Regeling vervallen per 01-01-2015

Regels subsidieverstrekking jeugdzorg Gelderland 2011

Geldend van 20-12-2012 t/m 13-02-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Subsidieverordening jeugdzorg Gelderland 2011;

BESLUITEN

Vast te stellen de volgende (gewijzigde) regeling: Regels subsidieverstrekking jeugdzorg Gelderland 2011

 

Paragraaf 1 Algemene bepalingen 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Wet op de jeugdzorg;

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    AsG: Algemene subsidieverordening Gelderland 1998;

  • d.

    verordening: Verordening subsidieverstrekking jeugdzorg Gelderland 2011;

  • e.

    taken: taken van de stichting als bedoeld in hoofdstuk III, paragraaf 2 van de wet;

  • f.

    normbedragen: zoals vastgesteld in de Regeling normbedragen jeugdzorg;

  • g.

    Instroom: aantal met zorg gestarte unieke nieuwe Gelderse jeugdigen in één subsidiejaar, waarbij een jeugdige als nieuw wordt beschouwd indien deze in de voorafgaande 180 dagen bij dezelfde zorgaanbieder geen provinciaal gefinancierde jeugdzorg heeft ontvangen, en een jeugdige als Gelders wordt beschouwd als hij in het bezit is van een geldig indicatiebesluit van BJz Gelderland.

  • h.

    uitstroom: aantal jeugdigen waarbij alle vormen van geïndiceerde jeugdzorg zijn beëindigd in één subsidiejaar en die niet op een wachtlijst staan bij dezelfde zorgaanbieder;

  • i.

    bekostigingseenheden: de kleinste eenheid van zorg die van belang is voor de bekostiging, zoals vermeld in bijlage 2;

  • j.

    stichting: de stichting die een bureau jeugdzorg, als bedoeld in artikel 4 van de wet, in stand houdt;

  • k.

    zorgaanbieder: een aanbieder van jeugdzorg, als bedoeld in artikel 18 van de wet;

  • l.

    steunfunctie: een steunfunctie, als bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • m.

    vertrouwenspersoon: een vertrouwenspersoon, als bedoeld in artikel 1 van de wet;

Artikel 2 Zorgaanbieders 

Onverminderd artikel 5 van de verordening kunnen zorgaanbieders die geen subsidie van de provincie Gelderland hebben ontvangen in het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft voor subsidie in aanmerking komen die een:

  • a.

    capaciteit hebben voor minimaal 30 cliënten;

  • b.

    aantoonbare meerwaarde hebben ten opzichte van het bestaande aanbod, hetgeen uit een positief advies van de stichting blijkt, en

  • c.

    solvabiliteit hebben van minimaal 10% blijkens de bij de aanvraag ingediende jaarrekening.

Paragraaf 2 Aanvraag algemeen

Artikel 3 Subsidieaanvraag

Onverminderd artikel 2.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de AsG gaat de begroting vergezeld van een risicoparagraaf en een meerjarenbegroting.

Artikel 4 Subsidievaststellingsaanvraag

Onverminderd het bepaalde in artikel 4:80 van de Awb bevat het activiteitenverslag een verantwoording van de bezoldiging van bestuurders en toezichthouders.

Paragraaf 3 Aanvraag Stichting

Artikel 5 Subsidieaanvraag

  • 1 Onverminderd artikel 4:62 van de Awb splitst de stichting in het activiteitenplan taken als bedoeld in artikel 10, eerste lid, aanhef en onder a tot en met d, van de wet uit naar capaciteit vermenigvuldigd met het normbedrag.

  • 2 In het activiteitenplan worden de overige taken beschreven.

Artikel 6 Subsidieverlening

Onverminderd artikel 3, eerste lid, van de verordening wordt de subsidie aan de stichting voor de taken als bedoeld in artikel 10, eerste lid, aanhef en onder a tot en met d, van de wet bepaald door het normbedrag te vermenigvuldigen met de gemiddelde capaciteit op de eerste van iedere maand van het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.

Paragraaf 4 Aanvraag zorgaanbieders

Artikel 7 Subsidieaanvraag

Onverminderd de artikelen 4:61 en 4:64 van de Awb gaat de subsidieaanvraag van een zorgaanbieder vergezeld van:

  • a.

    een sluitende exploitatiebegroting op grond van de kostencategorieën van bijlage 1;

  • b.

    een productieformat op grond van bijlage 2, dat voorzien is van een toelichting, en

  • c.

    een opgave van de instroom, uitstroom, verwachte doorlooptijden en aantal cliënten in zorg per 1 januari van het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

Artikel 8 Subsidieverlening 

  • 1 Onverminderd artikel 3, eerste lid, van de verordening wordt de subsidie voor zorgaanbieders bepaald door het tarief per instroom te vermenigvuldigen met de instroom van het subsidiejaar.

  • 2 Het tarief per instroom wordt bepaald door het tarief per bekostigingseenheid te vermenigvuldigen met het aantal bekostigingseenheden van het subsidiejaar en de uitkomst hiervan te delen door de instroom.

  • 3 Indien de verwachte instroom als bedoeld in het eerste lid minder dan 20 zal bedragen, kan in de beschikking tot subsidieverstrekking van het eerste lid worden afgeweken door de subsidie te bepalen door het tarief per bekostigingseenheid te vermenigvuldigen met het aantal bekostigingseenheden.

  • 4 De subsidie wordt geweigerd indien het tarief per bekostigingseenheid meer dan 10% hoger is dan het voorgaande subsidiejaar.

  • 5 In bijzondere gevallen kan van het vierde lid worden afgeweken.

Artikel 9 Subsidievaststelling

  • 1 Onverminderd artikel 4:75, tweede lid, van de Awb bevat de aanvraag tot vaststelling van de zorgaanbieder een jaarrekening die:

    • a.

      is opgesteld op grond van de kostencategorieën van bijlage 1;

    • b.

      een verantwoording bevat van de werkelijk gerealiseerde instroom;

    • c.

      een verantwoording bevat van het productieformat als bedoeld in artikel 7, aanhef en onder b, en

    • d.

      is voorzien van een accountantsverklaring die onverminderd artikel 4:78 van de Awb met toepassing van het Controleprotocol Jeugdzorg provincie Gelderland is opgesteld.

  • 2 Onverminderd het bepaalde in artikel 4:80 van de Awb bevat het activiteitenverslag een verantwoording van de:

    • a.

      cliënttevredenheid;

    • b.

      gerealiseerde hulpverleningsdoelen, en

    • c.

      redenen voor beëindiging van zorg per cliënt.

Artikel 10 Overheveling 

Overheveling van bekostigingseenheden van een zorgaanbieder naar een andere zorgaanbieder behoeft de instemming van Gedeputeerde Staten en geschiedt slechts na overleg met de stichting.

Artikel 11 Reikwijdte

Het bepaalde in deze paragraaf is van toepassing op subsidieverstrekking ten behoeve van bekostigingseenheden.

Paragraaf 5 Overige bepalingen 

Artikel 12 Indexering

  • 1 Indien de uitkering bedoeld in hoofdstuk VI, paragraaf 1, van de wet wordt verhoogd door indexering op grond van de overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling, dan wordt met inachtneming van artikel 3, tweede lid, van de verordening de subsidie verhoogd met:

    • a.

      het percentage van de overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling ten behoeve van de loonontwikkeling over het loongevoelige gedeelte van de normbedragen dan wel van het verleende subsidiebedrag;

    • b.

      het percentage van de overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling ten behoeve van de prijsontwikkeling over het prijsgevoelige gedeelte van de normbedragen dan wel van het verleende subsidiebedrag.

  • 2 Het loongevoelige gedeelte van het normbedrag dan wel van het verleende subsidiebedrag bedraagt 80%, tenzij bij besluit van de minister anders is bepaald.

  • 3 Het prijsgevoelige gedeelte van het normbedrag dan wel van het verleende subsidiebedrag bedraagt 15%, tenzij bij besluit van de minister anders is bepaald.

  • 4 Het eerste lid is niet van toepassing op subsidies ten behoeve van pleegouders.

Artikel 13 Vermogensvorming en tekorten

  • 1 De subsidie-ontvanger vormt een egalisatiereserve als bedoeld in artikel 4:72 van de Awb.

  • 2 De egalisatiereserve wordt slechts aangewend ten behoeve van activiteiten die overeenkomen met het doel van de subsidie waaruit de egalisatiereserve is gevormd.

  • 3 De egalisatiereserve bedraagt niet meer dan 10% van het vastgestelde boekjaarsubsidiebedrag over hetzelfde subsidiejaar. Indien deze egalisatiereserve meer dan 10% bedraagt, wordt het meerdere bij de vaststelling voor het betreffende boekjaar afgetrokken.

  • 4 De egalisatiereserve komt niet eerder negatief te staan dan voordat het overige beschikbare eigen vermogen is aangewend. Indien de egalisatiereserve negatief komt te staan, wordt in de toelichting op de balans gemotiveerd weergegeven hoe deze weer positief wordt gemaakt.

Artikel 14 Reikwijdte 

Behoudens artikelen 4, 12 en 13 is deze regeling niet van toepassing op instellingen die een steunfunctie uitvoeren of werkzaamheden verrichten bestaande uit het ter beschikking stellen van een vertrouwenspersoon.

Paragraaf 6 Slotbepalingen

Artikel 15 Afwijkingsbevoegdheid

Indien er nadelige financiële effecten van overwegende aard voor de zorgaanbieders optreden zijn Gedeputeerde Staten in het kader van de vaststelling van de subsidie bevoegd af te wijken van het bepaalde in artikel 8 eerste lid.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat artikel 2 en artikel 8, vierde en vijfde lid, van toepassing zijn op subsidieaanvragen die betrekking hebben op het subsidiejaar 2013 en later.

Artikel 17 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regels subsidieverstrekking jeugdzorg Gelderland 2011.

Ondertekening

Gedeputeerde Staten van Gelderland

Bijlage 1

Het uniforme rekeningschema met kostencategorieën

 Salariskosten

 

 411100

 Pedagogisch medewerker A

 411200

 Pedagogisch medewerker B

 411300

 Gedragswetenschapper / behandelcoördinator

 411400

 Vak-HBO'er

 411500

 Arts / psychiater

 411600

 Gastvrouw

 411700

 Ambulante hulpverlener A

 411800

 Ambulante hulpverlener B

 411900

 Begeleider Pleegzorg

 412100

 Gezinshuisouder

 412200

 Leidinggevende C

 412300

 Leidinggevende D

 412400

 Educatiemedewerker

 412500

 Activiteitenbegeleider

 413000

 Stagiaires

 414000

 Niet-direct zorgverlenende functies (= overhead)

 415000

 Vakantietoeslag

 416000

 Eindejaarsuitkering

 417000

 ORT, overwerk en bereikbaarheidsvergoeding

 418000

 Ontvangen ziekengelden

 419000

 Dotatie personeelsvoorzieningen en -verplichtingen

 Sociale Lasten

 

 420000

 Sociale Lasten

 428000

 Dotatie voorzieningen sociale lasten

 Overige personeelskosten

 

 431000

 Inhuur Personeel

 432000

 Reiskosten Woon-werk

 433000

 Studiekosten

 434000

 Kosten Kinderopvang, burnout en employability

 435000

 Kosten Arbodienst

 436000

 Kosten Werving en Selectie

 437000

 Gratificaties en incidentele toeslagen

 438000

 Dotatie voorzieningen personeelskosten

 439000

 Overige personeelskosten

 Apparaatskosten

 

 441100

 Bestuurskosten

 441200

 Vergader- en representatiekosten overige

 441300

 Kosten OR

 442100

 Telefoonkosten en overige communicatiekosten

 442200

 Portokosten

 442300

 Kosten Drukwerk- en reproductie

 443000

 Kantoorbenodigdheden

 444100

 Bijdragen, lidmaatschappen en vakliteratuur

 444200

 Kosten PR

 445000

 Niet gebouwgebonden kosten belastingen en verzekeringen

 446100

 Accountantskosten

 446200

 Advieskosten

 446300

 Administratie- en bankkosten

 446400

 Kosten Administratieve Diensten door Derden

 447100

 Afschrijvingskosten Vervoersmiddelen

 447200

 Huur en leasing Vervoersmiddelen

 447300

 Overige kosten Vervoersmiddelen

 447400

 Kosten dienstreizen

 448000

 Overige rentelasten

 449000

 Overige Apparaatskosten

 Automatiseringskosten

 

 451000

 Afschrijvingskosten Automatisering

 452000

 Huur en leasing Automatisering

 459000

 Overige Automatiseringskosten

 Huisvestingskosten

 

 461100

 Onderhoudskosten

 461200

 Dotatie voorziening groot onderhoud

 461300

 Bouwkundige advisering

 462000

 Aanschaf klein inventaris en inrichtingskosten

 463000

 Energiekosten (gas, water, elektriciteit)

 464100

 Verzekeringskosten Gebouwgebonden

 464200

 Belastingkosten Gebouwgebonden

 465000

 Schoonmaakkosten

 466100

 Huur en leasing Terreinvoorzieningen

 466200

 Huur en leasing Installaties

 466300

 Huur en leasing Inventaris

 466400

 Huur en leasing Gebouwen

 467100

 Afschrijvingskosten Immateriële vaste activa

 467200

 Afschrijvingskosten Terreinvoorzieningen

 467300

 Afschrijvingskosten Inventaris

 467400

 Afschrijvingskosten Installaties

 467500

 Afschrijvingskosten Verbouwingen

 467600

 Afschrijvingskosten Gebouwen

 468100

 Rentelasten huisvesting

 468200

 Dotatie overige voorzieningen huisvestingskosten

 469000

 Overige huisvestingskosten

 Verzorgingskosten

 

 471000

 Voedingskosten

 472000

 Kosten persoonlijke verzorging

 473000

 Medische kosten

 474100

 Pleegzorgvergoedingen

 474200

 Vergoeding gastgezinnen

 474300

 Zak- en Kleedgeld

 475000

 Kosten onderwijs

 476000

 Kosten activiteiten

 477000

 Vervoerskosten cliënten

 479000

 Overige verzorgingskosten

 Opbrengsten

 

 810000

 AWBZ vergoedingen

 821000

 Provinciale subsidie

 822000

 Provinciale subsidie incidentele wachtlijstmiddelen

 823000

 Provinciale subsidie projecten

 824000

 Overige provinciale subsidies

 831000

 Subsidies gemeenten

 832000

 Subsidies gemeentelijke projecten

 833000

 Overige subsidies gemeenten

 840000

 Subsidie ministerie van VWS

 850000

 Subsidie ministerie van Justitie

 860000

 Overige subsidies

 871000

 Rente opbrengsten

 872000

 Detacheringsopbrengsten

 873000

 Overige opbrengsten uit geleverde diensten aan derden

 874000

 Huuropbrengsten

 875000

 Kantine-opbrengsten

 876000

 Opbrengsten uit schenkingen/legaten

 877000

 Opbrengsten uit sponsoring

 878000

 Eigen bijdrage jeugdigen

 890000

 Overige opbrengsten

Bijlage 2 

Bijlage bij subsidieverstrekking   (jaar)

P*Q uitgedrukt in zorgaanspraken, totaal activiteiten

Naam instelling :

 Zorgaanspraken

 Bekostigingseenheden

 Omschrijving bekostigingseenheden

 Kostprijs per bekostigingseenheid

 aantal bekostigingseenheden

 totaal subsidie aanvraag

 1. jeugdhulp thuis, individueel

 JH2-A  JH3-A  JH4  

 Ambulant spec.jeugdhulp  Ambulant ther. Jeugdhulp  Jeugdhulp crisis Totaal

 €  €  € €

 

 €  €  € €

 2. jeugdhulp op accommodatie zorgaanbieder, individueel

 JH2-B  JH3-B  

 Spec.jeugdhulp  Therapeutisch jeugdhulp Totaal

 €  € €

 

 €  € €

 3. jeugdhulp op accommodatie zorgaanbieder, groep

 JH2-C  JH2-D  JH3-C  

 Spec. groepshulp  Spec. groepshulp zwaar  Therapeutische groepshulp Totaal

 €  €  € €

 

 €  €  € € 

 4. verblijf zorgaanbieder 24 uurs

 VF2  VF3  VF4  VF5  VF6  VF7  VF8  VF9  

 Behandelgrp kamertraining  Behandelgrp gezinshuis licht  Behandelgrp gezinshuis  Behandelgroep fasehuis  Behandelgroep  Behandelgroep zwaar  Behandelgroep crisis  Gesloten behandelgroep Totaal

 €  €  €  €  €  €  €  € €

 

 €  €  €  €  €  €  €  € €

 5. verblijf zorgaanbieder deeltijd

 VF1

 Dagbehandeling

 €

 

 €

 6. verblijf pleegouder deeltijd

 PL1

 Deeltijd pleegzorg

 €

 

 €

 7. verblijf pleegouder 24 uurs

 PL2

 24-uurs pleegzorg

 €

 

 €

 8. Observatiediagnostiek

 OD

 Observatiediagnostiek

 €

 

 €

 

 Totaal

 Subsidieaanvraag 

 

 

 

In de subsidieaanvraag   (jaar)   is begrepen*

 huisvestingskosten

 €

 vervoerskosten

 €

 pleegoudervergoedingen

 €

*Specificaties in de begroting opnemen.

Algemene toelichting

Op 4 oktober 2011 is de Subsidieverordening jeugdzorg Gelderland 2011 (hierna: verordening) bekend gemaakt in het Provinciaal Blad (2011/136) en een dag later in werking getreden. Deze verordening stelt het kader voor de subsidiëring van de voorzieningen voor jeugdzorg en is van toepassing op subsidies die betrekking hebben op het subsidiejaar 2012 en later. Op grond van deze verordening kunnen Gedeputeerde Staten regels vaststellen ten behoeve van de uitvoering hiervan.

Op de subsidievertrekking binnen jeugdzorg is eveneens de Algemene subsidieverordening Gelderland 1998 van toepassing. Deze bevat algemene regels hieromtrent. Deze is van toepassing voor zover de Subsidieverordening jeugdzorg Gelderland 2011 niet anders heeft bepaald. De Regels subsidieverstrekking jeugdzorg Gelderland 2011 is weer een verdere uitwerking van het subsidieproces. Deze regels dienen wel in lijn te zijn met voormelde verordeningen. In de regels kan niet van de verordeningen worden afgeweken. De Regels subsidieverstrekking jeugdzorg Gelderland 2011 zijn grotendeels gelijk aan de Nadere regels subsidieverordening jeugdzorg provincie Gelderland 2010. De belangrijkste wijziging is de wijze waarop de subsidie aan zorgaanbieders wordt berekend. Deze zal voortaan gebeuren op basis van instroom.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2, aanhef en onder c Solvabiliteit wordt berekend door het eigen vermogen te delen door het balanstotaal.

Artikel 3 Deze bepaling is een nadere specificatie van artikel 2.1, tweede lid, van de Algemene subsidieverordening Gelderland 1998. De begroting dient een risicoparagraaf te bevatten. In deze paragraaf worden alle voorzienbare risico’s opgenomen, toegelicht en gekwantificeerd, die van materiële betekenis kunnen zijn voor de (financiële) positie van de instelling. Waar mogelijk wordt ook een oplossingsrichting aangegeven.

Artikel 6 Hierin wordt bepaald op welke wijze de subsidie wordt berekend voor de taken bedoeld in artikel 10, eerste lid, aanhef en onder a tot en met d, van de Wet op de jeugdzorg, de zogenaamde ‘justitiële taken’. Subsidie ten behoeve van de overige taken die door bureau jeugdzorg worden uitgevoerd worden conform de Algemene subsidieverordening Gelderland 1998 verstrekt.

Artikel 8, lid 3 In deze bepaling is de wijze van subsidiëring van zorgaanbieders met betrekking tot bekostigingseenheden geregeld. Hierbij staat centraal de instroom. Door deze te vermenigvuldigen met het tarief per instroom wordt de subsidie berekend. In de praktijk komt het voor dat bepaalde zorgaanbieders, met name de landelijk werkende instellingen, in een gegeven kalenderjaar geen of onvoldoende instroom realiseren. Dit komt mede door lange doorlooptijden van zorgbehoevende bij deze instellingen alsmede een teruglopende capaciteit. Om subsidieverstrekking in deze gevallen mogelijk te maken kan wanneer de verwachte instroom lager is dan 20 in de beschikking tot subsidieverstrekking worden bepaald dat de subsidie wordt berekend door het tarief per bekostigingseenheid te vermenigvuldigen met het aantal bekostigingseenheden.

Artikel 8, lid 4 Deze bepaling gaat op grond van artikel 15 pas gelden vanaf het subsidiejaar 2013. Vanaf dan zal de subsidie worden geweigerd indien het tarief per bekostigingseenheid meer dan 10% hoger is ten opzichte van het voorgaande subsidiejaar. Concreet betekent dit voor 2013 dat de subsidie zal worden geweigerd indien het tarief per bekostigingseenheid meer dan 10% hoger is dan die van 2012.

Artikel 10 Het is voor het bureau jeugdzorg van belang te kunnen volgen wat er met zijn indicatie gebeurt. De provincie moet zicht houden op met welke zorgaanbieders welke subsidies moeten worden vastgesteld. Een overheveling van capaciteit van een zorgaanbieder naar een andere zorgaanbieder krijgt vorm door wijziging van het desbetreffende besluit tot subsidieverlening.

Artikel 11 Hierin wordt bepaald dat paragraaf 4 slechts van toepassing is op de subsidiëring van bekostigingseenheden. De subsidiëring van andere activiteiten van zorgaanbieders geschiedt in overeenstemming met de Subsidieverordening jeugdzorg Gelderland 2011 en de Algemene subsidieverordening Gelderland 1998.

Artikel 14 De wijze van subsidiëring van instellingen die een steunfunctie uitvoeren of werkzaamheden verrichten bestaande uit het ter beschikking stellen van een vertrouwenspersoon vallen grotendeels buiten de werking van deze regels. Hierop zijn de algemene regels van de Subsidieverordening jeugdzorg Gelderland 2011 en de Algemene subsidieverordening Gelderland 1998 van toepassing. Slechts de bepalingen omtrent de inhoud van het activiteitenverslag, indexering en vermogensvorming zijn van toepassing op deze instellingen.