Verordening Wmo-raad

Geldend van 01-10-2008 t/m heden

Intitulé

Verordening Wmo-raad

Nr. 12

 

De raad van de gemeente Geertruidenberg;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 8 juli en 26

augustus 2008;

 

gelet op artikel 150 van de gemeentewet en artikel 11 en 12 van de Wet maatschappelijke

ondersteuning (Wmo);

 

overwegende dat de Wmo bepaalt dat het college van burgemeester en wethouders de ingezetenen van de gemeente en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen betrekt bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning;

 

overwegende dat met de invoering van de Wmo de wettelijke basis (wet voorzieningen gehandicapten) is komen te vervallen voor de verordening cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid;

 

gezien de door de fracties van de SP en het CDA ingediende en aangenomen amendementen:

 

besluit:

1. tot het intrekken van de verordening cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid;

2. tot het vaststellen van de hierna volgende Verordening Wmo-raad: 

Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen

Artikel 1 Begrippen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben de betekenis die de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) daaraan toekent. 

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:     a.   Wet Wmo: de Wet maatschappelijke ondersteuning;     b.   Wmo-raad Geertruidenberg: een orgaan bestaande uit vertegenwoordigers van            de deelnemende cliëntgroepen en belanghebbenden;     c.   Cliëntgroepen: cliënten die op enigerlei wijze te maken hebben met de Wmo. De            Wmo-raad beperkt zich echter tot de cliëntengroepen voortvloeiend uit de            prestatievelden van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.     d.   Leden: vertegenwoordigers van de deelnemende cliëntgroepen en burgers met            of vanuit een kennisachtergrond, die niet door de deelnemende cliëntgroepen            wordt afgedekt;     e.   Leden: vertegenwoordigers van de deelnemende cliëntgroepen en burgers met            of vanuit een kennisachtergrond, die niet door de deelnemende cliëntgroepen            wordt afgedekt;     f.    Belangenorganisatie: enig georganiseerd verband waarin zowel het meeste            bestuurlijk als ook het uitvoerende werk door vrijwilligers wordt verricht en dat            als taak heeft het behartigen van belangen van de aangesloten achterban;     g.   Professionele ondersteuner: een beroepskracht gefinancierd door de gemeente            die de Wmo-raadondersteund voor van administratieprocedurele ondersteuning            tot voorbereidende beleidsinhoudelijke en adviserende activiteiten;     h.   Burgerparticipatie: een proces waarbij gemeente, betrokken cliënten/burgers en            eventuele externe deskundigen via een open houding naar elkaar en een vooraf            afgesproken aanpak samen vorm en inhoud geven aan (delen van) plannen of            beleid. Het proces is gericht op het benutten van elkaars deskundigheid en het            verhogen van draagvlak voor het nemen van beslissingen (uit            “Burgerparticipatie”, Hendriks, Eijsermans 2004).     i.    Beleidsfasen: voorbereiding, ontwikkeling, uitvoering en evaluatie.     j.    Werkagenda: is een agenda met onderwerpen waarover de gemeente            Geertruidenberg advies van de Wmo-raad vraagt. Deze werkagenda inclusief            tijdpad wordt door de gemeente in samenspraak met de Wmo-raad jaarlijks            vastgesteld.     k.   College: het college van burgemeester en wethouders van Geertruidenberg;     l.    Raad: de gemeenteraad van de gemeente Geertruidenberg.     m. Gemeente: gemeente Geertruidenberg

     

Hoofdstuk 2 DE WMO-RAAD

Artikel 2 Doelstelling

Het formuleren van collectieve wensen van burgers die al of niet vertegenwoordigd zijn door lokale vrijwilligers- en belangenorganisaties in de gemeente. Deze collectieve wensen worden vertaald in beleidsvoorstellen en/of adviezen en aangeboden aan het college op grond waarvan gemeentelijk Wmo-beleid mede kan worden vastgesteld.

Artikel 3 Functies

De Wmo-raad fungeert als adviesorgaan voor de gemeente betreffende de vormgeving, het volgen en het evalueren van het gemeentelijk Wmo-beleid en is tevens centraal aanspreekpunt voor aanbieders en niet-georganiseerde burgers. De Wmo-raad heeft de volgende functies:     a.   Een beleidsmatige functie: kritische reflectie op het te ontwikkelen Wmo-beleid door de            gemeente.     b.   Een signaleringsfunctie: de Wmo-raad signaleert leemten en knelpunten in beleid en            uitvoering ofwel re-actieve beleidsvorming.     c.   Een ideeën- en creativiteitsfunctie: de Wmo-raad draagt ideeën en suggesties aan ter            verbetering van het Wmo-beleid, de zogenaamde pro-actieve beleidsvorming.

Artikel 4 Samenstelling

     1.   De Wmo-raad bestaat uit afgevaardigden van de genoemde cliëntgroepen die op één of            andere manier raakvlakken hebben met de onder artikel 7 genoemde beleidsterreinen            en prestatievelden.     2.   Burgers met of vanuit een kennisachtergrond die vanwege hun kennis en affiniteit met de            Wmo, een zinvolle bijdrage kunnen leveren aan het Wmo-beleid kunnen lid zijn van de            Wmo-raad;     3.   De Wmo-raad bestaat uit maximaal 13 leden en minimaal uit 9 leden.     4.   Leden zijn woonachtig in de gemeente en niet tevens:               a. door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt;               b. lid van de gemeenteraad, van het college of een raadscommissie van de gemeente;     5.   De samenstelling van de Wmo-raad en een profielschets van een Wmo-raadslid zijn             vastgelegd in het huishoudelijk reglement.

Artikel 5 Samenwerking met andere adviesorganen

In de gemeente zijn er ook andere adviesorganen actief. De informatie-uitwisseling kan op verschillende manieren plaatsvinden:     a.   door uitwisseling van verslagen/notulen van de vergaderingen;     b.   door uitwisseling van informatie tussen de betreffende voorzitters op verzoek van één van            hen;     c.   door een lid van de Wmo-raad zitting te laten nemen in relevante adviesorganen en vice            versa.

Artikel 5 bis - Professionele ondersteuning

De Wmo-raad doet een bindende voordracht, binnen het door de gemeenteraad vastgestelde budget, aan het college, terzake de hun beschikbare professionele ondersteuning.

Artikel 6 Mate van inspraak

  • 1. De Wmo-raad adviseert gevraagd en ongevraagd: het college geeft de Wmo-raad de gelegenheid om problemen aan te dragen en oplossingen te formuleren. De ideeën van de Wmo-raad spelen een volwaardige rol in de afwegingen bij de ontwikkeling en uitvoering van beleid. De gemeente neemt de ideeën van de Wmo-raad mee in de ontwikkeling van het beleid, maar kan bij de uiteindelijke besluitvorming hiervan beargumenteerd afwijken. 

  • 2. De Wmo-raad co-produceert: de gemeente komt in voorkomende gevallen samen met de Wmo-raad een werkagenda overeen met betrekking tot specifieke onderwerpen en partijen zoeken samen naar oplossingen. De gemeente zal deze oplossingen meenemen en betrekken in de uiteindelijke besluitvorming. 

  • 3. Over de inhoud van beleidsplannen en verordeningen beslist uiteindelijk een bevoegd gemeentelijk orgaan. 

Artikel 7 Prestatievelden en werkagenda

  • 1. De Wmo-raad zal betrokken worden bij de voorbereiding, ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van het (meerjarig) Wmo-beleidsplan uitgedrukt in prestatievelden. 

  • 2. De gemeente stelt in overleg met de Wmo-raad een jaarlijkse werkagenda op, met daarin de onderwerpen waarover de Wmo-raad door het college geconsulteerd wordt. Tevens wordt in de werkagenda per onderwerp de termijn aangegeven, waarop;   - het voorgenomen besluit door het college plaatsvindt;   - de adviesaanvraag door het college aan de Wmo-raad plaatsvindt;   - de Wmo-raad zijn advies aan het college moet verstrekken;   - een eventuele commissievergadering plaatsvindt;   - het college een besluit neemt;   - de gemeente een schriftelijke reactie geeft over de door de Wmo-raad ingediende       beleidsvoorstellen en -adviezen;   - de gemeenteraad een besluit neemt. 

  • 3. De onderwerpen voor de werkagenda volgen uit de planning van de vierjarige Wmobeleidsnota. 

  • 4. Tussentijds kan deze werkagenda in overleg worden aangevuld en gewijzigd door zowel de gemeente als de Wmo-raad. 

Artikel 8 Informatierecht

Het college is verplicht aan de Wmo-raad tijdig alle informatie te verstrekken die deze voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze nodig heeft.

Artikel 9 Geheimhoudingsplicht

  • 1. De Wmo-raad neemt kennis van het bepaalde in artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht. 

  • 2. Het college kan alleen geheimhouding of vertrouwelijkheid opleggen wanneer sprake is van een belang als genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur. 

Hoofdstuk 3 Het college kan alleen geheimhouding of vertrouwelijkheid opleggen wanneer sprake

Artikel 10 Werkwijze

  • 1. In het kader van burgerparticipatie vraagt het college de Wmo-raad om advies. De gemeenteraad mag en kan tevens advies vragen aan de Wmo-raad; 

  • 2. Het college zal de gemeenteraad geen beleidsvoorstellen in het kader van de onder artikel 7 genoemde prestatievelden voorleggen, zónder dat deze voorzien zijn van adviezen c.q. reacties van de Wmo-raad of van een aantekening ‘gezien door de Wmo-raad; 

  • 3. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. Dat betekent dat de Wmo-raad minimaal twee weken - na ontvangst van de stukken - de tijd heeft om tot een advies of een reactie richting college te komen; 

  • 4. Het college zorgt dat de adviezen van de Wmo-raad ter kennisneming worden gebracht van de gemeenteraad; 

  • 5. In het geval het college in een voorstel aan de gemeenteraad afwijkt van het advies van de Wmo-raad, wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het advies van de Wmo-raad ïs afgeweken; 

  • 6. Tussen de verantwoordelijke Wethouder en de Wmo-raad vindt tweemaal per jaar een overleg plaats. 

Hoofdstuk 4 FACILITEITEN EN VERGOEDINGEN

Artikel 11 Vergoedingen

De gemeente faciliteert de Wmo-raad door:     1.   Vergaderruimte beschikbaar te stellen mcl. koffie/thee, zonodig met faciliteiten zoals een            beamer, scherm of flip-over.     2.   Een budget vast te stellen op jaarbasis te besteden aan:              - Individuele onkostenvergoeding volgens de standaardvergoedingen voor adviesorganen                 bestemd voor kantoorkosten, correspondentie, telefoon, computergebruik,                 internet-aansluiting, aanschaf van documentatie, literatuur en vaktijdschriften en overleg                 met, en activering van de achterban;              - Daarnaast is er een collectieve vergoeding beschikbaar voor deskundigheids-                 bevordering, inhuren van deskundigen en faciliteiten voor het verzorgen van voorlichting                 en pr.     3.   Desgewenst ambtelijke aanwezigheid voor toelichting Wmo-vraagstukken.     4.   Het inzetten van een onafhankelijke professionele ondersteuner voor 16 uur per            maand gedurende de eerste drie jaar. Daarna zal de inzet van de ondersteuner geleidelijk            afgebouwd worden naar een minimum van 8 uur.     5.   De professionele ondersteuner is niet tevens:               - door of vanwege het gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt;              - lid van de gemeenteraad of van het college of van een raadscommissie van de gemeente.     6.   Een profielschets van de ondersteuner is vastgelegd in het huishoudelijk reglement.     7.   De faciliteiten worden jaarlijks toegekend op basis van een begroting.

 

Hoofdstuk 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 12 Huishoudelijk reglement

Zaken die de interne organisatie van de Wmo-raad aangaan zijn opgenomen in het huishoudelijk reglement Wmo-raad onder verwijzing naar de onderhavige verordening.

Artikel 13 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als de ‘Verordening Wmo-raad’.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 oktober 2008.