LANDSVERORDENING van de 18de augustus 1959, houdende overdracht van bevoegdheden aan de Gevolmachtigde Minister en wijziging van het Koninklijk Besluit van de 30ste mei 1924 (P.B. 1924, no. 31) houdende vaststelling van een reglement op de toekenning van overtocht van Nederland naar Suriname en naar Curaçao en omgekeerd, ten laste van de Surinaamse of van de Curaçaose geldmiddelen.

Geldend van 01-09-1959 t/m heden

Intitulé

LANDSVERORDENING van de 18de augustus 1959, houdende overdracht van bevoegdheden aan de Gevolmachtigde Minister en wijziging van het Koninklijk Besluit van de 30ste mei 1924 (P.B. 1924, no. 31) houdende vaststelling van een reglement op de toekenning van overtocht van Nederland naar Suriname en naar Curaçao en omgekeerd, ten laste van de Surinaamse of van de Curaçaose geldmiddelen

Artikel 1

Overal waar in geldende wettelijke regelingen, welke bij landsverordening kunnen worden gewijzigd, uitvoerende bevoegdheden zijn toegekend aan het Nederlandse departement van Zaken Overzee of de Minister van dat departement met betrekking tot eigen Nederlands-Antilliaanse aangelegenheden worden deze bevoegdheden bij deze landsverordening overgedragen aan de Gevolmachtigde Minister van de Nederlandse Antillen.

Artikel 2

Het Koninklijke Besluit van de 30ste mei 1924 (Stbl. 288), houdende vaststelling van een reglement op de toekenning van overtocht van Nederland naar Suriname en naar Curaçao en omgekeerd, ten laste van de Surinaamse en van de Curaçaose geldmiddelen, wordt voor zover de Nederlandse Antillen betreft, gewijzigd als volgt:

Artikel III wordt gelezen:

“De betrokken Minister kan in zeer bijzondere gevallen in overleg met de Minister-President bij een met redenen omklede beschikking overtocht ten laste van 's Lands kas toekennen aan hen, die daarop volgens het reglement geen aanspraak hebben, dan wel machtiging verlenen tot terugbetaling van uit eigen middelen bestreden overtochtkosten of van kosten, welke gemaakt zijn om de reis te volbrengen in een hogere klasse of in een hogere categorie van de vervoerklasse dan die, waarop volgens het reglement aanspraak bestond.".

Artikel 3

Deze landsverordening treedt in werking op een bij landsbesluit te bepalen tijdstip.