Marktverordening gemeente Culemborg 2001

Geldend van 01-05-2001 t/m 28-12-2011

Hoofdstuk 1: Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    Marktmeester: een door het college aangewezen ambtenaar;

  • c.

    Markt: de warenmarkt die plaatsvindt op de, bij of krachtens artikel 2 vastgestelde dag, tijd en plaats;

  • d.

    Marktterrein: de gehele openbare of voor het publiek toegankelijke oppervlakte grond, die bij of krachtens artikel 2 is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • e.

    Standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt op het marktterrein is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • f.

    Vaste plaats: de standplaats die op een markt voor onbepaalde tijd ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder;

  • g.

    Dagplaats: de standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste plaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • h.

    Standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt, over het door hem te verkopen artikel een aansprekende uiteenzetting houdt en ten slotte tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop van dat artikel te bewegen;

  • i.

    Standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • j.

    Vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • k.

    Inschrijflijst: de lijst van gegadigden voor een vaste plaats;

  • l.

    Anciënniteitlijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste plaats;

  • m.

    Branche-indeling: de indeling in artikelengroepen en het aantal vastgestelde vaste plaatsen per artikelengroep;

  • n.

    Levenspartner: de persoon met wie de vergunninghouder met het oogmerk duurzaam samen te wonen een gemeenschappelijke huishouding voert.

Artikel 2 Dag, tijd en plaats van de markt

  • 1.

    De markt vindt plaats op dinsdag van 8.30 tot 12.30 op de varkensmarkt, de binnenpoort, de markt en de oude vismarkt

  • 2.

    De markt vervalt indien de dinsdag samenvalt met een van de in artikel 2, eerste lid, onder b van de winkeltijdenwet genoemde dagen.

  • 3.

    Het college kan op grond van dringende redenen bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden:

    • a.

      Op een andere dag;

    • b.

      Op een andere tijd;

    • c.

      Op een andere plaats.

Artikel 3 Inrichting van de markt, branche-indeling

Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

Het aantal standplaatsen;

  • a.

    De afmetingen van de standplaatsen;

  • b.

    De opstelling en indeling van de markt;

  • c.

    Welke standplaatsen worden toegewezen als vaste plaats en als standwerkersplaats.

  • d.

    Een lijst met artikelengroepen (branches);

  • e.

    Een maximum aantal standplaatsen per branche.

  • f.

    De plaats en de wijze waarop geparkeerd kan worden door vergunninghouders en degenen die een standwerkplaats innemen;

Artikel 4 De marktcommissie

  • a.

    Het college stelt een commissie van advies in die tot taak heeft het college te adviseren inzake marktaangelegenheden.

  • b.

    Het college stelt nadere regels op met betrekking tot de samenstelling en werkwijze van de commissie.

Artikel 5 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 6 Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2.

    Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Hoofdstuk 2 Bepalingen over het aanvragen en verlenen van de vergunning

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 7 Vergunning voor innemen standplaats

Het is verboden een standplaats op de markt in te nemen zonder vergunning van het college.

Artikel 8 Toewijzing standplaatsen

Een standplaats wordt toegewezen als vaste plaats, dagplaats of standwerkersplaats.

Artikel 9 De aanvraag

Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

Artikel 10 Intrekking vergunning

  • 1.

    De vergunning voor het innemen van een vaste plaats wordt ingetrokken:

    • a.

      Op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      Bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 16 de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2.

    Het college kan een vergunning intrekken:

    • a.

      Indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      Indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 9 genoemde vereisten voor het toewijzen van een standplaats.

    • c.

      Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 16 is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt, wordt deze laatste vergunning ingetrokken.

Paragraaf 2 Vaste plaatsen

Artikel 11 Inhoud vergunning

Indien een vaste plaats kan worden toegewezen, verleent het college een vergunning waarin in ieder geval is bepaald:

  • a.

    Plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

  • b.

    Een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste plaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

  • c.

    De verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de plaats mag gebruiken;

  • d.

    De artikelen (branche) die de vergunninghouder mag verhandelen;

  • e.

    De datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitlijst;

  • f.

    Dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

  • g.

    Van wie de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

  • h.

    Welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan;

  • i.

    Welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.

Artikel 12 Inschrijving op de anciënniteitlijst

Vergunninghouders van vaste plaatsen worden met vermelding van en in volgorde van de datum, waarop aan hen voor het eerst een vaste plaats is toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst ingeschreven. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld welke artikelen de vergunninghouder mag verhandelen.

Artikel 13 Inschrijving op de inschrijflijst

  • 1.

    Het college schrijft de aanvrager in op de inschrijflijst, indien:

    • a.

      De aanvrager voldoet aan het bepaalde in artikel 9, maar aan hem geen vaste plaats kan worden toegewezen;

    • b.

      De aanvrager heeft aangegeven dat hij op de inschrijflijst wil worden geplaatst.

  • 2.

    Het college vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:

    • a.

      De naam en voorletters, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager;

    • b.

      De datum waarop de aanvraag door hem is ontvangen;

    • c.

      De artikelen (branche) die de aanvrager wil verhandelen;

    • d.

      De verkoopmaterialen die de aanvrager wil gebruiken. Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving op de inschrijflijst.

  • 3.

    De inschrijving op de inschrijflijst blijft gehandhaafd tot het moment waarop de aanvrager te kennen geeft niet langer in aanmerking te willen komen voor een vaste standplaats.

Artikel 14 Doorhalen van inschrijving op inschrijflijst

Het doorhalen van de inschrijving op de inschrijflijst vindt plaats:

  • a.

    Op verzoek van de ingeschrevene;

  • b.

    Bij overlijden van de ingeschrevene;

  • c.

    Wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste plaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;

  • d.

    Indien niet meer aan de vereisten van artikel 9 wordt voldaan.

Artikel 15 Volgorde toewijzing vaste plaatsen

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste plaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de plaats achtereenvolgens toegewezen aan:

  • a.

    De vergunninghouder van een vaste plaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitlijst;

  • b.

    Degene die voldoet aan de kwaliteitscriteria die door het college opgesteld zijn.

Artikel 16 Overschrijving vergunning

  • 1.

    In geval van overlijden dan wel blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder en/of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd van/door de vergunninghouder, dan wel bij beëindiging van de bedrijfsactiviteiten kan de vergunning voor de vaste plaats worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner of de levenspartner van de vergunninghouder.

  • 2.

    Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind of een werknemer van de vergunninghouder vergunning voor een vaste plaats krijgen indien zij, voor een kind ten minste drie jaar en voor een werknemer tenminste vijf jaar – direct voorafgaande aan de in het eerste lid bedoelde gebeurtenis - in loondienst van de vergunninghouder hebben gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf hebben gefunctioneerd en

    • a.

      Zich hebben laten inschrijven op de inschrijflijst;

    • b.

      Zij ook daadwerkelijk gedurende de genoemde periode op de markt van culemborg de vergunninghouder hebben bijgestaan.

  • 3.

    Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden nadat de gebeurtenis als bedoeld in het eerste lid heeft plaatsgevonden

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere omstandigheden afwijken van het bepaalde in dit artikel.

Paragraaf 3 dagplaatsen

Artikel 17 Toewijzing dagplaats

  • 1.

    Toewijzing van een dagplaats geschiedt door het verlenen van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste plaats wordt ingenomen.

  • 2.

    De dagplaats wordt toegewezen aan een gegadigde die zich op de dag zelf vóór 8.30 aangemeld heeft bij de marktmeester aan de hand van criteria op te stellen door het college.

Paragraaf 4 Standwerkersplaats

Artikel 18 Toewijzing standwerkersplaats

  • 1.

    Het college wijst een standwerkersplaats toe door middel van loting.

  • 2.

    Het is een ingeschrevene op de inschrijflijst niet toegestaan deel te nemen aan de loting voor een standwerkersplaats zolang deze inschrijving niet definitief is vervallen.

  • 3.

    Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

Hoofdstuk 3 Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 19 Persoonlijk innemen standplaats

  • 1.

    De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2.

    De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan. De standwerker mag zich alleen doen bijstaan door degene die hij overeenkomstig artikel 18, derde lid, bij de marktmeester heeft aangemeld

Artikel 20 Aantal keren innemen standplaats

De vergunninghouder neemt ten minste éénmaal per twee weken en ten minste tienmaal per dertien weken zijn plaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 21 en 22.

Artikel 21 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1.

    De vergunninghouder van een vaste plaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste plaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 2.

    De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de betreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.

  • 3.

    Bij langdurige afwezigheid wegens ziekte overlegt de vergunninghouder als bewijs van ziekte iedere drie maanden een geneeskundige verklaring aan het college, tenzij het college hiervan ontheffing heeft verleend.

Artikel 22 Ontheffing en vervanging

  • 1.

    In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste plaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting om ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken de plaats op de markt in te nemen.

  • 2.

    Het college kan op verzoek van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.

Artikel 23 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

  • 1.

    Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, moet op eerste aanvraag van de marktmeester aantonen dat hij de vergunninghouder is.

  • 2.

    De vergunninghouder moet bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en bedrijfsnaam aangeven.

Artikel 24 Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

  • 1.

    Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan 3 uur voor aanvang en meer dan 1½ uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen dan wel goederen aan of af te voeren.

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen.

  • 3.

    Het is niet toegestaan voor sluitingstijd te beginnen met het inpakken van de koopwaar. Het college kan van deze verplichting ontheffing verlenen.

  • 4.

    Indien de vergunninghouder zijn vaste plaats niet uiterlijk om 8.30 uur heeft ingenomen, wordt de betreffende plaats voor die dag als dagplaats aangemerkt.

  • 5.

    Het vierde lid is niet van toepassing indien de vergunninghouder de marktmeester vóór dit tijdstip, onder opgave van een geldige reden die hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.

Artikel 25 Intrekking vergunning en schorsing

Het college kan een vergunning voor een vaste plaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of degene die hem bijstaat:

  • a.

    Het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    Zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog

Artikel 26 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkerplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkerplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, gelegen binnen een periode van twee jaar na de bekendmaking van het besluit tot uitsluiting, indien deze:

  • a.

    Het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b.

    Zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    Niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkerplaats,

Artikel 27 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de gemeentewet kan het college, indien het dit noodzakelijk acht, een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen, indien hij:

  • a.

    Het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    Zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    Niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.

Artikel 28 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 29 Overgangsbepalingen

  • 1.

    Vergunningen en ontheffingen, hoe ook genaamd, verleend krachtens de marktverordening Culemborg 1987 blijven, indien en voorzover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 2.

    Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de marktverordening culemborg 1987 blijven, indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze verplichtingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn opgelegd, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 3.

    Vergunningen en ontheffingen bedoeld in het eerste lid en verplichtingen bedoeld in het tweede lid, worden geacht vergunningen, ontheffingen en verplichtingen in de zin van deze verordening te zijn.

  • 4.

    Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de verordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

  • 5.

    Degenen die vóór de inwerkingtreding van deze verordening op een wachtlijst behorende staan vermeld blijven hun rechten behouden en worden als zodanig op een aparte inschrijflijst vermeld. Er kunnen geen nieuwe marktkooplieden op deze worden ingeschreven. Deze lijst vervalt twee jaar na inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 30 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2001

  • 2.

    Op deze datum vervalt de marktverordening Culemborg 1987 vastgesteld op 16 april 1987.

Artikel 31 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als: marktverordening gemeente Culemborg 2001