Nadere regels begraafplaatsverordening gemeente Uden

Geldend van 01-01-2012 t/m heden

Intitulé

Nadere regels begraafplaatsverordening gemeente Uden

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Uden;

gelet op artikel 3, 11, tweede en derde lid, 12, 14, 16 en 19, derde lid, van de Begraafplaatsverordening gemeente Uden;

b e s l u i t

vast te stellen de Nadere regels Begraafplaatsverordening gemeente Uden.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels verstaan onder:

  • a.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • b.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • c.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • d.

    graf: een zandgraf of keldergraf;

  • e.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

  • f.

    gedenkteken: steen, zerk of ander monument, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

  • g.

    grafbeplanting: winterharde beplanting;

  • h.

    grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

  • i.

    grafomranding: kantopsluiting van een graf;

  • j.

    particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

  • k.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • 2.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 3.

      het doen verstrooien van as;

  • l.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1.

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 2.

      het doen verstrooien van as;

  • m.

    particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • n.

    verstrooiveld: een daartoe bestemd gedeelte van de gemeentelijke begraafplaats aan de Bronkhorstsingel waarop as kan worden verstrooid;

  • o.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meerdere asbussen.

Artikel 2. Indeling en uitgifte der graven

  • 1.

    In de algemene graven wordt gelegenheid gegeven om twee lijken te begraven voor de tijd van tien jaren.

  • 2.

    In particuliere graven wordt gelegenheid gegeven om twee lijken te begraven dan wel vier asbussen met of zonder urnen te plaatsen of het verstrooien van as van vier overledenen.

3. Ten hoogste twee lijken mogen boven elkaar worden begraven, mits elke kist of ander omhulsel een laag grond van ten minste dertig centimeter dikte wordt aangebracht, die bij een volgende begraving niet mag worden geroerd. Boven de bovenste kist of omhulsel dient een laag grond van ten minste vijfenzestig centimeter dikte worden aangebracht.

4.Indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is, kan van het bepaalde in het eerste, tweede en derde lid worden afgeweken.

Artikel 3. De bezorging van as

  • 1. In de algemene urnengraven wordt gelegenheid gegeven tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen voor de tijd van tien jaren.

  • 2. In particuliere urnengraven wordt gelegenheid gegeven voor het bijzetten van ten hoogste twee asbus(sen) met of zonder urn(en), dan wel het doen verstrooien van as van twee overledenen.

  • 3. In particuliere urnennissen wordt gelegenheid gegeven voor het bijzetten van ten hoogste twee asbussen met urnen.

Artikel 4. Gedenkplaats

Een particuliere gedenkplaats is een plaats ter grootte van een graf. Een gedenkplaats wordt bij andere graven in volgorde van ligging uitgegeven.

Artikel 5. Grafkelder

  • 1. De maximale afmetingen van een grafkelder bedragen (l x b x h) 250 x 95 x 70 centimeter.

  • 2. Een grafkelder ligt minimaal 20 cm onder maaiveld.

Artikel 6. Graf en grafbedekking

  • 1. De afmetingen van een grafbedekking mogen maximaal bedragen:

    • a.

      ingeval van een particulier graf, zijnde klasse 1 (l x b x h) 100 x 100 x 100 centimeter;

    • b.

      ingeval van een particulier graf, zijnde klasse 2 (l x b x h) 100 x 100 x 25 centimeter;

    • c.

      ingeval van een particulier graf, zijnde klasse 3 (l x b x h) 130 x 70 x 100 centimeter;

    • d.

      ingeval van een particulier graf, zijnde klasse 4, worden de maten vastgesteld in nader overleg met de rechthebbende en de beheerder;

    • e.

      ingeval van een particulier urnengraf (l x b x h) 60 x 40 x 60 centimeter.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid onder a en c mag de eventueel op het graf aanwezige grafbeplanting een maximale hoogte hebben van 150 centimeter.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid onder b kan op het graf een plantvak worden aangebracht. Het plantvak mag een maximale afmeting hebben van (l x b) 45 x 100 centimeter en dient direct tegen het gedenkteken te worden aangebracht. Indien de situatie ter plaatse hiertoe mogelijkheid biedt, kan van deze bepaling worden afgeweken.

  • 4. In afwijking van het eerste lid onder b en c kan een grafomranding een maximale afmeting hebben van (l x b) 135 x 85 centimeter welke maximaal 10 centimeter boven een aanwezig aanliggend pad mag worden aangebracht. De grafomranding dient te zijn gemaakt van duurzame materialen, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

Artikel 7. Urnennis

  • 1. De afmetingen van de afdekplaat voor de urnennis zijn gelijk aan de afmetingen van de opening van de nis.

  • 2. Voor het afdekken van de urnennis wordt gebruik gemaakt van de afdekplaat van de gemeente.

  • 3. In afwijking van het tweede lid kan een andere afdekplaat dan de afdekplaat worden gebruikt, indien deze is gemaakt van impalagraniet en hiervoor toestemming is verleend.

Artikel 8. Verstrooiingen

  • 1. Het verstrooien van as op een particulier graf dient op een zodanige wijze te geschieden, dat er een deklaag, welke van gemeentewege wordt toegepast op graven, over de verstrooide as kan worden aangebracht.

  • 2. Verstrooiingen anders dan bedoeld in het vorige lid, dienen te geschieden op het verstrooiveld.

Artikel 9. Gedenkteken

  • 1. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

  • 2. De lengte en de breedte van het gedenkteken mogen die van het graf niet overschrijden.

  • 3. De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

  • 4. Het gedenkteken dient te worden geplaatst op een onderbouw en zuiver te worden gesteld.

Artikel 10. Aanvraag vergunning grafbedekking

  • 1. Voor het aanvragen van een vergunning tot het hebben van een grafbedekking en/of een gedenkteken wordt gebruik gemaakt van het door het college vastgestelde aanvraagformulier.

  • 2. Bij de aanvraag wordt een werktekening ingediend.

  • 3. Op de werktekening worden ten minste aangegeven: a. een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b.

      de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

    • c.

      de vermelding of de letters etc. ingehakt, opgehakt of van metaal zijn;

    • d.

      de woordindeling van het opschrift en de plaats van figuratie(s);

    • e.

      het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop;

    • f.

      vak- en grafnummer.

Artikel 11. Losse bloemen en planten

Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen binnen de ruimte van de grafbedekking. Op een graf mogen eenjarige gewassen worden geplant.

Artikel 12. Openstelling begraafplaats

De begraafplaats is geopend van zonsopgang tot zonsondergang.

Artikel 13. Citeertitel

Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als: Nadere regels Begraafplaatsverordening gemeente Uden.

Artikel 14. Inwerkingtreding

Deze nadere regels treden in werking op het moment dat de Begraafplaatsverordening gemeente Uden in werking treedt.

Uden,

Burgemeester en wethouders van Uden

de secretaris de burgemeester

mr. J.M. Smarius drs. H.A.G. Hellegers