Mandaatregeling Geldrop-Mierlo

1. Onder mandaat wordt verstaan: het toekennen van de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten, in de zin van artikel 1:3 Awb, te nemen.

2. Onder volmacht wordt verstaan: het toekennen van de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten.

3. Onder machtiging wordt verstaan: het toekennen van de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan handelingen te verrichten die noch een besluit in de zin van de Awb, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

1. De bevoegdheden, aangeduid in de bij dit besluit behorende lijst, worden in naam van het bestuursorgaan uitgeoefend door de daarbij genoemde functionarissen.

2. Indien de uitoefening van de in het mandaatregister opgenomen mandaten het beslissen over de besteding van budgetten met zich meebrengt, maakt dit onderdeel uit van het vermelde mandaat, dit voor zover daarbij de te nemen besluiten niet zullen leiden tot overschrijding van het betreffende budget zoals opgenomen in de gemeentebegroting en voorts met inachtneming van de in het register opgenomen bijzondere bepalingen.

1. Bevoegdheden, die in beginsel onder het bereik van deze Mandateringsregeling vallen, worden door de gemandateerde niet uitgeoefend voor zover er sprake is van beleidsaspecten. Indien de gemandateerde – zo nodig na overleg met de betrokken portefeuillehouder(s) – van oordeel is, dat er sprake is van beleidsaspecten legt hij de beslissing over de aangelegenheid voor aan het bestuursorgaan.

2. Stukken worden geacht beleidsaspecten te bezitten indien:

• a.

  het voornemen bestaat tot aanvulling of afwijking van het tot dan gevoerde beleid;

• b.

  er rekening mee gehouden moet worden, dat het bestuursorgaan op de verantwoordelijkheid voor het te nemen besluit zal worden aangesproken;

• c.

  uit het te nemen besluit niet voorziene financiële of andere belangrijke consequenties kunnen voortvloeien.

• d.

  dit door of namens het bestuursorgaan is kenbaar gemaakt.

1. Bij de uitoefening van de bevoegdheden, bedoeld in dit besluit, worden de specifieke mandateringsvoorwaarden, vermeld in de bij dit besluit behorende lijst, in acht genomen.

2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, wordt bij de uitoefening van bedoelde bevoegdheden het daaromtrent gestelde bij of krachtens wetten, verordeningen en beleidsregels in acht genomen.

3. Ten aanzien van bevoegdheden met financiële consequenties geldt, dat de begroting daarin moet voorzien.

4. De gemandateerde verschaft het bestuursorgaan op verzoek een overzicht van de krachtens mandaat genomen besluiten.

5. Het bestuursorgaan kan nadere regels stellen aan de rapportage, zowel ten aanzien van de wijze waarop, de frequentie waarmee, als omtrent de voortgang en de inhoud van hetgeen onder mandaat wordt uitgevoerd.

1. Indien bij een te nemen besluit een andere gemeentelijke afdeling belang heeft of de betreffende zaak mede het taakgebied van een andere gemeentelijke afdeling raakt, legt de gemandateerde de zaak vooraf voor aan de directeur respectievelijk het hoofd van die afdeling.

2. Indien met deze geen overeenstemming wordt bereikt, legt de gemandateerde de zaak ter nadere besluitvorming voor aan het bestuursorgaan.

1. Voor zover in de lijst niet anders is bepaald is de gemandateerde bevoegd de gemandateerde bevoegdheid door te mandateren. Het besluit tot het geven van ondermandaat gebeurt schriftelijk.

2. Op ondermandaat zijn de overige bepalingen van deze afdeling van overeenkomstige toepassing.