LANDSBESLUIT van de 27ste Maart 1956, no. 10 houdende een regeling voor het afgeven van attestaties de vita door de Gevolmachtigde Minister.

Geldend van 07-05-1956 t/m heden

Intitulé

LANDSBESLUIT van de 27ste Maart 1956, no. 10 houdende een regeling voor het afgeven van attestaties de vita door de Gevolmachtigde Minister.

Artikel 1

De Gevolmachtigde Minister is bevoegd ten behoeve van een in Nederland verblijvende persoon een attestatie de vita af te geven, welke moet dienen in de Nederlandse Antillen.

Artikel 2

Het model van de attestatie de vita, genoemd in het vorige artikel, wordt vastgesteld als volgt:

ATTESTATIE DE VITA

voor salaris, pensioen, wachtgeld en andere doeleinden

No.

De Gevolmachtigde Minister van de Nederlandse Antillen verklaart zich verzekerd te hebben dat op heden in leven is……………………………..wonende .................................................

geboren de ...................................die te kennen heeft gegeven in het genot te zijn van een

............................................. groot ƒ ................................................ 's jaars.

Opgemaakt te 's-Gravenhage, de........................

Artikel 3

  • 1. De in artikel 1bedoelde attestatie de vita wordt bij afgifte door of namens de Gevolmachtigde Minister ondertekend.

  • 2. Voor het afgeven van een attestatie de vita wordt een leges geheven van een gulden Nederlands Courant (Nfl. 1,—).

Artikel 4

  • 1. De af te geven attestatie de vita worden per kalenderjaar doorlopend genummerd.

  • 2. Van de afgifte wordt aantekening gehouden in een register, waarvan het model wordt vastgesteld door de Gevolmachtigde Minister.

  • 3. Na het verstrijken van het desbetreffende kalenderjaar worden de ontvangen legesgelden door tussenkomst van het Ministerie van Overzeese Rijksdelen gestort op de postrekening van de Nederlandse Antillen, waarvan mededeling wordt gedaan aan de Minister van Financiën.