Verordening regelende de samenstelling en de bevoegdheden van de vaste commissie van advies aan burgemeester en wethouders met betrekking tot het minderhedenbeleid

Geldend van 18-09-2009 t/m heden

Intitulé

Verordening adviescommissie minderhedenbeleid

De raad der gemeente Sliedrecht;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 april 2001;

gelet op artikel 149, alsmede artikel 82 e.v. van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de navolgende:

Verordening regelende de samenstelling en de bevoegdheden van de vaste commissie van advies aan burgemeester en wethouders met betrekking tot het minderhedenbeleid

Begripsbepaling

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    inspraak: door het gemeentebestuur georganiseerd overleg tussen het gemeentebestuur en buitenlandse ingezetenen met de mogelijkheid voor de laatste invloed uit te oefenen op de besluitvorming, waarbij de uiteindelijke beslissingsbevoegdheid bij het gekozen bestuur blijft;

  • 2.

    buitenlandse ingezetenen: permanente inwoners van Sliedrecht, legaal verblijvend en afstammend van buitenlandse (voor)ouders, die zich in een achterstandspositie bevinden op verschillende terreinen;

  • 3.

    de commissie: de adviescommissie ingesteld door het college van burgemeester en wethouders als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;

  • 4.

    de raad: de gemeenteraad van Sliedrecht;

  • 5.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van Sliedrecht.

Samenstelling, benoeming en ontslag

Artikel 2

  • 1.

    Het college stelt een commissie in, waarvan de leden op grond van deskundigheid en/of belangstelling ten aanzien van buitenlandse ingezetenen geacht kunnen worden de geschiktheid te bezitten, welke nodig is om uitvoering te geven aan de taak van de commissie;

  • 2.

    De commissie is samengesteld uit:

    • -

      1 lid op persoonlijke titel van Turkse afkomst (man);

    • -

      1 lid op persoonlijke titel van Turkse afkomst (vrouw);

    • -

      1 lid op persoonlijke titel van Marokkaanse afkomst (man/vrouw);

    • -

      1 lid op persoonlijke titel met een nationaliteit die onder het minderhedenbeleid valt;

    • -

      1 lid op persoonlijke titel van Nederlandse afkomst met belangstelling ten aanzien van buitenlandse ingezetenen en/of de motivatie zich voor buitenlandse ingezetenen in te zetten;

    • -

      1 lid als adviseur namens de Stichting Vluchtelingenwerk Alblasserwaard;

    • -

      1 lid als adviseur namens het Regionaal Centrum Buitenlanders;

    • -

      1 lid op persoonlijke titel met een achtergrond als vluchteling (man/vrouw);

  • 3.

    Namens de gemeente heeft zitting in de adviescommissie: De portefeuillehouder die belast is met het minderhedenbeleid, tevens zal de portefeuillehouder als voorzitter fungeren;

  • De ambtenaar die belast is met het minderhedenbeleid zal de adviescommissie ondersteunen en als secretaris fungeren;

  • 4.

    Alle leden, met uitzondering van de vertegenwoordigers van de Stichting Vluchtelingenwerk, het Regionaal Centrum Buitenlanders en de gemeente, zullen op persoonlijke titel benoemd worden door het college van burgemeester en wethouders;

  • 5.

    Afhankelijk van onderwerpen op de agenda kunnen extra adviseurs uitgenodigd worden deel te nemen aan de vergadering.

Artikel 3

Aan de leden die op persoonlijke titel in de adviescommissie benoemd worden, worden de volgende eisen gesteld:

  • a.

    legaal in Nederland verblijven;

  • b.

    minimaal de leeftijd van 18 jaar hebben;

  • c.

    de Nederlandse taal redelijk beheersen;

  • d.

    aantoonbare belangstelling ten aanzien van buitenlandse ingezetenen en/of de motivatie zich voor hen in te zetten;

  • e.

    ingeschreven staan in het bevolkingsregister van de gemeente Sliedrecht.

Artikel 4

Het lidmaatschap van de adviescommissie eindigt:

  • a.

    indien het lid niet meer voldoet aan het bepaalde in artikel 3, sub a en e;

  • b.

    op eigen verzoek;

  • c.

    bij overlijden;

  • d.

    als een lid zonder opgaaf van redenen 3 maal achter elkaar afwezig is op een vergadering.

Artikel 5

  • 1.

    Een lid kan ontslag nemen door het zenden van een ontslagbrief aan het college. Het lid dat ontslag heeft genomen, houdt zitting in de commissie totdat zijn/haar opvolger het lidmaatschap heeft aanvaard;

  • 2.

    Het college kan op voorstel van de commissie de leden bedoeld in artikel 2, lid 2, bij met redenen omkleed besluit tussentijds ontslaan;

  • 3.

    In een tussentijdse ontstane vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

Artikel 6

  • 1.

    Als een lid op persoonlijke titel tussentijds aftreedt wordt van gemeenteweg een openbare oproep gedaan ter vervulling van de ontstane vacature;

  • 2.

    Kandidaten worden op hun beheersen van de Nederlandse taal, hun belangstelling ten aanzien van buitenlandse ingezetenen en/of hun motivatie zich in te zetten voor buitenlandse ingezetenen getoetst door een selectie-commissie, bestaande uit de adviseur van het Regionaal Centrum Buitenlanders en de ambtenaar die belast is met het minderhedenbeleid;

  • 3.

    De in het vorige lid genoemde selectie-commissie doet bij de kandidatuur van leden op persoonlijke titel een voordracht aan het college van burgemeester en wethouders.

Zittingsduur

Artikel 7

  • 1. De leden van de commissie hebben zitting voor een periode gelijk aan en parallel lopend met de zittingsperiode van de raad. De periodieke benoeming heeft plaats uiterlijk in de eerstvolgende vergadering, bedoeld in artikel 89 van de Gemeentewet.

  • 2. Zij die aftreden kunnen onmiddellijk worden herbenoemd.

Vergaderingen

Artikel 8

  • 1.

    De commissie vergadert minimaal tweemaal per jaar, indien noodzakelijk vaker, onder voorzitterschap van de wethouder.

  • 2.

    De oproepingsbriefjes, met vermelding van de agendapunten, worden tenminste vijf dagen voor het houden van de vergadering aan de leden van de commissie bezorgd.

  • 3.

    De commissie mag niet vergaderen indien blijkens de presentielijst niet meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 4.

    Wanneer het vereiste aantal leden niet is opgekomen, wordt een nieuwe vergadering belegd tegen een datum, welke tenminste één kalenderdag later ligt. Deze vergadering wordt gehouden, ongeacht het aantal leden dat is opgekomen. De commissie kan in dit geval slechts beraadslagen en/of besluiten over op de agenda vermelde onderwerpen.

  • 5.

    Over personen wordt schriftelijk, over zaken mondeling gestemd. Indien bij het nemen van een besluit over een zaak door geen der leden stemming wordt gevraagd wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen. Voor het tot stand komen van een besluit bij stemming is de volstrekte meerderheid vereist van de leden die aan de stemming hebben deelgenomen.

  • 6.

    Bij staking van stemmen over een voorstel betreffende een uit te brengen advies dient de adviescommissie de tot uiting komende meningen ter kennis te brengen van het college van burgemeester en wethouders.

  • 7.

    Indien de stemmen staken bij een stemming over personen, vindt op de eerstvolgende vergadering een herstemming plaats. Bij wederom staken der stemmen beslist terstond het lot.

  • 8.

    De vergaderingen van de commissie vinden met uitzondering van het bepaalde in het volgende lid plaats in het openbaar. Plaats, datum en aanvangsduur van de vergaderingen worden door de voorzitter ter openbare kennis gebracht.

  • 9.

    De deuren van de vergadering worden gesloten, wanneer tenminste twee van de aanwezige leden dit vorderen of de voorzitter het nodig acht. De commissie beslist vervolgens of met gesloten deuren verder zal worden vergaderd. Het besluit daartoe behoeft de stemmen van tenminste tweederde van de aanwezige leden. In een besloten vergadering kan niet beraadslaagd, noch een besluit worden genomen over zakelijke aangelegenheden die betrekking hebben op het minderhedenbeleid.

  • 10.

    De voorzitter zorgt voor de handhaving der orde in de vergadering.

  • 11.

    De secretaris zendt de conclusie van de vergaderingen van de commissie ter kennisneming aan het college van burgemeester en wethouders en aan de leden van de raadscommissie welzijn.

Taken en bevoegdheden

Artikel 9

  • 1.

    De commissie heeft tot taak adviserende werkzaamheden te verrichten ten behoeve van de zaken aangaande de buitenlandse ingezetenen in Sliedrecht.

  • 2.

    De commissie fungeert als inspraakorgaan van de buitenlandse ingezetenen.

  • 3.

    De commissie geeft zonodig voorlichting over zaken aangaande het minderhedenbeleid aan de buitenlandse ingezetenen.

  • 4.

    De commissie adviseert het college, hetzij uit eigen beweging, hetzij op verzoek, over alle aangelegenheden inzake de buitenlandse ingezetenen.

  • 5.

    Tot de in lid 1 genoemde zaken worden niet gerekend aangelegenheden van strikt persoonlijke aard noch aangelegenheden die de specifieke belangen van zelforganisaties van buitenlandse ingezetenen betreffen.

  • 6.

    Teneinde haar adviestaak goed te kunnen vervullen wordt de adviescommissie tijdig in kennis gesteld van het gemeentelijk beleid aangaande buitenlanders, alsmede tijdig geattendeerd op verschenen informatie van de rijksoverheid.

Artikel 10

  • 1.

    Over een voorstel aan de raadscommissie(s), c.q. de gemeenteraad inzake aangelegenheden zoals bedoeld in artikel 9 lid 1, heeft het college van burgemeester en wethouders de plicht tevoren het advies van de commissie in te winnen.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders legt dit advies tegelijk met het voorstel over aan de raadscommissie(s), c.q. de gemeenteraad.

  • 3.

    Over aangelegenheden, zoals bedoeld in artikel 9 lid 1, waarvan de afdoening tot de taak van het college van burgemeester en wethouders behoort, hebben voornoemde bestuursorganen de plicht bij de adviescommissie advies in te winnen.

Artikel 11

  • 1.

    Voor het uitbrengen van een advies heeft de adviescommissie recht op een grondige toelichting van het college van burgemeester en wethouders op de betreffende aangelegenheid.

  • 2.

    Een adviesaanvraag kan op verzoek van de adviescommissie door of namens het college van burgemeester en wethouders worden toegelicht in een vergadering van de adviescommissie.

  • 3.

    De adviescommissie verstrekt een gemotiveerd advies binnen 4 weken of binnen een in onderling overleg met het college vast te stellen andere termijn.

  • 4.

    Als de adviescommissie bij zijn adviezen en/of aanbevelingen aan het gemeentebestuur een meerderheids- en een minderheidsstandpunt heeft, worden deze standpunten in het advies aangegeven.

Artikel 12

  • 1.

    Indien het college van burgemeester en wethouders bij een voorstel aan de raadscommissie(s), c.q. de gemeenteraad afwijkt van een advies, c.q. aanbeveling van de adviescommissie, wordt dit gemotiveerd aan de raadscommissie(s), gemeenteraad en adviescommissie meegedeeld.

  • 2.

    Van de besluiten van de gemeenteraad en/of het college van burgemeester en wethouders wordt de adviescommissie door het college van burgemeester en wethouders in kennis gesteld.

Toezicht

Artikel 13

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders is belast met het toezicht op de adviescommissie.

  • 2. De adviescommissie verstrekt alle door het college van burgemeester en wethouders verlangde inlichtingen betreffende haar werkzaamheden.

Wijziging verordening

Artikel 14

Deze verordening wordt niet gewijzigd dan nadat de adviescommissie over het voorstel tot wijziging is gehoord.

Slotbepalingen

Artikel 15

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. Met ingang van deze dag vervalt de Verordening adviescommissie minderheden zoals vastgesteld op 30 mei 1994.

  • 2.

    In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening adviescommissie minderhedenbeleid 1995".

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Sliedrecht op
23 april 2001
De secretaris, De voorzitter,

Chronologisch overzicht wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Wijziging

april 2001

Artikel 2, lid 2 is aangepast