Verordening declaratiefonds 2011

Geldend van 22-12-2011 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2011

Intitulé

Verordening declaratiefonds 2011

Raadsbesluit

De raad van de gemeente Boekel;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 november 2011

gelet op:

artikel 149 van de Gemeentewet

BESLUIT:

vast te stellen de

Verordening Declaratiefonds 2011

Artikel 1 - Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

Belanghebbende

:

a.De inwoner van de gemeente Boekel van 18 jaar en ouder, niet zijnde een student, die een bijstandsuitkering ontvangt;

b.Een inwoner van de gemeente Boekel van 18 jaar en ouder, niet zijnde een student, die een netto inkomen heeft dat gelijk is aan of minder dan 120% van de voor hem geldende bijstandsnorm;

c.Kinderen tot 18 jaar, voor wie kinderbijslag wordt ontvangen, van ouders/verzorgers met een bijstandsuitkering en/of een netto inkomen dat gelijk is aan of minder dan 120% van de voor hem geldende bijstandsnorm;

Bijstandsuitkering

:

Een uitkering op grond van de WWB, IOAW, IOAZ of WIJ;

College

:

Het college van burgemeester en wethouders van Boekel;

IOAW

:

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

IOAZ

:

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

Gezin

:

De gezamenlijke huishouding, als bedoeld in artikel 3 WWB;

Minimum inkomen

:

Uitkering op grond van de WWB, IOAW, IOAZ of WIJ en/of een netto inkomen dat gelijk is aan of minder dan 120% van de voor hem geldende bijstandsnorm;

Schoolgaande kinderen

:

Kinderen van 12 tot 18 jaar die voltijd dagonderwijs volgen (voortgezet onderwijs als ook middelbaar beroepsonderwijs);

Student

:

Studerende van 18 jaar en ouder die recht heeft op studiefinanciering op grond van de WSF 2000;

Subsidiejaar

:

Tijdvak van één jaar lopend van 1 januari tot 1 januari van het jaar daarop volgend;

Subsidieschooljaar

:

Tijdvak van één schooljaar lopend van 1 juli tot 1 juli van het jaar daarop volgend;

WIJ

:

Wet investeren in jongeren;

WWB

:

Wet werk en bijstand.

Artikel 2 - Doel

Het doel van het Declaratiefonds is om mensen met een minimum inkomen in staat te stellen deel te (blijven) nemen aan sportieve, culturele en sociale activiteiten.

Artikel 3 - Voorwaarden

De in artikel 1 genoemde belanghebbenden komen slechts voor een vergoeding in aanmerking indien:

  • 1.

    Het netto inkomen vanaf datum aanvraag, lager dan of gelijk is dan 120% van de voor hen geldende bijstandsnorm.

  • 2.

    Het vermogen niet meer bedraagt dan het vrij te laten vermogen zoals vermeld in artikel 34 lid 3 van de WWB. Behoudens vermogen in een in eigendom zelfbewoonde woning met bijbehorend erf. Dit laatste is niet van toepassing indien belanghebbende vermogensrendementsheffing betaaldt.

  • 3.

    Niet op een andere wijze subsidie of vergoeding voor de gedeclareerde activiteiten worden ontvangen of verstrekt.

Artikel 4 - Weigeringsgrond

Geen recht op een in deze verordening genoemde voorziening heeft de belanghebbende die op het moment van aanvraag in detentie verblijft.

Artikel 5 - De voorzieningen

De volgende voorzieningen komen voor vergoeding in aanmerking:

  • a.

    sportieve, culturele en sociale activiteiten;

  • b.

    studiekosten voor schoolgaande kinderen ;

  • c.

    zwemlessen voor kinderen in de leeftijd van 5 tot en met 7 jaar, die niet in het bezit zijn van zwemdiploma A, met uitzondering van borgbetalingen;

  • d.

    reiskosten in relatie tot de vergoeding van bovengenoemd onderdeel c;

  • e.

    sociale vaardigheidstraining voor kinderen in het basisonderwijs;

  • f.

    aanschaf computer voor schoolgaande kinderen.

Artikel 6 - Extra voorwaarden Sociale Vaardigheidstraining

Voor de in artikel 5, aanhef en onder e genoemde voorziening gelden de volgende extra voorwaarden:

  • a.

    uit indicatiestelling moet de noodzakelijkheid van de sociale vaardigheidstraining blijken;

  • b.

    ouders en/of opvoeders moeten zorgdragen voor de indicatiestelling;

  • c.

    de indicatiestelling moet zijn afgegeven door een daartoe bevoegd persoon of instantie.

Artikel 7 - Extra voorwaarden PC-regeling

Voor de in artikel 5, aanhef en onder f genoemde voorziening gelden de volgende extra voorwaarden:

  • a.

    het netto inkomen is al minimaal 2 jaar niet hoger dan 120% van de voor hen geldende bijstandsnorm;

  • b.

    belanghebbende moet een offerte op laten maken en deze bij de aanvraag indienen;

  • c.

    als belanghebbende nog geen gebruik maakt van het Declaratiefonds moet hij eerst hiervoor een aanvraag indienen;

  • d.

    eventuele meerkosten moet belanghebbende zelf aan de leverancier betalen;

  • e.

    per gezin wordt maximaal 1 computer vergoed;

  • f.

    een aanvraag voor een computer kan eens per vijf jaar ingediend worden.

Artikel 8 - Vergoeding kosten 65+ers

Alleen personen van 65 jaar en ouder komen, naast de in artikel 5 genoemde voorzieningen, ook voor vergoeding van de volgende kosten in aanmerking:

  • a.

    abonnement voor de telefoon;

  • b.

    abonnement voor krant of tijdschrift.

Artikel 9 - Automatische verlenging 65+ers

Na het éénmalig indienen van een aanvraag komt de categorie 65+ers jaarlijks automatisch in aanmerking voor een vergoeding welke in één bedrag forfaitair wordt uitbetaald.

Artikel 10 - Hoogte van de maximale vergoedingen

De vergoeding uit het Declaratiefonds bedraagt voor de in artikel 5, aanhef en onder a.en b. genoemde voorziening maximaal:

  • a.

    Voor onderdeel a.: € 155,-- per persoon, per subsidiejaar, voor alle tot het gezin behorende personen;

  • b.

    Voor onderdeel b.: € 205,-- per schoolgaand kind, per subsidieschooljaar.

Artikel 11 - Hoogte van de eenmalige vergoedingen

De vergoeding uit het Declaratiefonds bedraagt voor de in artikel 5, aanhef en onder c., d., e. en f. genoemde voorziening maximaal:

  • a.

    Voor onderdeel c.: Alle kosten die verband houden met het behalen van zwemdiploma a, met uitzondering van borgbetalingen;

  • b.

    Voor onderdeel d.: € 0,18 per kilometer of de kosten van het openbaar vervoer;

  • c.

    Voor onderdeel e.: € 250,-- eenmalig per kind;

  • d.

    Voor onderdeel f.: € 700,-- eenmalig per gezin gedurende 5 jaar.

Artikel 12 - De vergoedingen bij sportieve, culturele en sociale activiteiten

De volgende kosten komen, voor de in artikel 5, aanhef en onder a genoemde voorziening voor vergoeding in aanmerking:

  • a.

    abonnementen en seizoenskaarten;

  • b.

    contributies en sportattributen;

  • c.

    ouderbijdragen;

  • d.

    cursusgelden;

  • e.

    eenmalige activiteiten.

Artikel 13 - De vergoedingen bij studiekosten voor schoolgaande kinderen

De volgende kosten komen, voor de in artikel 5, aanhef en onder b genoemde voorziening voor vergoeding in aanmerking:

  • a.

    excursies, schoolreis en schoolkamp;

  • b.

    verplichte sportkleding;

  • c.

    ouderbijdrage;

  • d.

    lesgeld en schoolgeld;

  • e.

    fiets en het onderhoud van de fiets;

  • f.

    regenkleding;

  • g.

    schooltas;

  • h.

    kosten voor schoolmateriaal.

Artikel 14 - De vergoedingen bij de aanschaf van een computer voor schoolgaande kinderen

De volgende kosten komen, voor de in artikel 5, aanhef en onder f genoemde voorziening voor vergoeding in aanmerking:

  • a.

    computer met standaardsoftware en besturingssysteem;

  • b.

    standaard beeldscherm;

  • c.

    Printer;

  • d.

    muis en toetsenbord.

Artikel 15 - Aanvraag

Een aanvraag van het Declaratiefonds dient bij het college schriftelijk te worden ingediend met behulp van het daartoe bestemde aanvraag- en inlichtingenformulier.

Artikel 16 - Beslistermijn

Het college beslist zo spoedig mogelijk op de aanvraag, maar uiterlijk binnen vier weken.

Artikel 17 - Nadere regels

Het college kan nadere regels stellen voor:

  • a.

    het aanvragen van het Declaratiefonds;

  • b.

    de beoordeling van de aanvraag;

  • c.

    het nemen van beslissingen naar aanleiding van de aanvraag;

  • d.

    de betaling;

  • e.

    wat verder door de toepassing van deze verordening moet worden geregeld.

Artikel 18 - Onvoorziene omstandigheden

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 19 - Inlichtingenplicht

Degene aan wie krachtens deze verordening een vergoeding is verstrekt, is verplicht aan het college onverwijld mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht van de vergoeding.

Artikel 20 - Terugvordering

Betaalde vergoedingen worden teruggevorderd indien het niet nakomen van de inlichtingenplicht heeft geleid tot onterechte vergoedingen.

Artikel 21 - Verantwoording

Het college brengt jaarlijks verslag uit aan de gemeenteraad inzake de uitvoering van deze verordening.

Artikel 22 - Aanpassing bedragen

  • 1.

    Het college kan jaarlijks met ingang van 1 januari het bedrag van de vergoedingen indexeren.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde indexering vindt plaats aan de hand van de ConsumentenPrijsIndex van het Centraal Plan Bureau, waarbij afronding op halve euro’s naar boven plaatsvindt.

Artikel 23 - Inwerkingtreding en Citeertitel

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als Verordening Declaratiefonds 2011.

  • 2.

    De verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van de bekendmaking en werkt terug tot 1 juli 2011.

  • 3.

    De verordening Declaratiefonds voor sportieve en culturele activiteiten 2005 wordt ingetrokken.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van
de raad van de gemeente Boekel, gehouden op 15 december 2011
de griffier, de voorzitter,
M.R.P. Philipse P.M.J.H. Bos

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1 – begripsbepalingen

Deze verordening regelt diverse voorzieningen welke de gemeente Boekel voor minima kent. De verordening vervangt de verordening Declaratiefonds voor sportieve en culturele activiteiten 2005 alsmede de eerste wijziging op deze verordening.

In de verordening wordt het begrip ‘belanghebbende’ gebruikt. Dit begrip wordt in artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht omschreven als ‘degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

In aanwijzing 20 voor de decentrale regelgeving is bepaald dat voor lagere overheden met betrekking tot de terminologie in een regelgeving de Algemene wet bestuursrecht, de Provincie- of Gemeentewet en zo nodig de Europese en internationale regelgeving, wordt gevolgd. Daarbij geldt tevens dat regels uit een hogere wettelijke regeling niet worden herhaald in een provinciale of gemeentelijke regeling. Om hieraan tegemoet te komen is in het eerste lid bepaald dat alle begrippen die niet nader worden omschreven in de verordening dezelfde omschrijving hebben als in de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Wet werk en bijstand (WWB) of de van toepassing zijnde wet. Deze systematiek zorgt in de uitvoeringspraktijk voor een uniforme hantering van de diverse begrippen.

Minima met een bijstandsuitkering of netto inkomen dat gelijk is aan of minder dan 120% van de voor hen geldende bijstandsnorm kunnen in aanmerking komen voor een voorziening. Studenten kunnen vaak gebruik maken van diverse kortingen voor sportieve en/of culturele activiteiten. Studenten vallen derhalve niet onder het begrip belanghebbende. Daarnaast wordt op deze wijze de student gestimuleerd om creatief te denken en de eigen verantwoordelijkheid te nemen voor wat betreft maatschappelijke participatie in plaats van hen in deze levensfase reeds gebruik te laten maken van de voorzieningen van de gemeente.

Artikel 2 – Doel

Uit onderzoek blijkt dat het eerst bezuinigd wordt op de kosten van sportieve, culturele en sociale activiteiten als men rond moet komen van een minimum inkomen. Het doel van het Declaratiefonds is om sociale uitsluiting te voorkomen.

Artikel 3 – Voorwaarden

Om in aanmerking te komen voor het Declaratiefonds wordt aansluiting gezocht bij de inkomens- en vermogens regels van de WWB. Een uitzondering daarop is de vrijstelling van het vermogen in een in eigendom zelfbewoonde woning, mits er geen vermogensrendementsheffing betaald wordt. Deze regel is in stand gehouden omdat de ervaring leert dat vooral de doelgroep 65-plus zich in deze situatie bevind en derhalve uitgesloten zou zijn van deelname aan het Declaratiefonds terwijl de inkomenssituatie vergelijkbaar is met die van andere minima.

Artikel 4 – Weigeringsgrond

Om te voorkomen dat belanghebbenden in detentie een aanvraag voor het Declaratiefonds kunnen doen is deze weigeringsgrond expliciet opgenomen.

Artikel 5 – De voorzieningen

Ad a. Er kan een bijdrage verstrekt worden voor de kosten voor sportieve, culturele en sociale activiteiten. Bij voorkeur vinden deze activiteiten in georganiseerd verband plaats. De bijdrage kan voor meerdere activiteiten verstrekt worden.

Ad b. Kinderen die voortgezet onderwijs volgen kosten de ouders veel geld. Ouders kunnen een bijdrage voor een tegemoetkoming in de schoolkosten krijgen. Wat de schoolkosten betreft kan gedacht worden aan de kosten van excursies, sportkleding, ouderbijdrage, lesgeld, fiets, regenkleding, boekentas, schoolfonds.

Ad c. Sinds het afschaffen van het schoolzwemmen is in het Declaratiefonds een vergoeding opgenomen voor het behalen van zwemdiploma A. Ouders willen graag de verantwoordelijkheid nemen om hun kind een zwemdiploma te laten behalen maar missen de financiële middelen om dit aan te bieden. De kosten verbonden aan het behalen van zwemdiploma A worden volledig vergoed. In sommige situaties moet er borg betaald worden voor bijvoorbeeld een polsband. Aangezien betrokkene de borg bij inlevering van het bepaalde artikel weer terug krijgt komen deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking.

Ad d. Omdat Boekel geen zwembad heeft zullen de ouders reiskosten moeten maken om hun kind deel te kunnen laten nemen aan zwemlessen voor het behalen van zwemdiploma A.

Ad e. De vergoeding voor Sociale Vaardigheidstraining (SoVa-training) is sinds juli 2005 opgenomen in het Declaratiefonds. Hiermee heeft de gemeente haar directe verantwoordelijkheid genomen t.a.v. de nieuwe Wet op de Jeugdzorg die sinds januari 2005 inwerking is getreden.

Ad f. Uit een inventarisatie van de vergoedingen van Stichting Leergeld versus de vergoedingen van het Declaratiefonds blijkt dat er een hiaat was in de voorzieningen op het gebied van computers. Er is voor gekozen een computer te verstrekken aan kinderen op het voortgezet – of middelbaar beroepsonderwijs omdat zij voor het schoolwerk intensief gebruik maken van een computer. Dit in tegenstelling tot het kinderen op het basisonderwijs waar dit wenselijk maar niet noodzakelijk is.

Artikel 6 – Extra voorwaarden Sociale Vaardigheidstraining

Een indicatiestelling wordt noodzakelijk geacht om te voorkomen dat de kosten voor een training van ieder ‘lastig’ kind bij de gemeente terecht komen. Er moet wel een noodzaak zijn voor het aanbieden van een dergelijke training. Daarnaast ligt de verantwoordelijkheid van de indicatiestelling bij de ouders. Zij moeten zich in zetten en hier een eigen verantwoordelijkheid in nemen. Het verkrijgen van een indicatie is veelal kosteloos en geeft geen extra financiële belasting voor de doelgroep van het Declaratiefonds. De indicatie moet afgegeven worden door een bevoegde persoon of instantie die de noodzaak van een training onderschrijft. Hierbij kan men denken aan het GGD, GGZ of de huisarts.

Artikel 7 – Extra voorwaarden PC-regeling

Ad a. gezinnen die minder dan 2 jaar een inkomen onder de norm van 120% van de voor hen geldende bijstandsnorm hebben, hadden in de voorliggende periode zelf kunnen voorzien in de aanschaf van een computer of hier voor kunnen reserveren.

Ad b. er wordt een offerte gevraagd om te kunnen controleren of alle vereiste onderdelen in de aanschaf meegenomen zijn.

Ad c. de gezinnen die voor een computerregeling in aanmerking komen zullen ook gebruik kunnen maken van het Declaratiefonds voor sportieve, culturele en sociale activiteiten. Om het aanvraagformulier voor de computerregeling zo beknopt mogelijk te houden is er voor gekozen om voor de aanvullende informatie gebruik te maken van het inlichtingen- en aanvraagformulier van het Declaratiefonds.

Ad d. belanghebbende kan kiezen voor bijvoorbeeld een iets groter scherm dan het standaard scherm. De kosten zijn over het algemeen niet veel hoger maar belanghebbende moet deze kosten wel zelf aan de leverancier voldoen.

Ad e. als er meerdere kinderen in het gezin zijn dan kunnen die gezamenlijk gebruik maken van de computer. Het wordt als niet noodzakelijk geacht dat ieder kind een eigen computer heeft.

Ad f. een computer is een duurzaam gebruiksgoed. Dit houdt in dat men mag verwachten dat een computer minimaal 5 jaar mee gaat.

Artikel 8 – Vergoeding kosten 65+ers

Voor de doelgroep 65+ is een uitzondering gemaakt op de vergoeding door het toekennen van abonnementskosten voor telefoon, krant of tijdschrift. Deze keuze is gemaakt omdat van deze doelgroep bekend is dat zij minder deelnemen aan het sociaal maatschappelijk verkeer. Om te voorkomen dat zij geheel in een isolement geraken kan er een tegemoetkoming in bovengenoemde kosten verstrekt worden.

Artikel 9 – Automatische verlenging 65+ers

De doelgroep 65+ krijgt in principe na een eerste aanvraag ieder jaar automatisch verlenging van het Declaratiefonds. De situatie van 65+ers is veelal stabiel, zeker wat het inkomen betreft. Na een eerste toets hoeft belanghebbende niet jaarlijks opnieuw zijn gegevens te overleggen. Middels de GBA wordt de woonsituatie gecontroleerd, als daar niets in gewijzigd is krijgt belanghebbende automatisch een toekenningsbesluit. In dit besluit is opgenomen dat als er zich wijzigingen in de persoonlijke of financiële situatie van betrokkene voor doen zij dit verplicht zijn bij de gemeente te melden. Het bedrag wordt forfaitair uitbetaald in het eerste kwartaal van het betreffende jaar.

Artikel 10 – Hoogte van de maximale vergoedingen

Uit ervaring blijkt dat de genoemde bedragen toereikend zijn om ondersteuning te bieden om te participeren in het maatschappelijk leven.

Artikel 11 – Hoogte van de eenmalige vergoedingen

Genoemde bedragen blijken toereikend te zijn om ondersteuning te bieden om te participeren in het maatschappelijk leven. Voor de computers is informatie ingewonnen bij een computerbedrijf om tot een reële vergoeding te komen waarmee een adequate computer aangeschaft kan worden.

Artikel 12 – De vergoedingen bij sportieve, culturele en sociale activiteiten

Het betreft hier een opsomming van de meest gangbare kosten die in relatie staan met sportieve, culturele en sociale activiteiten. Onder eenmalige activiteiten worden onder andere verstaan: bezoek pretpark, museum, bioscoop of theater.

Artikel 13 – De vergoedingen bij studiekosten voor schoolgaande kinderen

Het betreft hier een opsomming van de meest gangbare kosten die in relatie staan met schoolkosten.

Artikel 14 – De vergoedingen bij de aanschaf van een computer voor schoolgaande kinderen

Om voor het schoolwerk adequaat gebruik te kunnen maken van een computer zijn genoemde onderdelen een vereiste.

Artikel 15 – Aanvraag

Het opvragen van bewijsstukken moet in het belang van de aanvraag zijn. Het college mag geen gegevens (doen) opvragen waarin zij uit andere hoofde geïnteresseerd zijn.

Artikel 16 – Beslistermijn

In afwijking van de Algemene wet bestuursrecht is, omdat de belanghebbende de kosten zelf voor moet schieten, gekozen voor een zo kort mogelijke beslistermijn.

Artikel 17 – Nadere regels

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 18 – Onvoorziene omstandigheden

Deze restclausule biedt het college de mogelijkheid in alle niet-voorzienbare situaties te handelen na onderzoek van het verzoek. Omdat deze beslissingen onderworpen zijn aan de voorgeschreven bezwaar- en beroepsprocedures, dient ook in deze situaties de beslissing gemotiveerd genomen te worden.

Artikel 19 – Inlichtingenplicht

Het spreekt voor zich dat wijzigingen in de situatie gemeld dienen te worden in al die gevallen dat zij van invloed zijn op de verstrekte vergoeding.

Artikel 20 – Terugvordering

In de nu geldende verordening is geen bepaling opgenomen die het mogelijk maakt om ten onrechte betaalde vergoedingen bij belanghebbende terug te vorderen. Een onterechte vergoeding komt over het algemeen voort uit het niet nakomen van de inlichtingenplicht. Belanghebbende heeft de verplichting alle wijzigingen die zich in zijn of haar situatie voordoen en die van invloed kunnen zijn op de toekenning van het Declaratiefonds per direct te melden bij het college. Dit is vooral een belangrijke bepaling voor de doelgroep 65+ waarbij na een eerste toegangscontrole, behalve een GBA check geen controle meer plaatsvindt op het inkomen danwel vermogen. Mocht zich in de situatie van betrokkene iets gewijzigd zijn dan is er nu een juridische grond om de verstrekte vergoedingen terug te vorderen.

Artikel 21 – Verantwoording

Het college brengt jaarlijks verslag uit aan de gemeenteraad over:

  • -

    Het aantal binnengekomen en afgehandelde aanvragen.

  • -

    Een overzicht van de uitgaven in relatie tot de begroting.

  • -

    Het aantal en de gronden van de toepassing van artikel 18.

Op grond van dit artikel kan het gemeentelijk beleid geëvalueerd worden. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeft, bijvoorbeeld omdat het voorzieningenniveau te hoog of te laag blijkt te zijn, kan de evaluatie leiden tot aanpassing van deze verordening.

Artikel 22 – Aanpassing bedragen

Er is gekozen voor een kan bepaling. Het afgelopen jaar is namelijk, in de lijn van het gemeentelijk beleid gekozen om ook voor het Declaratiefonds de nul-lijn te hanteren en geen index toe te passen. Mocht blijken dat vergoedingen te ruimhartig of juist te krap zijn dan zal dit blijken uit de evaluatie en ligt het besluit bij de gemeenteraad om bedragen aan te passen.

Artikel 23 – Inwerkingtreding en Citeertitel

Ad 2. De verordening werkt terug tot 1 juli 2011 om aansluiting te vinden bij de start van het schooljaar. Op die wijze kunnen de aanvragen voor een PC-regeling op grond van deze verordening toegekend worden. Het terugwerken heeft geen nadelige gevolgen voor de belanghebbenden.