Regeling bestuurlijke boeten en belastingen gemeente Westland 2012

Geldend van 01-02-2012 t/m heden

Intitulé

Regeling bestuurlijke boeten en belastingen gemeente Westland 2012

Het college van burgemeester en wethouders van Westland;

Gelet op hoofdstuk VIIIA van de Algemene wet inzake rijksbelastingen in verbinding met artikel 231, tweede lid, onderdeel a, en derde lid van de Gemeentewet, alsmede op de betreffende bepalingen van de belastingverordeningen;

besluit:

vast te stellen de:

REGELING BESTUURLIJKE BOETEN BELASTINGEN GEMEENTE WESTLAND 2012

Artikel 1 Reikwijdte

Dit besluit bevat beleidsregels voor het opleggen van boeten bij de heffing van gemeentelijke belastingen waarop de Algemene wet inzake rijksbelastingen van toepassing is.

Artikel 2 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

Belanghebbende : degene aan wie een boete is of kan worden opgelegd;

Inspecteur : de gemeenteambtenaar als bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet.

Artikel 3 Verzuimboete/vergrijpboete

  • 1. De verzuimboete heeft tot doel een gebod tot nakoming van fiscale verplichtingen in te scherpen. Voor het opleggen van een verzuimboete is voldoende dat aan één of meer van deze verplichtingen niet is voldaan. Belanghebbende dient afwezigheid van alle schuld te stellen en te bewijzen.

  • 2. De vergrijpboete is gericht op het bestraffen van een handelen of nalaten waarbij sprake is van  opzet dan wel grove schuld. De inspecteur dient de aanwezigheid van opzet of grove schuld te

    stellen en te bewijzen.

Artikel 4 Verzuimboeten hondenbelasting

De inspecteur legt wegens het niet of niet tijdig doen van aangifte voor de hondenbelasting een verzuimboete op ter grootte van het verschuldigde bedrag aan hondenbelasting voor een eerste hond in het betreffende belastingjaar. Deze boete wordt opgelegd voor iedere hond, waarvoor niet of niet tijdig aangifte is gedaan.

Artikel 5 Verzuimboeten toeristenbelasting

De inspecteur legt wegens het niet tijdig doen van aangifte voor de toeristenbelasting een verzuimboete op ter grootte van 10% van het verschuldigde bedrag aan toeristenbelasting met een minimum van € 50,00 over het betreffende belastingjaar. Deze boete wordt opgelegd voor iedere aangifte die niet of niet tijdig is gedaan.

Artikel 6 Vergrijpboeten toeristenbelasting

  • 1. Vergrijpboeten in verband met een onjuiste aangifte voor de belasting als bedoeld in artikel 2 van de "Verordening toeristenbelasting" kunnen alleen worden opgelegd indien sprake is van grove schuld of opzet. Onder opzet wordt mede verstaan voorwaardelijke opzet. Grove schuld is een in laakbaarheid aan opzet grenzende mate van verwijtbaarheid en omvat mede grove onachtzaamheid.

  • 2. In geval van grove schuld legt de inspecteur een vergrijpboete op van 25%.

  • 3. In geval van opzet legt de inspecteur een vergrijpboete op van 50%.

  • 4. Indien bij het opleggen van een vergrijpboete slechts een gedeelte van de verschuldigde belasting door opzet of grove schuld van belanghebbende te weinig is of zou zijn geheven dan

    wel betaald, berekent de inspecteur de boete over dat - naar evenredigheid bepaalde - gedeelte. Dit beginsel vindt overeenkomstige toepassing indien meer dan één boetepercentage moet

    worden toegepast.

Artikel 7 Bijzondere omstandigheden

Er kunnen omstandigheden zijn die aanleiding geven de hoogte van de boete te matigen, dan wel de reeds opgelegde boete te verminderen. Tot deze verzachtende omstandigheden behoren een wanverhouding tussen de ernst van het feiten de op te leggen of opgelegde boete en omstandig-heden die buiten de directe invloedssfeer van de belanghebbende liggen. Een beroep op financiële omstandigheden van belanghebbende kan slechts in bijzondere gevallen tot matiging dan wel vermindering van de boete leiden. De inspecteur beoordeelt of er sprake is van bijzondere omstandigheden.

Artikel 8 Toepassing rijksregelgeving

Voor het overige zijn van toepassing de bepalingen van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998, vastgesteld bij resolutie van 19 december 1997, Stcrt. 248, en laatstelijk gewijzigd bij Besluit van de staatssecretaris van Financiën van 25 juni 2009, Stcrt. 2009, 9896, dan wel zoals dit besluit nader zal worden vastgesteld, voorzover de bepalingen van dit besluit niet specifiek betrekking hebben op bepaalde rijksbelastingen.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Regeling Bestuurlijke Boeten Gemeentelijke Belastingen Westland 2007, vastgesteld bij het besluit van burgemeester en wethouders van Westland d.d. 10 oktober 2006, wordt ingetrokken

    met ingang van de in het tweede lid genoemde datum, met dien verstande dat het van toepassing blijft op feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • 2. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 februari 2012.

  • 3. Dit besluit wordt aangehaald als: “Regeling Bestuurlijke Boeten Gemeentelijke Belastingen Westland 2012”.

Ondertekening

Westland, 20 december 2011
Burgemeester en wethouders voornoemd,
De secretaris, de burgemeester
M.van Beek