Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR126309
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR126309/1
Regeling vervallen per 10-08-2017
Nadere regels met betrekking tot berekeningswijzen uurtarieven en uniforme kostenbegrippen in het kader van het verstrekken van subsidies
Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2011
NADERE REGELS MET BETREKKING TOT UNIFORME BEREKENINGSWIJZEN UURTARIEVEN EN UNIFORME KOSTENBEGRIPPEN IN HET KADER VAN HET VERSTREKKEN VAN SUBSIDIES
Artikel 1 Begripsbepalingen
Bij het hanteren van kostenbegrippen bij de berekening van subsidiabele uurtarieven wordt uitgegaan van de volgende definities:
- a.
subsidiabele kosten: de kosten die bij het verlenen en vaststellen van de subsidie in aanmerking worden genomen, respectievelijk de feitelijke hoogte van die kosten.
- b.
integrale kosten: het geheel van de directe kosten en indirecte kosten (overhead).
- c.
directe kosten: kosten van een kostendrager en kosten van derden die rechtstreeks aan de subsidiabele activiteit worden toegerekend.
- d.
indirecte kosten of overhead: kosten die niet rechtstreeks aan een subsidiabele activiteit worden toegerekend, maar via toerekening aan een kostendrager.
- e.
kostendrager: kostenplaats of volume-eenheid voor kostenberekening, bijvoorbeeld personeel- of arbeidsuren, apparaat/machine-uren en overige kostendragers als output van apparaten en machines en verbruikte materialen.
- f.
kosten derden: op factuur aantoonbare aan derden verschuldigde kosten die direct voor de subsidiabele activiteit worden gemaakt, bijvoorbeeld door uitbesteding van een deel van de subsidiabele activiteit en kosten van voor de subsidiabele activiteit geleverde goederen en diensten.
- g.
loonkosten: de optelsom van de bruto loonkosten, niet winst afhankelijke emolumenten dan wel extra verdiensten naast het loon, werkgeverslasten, kosten van secundaire arbeidsvoorwaarden en, indien van toepassing, een evenredig deel van de begrote kosten voor een eventuele wachtgelduitkering na ontslag, voor personeel dat werkzaamheden verricht ten behoeve van subsidiabele activiteiten.
- h.
urenbasis: het aantal direct productieve uren per fte per jaar.
- i.
aantal direct productieve uren per jaar: het aantal uren per dag (bijvoorbeeld 7,2 uren bij een 36- urige werkweek) vermenigvuldigd met het aantal werkbare dagen in een kalenderjaar minus:
- -
wettelijk erkende feestdagen;
- -
verlof conform CAO;
- -
percentage ziekteverzuim;
- -
percentage indirect productieve tijd (werkbesprekingen, personeelsaangelegenheden, studieverlof, etc.) op basis van ervaringsgegevens.
- -
-
De uitkomst is het aantal direct productieve uren per jaar, dat de basis is voor de berekening van het uurtarief.
- j.
afschrijvingskosten: kosten die de economische waardevermindering weergeven van een investering tegen historische kostprijs gedurende de economische levensduur (periode waarna de investering economisch verouderd is), de eventuele restwaarde na de economische levensduur hoort niet tot de subsidiabele kosten.
Artikel 2 Toepassingsbereik
Deze nadere regels zijn van toepassing op te verstrekken subsidies als bedoeld in artikel 1, lid c, van de Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg. De subsidieaanvrager dient de uurtarieven te berekenen, met gebruikmaking van de in artikel 1 omschreven kostenbegrippen en de in artikel 3 opgenomen berekeningswijzen.
Artikel 3 Berekeningswijzen uurtarieven
Bij het hanteren van uurtarieven in het kader van het verstrekken van subsidies worden de volgende berekeningswijzen en kostenbegrippen in acht genomen:
- a.
Subsidiabele uurtarieven dienen door de subsidieaanvrager te worden berekend met gebruikmaking van één of meer van de door de subsidieverlener voor te schrijven standaardberekeningswijzen.
- b.
Als standaardberekeningswijzen voor de berekening van uurtarieven worden gehanteerd:
- 1.
berekening op basis van integrale kosten;
- 2.
berekening op basis van kosten per kostendrager vermeerderd met een forfaitair vastgestelde
-
opslag voor indirecte kosten; of
- 3.
een forfaitair vastgesteld uurtarief.
- 1.
- c.
Voor de toepassing van de berekeningswijze op basis van integrale kosten gelden de volgende voorwaarden:
- 1.
De berekeningswijze is gebaseerd op bedrijfseconomische en maatschappelijk aanvaardbare grondslagen.
- 2.
De berekeningswijze is vooraf goedgekeurd door de subsidieverlener.
- 1.
- d.
Voor de toepassing van de berekeningswijze op basis van kosten per kostendrager wordt het daarin van toepassing zijnde opslagpercentage voor de indirecte kosten voorgeschreven.
- e.
Voor de toepassing van een forfaitair vastgesteld uurtarief wordt het van toepassing zijnde uurtarief per kostendrager voorgeschreven.
Artikel 4 Inwerkingtreding en citeertitel
-
1 De nadere regels treden in werking op 1 januari 2012.
-
2 Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als “Nadere regels met betrekking tot uniforme berekeningswijzen uurtarieven in het kader van het verstrekken van subsidies”.
Ondertekening
Gedeputeerde Staten voornoemd, L.J.P.M. Frissen, voorzitter mr. A.C.J.M. de Kroon, secretaris Uitgegeven, 30 juni 2011 De secretaris, mr. A.C.J.M. de Kroon
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl