LANDSVERORDENING van den 12n November 1938 houdende bepalingen omtrent grensregeling

Geldend van 29-11-1938 t/m heden

Intitulé

LANDSVERORDENING van den 12n November 1938 houdende bepalingen omtrent grensregeling

Artikel 1

Grensregeling wordt onderscheiden in:

  • a.

    de geisoleerde grensregeling.

  • b.

    de algemeene grensregeling.

De onder b bedoelde grensregeling heeft plaats bij inrichting of vernieuwing van het Kadaster terwijl de onder a. aangeduide grensregeling plaats vindt in alle andere gevallen.

Afdeeling I. De geisoleerde grensregeling

Artikel 2

Grensregeling heeft plaats bij overeenkomst tusschen de in de registers van den Hypotheekbewaarder of bij het Kadaster bekende eigenaren, erfpachters en opstallers van belendende perceelen.

Zij geschiedt op gemeene kosten en niet anders dan met inachtneming dezer verordening.

Artikel 3

Van deze overeenkomst wordt door den ambtenaar van het Kadaster, nadat hem de grens op de plaats zelve door partijen is aangewezen een proces-verbaal opgemaakt, waarin de grens wordt omschreven of waaraan een kaart wordt gehecht, waarop de grens wordt aangeduid. De kaart kan op het proces-verbaal worden geteekend in plaats van daaraan te worden gehecht.

De partijen moeten in persoon of bij schriftelijk gemachtigde verschijnen.

Artikel 4

Na sluiting van het proces-verbaal wordt dit onderteekend door den ambtenaar en door de partijen, behalve door hen, die daarin verhinderd zijn of mochten verklaren niet te kunnen onderteekenen. Van deze verhindering of verklaring wordt melding gemaakt aan den voet van het proces-verbaal.

De in het voorgaand artikel vermelde kaart wordt gewaarmerkt door degenen, die het proces-verbaal onderteekenden.

De partij, die bij sluiting van het proces-verbaal niet aanwezig was, kan aan den voet van het proces-verbaal, hetzij in persoon, hetzij door een schriftelijk gemachtigde, het in het proces-verbaal opgenomene bekrachtigen.

Artikel 5

Het proces-verbaal en de uitkomsten van de op grond daarvan verrichte meting worden ten Hypotheekkantore bewaard. Een ieder kan daarvan inzage nemen.

Artikel 6

De uitkomsten van de meting worden geacht de in het proces-verbaal opgenomen grensregeling juist weer te geven, behoudens bewijs van het tegendeel.

Artikel 7

Nietigheid der overeenkomst van grensregeling werkt niet tegen hem, die na de nederlegging van het proces-verbaal ten hypotheekkantore, hetzij onder bezwarende titel, hetzij door beslag, eenig recht op de zaak heeft verkregen, noch tegen diens rechtsopvolgers, tenzij de verkrijger geacht moet worden niet te goeder trouw te zijn.

De verkrijger wordt geacht niet te goeder trouw te zijn, indien hij de nietigheid heeft gekend of uit de ten hypotheekkantore berustende openbare registers of aldaar verblijvende stukken heeft kunnen kennen.

Artikel 8

Degene, die een vonnis heeft verkregen,waarbij de nietigheid eener overeenkomst van grensregeling wordt uigesproken, kan dit ten hypotheekkantore inleveren.

Indien een afschrift van de betrekkelijke oproeping ten hypotheekkantore is ingeleverd werkt de inlevering van het vonnis terug tot den dag van de inlevering van het verzoekschrift, bij den rechter.

Bij de toepassing van het tweede lid van het voorgaande artikel wordt hiermede rekening gehouden.

Artikel 9

Andere dan in de artikel 2 genoemde zakelijk gerechtigden kunnen de schade, hun door de grensregeling toegebracht, voor het geheel verhalen zoowel op degenen, die door de regeling te hunnen nadeele zijn bevoordeeld als op degenen, wier recht door hun zakelijk recht wordt beperkt.

Artikel 10

Op de wijze in deze afdeeling aangegeven, kan wijziging van eene overeenkomstig artikel 2 geregelde grens tot stand komen, mits de oppervlakte, die door de wijziging van een der belendende perceelen wordt afgenomen of daaraan wordt toegevoegd, volgens verklaring van den ambtenaar van het kadaster, in het proces-verbaal op te nemen, niet meer bedraagt dan 5

Afdeeling II. De algemeene grensregeling

Artikel 11

Tot de inrichting van het Kadaster behoort de regeling van de grenzen van alle in de inrichting begrepen perceelen, voor zoover die niet reeds vroeger overeenkomstig de voorgaande artikelen is tot stand gekomen.

Onder perceelen worden in deze afdeeling verstaan oppervlakten gronds, die wat eigendom, erfpacht en opstal betreft, over de geheele uitgestrektheid in denzelfden rechtstoestand verkeeren.

Artikel 12

Te dien einde wordt door of vanwege het bestuurscollege in verschillende nieuwsbladen een aankondiging geplaatst, dat van alle perceelen, gelegen in een bepaald deel van het gebied, waarvan een Kadaster zal worden ingericht, eene grensregeling zal plaats hebben.

Door den ambtenaar, belast met de opmeting, worden, per aangeteekenden brief, om te verschijnen op dag en uur, door hem aan te geven tot eene plaatsopneming opgeroepen, de in de registers van den Hyptheekbewaarder of bij het Kadaster bekende eigenaren van de perceelen, waarvan grenzen moeten worden vastgesteld, alsmede de in die registers bekende erfpachters en opstallers.

Artikel 13

De opgeroepenen kunnen in persoon of bij schriftelijk gemachtigde verschijnen.

Indien mede-eigenaren niet allen verschijnen, worden zij, die verschijnen, geacht de niet verschijnenden te vertegenwoordigen.

Hetzelfde geldt van mede gerechtigden tot een zakelijk recht. Openbare lichamen zijn verplicht te verschijnen.

Artikel 14

Niet in de registers van den Hypotheekbewaarder of bij het Kadaster bekende eigenaren, erfpachters en opstallers kunnen mede verschijnen, hoewel zij niet zijn opgeroepen.

Indien zij verschijnen, worden zij voor de toepassing der volgende artikelen met de in artikel 12 genoemde personen gelijk gesteld.

Artikel 15

Door den ambtenaar wordt een proces-verbaal opgemaakt van het bij de plaatsopneming voorgevallene.

Het wordt door hem onderteekend en aan hen, die verschenen zijn, wordt gelegenheid gegeven het te onderteekenen. Indien het niet door allen wordt onderteekend, wordt de reden daarvan vermeld.

Artikel 16

Indien alle opgeroepenen verschijnen en overeenstemmen omtrent de regeling van de grenzen zijn deze vastgesteld en wordt daarvan eene omschrijving opgenomen in het proces-verbaal of geschiedt daarvan aanteekening op een op het proces-verbaal geteekende of daaraan te hechten kaart, welke kaart wordt gewaarmerkt door degenen die het proces-verbaal onderteekenen.

Artikel 17

Indien zij, die verschenen zijn, niet tot overeenstemming komen omtrent de regeling der grens, wordt in het proces-verbaal vermeld, dat deze betwist is. Aan hen die niet zijn verschenen, wordt hiervan bij aangeteekenden brief kennis gegeven.

Artikel 18

Indien niet alle opgeroepenen verschijnen, doch zij, die verschenen zijn, overeenstemmen omtrent de regeling der grens, wordt gehandeld als in artikel 16 is voorgeschreven. Indien niemand verschijnt, wordt door den ambtenaar aan de hand van alle te zijner beschikking staande gegevens ambtshalve de grens bepaald en voorts gehandeld als in artikel 16 is voorgeschreven.

In beide gevallen wordt aan hen, die niet zijn verschenen, bij aangeteekenden brief kennis gegeven van het opgemaakte proces-verbaal. Deze kennisgevingen gaan vergezeld, zoonodig van een toelichtende kaart en in ieder geval van de uitnoodiging binnen drie maanden ten kantore van het Kadaster schriftelijk de bezwaren in te dienen, die belanghebbende mocht hebben tegen de in het proces-verbaal aangegeven grens.

Artikel 19

Worden geene bezwaren binnen den gestelden termijn ingediend, dan wordt dit aan den voet van het proces-verbaal vermeld en geldt de in het proces-verbaal aangegeven grens als voorloopig vastgesteld, tenzij de in artikel 12 genoemde ambtenaar zich ambtshalve onder opgave van redenen daartegen verzet, in welk geval de grens wordt beschouwd als betwist.

De ambtenaar stelt zijne verklaring aan den voet van het proces-verbaal.

Van de voorloopige vaststelling en van de betwisting wordt bij aangeteekenden brief kennis gegeven aan de volgens artikel 12 opgeroepen personen.

Artikel 20

Worden tijdig bezwaren ingediend, die door den ambtenaar niet kunnen worden opgeheven, dan worden de in artikel 12 genoemde personen door hem opgeroepen tot eene nieuwe plaatsopneming, op dag en uur, door hem aan te geen.

De artikelen 13, 14 en 15 zijn alsdan van toepassing.

Artikel 21

Indien in deze bijeenkomst allen, die bij de eerste plaatsopneming niet zijn verschenen, zich vereenigen met de in het proces-verbaal dier plaatsopneming aangegeven grens, is deze vastgesteld.

Worden alle opgeroepenen het eens over een nieuwe regeling der grens, dan is deze dienovereenkomstig vastgesteld en wordt ten aanzien van die grens gehandeld als in artikel 16 is voorgeschreven.

Artikel 22

Indien niet allen, die bij de eerste plaatsopneming afwezig gebleven zijn, verschijnen, doch zij, die verschenen zijn, zich verenigen met de in het proces-verbaal dier plaatsopneming aangegeven grens, alsook indien niemand van hen verschijnt, geldt de in het genoemde proces-verbaal aangegeven grens als voorloopig vastgesteld, tenzij de in artikel 12 genoemde ambtenaar zich ambtshalve, onder opgave van redenen, daartegen verzet, in welk geval de grens wordt beschouwd als betwist.

Artikel 23

Indien tusschen hen, die zijn verschenen, omtrent de in het proces-verbaal der eerste plaatsopneming aangewezen grens geen overeenstemming wordt verkregen, wordt vastgesteld dat deze betwist is.

Artikel 24

In de gevallen, van de artikelen 21, eerste lid, 22 en 23 wordt van de vaststelling, die voorloopige vaststelling of de betwisting der grens bij aangeteekenden brief kennis gegeven aan hen, die niet zijn verschenen.

Artikel 25

Degene, die niet heeft medegewerkt tot de voorloopige vaststelling eener grens, kan zoolang niet twee jaren na de invoering van het Kadaster zijn verstreken, in persoon of bij schriftelijk gemachtigde ten hypotheekkantore de verklaring afleggen, dat hij met die grensbepaling instemt, of wel, dat hij die betwist.

Het van deze verklaring op te maken proces-verbaal, maakt met het proces-verbaal der plaatsopneming een geheel uit.

Zoodra op deze wijze van instemming van alle in artikel 12 genoemde personen is gebleken is de grens vastgesteld.

Van de betwisting of de vaststelling der grens wordt bij aangeteekenden brief kennis gegeven aan alle in artikel 12 genoemde personen.

Artikel 26

Na verloop van den in artikel 25 genoemden termijn verkrijgt de voorloopig vastgestelde grens dezelfde kracht als een vastgestelde grens; zij wordt verbindend ook voor hen, die tot de vaststelling niet hebben medegewerkt.

Artikel 27

Na vervreemding geldt het nog niet verstreken deel van den termijn van artikel 25 voor den verkrijger.

Artikel 28

Een betwiste grens behoudt dit karakter totdat de in artikel 12 genoemde belanghebbenden omtrent de regeling der grens zijn overeengekomen op de wijze in artikel 3, eerste lid, voorgeschreven of de grens tusschen hen, op vordering van de meest gereede partij, bij rechterlijk gewijsde is vastgesteld.

In het eerste geval vinden de artikelen 3, tweede lid, 4 tot en met 9 toepassing.

Artikel 29

De ambtenaren van het Kadaster behoeven geen onderzoek naar de bevoegdheid en bekwaamheid der bij de plaatsopneming verschenen partij in te stellen.

Artikel 30

De artikelen 5 tot en met 9 vinden overeenkomstige toepassing in de gevallen van vaststelling der grens, bedoeld in de artikelen 16 en 21 en van de voorlopige vaststelling der grens, bedoeld in de artikelen 19 en 22.

Artikel 31

De volgens de bepalingen van deze afdeeling vastgestelde grens kan bij overeenkomst worden gewijzigd. Artikel 10 vindt overeenkomstige toepassing.

Artikel 32

Na vervreemding of bezwaring van een deel van een perceel, waarvan de grenzen overeenkomstig deze afdeeling zijn vastgesteld, wordt een proces-verbaal opgemaakt ter vaststelling der nieuwe grens, waarbij de bepalingen van deze afdeeling overeenkomstige toepassing vinden.

Worden de nieuwe grenzen vastgesteld en het proces-verbaal opgemaakt voor de vervreemding of bezwaring, dan vinden de bepalingen van de artikelen 4 tot en met 6 en 10 overeenkomstige toepassing.

Het proces-verbaal wordt in dat geval in tweevoud opgemaakt, een exemplaar wordt gehecht aan de akte.

Hebben partijen het proces-verbaal niet of niet allen onderteekend, dan wordt in de akte eene verklaring opgenomen, waarbij de vaststelling der nieuwe grens volgens het proces-verbaal wordt bekrachtigd. Deze verklaring kan ook aan den voet der akte gesteld en onderteekend worden.

Verzuim der bovenbedoelde aanhechting of verklaring geeft geen grond tot betwisting der in het proces-verbaal vastgestelde grens.

Indien de nieuwe grens reeds bij een vroeger proces-verbaal is vastgesteld, behoeft geen nieuw proces-verbaal te worden opgemaakt en is aanhechting van een exemplaar aan de akte onnoodig.

Artikel 33

De stukken, opgemaakt ter voldoening aan de bepalingen dezer afdeeling, zijn vrij van het recht van zegel.

Afdeeling III

Artikel 34

Het medewerken tot eene grensregeling wordt beschouwd als een daad van beheer.

Artikel 35

In het vonnis, geween in een geding tot afscheiding of grensvaststelling, moet de grens nauwkeurig worden aangewezen. Een afschrift van het vonnis moet door de meest gereede partij ten hypotheekkantore worden ingeleverd, alwaar ook de uitkomsten der op grond daarvan verrichte meting worden bewaard. Een ieder kan daarvan inzage nemen.

De uitkomsten van de meting worden geacht de in het vonnis aangewezen grens juist weer te geven, behoudens bewijs van het tegendeel.

Artikel 36

In rechte kan wijziging eener overeenkomstig deze landsverordening of bij rechtelijk vonnis vastgestelde grens op grond van verjaring worden gevorderd. Het geding moet worden gevoerd tegen alle in artikel 2 genoemde belanghebbenden. Op het vonnis vindt artikel 35 overeenkomstige toepassing.

Een beroep op grenswijziging door verjaring is overigens niet toegelaten.

Artikel 37

De vordering tot vaststelling van de nietigheid eener grensregeling moet worden ingesteld binnen een termijn van vijf jaren.

Deze termijn begint te loopen van den dag, waarop de in artikel 3 bedoelde overeenkomst is gesloten of de grens overeenkomstig de voorschriften van de tweede afdeeling is vastgesteld, behoudens het bepaalde in het tweede lid van artikel 1471 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 38

Deze landsverordening treedt in werking op een door den Gouverneur nader te bepalen tijdstip, welk tijdstip verschillend kan zijn voor door hem aan te wijzen eilandenof gedeelten van eilanden. Zij kan worden aangehaald als „Verordening op de grensregeling”.