Regeling vervallen per 01-01-2013

Verordening op de heffing en de invordering van begraafrechten 2012

Geldend van 23-11-2011 t/m 31-12-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van begraafrechten 2012

De raad van de gemeente Zijpe; Nr.

gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 september 2011;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

Verordening op de heffing en de invordering van begraafrechten 2012.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaatsen te Callantsoog, Petten en Sint Maartensbrug;

  • b.

    particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht voor onbepaalde of bepaalde tijd is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in eigendom en beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    particulier urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • e.

    algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

  • f.

    particuliere urnennis: een nis, waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verkregen tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

  • g.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • h.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • i.

    verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel worden rechten geheven voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene, die de in deze verordening genoemde rechten en diensten aanvraagt, dan wel van degene, die van deze rechten en diensten gebruik maakt, met dien verstande dat ieder van deze hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is en dat de betaling door de een de aansprakelijkheid van de ander opheft.

Artikel 4 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;

  • b.

    het begraven van een stoffelijk overschot van een pasgeboren kind dat tegelijk met dat van de moeder in één graf wordt begraven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1 De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2 Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1 Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2 Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 5.3 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1 De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 5.2 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2 Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 5.2 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1 De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 5.2 en 5.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in 5.2 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in 5.2 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9,08.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 5.2 en 5.3 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald in één termijn, welke vervalt op de laatste dag van de eerste maand na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 2 De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Van de verschuldigde rechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De ‘Verordening Begraafrechten 2011’ van 2 november 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4 Deze verordening wordt aangehaald als de ‘Verordening Begraafrechten 2012’

Ondertekening

Schagerbrug, 25 oktober 2011

Bijlage 1

Behorende bij tarieventabel hoofdstuk 5, artikel 5.3.

2012

2012

jaren

factor

urnennis

graven

 

 

1

1

€ 28,00

€ 66,00

2

2

€ 56,00

€ 132,00

3

3

€ 84,00

€ 198,00

4

4

€ 112,00

€ 264,00

5

5

€ 140,00

€ 330,00

6

5,5

€ 154,00

€ 363,00

7

6,5

€ 182,00

€ 429,00

8

7,5

€ 210,00

€ 495,00

9

8,5

€ 238,00

€ 561,00

10

9

€ 252,00

€ 594,00

11

10

€ 280,00

€ 660,00

12

11

€ 308,00

€ 726,00

13

11,5

€ 322,00

€ 759,00

14

12,5

€ 350,00

€ 825,00

15

13,5

€ 378,00

€ 891,00

16

14

€ 392,00

€ 924,00

17

14,5

€ 406,00

€ 957,00

18

15,5

€ 434,00

€ 1.023,00

19

16,5

€ 462,00

€ 1.089,00

20

17

€ 476,00

€ 1.122,00

Behorende bij raadsbesluit van 25 oktober 2011

De griffier van de gemeente Zijpe,

Tarieventabel

behorende bij de ‘Verordening begraafrechten 2012’.

 

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

 

 

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht wordt geheven:

 

 

1.1.1

op een particulier graf voor een periode van 20 jaar 

€ 1.222,00

€ 1.240,00

1.1.2

op een particulier urnengraf voor een periode van 20 jaar

€ 1.222,00

€ 1.240,00

1.1.3

op het geplaatst houden van een asbus of urn in een particuliere urnennis voor een periode van 20 jaar

€ 1.222,00

€ 1.240,00

1.1.4

voor het plaatsen en geplaatst houden van een  particulier urnenmonument voor een periode van 20 jaar

€ 1.222,00

€ 1.240,00

1.1.5

voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 t/m 1.1.4 met 10 jaar wordt een 

 

 

 

recht geheven van 

€ 611,00

€ 620,00

1.1.6

voor het verlengen met één of meerdere kalenderjaren, in verband met de minimum grafrust vastgesteld

 

 

 

in de Wet op de lijkbezorging, per kalenderjaar ééntwintigste van de rechten genoemd in de leden

 

 

 

1.1.1 t/m 1.1.4. De periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

 

 

 

Hoofdstuk 2 Begraven

 

 

2.1

Voor het begraven van een lijk 

€ 611,00

€ 620,00

2.2

Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld in 2.1 verhoogd met

€ 611,00

€ 620,00

2.3

Onder buitengewone uren wordt verstaan: 

 

 

 

op zon- en feestdagen

 

 

2.4

Voor het begraven op werkdagen voor 09.00 uur en na 16.00 uur en op zaterdagen, wordt het recht bedoeld in 2.1

 

 

 

verhoogd met

€ 305,50

€ 310,00

 

Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen

 

 

3.1

Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:

 

 

3.1.1

in een particuliere urnennis 

€ 81,00

€ 82,20

3.1.2

op een particulier urnengraf 

€ 81,00

€ 82,20

3.1.3

in een particulier urnenmonument

€ 202,50

€ 205,50

3.1.4

op een particulier gaf

€ 81,00

€ 82,20

3.1.5

in een particulier graf

€ 202,50

€ 205,50

3.2

Voor het bijzetten  op werkdagen voor 09.00 uur en na 16.00 uur, wordt het recht bedoeld in 3.1.1 en 3.1.2

 

 

 

verhoogd met

€ 40,50

€ 41,10

3.2.1

Voor het bijzetten  op werkdagen voor 09.00 uur en na 16.00 uur, wordt het recht bedoeld in 3.1.3

 

 

 

verhoogd met

€ 88,00

€ 89,00

3.3

Voor het bijzetten op zaterdag en zon-en feestdagen, wordt het recht bedoeld in 3.1.1  en 3.1.2 verhoogd met

€ 40,50

€ 41,10

3.4

Voor het bijzetten op zaterdag en zon-en feestdagen, wordt het recht bedoeld in 3.1.3 verhoogd met

€ 88,00

€ 89,00

 

Hoofdstuk 4 Lijkschouwing 

 

 

4.1

Voor het schouwen van een lijk door een gemeentelijke lijkschouwer binnen kantooruren wordt geheven

€ 304,00

€ 308,55

4.2

Voor het schouwen van een lijk door een gemeentelijke lijkschouwer buiten kantooruren wordt geheven

€ 477,00

€ 484,15

 

Hoofdstuk 5 Grafbedekking en onderhoud

 

 

5.1

Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwen van de voorwerpen, 

 

 

 

bedoeld in artikel 14 en 17 van de Beheersverordening begraafplaatsen Zijpe 2011, wordt geheven: 

 

 

5.1.1

voor de aanleg van een grafkelder 

€ 391,50

€ 397,40

5.1.1.1 

voor het plaatsen van een keldertje (omkisting) ten behoeve van een particulier urenmounument of een particulier

 

 

 

urnengraf

€ 66,00

€ 67,00

5.1.2

voor het plaatsen van gedenktekenen en kruisen, per gedenkteken of kruis 

€ 41,50

€ 42,10

5.1.3

voor het plaatsen van een steentje in een urnennis 

€ 41,50

€ 42,10

5.2

De rechten voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de voorwerpen, zoals bedoeld in 

 

 

 

5.1.1 tot en met 5.1.3, waarin tevens is opgenomen een bijdrage in de kosten van onderhoud van paden

 

 

 

en de groenvoorzieningen en de begraafplaats in het algemeen, bedragen per jaar

 

 

5.2.1

voor een particuliere grafkelder

€ 65,00

€ 66,00

5.2.2

voor een particulier graf of een particulier urnengraf

€ 65,00

€ 66,00

5.2.3

voor een particuliere urnennnis 

€ 27,50

€ 28,00

5.3

Op verzoek van de rechthebbende kan voor de duur van het verleende recht tot begraven in een particulier 

 

 

 

graf, het recht genoemd onder 5.2.1 t/m 5.2.3 ineens worden voldaan tegen betaling van een bedrag 

 

 

 

gelijk aan het genoemde tarief bij 5.2.1 t/m 5.2.3 x de vermeningsvuldigingsfactor genoemd in

 

 

 

bijlage 1 behorende bij deze tarieventabel.

 

 

 

Hoofdstuk 6 Inschrijven en overboeken van particuliere graven, urnengraven en urnennissen

 

 

6.1

Voor het inschrijven en overboeken van graven in een daartoe bestemd register wordt geheven 

€ 6,25

€ 6,30

6.2

Voor het inschrijven en overboeken van urnengraven in een daartoe bestemd register wordt geheven

€ 6,25

€ 6,30

6.3

Voor het inschrijven en overboeken van urnennissen in een daartoe bestemd register wordt geheven 

€ 6,25

€ 6,30

 

Hoofdstuk 7 Opgraven, ruimen, inruimen

 

 

7.1

Voor het opgraven van een lijk wordt geheven 

€ 611,00

€ 620,00

7.2

Voor het na opgraven en weer opnieuw begraven in hetzelfde graf wordt geheven 

€ 611,00

€ 620,00

7.3

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven

€ 611,00

€ 620,00

7.4

Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven

€ 202,50

€ 205,50

7.5

Voor het weer terugplaatsen van de asbus wordt geheven 

€ 202,50

€ 205,50

7.6

Voor het ruimen van een graf op verzoek van de belanghebbende wordt geheven

€ 611,00

€ 620,00

7.7

Voor het op verzoek van belanghebbende inruimen van een graf wordt geheven en opnieuw uitgeven

€ 1.222,00

€ 1.240,00

7.8

Voor het verwijderen en afvoeren van grafbedekking

€ 51,50

€ 52,30

 

Hoofdstuk 8 Overige heffingen

 

 

8.1

Voor het luiden van de klok wordt geheven per kwartier

€ 20,20

€ 20,50

8.2

Voor het beschikbaar stellen  van een steentje voor de urnenmuur te Sint Maartensbrug

€ 104,00

€ 105,55

 

 

 

 

 

Behorende bij raadsbesluit van 25 oktober 2011

 

 

 

 

 

 

 

De griffier van de gemeente Zijpe,