Algemene verordening ondergrondse infrastructuur Wijdemeren 2011

Geldend van 22-12-2011 t/m heden

Intitulé

Algemene verordening ondergrondse infrastructuur Wijdemeren 2011 (AVOI 2011)

De raad van de gemeente Wijdemeren;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Wijdemeren;

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 5.4 van de Telecommunicatiewet;

Gezien het advies van de Commissie Ruimte en Economie;

BESLUIT

Vast te stellen de volgende verordening:

Algemene verordening ondergrondse infrastructuur Wijdemeren 2011 (AVOI 2011)

Hoofdstuk I . Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    elektronisch communicatienetwerk : elektronisch communicatienetwerk als genoemd in artikel 1.1, onder e, van de Telecommunicatiewet;

  • c.

    openbaar elektronisch communicatienetwerk: elektronisch communicatienetwerk als genoemd in artikel 1.1, onder h, van de Telecommunicatiewet;

  • d.

    niet-openbaar elektronisch communicatienetwerk: een elektronisch communicatienetwerk dat in hoofdzaak wordt gebruikt om openbare elektronische communicatiediensten aan te bieden voor zover dit niet aan het publiek geschiedt;

  • e.

    openbare elektronische communicatiedienst: elektronische communicatiedienst als genoemd in artikel 1.1, onder f, van de Telecommunicatiewet;

  • f.

    kabels: kabels, genoemd in artikel 1.1, onder z, van de Telecommunicatiewet ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk;

  • g.

    niet-openbare kabels: kabels, zoals genoemd in artikel 1.1, onder z, van de Telecommunicatiewet ten dienste van een niet-openbaar elektronisch communicatienetwerk;

  • h.

    openbare gronden: openbare gronden, als genoemd in artikel 1.1, onder aa, van de Telecommunicatiewet;

  • i.

    netwerkaanbieder: aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, een niet-openbaar elektronisch communicatienetwerk of een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen;

  • j.

    aanvrager: netwerkaanbieder, als genoemd in artikel 1, onder i, van de verordening;

  • k.

    werkzaamheden: werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen in en op openbare gronden en daarnaast alle werkzaamheden die de gemeente uit hoofde van haar functie als beheerder van openbare grond in het kader van kabels en leidingen dient uit te voeren;

  • l.

    gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, van de Telecommunicatiewet of als bedoeld in artikel 1, van de Belemmeringenwet Privaatrecht;

  • m.

    instemmingbesluit: besluit van het college op een aanvraag;

  • n.

    aansluiting: het gedeelte van de kabel of leiding door openbare grond dat een openbaar elektronisch communicatienetwerk of een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen verbindt met een netwerkaansluitpunt;

  • o.

    netwerkaansluitpunt: het geheel van verbindingen, met hun technische toegangsspecificaties, die deel uitmaken van een openbaar elektronisch communicatienetwerk of een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen, en nodig zijn om toegang te verkrijgen tot deze netwerken;

  • p.

    werken: een constructie, of werkzaamheden, niet zijnde een gebouw, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

  • q.

    leidingen: ondergrondse kabels of buizen, die dienen of kunnen dienen tot transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen dan wel van energie of informatie;

  • r.

    nutsvoorzieningen: voorzieningen van openbaar nut ten behoeve van de levering en afvoer van bijvoorbeeld energie, water en warmte;

  • s.

    verordening: Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren;

  • t.

    handboek: Handboek Kabels en Leidingen 2011.

Artikel 2 Reikwijdte

Deze verordening is van toepassing op het aanleggen, houden, onderhouden, exploiteren en verwijderen van kabels en leidingen in openbare gronden.

Artikel 3 Uitvoeringsregels

  • 1. Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

  • 2. Het college legt overeenkomstig het eerste lid nadere uitvoeringsregels vast in het Handboek Kabels en Leidingen.

Hoofdstuk II. Het aanvragen en verlenen van een instemmingsbesluit

Artikel 4 Verbod

  • 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een instemmingbesluit kabels en/of leidingen in of op openbare gronden aan te leggen of te houden, te onderhouden of te exploiteren.

  • 2. Het is verboden zonder of in afwijking van een instemmingbesluit bestaande kabels en/of leidingen te wijzigen of te verplaatsen.

  • 3. Voor het realiseren van incidentele (huis-) aansluitingen met een gezamenlijke lengte korter dan vijfentwintig meter in of op openbare gronden, is geen instemming van het college noodzakelijk. Deze werkzaamheden dienen vijf werkdagen voor de uitvoering via de website van de door de gemeente gekozen organisatie te worden gemeld.

  • 4. In geval van reparaties of onderhoud moet voorafgaande aan de werkzaamheden een melding aan het college worden gedaan. De melding dient te worden gedaan via de website van de door de gemeente gekozen organisatie.

Artikel 5 Aanvraag instemmingsbesluit

  • 1. Een instemmingbesluit wordt door het college op aanvraag van de netwerkaanbieder verleend, mits wordt voldaan aan het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

  • 2. Voor de aanvraag dient gebruik te worden gemaakt van een daartoe door het college vastgesteld formulier op de website van de door de gemeente gekozen organisatie.

  • 3. Het college kan nadere regels stellen inzake de gegevens die bij de aanvraag moeten worden verstrekt.

Artikel 6 Beslistermijn en aanhouding

  • 1. Het college beslist binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag. Betreft het een aanvraag waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken dan beslist het college binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. De termijn bedoeld in het eerste lid kan met acht weken worden verlengd. Betreft het een aanvraag waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken kan deze termijn met twaalf weken worden verlengd.

  • 3. Indien van de in het tweede lid genoemde bevoegdheid tot verlenging gebruik wordt gemaakt, bevestigt het college dit schriftelijk aan de aanvrager onder vermelding van de reden(en) waarom van deze bevoegdheid gebruik wordt gemaakt.

Artikel 7 Vooroverleg en informeren omwonenden

  • 1. Bij werkzaamheden waarbij meerdere gedoogplichtigen betrokken zijn dient de aanvrager een vooroverleg te organiseren waarvoor alle betrokkenen worden uitgenodigd.

  • 2. De aanvrager dient omwonenden ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden minimaal vijf werkdagen voor de start van de werkzaamheden schriftelijk te informeren over aanvang, duur, aard en plaats van de werkzaamheden.

Artikel 8 Voorschriften

  • 1. Het college kan aan het instemmingbesluit voorschriften en beperkingen verbinden onder andere in het belang van.

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      het waarborgen van de veiligheid van burgers;

    • c.

      het voorkomen of beperken van schade of overlast;

    • d.

      het veilig en doelmatig gebruik van de openbare gronden;

    • e.

      het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden;

    • f.

      de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

    • g.

      archeologische bevindingen;

    • h.

      de bescherming van groenvoorzieningen;

    • i.

      de verkeersveiligheid en / of een goede doorstroming van het verkeer;

    • j.

      evenementen;

    • h.

      de kwaliteit van de openbare ruimte, indien de locatie in de voorgaande vijf jaren is gereconstrueerd en/of nieuw is aangebracht.

  • 2. Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid, kan het college aan het instemmingbesluit voorschriften en beperkingen verbinden over het medegebruik van voorzieningen.

  • 3. Het college kan met inachtneming van het eerste lid bepalen dat de realisatie van werkzaamheden op een later tijdstip dient plaats te vinden.

  • 4. De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen dient te geschieden conform het Handboek.

  • 5. Indien de werkzaamheden plaatsvinden (geheel of gedeeltelijk) op een locatie die in de voorgaande vijf jaren is gereconstrueerd en/of nieuw is aangebracht kan het college bijzondere voorwaarden stellen aan de wijze van herstel. De hiermee gepaard gaande kosten zijn voor rekening van de leidingexploitant.

Hoofdstuk III. Overige bepalingen

Artikel 9 Aanvullende verplichtingen

  • 1. Indien de kabel of leiding wordt overgedragen aan een nieuwe netwerkaanbieder gaan de rechten en plichten die betrekking hebben op de kabel of leiding van de oude netwerkaanbieder over op de nieuwe netwerkaanbieder.

  • 2. De netwerkaanbieder stelt het college onverwijld in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel of leiding verandert en het feit dat de kabel of leiding niet langer ten dienste staat van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, van een niet-openbaar elektronisch communicatienetwerk of van een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen in of op openbare gronden. In dit kader wordt van de netwerkaanbieder jaarlijks een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels en leidingen verlangd.

  • 3. Het college kan van de netwerkaanbieder verlangen dat deze de in het vorige lid genoemde gegevens in nader te bepalen digitale vorm verstrekt.

Artikel 10 Niet openbare kabels en leidingen

  • 1. Bij werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van niet openbare kabels in openbare wegen en wateren is het bepaalde in de artikelen 1 tot en met 9 van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid van dit artikel houdt geen gedoogplicht in voor de gemeente met betrekking tot niet-openbare kabels en kabels.

Artikel 11 Nadeelcompensatie

  • 1. De aanbieder van een netwerk ten behoeve van een openbaar elektronisch communicatienetwerk is verplicht op eigen kosten tot verplaatsing van kabels en leidingen ten dienste van het netwerk over te gaan zoals bedoeld in artikel 5.8 van de Telecommunicatiewet.

  • 2. De verlegging, op verzoek van de gemeente, van  niet-openbare kabels geschiedt op kosten van de eigenaar van de kabels.

  • 3. Het college kan een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke regeling treffen voor de gevallen dat een aanbieder van een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen als gevolg van de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken, als gevolg van gemeentelijke planontwikkeling en/of werkzaamheden, schade lijdt of zal lijden welke redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale bedrijfsrisico kan worden gerekend en waarvan een vergoeding niet of niet voldoende is verzekerd.

  • 4. Voorzover sprake is van het verleggen van kabels en leidingen van nutsbedrijven waarmee nog een overeenkomst van kracht is, gaat die overeenkomst boven deze verordening

Hoofdstuk IV. Strafbepalingen

Artikel 12 Algemene strafbepaling

Overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 13 Intrekking instemmingsbesluit

  • 1. Indien de vergunninghouder zich niet houdt aan de voorschriften uit het instemmingsbesluit, dan kan het college het instemmingsbesluit of de vergunning intrekken en de openbare grond in oorspronkelijke toestand brengen voor rekening van vergunninghouder.

  • 2. Indien de werkzaamheden niet op de overeengekomen data worden gestart respectievelijk uitgevoerd vervalt de vergunning, tenzij aantoonbaar sprake is van overmacht, zulks ter beoordeling van de gemeente.

Artikel 14 Stillegging

Het college is bevoegd de werkzaamheden (tijdelijk) itstil te leggen, indien er wordt gewerkt:

  • a.

    zonder voorafgaande aanvraag, als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van deze verordening;

  • b.

    in afwijking van het instemmingbesluit.

Artikel 15 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen

Hoofdstuk V. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 16 Overgangsrecht

Voor kabels en leidingen die op de datum van inwerkingtreding van deze verordening aanwezig en in gebruik zijn heeft de schriftelijke toestemming dan wel vergunning op grond waarvan zij gelegd zijn te gelden als een instemmingsbesluit krachtens deze verordening.

Artikel 17 Intrekking oude regeling

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de “Algemene verordening ondergrondse infrastructuren (AVOI)” vastgesteld in de raadsvergadering van 5 juli 2007 ingetrokken.

Artikel 18 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als AVOI 2011.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 15 december 2011.
De griffier,
J.van Ditmarsch
De voorzitter,
Drs. M.E. Smit

Toelichting

Toelichting Algemene Verordening ondergrondse infrastructuur Wijdemeren 2011 (AVOI 2011)

Algemeen

In 2007 is de nieuwe Telecommunicatiewet in werking getreden. Op grond van artikel 5.4 van de Telecommunicatiewet is elke gemeente verplicht in een verordening procedures vast te leggen aangaande de (openbare) elektronische communicatienetwerken. Voor de kabels en leidingen van nutsbedrijven (gas, water, electriciteit) geldt een dergelijke wettelijke verplichting niet. Om te zorgen dat er zoveel mogelijk uniforme regels gelden voor alle kabels en leidingen is deze verordening opgesteld. In deze verordening staan dus zowel procedures voor de (openbare) elektronische communicatienetwerken als voor de kabels en leidingen van de nutsbedrijven.

Op het moment van het opstellen van deze verordening gelden er nog diverse overeenkomsten met de verschillen nutsbedrijven. Voorzover deze overeenkomsten nog van kracht zijn op het moment van inwerkingtreding van deze verordening, geldt dat het bepaalde in de overeenkomsten prevaleert ten opzichte van het bepaalde in deze verordening. Het streven is op termijn alle overeenkomsten op te zeggen dan wel te ontbinden, zodat voor alle aanbieders dezelfde regels gaan gelden.

Bij deze AVOI 2011 hoort de Verlegregeling Wijdemeren 2011 (hierna: de Verlegregeling). Deze Verlegregeling is een uitwerking van artikel 11 (Nadeelcompensatie). Zie hierover verder de toelichting bij de Verlegregeling.

Artikelsgewijs

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 2 Reikwijdte

De AVOI geeft invulling aan de in artikel 5.4 van de Telecomwet neergelegde verplichting voor de gemeente om een Telecommunicatieverordening op te stellen. Vooralsnog is niet voorzien in een algemene wettelijke grondslag voor een vergelijkbare regeling voor de nutsbedrijven. Daarom wordt vooruitlopend op mogelijke toekomstige nationale basisregelgeving hiermee voorzien in uniforme, lokale afspraken met daarbij een zo gelijk mogelijke behandeling van beheerders/aanbieders van deze infrastructuren. Dit vereist wel afstemming met de (al dan niet) contractuele afspraken tussen de gemeente en de nutsbedrijven. De feitelijke situatie is zo dat de fysieke ondergrond vol raakt met een veelheid aan kabels en leidingen en dit noodzaakt tot betere afstemming van werkzaamheden en belangen.

Artikel 3 Uitvoeringsregels

Het college krijgt de mogelijkheid toegekend door de raad om in voorkomende gevallen nadere regels ter uitvoering van deze verordening vast te stellen. Conform dit artikel wordt in ieder geval het Handboek Kabels en Leidingen 2011 vastgesteld. Deze nadere regels hebben in ieder geval betrekking op: de wijze van uitvoering bij de aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen, het medegebruik van voorzieningen en het opstellen van voorschriften op het gebied van markering, afzetting en het toepassen van proefsleuven.

Artikel 4 Verbod

In dit artikel is neergelegd dat het verboden is zonder instemmingsbesluit kabels en-of leidingen in of op openbare gronden aan te leggen, te houden, te onderhouden of te exploiteren. Daarnaast is geregeld dat voor minder ingrijpende aangelegenheden (incidentele huisaansluitingen < 25 meter) een melding voldoende is en dat in geval van spoed achteraf binnen één werkdag melding kan worden gedaan.

Artikel 5 Aanvraag instemmingsbesluit

De wijze waarop een aanvraag moet worden gedaan is in dit artikel neergelegd. In dit artikel is bepaald dat gebruik moet worden gemaakt van het formulier op de website van de door de gemeente gekozen organisatie. De bevoegdheid hiertoe volgt uit artikel 4:4 van de Awb.

Artikel 6 Beslistermijn en aanhouding

De beslistermijn van het college is maximaal acht weken en is conform de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Als er meerdere gedoogplichtigen bij betrokken zijn, is de maximale beslistermijn 12 weken. In navolging van de Wet Dwangsom en Beroep moet een gemeente zich bewust zijn van het belang van de voortgang van de activiteiten en zich inspannen om de termijn tot besluitvorming zo kort mogelijk te houden. Dit geldt met name voor aanvragen voor minder ingrijpende werkzaamheden. Als de besluitvorming sneller kan, zal het college zich daarvoor ook moeten inzetten. Alleen in bijzondere gevallen kan het college de termijn verlengen. Dit moet altijd schriftelijk aan de aanvrager worden meegedeeld en mag alleen mits binnen de eerste termijn en onder vermelding van de motivering waarom termijnverlenging noodzakelijk is.

Artikel 7 Vooroverleg en informeren omwonenden

Dit artikel is opgenomen om te regelen dat het organiseren van vooroverleg en het informeren van omwonenden een taak van de aanvrager/netwerkaanbieder is.

Artikel 8 Voorschriften

Dit artikel noemt verschillende voorschriften welke aan het instemmingsbesluit kunnen worden verbonden.

Artikel 9 Aanvullende verplichtingen

In dit artikel is de overgang van rechten en plichten bij overdracht van kabels en leidingen geregeld. Op de eigenaar/netwerkaanbieder rust de verplichting zorg te dragen voor het verstrekken van informatie hierover aan het college. Om het overzicht te behouden is opgenomen dat de netwerkaanbieder jaarlijks een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels en leidingen dient te overleggen.

Artikel 10 Niet openbare kabels en leidingen

Bij werkzaamheden met niet-openbare kabels en leidingen in openbare gronden geldt uitdrukkelijk géén wettelijke gemeentelijke gedoogplicht, maar wordt de AVOI in procedureel opzicht van overeenkomstige toepassing verklaard. Met betrekking tot verzoeken voor het verleggen van niet-openbare kabels en leidingen, dienen deze op verzoek van de gemeente, altijd op kosten van de eigenaar van de kabels en leidingen, uitgevoerd te worden.

Artikel 11 Nadeelcompensatie

In bepaalde gevallen kan aanspraak bestaan op vergoeding van de geleden schade. Dit artikel geeft de hoofdlijnen weer: als er sprake is van verplaatsing van kabels en leidingen die onder de Telecommunicatiewet vallen komen de hiermee gemoeide kosten voor 100 % voor rekening van de aanbieder van het netwerk, als het gaat om het verplaatsen van niet-openbare kabels en leidingen komen de kosten van verplaatsing eveneens voor 100 % voor rekening van de eigenaar/ aanbieder van het netwerk. Voorzover het kabels en leidingen van nutsbedrijven betreft kan er onder omstandigheden aanspraak bestaan op nadeelcompensatie. Dit laatste kan worden uitgewerkt in een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke verlegregeling. Tenslotte is in dit artikel, ten overvloede, geregeld dat zo lang er nog een overeenkomst bestaat tussen de gemeente en een nutsbedrijf bestaat, deze overeenkomst voorgaat op de verordening.

In het eerste lid wordt verwezen naar artikel 5.8 van de Telecommunicatiewet. Voor de volledigheid is dit artikel hieronder opgenomen:

  • 1.

    De aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk is verplicht op verzoek van degene op wie de gedoogplicht rust op eigen kosten over te gaan tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels ten dienste van zijn netwerk, waaronder het verplaatsen van kabels, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege degene op wie de gedoogplicht rust.

  • 2.

    Indien degene op wie de gedoogplicht rust jegens een derde gehouden is grond, die door degene op wie de gedoogplicht rust is bestemd voor het oprichten van een of meer gebouwen, zodanig te leveren dat die derde na verkrijging van de grond bij het door of vanwege hem oprichten van een of meer gebouwen niet gehinderd wordt door de in de grond aanwezige kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing. De oprichting van een of meer gebouwen dient op het moment dat een verzoek wordt gedaan voldoende bepaalbaar te zijn.

  • 3.

    Indien de aanbieder kabels heeft verplaatst op grond van het eerste en tweede lid, en naderhand blijkt dat de door gedoogplichtige aangekondigde werkzaamheden, waarvoor deze verplaatsing nodig was, niet hebben plaatsgevonden, heeft de aanbieder recht op vergoeding van de door hem gemaakte kosten.

  • 4.

    Indien binnen vijf jaar na een verzoek tot het nemen van maatregelen op grond van het eerste of tweede lid opnieuw een verzoek wordt gedaan door degene op wie de gedoogplicht rust, komen de daarmee verbonden kosten voor rekening van degene op wie de gedoogplicht rust.

  • 5.

    In andere gevallen dan bedoeld in het eerste of tweede lid, is de aanbieder slechts verplicht over te gaan tot maatregelen, waaronder het verplaatsen van de kabels, indien degene op wie de gedoogplicht rust hem de kosten daarvan vergoedt.

  • 6.

    Ingeval een verzoek tot het nemen van maatregelen is gedaan, gaat de aanbieder zo snel mogelijk over tot de gevraagde maatregelen, doch niet later dan zestien weken na de datum van ontvangst van het verzoek. Indien het verzoek het verplaatsen van kabels betreft gaat de aanbieder zo snel mogelijk over tot de gevraagde verplaatsing, doch niet later dan twaalf weken nadat een plaats waar de kabels kunnen worden gelegd beschikbaar is gekomen. Het verzoek bevat een omschrijving van de op te richten gebouwen dan wel de uit te voeren werken en in geval het verzoek een verplaatsing van kabels betreft voor zover mogelijk een voorstel voor de plaats waar de kabels kunnen worden aangelegd.

  • 7.

    Bij gebrek aan overeenstemming over de vraag wie de kosten van de te nemen maatregelen dient te dragen, kan degene op wie de gedoogplicht rust dan wel de aanbieder het college verzoeken een beschikking te geven.

  • 8.

    Het college geeft de beschikking binnen acht weken na ontvangst van het verzoek.

Artikel 12 Algemene strafbepaling

Op grond van artikel 154 van de Gemeentewet kan de raad op overtreding van het bepaalde in een verordening een straf stellen van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie, al dan niet met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Daarnaast volgt rechtstreeks uit de Wet op de Economische Delicten dat overtreding van het bepaalde in de Telecommunicatiewet een economisch delict oplevert.

Artikel 13 Intrekking instemmingsbesluit

Afgezien van de in artikel 12 genoemde straffen heeft het college de mogelijkheid, als er niet voldaan is aan de voorschriften ter zake van plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden, de verleende instemming in te trekken.

Artikel 14 Stillegging

Afgezien van voornoemde preventieve en vooral correctieve of repressieve acties kan het college in voorkomende gevallen ook ingrijpen in het lopende proces en werkzaamheden (onder bepaalde voorwaarden) ook tijdelijk stil leggen. In dit artikel staat beschreven in welke gevallen dit kan.

Artikel 15 Toezicht

Het college dient een besluit te nemen waarbij de personen die belast worden met het toezicht op de naleving van deze verordening worden aangewezen.

Artikel 16 Overgangsrecht

Het is niet de bedoeling dat aanbieders die reeds kabels en leidingen hebben liggen alsnog een instemmingsbesluit moeten aanvragen. Wel moet aannemelijk zijn dat de kabels en leidingen er met instemming van de gemeente liggen. Dit kan op verschillende manieren worden aangetoond, bijvoorbeeld door een brief, besluit, melding e.d.

Artikel 17 Intrekking oude regeling

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 18 Citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Dit artikel spreekt voor zich.