Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR13065
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR13065/1
Verordening, regelende de samenstelling, bevoegdheden en werkwijze van de Culturele Raad.
Geldend van 18-09-2009 t/m heden
Intitulé
Verordening, regelende de samenstelling, bevoegdheden en werkwijze van de Culturele RaadDe raad der gemeente Sliedrecht;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 mei 1994;
gelet op het bepaalde in artikel 149 van Gemeentewet;
b e s l u i t
- 1.
in te stellen een Culturele Raad van de gemeente Sliedrecht;
- 2.
de Culturele Raad aan te wijzen als een commissie, bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet;
- 3.
vast te stellen de navolgende Verordening, regelende de samenstelling, bevoegdheden en werkwijze van de Culturele Raad.
Artikel 1 BEGRIPSBEPALING
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- 1.
de Culturele Raad : de commissie ex artikel 84 e. v. der Gemeentewet, welke tot taak heeft het bevorderen en tot verdere ontplooiing brengen van het culturele leven in de gemeente Sliedrecht;
- 2.
de raad: de raad der gemeente Sliedrecht
- 3.
burgemeester en wethouders : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sliedrecht.
Artikel 2 TAKEN EN BEVOEGDHEDEN
De Culturele Raad heeft de volgende taken en bevoegdheden :
- 1.
het bestuderen van vraagstukken die verband houden met de ontwikkeling van het culturele leven in de gemeente Sliedrecht e.o.;
- 2.
het bevorderen van het overleg en de samenwerking tussen organisaties, instellingen en personen die op cultureel terrein in de gemeente Sliedrecht werkzaam zijn, alsmede de behartiging van hun daarvoor in aanmerking komende belangen;
- 3.
het verstrekken van adviezen -desgevraagd of uit eigen beweging- aan burgemeester en wethouders over alle zaken die het gemeentelijk beleid op cultureel terrein betreffen, daaronder begrepen alle posten van de gemeentebegroting die betrekking hebben op het werkterrein van de Culturele Raad;
- 4.
het verstrekken van adviezen -desgevraagd of uit eigen beweging- aan organisaties, instellingen en personen, die op cultureel terrein in de gemeente Sliedrecht werkzaam zijn;
- 5.
medewerking aan de uitvoering van gemeentelijke regelingen op cultureel terrein, voorzover de raad daartoe besluit, met dien verstande dat bevoegdheden van burgemeester en wethouders uitsluitend op voorstel van dit college kunnen worden toegekend;
- 6.
uitoefening van bevoegdheden, voortvloeiende uit de gemeentelijke bemoeiingen met het culturele leven, indien de raad daartoe besluit, met dien verstande dat bevoegdheden van burgemeester en wethouders uitsluitend op voorstel van dit college kunnen worden toegekend;
- 7.
het dagelijks beheer van gemeentelijke welzijnsprojecten, indien de raad daartoe besluit, met dien verstande dat bevoegdheden van burgemeester en wethouders uitsluitend op voorstel van dit college kunnen worden toegekend;
- 8.
het organiseren van activiteiten op cultureel terrein, zulks met inachtneming van de zelfstandigheid van de op het terrein van de cultuur in de gemeente Sliedrecht werkzame organisaties, instellingen en personen;
- 9.
het verstrekken van voorlichting en het verlenen van bemiddeling op cultureel terrein;
- 10.
het onderhouden van contacten met organisaties, instellingen en personen, die buiten de gemeente Sliedrecht op cultureel terrein werkzaam zijn;
- 11.
het verlenen van stimuleringssubsidies voor de ontwikkeling van nieuwe initiatieven op cultureel terrein, voorzover de raad en/of externe sponsors hiervoor een financieel budget heeft/hebben verstrekt;
- 12.
het verstrekken van adviezen aan het bestuur van de Stichting Cultureel Centrum De Bonkelaar over de inhoud van het jaarlijkse manifestatie- en theaterprogramma;
- 13.
het verstrekken van subsidies ten behoeve van de uitvoering van theatervoorstellingen en/of manifestaties in het Cultureel Centrum De Bonkelaar, voorzover de raad en/of externe sponsors hiervoor een financieel budget heeft/hebben verstrekt;
- 14.
uitvoering van het gestelde in artikel 12 van de overeenkomst d.d. 20 december 1991 tussen de Stichting Sociaal Cultureel Centrum De Bonkelaar en de gemeente Sliedrecht inzake de programmering van culturele voorstellingen en uitvoeringen.
Artikel 3 SAMENSTELLING
- 1.
De Culturele Raad bestaat uit minimaal 7 leden en maximaal 9 leden, die op grond van hun algemene belangstelling voor de cultuur of hun deskundigheid op enig gebied daarvan geacht kunnen worden de geschiktheid te hebben, welke nodig is om uitvoering te geven aan de doelstelling van de Culturele Raad.
- 2.
Bij de keuze van de leden van de Culturele Raad wordt ernaar gestreefd dat deze leden zo evenredig mogelijk voortkomen uit de verschillende sectoren van het culturele leven in de gemeente Sliedrecht, met dien verstande dat zij geacht worden zelfstandig ten behoeve van het gehele culturele leven in de gemeente Sliedrecht op te treden.
- 3.
De raad benoemt uit zijn midden één lid van de Culturele Raad.
- 4.
De overige leden worden benoemd door de raad op aanbeveling van burgemeester en wethouders, gehoord de Culturele Raad.
- 5.
Ten aanzien van de benoeming van de in lid 4 bedoelde leden kunnen burgemeester en wethouders in overleg met de Culturele Raad verenigingen, instellingen of groepen van verenigingen of instellingen, die op cultureel terrein in de gemeente Sliedrecht werkzaam zijn, uitnodigen aanbevelingen te doen. Aan de indiening van deze aanbevelingen kan de voorwaarde worden verbonden, dat deze meer dan één naam bevatten.
- 6.
Voor de eerste maal worden de leden van de Culturele Raad als bedoeld in lid 4 van dit artikel benoemd door de raad op aanbeveling van burgemeester en wethouders, gehoord de daarvoor in aanmerking komende organisaties en instellingen die op cultureel terrein in de gemeente Sliedrecht werkzaam zijn.
Artikel 4 ZITTINGSDUUR
- 1.
De zittingsperiode van de Culturele Raad valt samen met de zittingsperiode van de raad. De aftredende leden zijn terstond herbenoembaar.
- 2.
Het lidmaatschap van de Culturele raad kan te allen tijde op eigen verzoek worden beëindigd. Dit verzoek wordt schriftelijk bij burgemeester en wethouders ingediend. Het lid dat ontslag heeft genomen, blijft lid van de Culturele Raad tot zijn ontslag is aanvaard.
- 3.
Bij tussentijdse vacatures geschiedt de benoeming voor de duur van de resterende zittingsperiode.
- 4.
Een lid dat zonder aanvaardbare redenen veelvuldig de beraadslagingen van de Cu1turele Raad, waarin hij zitting heeft, niet bijwoont of met andere voor de Culturele Raad gewichtige redenen voor ontslag in aanmerking komt, kan op advies van de Culturele Raad ongevraagd tussentijds door burgemeester en wethouders worden ontslagen. Het ontslag wordt bij een met redenen omkleed besluit verleend nadat de betrokkene in de gelegenheid is gesteld door burgemeester en wethouders te worden gehoord.
- 5.
In vacatures, die ontstaan zijn overeenkomstig het gestelde in de voorgaande leden van dit artikel, wordt ten spoedigste voorzien.
Artikel 5 DAGELIJKS BESTUUR
- 1.
De Culturele Raad benoemt uit zijn midden een voorzitter en twee andere leden, die tezamen het dagelijks bestuur van de Culturele Raad vormen.
- 2.
Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de voorbereiding en uitvoering van de besluiten van de Culturele Raad.
Artikel 6 SECRETARIS
De Culturele Raad wordt door een ambtenaar der gemeente als secretaris bijgestaan.
Artikel 7 TEKENBEVOEGDHEID
- 1.
Behoudens het gestelde in lid 2 van dit artikel worden alle stukken die van de Culturele Raad uitgaan getekend door de voorzitter en de secretaris.
- 2.
De Culturele Raad kan aan bepaalde personen een algemene of bijzondere machtiging verlenen voor het tekenen van bepaalde stukken.
Artikel 8 ADVISERENDE LEDEN
De Culturele Raad kan personen uitnodigen als adviserend lid aan zijn werkzaamheden deel te nemen.
Artikel 9 SECTIES EN WERKGROEPEN
- 1.
De Culturele Raad kan zich bij de vervulling van de hem opgedragen taken doen bijstaan door vaste secties en werkgroepen ad hoc.
- 2.
De Culturele Raad regelt de taken en bevoegdheden van de in te stellen vaste secties en werkgroepen ad hoc, met inachtneming van het in of krachtens deze verordening bepaalde.
- 3.
Het voorzitterschap van de vaste secties en de werkgroepen ad hoc wordt bekleed door een door de Culturele Raad uit zijn midden aan te wijzen lid.
- 4.
De overige leden van de in te stellen secties en werkgroepen worden op persoonlijke titel en/of op voordracht van hiervoor in aanmerking komende organisaties en instellingen benoemd door de Culturele Raad.
- 5.
De zittingsperiode van de leden van de vaste secties loopt zoveel mogelijk parallel met de zittingsperiode van de leden van de Culturele Raad. Aftredende leden zijn terstond herbenoembaar.
Artikel 10 WERKWIJZE
De Culturele Raad stelt een huishoudelijk reglement vast, dat de goedkeuring van burgemeester en wethouders behoeft. Hierin worden nadere regels vastgesteld omtrent de wij ze van vergaderen, de verdere werkwijze van de Culturele Raad, het dagelijks bestuur, de vaste secties, de werkgroepen ad hoc, alsmede al hetgene dat daarmee samenhangt, zulks met inachtneming van de volgende bepalingen:
- a.
de Culturele Raad vergadert tenminste viermaal per jaar en voorts zo dikwijls als de voorzitter of tenminste een derde deel van het aantal leden het nodig oordeelt;
- b.
vergaderingen vinden geen doorgang, indien niet tenminste meer dan de helft van het aantal leden aanwezig is;
- c.
indien een vergadering krachtens het bepaalde onder b geen doorgang kan vinden, wordt een nieuwe vergadering belegd. In deze vergadering kunnen besluiten worden genomen, ongeacht het aantal aanwezige leden, maar alleen over de onderwerpen, die in de oproeping tot de vergadering duidelijk omschreven zijn vermeld. Tussen de eerste en tweede vergadering als hier bedoeld moet een tijdvak van tenminste drie dagen doch zo mogelijk veertien dagen liggen;
- d.
besluiten worden bij meerderheid van stemmen genomen. Over personen wordt schriftelijk , over zaken mondeling gestemd. Bij staken van stemmen wordt het nemen van een besluit tot de volgende vergadering uitgesteld, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. In deze, en evenzo in een voltallige vergadering, wordt bi j staken van stemmen het voorstel geacht niet te zijn aangenomen. Ingeval omtrent het benoemen, voordragen of aanbevelen van personen de stemmen bij herstemming staken, beslist terstond het lot.
Artikel 11 OPENBAARHEID EN GEHEIMHOUDING
- 1.
De vergaderingen van de Culturele Raad en van alle onderdelen vinden plaats in het openbaar.
- 2.
De deuren van de vergadering worden evenwel gesloten, wanneer een vijfde gedeelte der aanwezige leden het vordert of de voorzitter het nodig acht. De Culturele Raad beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd. Het besluit daartoe behoeft de stemmen van tweederde der aanwezige leden.
- 3.
De voorzitter kan omtrent het in besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van stukken, welke aan de Culturele Raad worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Zij wordt zowel door de leden als degenen, die op andere wijze van het behandelende en van de stukken kennis nemen, in acht genomen totdat de voorzitter haar opheft.
Artikel 12 BEKENDMAKING ADVIEZEN EN BESLUITEN
Bekendmaking van de daarvoor in aanmerking komende adviezen en bes;uiten van de Culturele Raad geschiedt -tenzij burgemeester en wethouders anders bepalen- op de voor de besluiten van de raad gebruikelijke wijze.
Artikel 13 TOEZICHT, VERANTWOORDING EN EVALUATIE
- 1.
De Culturele Raad verstrekt aan burgemeester en wethouders en de raad alle gewenste inlichtingen over zijn werkzaamheden. De Culturele Raad brengt elk jaar vóór 1 mei, over het daaraan voorafgaande jaar, verslag uit van zijn werkzaamheden, welk verslag aan de raad wordt overgelegd.
- 2.
Het verslag, genoemd in het vorige lid, bevat een evaluatie van werkzaamheden van de Culturele Raad.
Artikel 14 ONTWERP-BEGROTING
Culturele Raad dient jaarlijks vóór 1 mei bij burgemeester en wethouders voor het daaropvolgende jaar de ontwerp-begroting van de Culturele Raad, met toelichting, in.
Artikel 15 OPHEFFING
Opheffing van de Culturele Raad kan slechts geschieden bij besluit van de raad, gehoord de Culturele Raad.
Artikel 16 WIJZIGING VERORDENING
Voorstellen tot wijziging van de verordening kunnen slechts na overleg met de Culturele Raad aan de raad ter vaststelling worden aangeboden.
Artikel 17 SLOTBEPALINGEN
- 1.
In gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.
- 2.
De verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. Met ingang van deze dag vervalt de "Verordening Culturele Raad 1992".
- 3.
Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening Culturele Raad 1994".
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl