LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 2de april 1985 ter uitvoering van de artikelen 7 en 15b van de Quarantaineverordening (P.B. 1931, no. 92) en tot tijdelijke opschorting van de werking van het Landsbesluit houdende algemene maatregelen van de 14de mei 1969 (P.B. 1969, no. 66) ter uitvoering van artikel 2 vierde lid van de Landsverordening invoer kleine dieren 1952 (P.B. 1952, no. 123)

Geldend van 23-05-1985 t/m heden

Intitulé

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 2de april 1985 ter uitvoering van de artikelen 7 en 15b van de Quarantaineverordening (P.B. 1931, no. 92) en tot tijdelijke opschorting van de werking van het Landsbesluit houdende algemene maatregelen van de 14de mei 1969 (P.B. 1969, no. 66) ter uitvoering van artikel 2 vierde lid van de Landsverordening invoer kleine dieren 1952 (P.B. 1952, no. 123)

Artikel 1

De Quarantaineverordening (P.B. 1931, no. 92) wordt tijdelijk van toepassing verklaard op rabies.

Artikel 2

  • 1. Het is verboden:

    • A.

      apen afkomstig uit één der landen van het vasteland van Zuid-Amerika,

    • B.

      honden en katten afkomstig uit één der landen van het vasteland van Zuid- en Midden-Amerika, op één der eilanden van de Nederlandse Antillen in te voeren of door te voeren.

  • 2. Het in het eerste lid onder B bedoeld verbod geldt niet ten aanzien van honden en katten afkomstig uit Suriname en Guyana.

Artikel 3

De werking van het Landsbesluit houdende algemene maatregelen van de 14de mei 1969 (P.B. 1969, no. 66) ter uitvoering van artikel 2 vierde lid van de Landsverordening invoer kleine dieren 1952 (P.B. 1952, no. 123) wordt, voor zover betreft de invoer of de doorvoer vanuit landen op het vasteland van Zuid-Amerika, opgeschort zolang het in artikel 2 onder A gegeven verbod overeenkomstig artikel 15b van de Quarantaineverordening van kracht blijft.

Artikel 4

Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na die van zijn afkondiging.