaraan voorafgaand geen zelfstandig wonende inwoner van de gemeente is.

Artikel 3. Hoogte van de toeslag

  • 1. De langdurigheidstoeslag bedraagt voor een:

    • a.

      gezin: 38% van de geldende bijstandsnorm op 1 januari van het jaar van de geldende peildatum;

    • b.

      alleenstaande ouder: 38 % van de geldende bijstandsnorm op 1 januari van het jaar van de geldende peildatum;

    • c.

      alleenstaande: 38% van de geldende bijstandsnorm op 1 januari van het jaar van de geldende peildatum.

  • 2. Indien een van de gezinsleden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag op grond van artikel 11 of artikel 13, eerste lid van de wet, waardoor slechts één van de gezinsleden recht op toeslag heeft, komt dit gezinslid in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte van een voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder geldende toeslag als genoemd in het eerste lid.

Artikel 4. Onvoorziene gevallen

Het college kan in bijzondere omstandigheden afwijken van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 5. Overgangsrecht

  • 1. Ligt de peildatum op of ná 1 januari 2012, dan geldt het recht zoals opgenomen in de wet en deze verordening;

  • 2. Ligt de peildatum vóór 1 januari 2012 dan is het recht van vóór 1 januari 2012 van toepassing.

Artikel 6. De inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht per 1 januari 2012.

  • 2. De Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2009 wordt per de onder 1 bedoelde datum ingetrokken.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand Heemstede 2012.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 januari 2012.

Toelichting bij Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2012

Algemeen

Met ingang van 1 januari 2012 wordt een aantal wijzigingen in de Wet werk en bijstand (Wwb) ingevoerd.

De volgende wijzigingen hebben tot gevolg dat de Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2009 moet worden herzien:

  • -

    De bijstand voor inwonenden wordt afgeschaft.

  • -

    De partnertoets op het inkomen wordt vervangen door een toets op gezinsniveau (het huishoudinkomen).

De doelstelling van de langdurigheidstoeslag blijft onveranderd, te weten het op aanvraag bieden van financiële ondersteuning wanneer men langdurig op een laag inkomen is aangewezen en geen uitzicht heeft op inkomensverbetering.

Artikelsgewijze toelichting

In onderstaande toelichting wordt ingegaan op een aantal artikelen.

Artikel 2. Voorwaarden en doelgroepen

Artikel 2, eerste lid

In dit artikel wordt invulling gegeven aan de begrippen langdurig en laag inkomen. De referteperiode blijft 60 maanden zoals dat ook al onder de oude regeling voor langdurigheidstoeslag het geval was. Onder laag inkomen wordt verstaan een netto maandinkomen tot 110% van de bijstandsnorm.

Artikel 2, tweede lid

De referteperiode is een onafgebroken periode van 60 maanden. De peildatum is de datum waarop in enig jaar de referteperiode is bereikt.

Artikel 2, derde lid

Bestaat een deel van de referteperiode uit verblijf in detentie, dan wordt de referteperiode verlengd

met de periode dat in detentie is verbleven;

Artikel 2, vijfde lid

De doelgroep is in beginsel iedereen die aan de criteria van de verordening voldoet. Er worden echter bepaalde groepen uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag. Het gaat om groepen die in beginsel wel aan de voorwaarden voldoen, maar waarvan kan worden vastgesteld dat een recht op de langdurigheidstoeslag niet overeen zou komen met de aard en de doelstelling ervan. Het gaat om de volgende groepen:

Sub a. Studenten zijn uitgesloten omdat zij per definitie een arbeidsmarktperspectief en zicht op inkomensverbetering hebben.

Om te voorkomen dat iemand die een avondstudie doet, wordt uitgesloten, is bepalend of de student in de referteperiode studiefinanciering heeft genoten.

Sub c. Inwoners van de gemeente, die niet zelfstandig wonen, hoeven geen vervangingskosten voor meubels en dergelijke te maken. Zij komen niet in aanmerking voor langdurigheidstoeslag. De bedoeling van de regeling is immers dat alleen personen in aanmerking komen, die redelijkerwijs de kosten maken waarvoor de langdurigheidstoeslag bedoeld is. De bewoners van verzorgingstehuizen en instellingen voor begeleid wonen maken deze vervangingskosten wel omdat zij zelfstandig wonen. Zij kunnen in aanmerking komen voor langdurigheidstoeslag.

Artikel 3. Hoogte van de toeslag

Artikel 3, eerste lid

In dit lid wordt de hoogte van de toeslag geregeld. Er wordt uitgegaan van een percentage van de toepasselijke bijstandsnorm. Hierdoor hoeft het bedrag van de toeslag niet jaarlijks aangepast te worden aan de wijziging van de normbedragen van de Wwb. De genoemde percentages zijn de huidige percentages waarmee de bedragen van de langdurigheidstoeslag worden afgezet tegen de bijstandsnormen.

Artikel 3, tweede lid

In dit lid wordt een regeling gegeven voor situaties waarin bij een gezin één van de gezinsleden is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag op grond van artikel 11 of artikel 13 lid 1 Wwb.

Als één van de gezinsleden niet in aanmerking komt voor langdurigheidstoeslag omdat niet wordt voldaan aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 36 Wwb en deze verordening, heeft geen van de gezinsleden recht op langdurigheidstoeslag.

Artikel 5. Overgangsrecht

In de Wwb is een bepaling voor het overgangsrecht opgenomen. Deze bepaling gaat echter niet uit van een peildatum. In deze verordening is geregeld dat de peildatum bepalend is voor de toepassing van de nieuwe verordening en de Wwb.