Statuten voor een openbaar lichaam Euregio Rijn-Maas-Noord.

Geldend van 01-01-2007 t/m heden

Intitulé

Statuten voor een openbaar lichaam Euregio Rijn-Maas-Noord.

Preambule

  • -

    de Kreis Kleve;

  • -

    de gemeente Krefeld;

  • -

    de Kamer van Koophandel en Fabrieken Limburg-Noord;

  • -

    de Industrie- und Handelskammer Mittlerer Niederrhein Krefeld-Mönchengladbach-Neuss;

  • -

    de gemeente Mönchengladbach;

  • -

    de Kreis Neuss;

  • -

    de Niederrheinische Industrie- und Handelskammer Duisburg-Wesel-Kleve in Duisburg;

  • -

    de tot de Regio Noord- en Midden-Limburg behorende gemeenten Ambt Montfort, Arcen en Velden, Beesel, Bergen, Echt, Gennep, Haelen, Heel, Helden, Heythuysen, Horst aan de Maas, Hunsel, Kessel, Maasbracht, Maasbree, Meerlo-Wanssum, Roerdalen, Roermond, Roggel en Neer, Sevenum, Swalmen, Thorn, Venlo, Venray en Weert;

  • -

    de Kreis Viersen;

  • -

    de aan de grens gelegen tot een Kreis behorende gemeenten Geldern, Nettetal en Straelen;

  • -

    de aan de grens gelegen tot een Kreis behorende gemeenten Brüggen en Niederkrüchten;

die tot op heden in de vorm van een samenwerkingsverband in de euregio rijn-maas-noord waren verenigd, zijn voornemens ook in de toekomst de mogelijkheid van de grensoverschrijdende samenwerking op regionaal en lokaal niveau te stimuleren en te verwezenlijken overeenkomstig het het verdrag tussen de deelstaat Noordrijn-Westfalen, de deelstaat Nedersaksen, de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden betreffende grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale lichamen en andere openbare instellingen (GV NW 530/SGV NW 101), hierna te noemen: “Verdrag”. In het bijzonder zijn partijen voornemens alle maatregelen ter versteviging en ontwikkeling van de betrekkingen tussen buurgebieden aan weerszijden van de grens onderling af te stemmen alsmede werkbare afspraken te maken teneinde de dienaangaande optredende problemen op te lossen.

Gelet op de voordelen als voortvloeiende uit de grensoverschrijdende samenwerking en het Verdrag in aanmerking genomen, stellen bovengenoemde gemeenten en bestuurslichamen derhalve de volgende statuten vast (met de functieaanduidingen in onderhavige statuten worden zowel de mannelijke als vrouwelijke vorm bedoeld):

§ 1 Rechtsvorm

  • 1.

    De euregio rijn-maas-noord is een in Mönchengladbach gevestigd openbaar lichaam, dat full-time werkzame medewerkers kan aanstellen.

  • 2.

    Overeenkomstig art. 3, lid 3 van het in de considerans genoemde Verdrag is op het openbaar lichaam Duitse recht van toepassing, in het bijzonder de wet “Gesetz über kommunale Gemeinschaftsarbeit des Landes Nordrhein-Westfalen” (GV NW 621/ SGV NW 202).

§ 2 Gebied van het openbaar lichaam

Het gebied van het openbaar lichaam beslaat het gebied van de in de considerans genoemde bestuurslichamen. De Kreis Kleve behoort met de gemeenten Geldern, Issum, Kerken, Kevelaer, Rheurdt, Straelen, Wachtendonk en Weeze tot het gebied van het openbaar lichaam.

§ 3 Taken en bevoegdheden

  • 1.

    Het openbaar lichaam heeft tot taak de regionale grensoverschrijdende samenwerking tussen haar leden te stimuleren, te ondersteunen en te coördineren.

  • 2.

    Het openbaar lichaam dient activiteiten te ontplooien, programma’s en projecten te ontwikkelen en uit te voeren alsmede financiële middelen aan te vragen, te ontvangen en hierover te beschikken.

  • 3.

    Het openbaar lichaam vertegenwoordigt binnen het gebied de belangen van zijn leden ten opzichte van internationale, nationale en andere instellingen.

  • 4.

    Het openbaar lichaam stimuleert het overleg en de coördinatie tussen publiekrechtelijke instellingen, overheidsorganen en maatschappelijke groeperingen in alle geledingen van het gebied van het openbaar lichaam.

  • 5.

    Het openbaar lichaam adviseert leden, burgers, ondernemingen, verenigingen, overheidsorganen en overige instellingen in grensoverschrijdende kwesties.

  • 6.

    De grensoverschrijdende samenwerking als bedoeld in lid 1 tot en met 5 vindt in het bijzonder op de volgende gebieden plaats:

    • a.

      economische ontwikkeling;

    • b.

      opleiding en onderwijs;

    • c.

      menselijk potentieel;

    • d.

      verkeer en vervoer;

    • e.

      technologie en innovatie;

    • f.

      ruimtelijke ordening;

    • g.

      cultuur en sport;

    • h.

      toerisme en recreatie;

    • i.

      milieubescherming en afvalverwerking;

    • j.

      natuurbehoud en landschapsbeheer;

    • k.

      sociale zaken;

    • l.

      volksgezondheid;

    • m.

      rampenbestrijding;

    • n.

      communicatie; en

    • o.

      openbare orde en veiligheid.

Prioriteit hebben die activiteiten, die een aantoonbaar voordeel en een aantoonbare meerwaarde voor de burgers opleveren en de mensen in het gebied van het openbaar lichaam dichter bij elkaar brengen.

§ 4 Lidmaatschap

  • 1.

    Bij oprichting behoren tot de leden de Duitse en Nederlandse gemeenten, regionale publiekrechtelijke lichamen en overige publiekrechtelijke bestuurslichamen die onderhavige statuten hebben ondertekend.

  • 2.

    Overige gemeenten, regionale gewesten en publiekrechtelijke bestuurslichamen die zich met de doelstelling van de euregio rijn-maas-noord verbonden voelen, kunnen op schriftelijk verzoek bij besluit van de vergadering van het openbaar lichaam als lid toetreden, waarbij een tweederde meerderheid van de stemmen van het statutaire aantal afgevaardigden in de vergadering van het openbaar lichaam is vereist.

  • 3.

    De leden zijn gerechtigd met inachtneming van een opzegtermijn van drie jaar uit het openbaar lichaam uit te treden. Hiertoe is een schriftelijke verklaring tegenover de vergadering van het openbaar lichaam vereist. De rechten en plichten uit hoofde van het lidmaatschap vervallen op 31 december van het derde jaar volgend op bedoelde verklaring.

  • 4.

    Uittredende leden zijn na hun uittreding tegenover het openbaar lichaam naar rato van het stemmenaantal in de vergadering van het openbaar lichaam aansprakelijk voor de tot dan toe ontstane verplichtingen. De aansprakelijkheid van uitgetreden leden voor uit langetermijn-schulden van het openbaar lichaam ontstane verplichtingen is beperkt tot de concrete bedragen die tot het tijdstip van uittreding naar rato zijn ontstaan. De uittredende leden zien af van een vermogensrechtelijke vereffening.

  • 5.

    Bij uittreding van een lid eindigen alle functies die zijn afgevaardigden in een of meerdere organen van het openbaar lichaam hebben aanvaard.

§ 5 Rechten en plichten van de leden

  • 1.

    De leden zijn verplicht het openbaar lichaam in haar werk te ondersteunen. Ze zijn in het bijzonder verplicht binnen het kader van hun nationale bevoegdheden die maatregelen te nemen die voor de uitoefening van de taken van het openbaar lichaam noodzakelijk zijn.

  • 2.

    De leden zijn gerechtigd van de gemeenschappelijke voorzieningen, diensten en stimuleringsprogramma’s van het openbaar lichaam gebruik te maken.

§ 6 Organen

Het openbaar lichaam kent de volgende organen:

  • 1.

    de vergadering van het openbaar lichaam en

  • 2.

    het bestuur van het openbaar lichaam.

§ 7 Vergadering van het openbaar lichaam

  • 1.

    De vergadering van het openbaar lichaam is het hoogste orgaan van het openbaar lichaam.

  • 2.

    De vergadering van het openbaar lichaam is steeds samengesteld uit een gelijk aantal Duitse en Nederlandse afgevaardigden. Bij uit- of toetreding van leden vindt met het oog p de handhaving van de pariteit tussen Duitse en Nederlandse leden een herverdeling van de stemmen onder de leden plaats.

  • 3.

    Het aantal vertegenwoordigers van gemeenten en Kreise dat is afgevaardigd naar de vergadering van het openbaar lichaam is gebaseerd op een telkens vast te leggen verdeelsleutel. Op de Industrie- und Handelskammern en de Kamer van Koophandel zijn bijzondere regelingen van toepassing (zie bijlage).

  • 4.

    De aangesloten bestuurslichamen kiezen na aanvang van een nieuwe zittingstermijn onverwijld afgevaardigden voor de vergadering van het openbaar lichaam; herverkiezing is toegestaan. De publiekrechtelijke lichamen benoemen voor elke afgevaardigde een plaatsvervanger. Elke afgevaardigde heeft één stem.

  • 5.

    De afgevaardigden in de vergadering van het openbaar lichaam dienen de organen die hen hebben gedelegeerd,mondeling of schriftelijk te informeren over alle belangrijke kwesties van het openbaar lichaam en vragen te beantwoorden. Zij kunnen door de organen die hen hebben gedelegeerd, ter verantwoording worden geroepen voor het door hen in de vergadering van het openbaar lichaam voorgestane beleid.

  • 6.

    Bij uittreding van een afgevaardigde uit het orgaan dat hem heeft gedelegeerd, verliest hij tevens zijn zetel in de vergadering van het openbaar lichaam. Indien gedurende een zittingstermijn een zetel in de vergadering van het openbaar lichaam vacant wordt, kiest het aangesloten bestuurslichaam onverwijld, evenwel uiterlijk binnen de eerstvolgende twee maanden, een nieuwe afgevaardigde voor de vergadering van het openbaar lichaam.

  • 7.

    Na ommekomst van een zittingstermijn behoudt een afgevaardigde zijn zetel in de vergadering van het openbaar lichaam, totdat overeenkomstig het bepaalde in lid 4 een opvolger is gekozen.

  • 8.

    De opvolger van een afgevaardigde behoudt zijn zetel in de vergadering van het openbaar lichaam slechts voor de duur van het mandaat – met inbegrip van dat van zijn voorganger – gedurende de zittingstermijn.

  • 9.

    Indien een gekozen afgevaardigde in de vergadering van het openbaar lichaam niet langer het vertrouwen van het aangesloten bestuurslichaam geniet, is laatstgenoemde gerechtigd zijn mandaat in te trekken.

  • 10.

    De Regierungspräsident Düsseldorf, de voorzitter van de Regionalrat bij de Bezirksregierung Düsseldorf, de Commissaris der Koningin en de gedeputeerde voor Economische Zaken van de provincie Limburg, de Handwerkskammer Düsseldorf, de Deutsche Gewerkschaftsbund (Region Dusseldorf / Mittlerer Niederrhein) alsmede de Unternehmerschaft Niederrhein zijn gerechtigd met adviserende stem aan de zittingen van de vergadering van het openbaar lichaam deel te nemen. Zij zijn gerechtigd zich te laten vertegenwoordigen. De president is bevoegd in individuele gevallen meer adiserende leden uit te nodigen.

  • 11.

    De vergadering van het openbaar lichaam kiest uit het midden van haar stemgerechtigde leden telkens voor de duur van vier jaar het presidium, bestaande uit de president (voorzitter van de vergadering van het openbaar lichaam) en diens plaatsvervanger (plaatsvervangend voorzitter van de vergadering van het openbaar lichaam), van wie er steeds één Duitser en één Nederlander is. Na ommekomst van twee jaar wisselen zij elkaar in hun functie af.

  • 12.

    Behoudens andersluidende bepalingen in de statuten is de vergadering van het openbaar lichaam voor alle aangelegenheden van het openbaar lichaam bevoegd. Tot de verantwoordelijkheden van de vergadering van het openbaar lichaam behoren met name:

    • a.

      de beleidsplannen en -doelen;

    • b.

      de financiële verslaglegging door het bestuur en de verlening van decharge aan het bestuur;

    • c.

      statutenwijziging;

    • d.

      de toelating van leden;

    • e.

      het financieel reglement;

    • f.

      de benoeming van een full-time directeur voor de duur van zes jaar en de benoeming van een plaatsvervanger, zodanig dat een Nederlandse directeur een Duitse plaatsvervanger en een Duitse directeur een Nederlandse plaatsvervanger heeft; herverkiezing is toegestaan;

    • g.

      de instelling van commissies en werkgroepen en de vaststelling van hun werkwijze;

    • h.

      de benoeming van de voorzitters van de drie vaste commissies (§9, lid 1) en hun plaatsvervangers;

    • i.

      de verkiezing van de voorzitters en hun plaatsvervangers van de eventueel aanvullend gevormde commissies (§12, lid 1);

    • j.

      de aanstelling van een voor financiën verantwoordelijke medewerker;

    • k.

      de begroting, de formatieplaatsen, begrotingsoverschrijdingen en onvoorziene uitgaven, volmachten tot het aangaan van financiële verplichtingen alsmede het investeringsprogramma;

    • l.

      het reglement; en

    • m.

      de ontbinding van het openbaar lichaam overeenkomstig in §17;

en bevestigt de benoeming van de commissieleden (§ 12, lid 6).

§ 8 Werkwijze van de vergadering van het openbaar lichaam

  • 1.

    De vergadering van het openbaar lichaam komt ten minste tweemaal per jaar bijeen.

  • 2.

    Convocatie van de vergadering van het openbaar lichaam geschiedt door de president met inachtneming van een termijn van twee weken met bijvoeging van een agenda. De convocatie voor de constituerende vergadering van het openbaar lichaam geschiedt door de president van de ledenvergadering van het samenwerkingsverband euregio rijn-maas-noord. Eén vijfde van de leden van de vergadering van het openbaar lichaam of de meerderheid van het bestuur alsmede de president zijn te allen tijde gerechtigd met vermelding van de punten van beraadslaging een buitengewone zitting te verlangen. Een verkorting van de convocatietermijn is mogelijk op verzoek van één vijfde van de leden van de vergadering van het openbaar lichaam met vermelding van de agendapunten voor een buitengewone zitting.

  • 3.

    De vergadering van het openbaar lichaam is beslissingsbevoegd, indien meer dan de helft van de stemgerechtigde afgevaardigden aanwezig is. Ze wordt geacht beslissingsbevoegd te zijn, zolang niet is vastgesteld dat het vereiste quorum niet aanwezig is.

  • 4.

    Indien is vastgesteld dat het vereiste quorum niet aanwezig is, dient onverwijld een nieuwe zitting van de vergadering van het openbaar lichaam bijeengeroepen te worden, welke alsdan ongeacht het aantal aanwezige stemgerechtigde afgevaardigden beslissingsbevoegd is. Hierop dient bij de convocatie uitdrukkelijk gewezen te worden. Tussen de datum van de eerste zitting en de datum van de tweede zitting dient een periode van tenminste twee weken te liggen.

  • 5.

    Besluiten worden genomen bij gewone meerderheid van stemmen van de aanwezige leden van de vergadering van het openbaar lichaam. Onverminderd art. 8, lid 1 van het in de considerans genoemde Verdrag is voor statutenwijziging een tweederde meerderheid van de stemmen vereist van het statutaire vereiste aantal afgevaardigden in de vergadering van het openbaar lichaam.

  • 6.

    Ingeval de vergadering van het openbaar lichaam niet tijdig geconvoceerd kan worden teneinde besluiten te nemen met betrekking tot kwesties waarover de besluitvorming tto haar verantwoordelijkheid behoort en die geen uitstel dulden, beslist de president of diens plaatsvervanger samen met een lid van de vergadering van het openbaar lichaam. Deze besluiten dienen tijdens de volgende vergadering aan de vergadering van het openbaar lichaam ter goedkeuring te worden voorgelegd.

  • 7.

    Indien partijdigheid in het geding is, neemt de vergadering van het openbaar lichaam een besluit.

  • 8.

    De zittingen van de vergadering van het openbaar lichaam zijn in beginsel openbaar. In geval van beraadslaging over aangelegenheden die niet voor de openbaarheid bestemd zijn, kan de openbaarheid worden uitgesloten.

  • 9.

    De notulen van de vergadering van het openbaar lichaam worden in de Duitse taal opgesteld en daarnaast tevens in het Nederlands vertaald. De notulen dienen, voorzien van de handtekening van de president, binnen vier weken aan alle leden van de vergadering van het openbaar lichaam toegezonden te worden.

  • 10.

    De directeur stuurt de agenda, de vergaderstukken en de notulen van zittingen van de vergadering van het openbaar lichaam aan alle leden en aan de toezichthouders.

  • 11.

    Nadere bepalingen legt de vergadering van het openbaar lichaam in het reglement vast.

§ 9. Bestuur van het openbaar lichaam

  • 1.

    Het bestuur van het openbaar lichaam telt acht leden:

    • a.

      de voorzitter van het bestuur;

    • b.

      de plaatsvervangend voorzitter van het bestuur; en

    • c.

      zes overige leden.

  • De voorzitter van het bestuur van het penbaar lichaam, diens plaatsvervanger en de overige leden van het bestuur van het openbaar lichaam worden door de vergadering van het openbaar lichaam gekozen voor de duur van vier jaar. Uit de gekozen overige leden van het bestuur van het openbaar lichaam kiest de vergadering van het openbaar lichaam de voorzitters van de drie vaste commissies (§12, lid 1) en hun plaatsvervangers.

  • Adviserende leden zijn de provincie Limburg en de Bezirksregierung Düsseldorf.

  • 2.

    Het bestuur van het openbaar lichaam is verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur en maakt hiertoe gebruik van een directeur (§11).

  • 3.

    Het bestuur van het openbaar lichaam is instructiebevoegd tegenover de directeur alsmede tegenover alle medewerkers en is in het bijzonder verantwoordelijk voor geeft leiding aan de secretaris en is verantwoordelijk voor:

    • -

      de voorbereiding en uitvoering van de besluiten van de vergadering van het openbaar lichaam; en

    • -

      de aanstelling, de promotie en het ontslag van de medewerkers, uitgezonderd de directeur.

  • 4.

    De voorzitter van het bestuur van het openbaar lichaam vertegenwoordigt het openbaar lichaam in en buiten rechte

  • 5.

    Verklaringen waarmee namen het openbaar lichaam verplichtingen worden aangegaan, zijn slechts rechtsgeldig, voor zover deze schriftelijk geschieden. Ze dienen door de voorzitter van het bestuur van het openbaar lichaam en een ander bestuurslid van het openbaar lichaam of door de voorzitter van het openbaar lichaam en de directeur te worden ondertekend.

§ 10 Werkwijze van het bestuur van het openbaar lichaam

  • 1.

    Besluiten worden bij gewone meerderheid van stemmen van de aanwezige bestuursleden van het openbaar lichaam genomen.

  • 2.

    Het bestuur van het openbaar lichaam is beslissingsbevoegd, indien meer dan helft van de stemgerechtigde bestuursleden aanwezig is.

  • 3.

    Het bestuur van het openbaar lichaam komt tenminste viermaal per jaar bijeen. De zittingen vinden buiten openbaarheid plaats.

  • 4.

    Van de zittingen van het bestuur van het openbaar lichaam worden notulen gemaakt.

  • 5.

    Nadere bepalingen legt de vergadering van het openbaar lichaam in het reglement vast.

§ 11 Directeur

  • 1.

    De leiding over het kantoor berust bij een directeur. Deze ondersteunt het bestuur van het openbaar lichaam bij de uitoefening van het dagelijks bestuur binnen het kader van het door de vergadering van het openbaar lichaam vastgelegde beleid.

  • 2.

    De directeur is instructiebevoegd tegenover de medewerkers.

  • 3.

    Nadere bepalingen legt de vergadering van het openbaar lichaam in het reglement vast.

§ 12 Commissies

  • 1.

    De vergadering van het openbaar lichaam stelt drie vaste commissies in:

    • -

      de commissie “People to People”;

    • -

      de commissie “Government to Government”;

    • -

      de commissie “Business to Business”.

  • Desgewenst kunnen meer commissies worden ingesteld.

  • 2.

    De werkterreinen en bevoegdheden van de vaste commissies worden door de vergadering van het openbaar lichaam bepaald. Bij geschillen omtrent de afbakening van de bevoegdheden is de stem van het bestuur doorslaggevend.

  • 3.

    De vergadering van het openbaar lichaam benoemt de voorzitters van de drie vaste commissies en hun plaatsvervangers uit het midden van de overige bestuursleden (§9, lid 1, punt c) De vergadering van het openbaar lichaam kiest de voorzitters en hun plaatsvervangers van de eventueel aanvullend gevormde commissies. Daarbij dient een Nederlandse voorzitter een Duitse plaatsvervanger te hebben en een Duitse voorzitter een Nederlandse plaatsvervanger. De plaatsvervangende voorzitters van de commissies vertegenwoordigen hun desbetreffende voorzitter in de commissie. Het bepaalde in §7, lid 11, derde zin is van overeenkomstige toepassing.

  • 4.

    Elke commissie bestaat uit de door de vergadering van het openbaar lichaam gekozen commissievoorzitter en de plaatsvervangend voorzitter alsmede achttien andere leden:

    • a.

      aan Duitse zijde ten hoogste negen leden, van wie de Kreise Neuss, Kleve en Viersen alsmede de gemeenten Krefeld en Mönchengladbach elk één afgevaardigde, de beide Duitse Kamers van Koophandel één gezamenlijke afgevaardigde en de aan de grens gelegen gemeenten in de Kreis Kleve resp. Viersen elk één gezamenlijke afgevaardigde delegeren alsmede eventueel een in goed overleg aan te wijzen extra lid; en

    • b.

      aan Nederlandse zijde ten hoogste negen, door de aangesloten Nederlandse bestuurslichamen in goed overleg aan te wijzen afgevaardigden

  • De pariteit tussen het aantal Duitse en Nederlandse leden dient voor zover mogelijk steeds gehandhaafd te blijven.

  • 5.

    Adviserende leden zijn de provincie Limburg en de Bezirksregierung Düsseldorf. Daarnaast kunnen door de vergadering van het openbaar lichaam extra adviserende leden in de commissies worden gekozen.

  • 6.

    Het bestuur van het openbaar lichaam benoemt de commissieleden op voorstel van de voorzitter van de commissie en in goed overleg met de delegerende aangesloten bestuurslichamen. De vergadering van het openbaar lichaam bevestigt bedoelde benoemingen.

  • 7.

    De resultaten van beraadslagingen van de commissie worden door het bestuur van het openbaar lichaam ter stemming aan de vergadering van het openbaar lichaam voorgelegd.

  • 8.

    Nadere bepalingen legt de vergadering van het openbaar lichaam in het reglement vast.

§ 13 Ad-hoc projectgroepen

De commissies zijn bevoegd ad-hoc-projectgroepen in te stellen die hen in hun werk ondersteunen.

§ 14 Financiën / controle van de boeken.

  • 1.

    De leden zijn jaarlijks een lidmaatschapsbijdrage verschuldigd. Nadere bepalingen zijn in het jaarlijks op te stellen begrotingsreglement vastgelegd. Totdat de statuten rechtsgeldigheid verkrijgen, blijft de hoogte van de te betalen bijdrage ongewijzigd.

  • 2.

    De begroting alsmede de beleidsdoelen en -plannen voor het volgende jaar dienen steeds uiterlijk eind september van het lopende jaar overgelegd te worden. Het begrotingsjaar komt overeen met het kalenderjaar.

  • 3.

    De jaarrekening dient uiterlijk 31 maart van het volgende jaar overgelegd te worden.

  • 4.

    De vergadering van het openbaar lichaam benoemt uit haar midden een commissie op de controle van de boeken. De commissie op de controle van de boeken telt vier leden, van wie twee leden aangesloten Nederlandse bestuurslichamen en twee leden aangesloten Duitse bestuurslichamen vertegenwoordigen.

  • 5.

    De commissie controle van de boeken controleert de jaarrekening, waartoe zij gebruik maakt van de accountantsdienst van een aangesloten Duitse gemeente.

  • 6.

    De beginselen voor begrotingsbeleid en boekhouding worden bepaald door het in Noordrijn-Westfalen voor openbare lichamen geldende recht.

§ 15 Toezicht

Toezichthouder is overeenkomstig art. 9, lid 3 van het in de considerans genoemde Verdrag de Bezirksregierung Düsseldorf.

§ 16 Openbare kennisgeving

Algemene bekendmakingen geschieden in de publicatiebladen van de provincie Limburg en de Bezirksregierung Düsseldorf.

§ 17 Ontbinding

  • 1.

    Een besluit tot ontbinding van het openbaar lichaam is slechts mogelijk op een te dien einde met inachtneming van een termijn van twee maanden bijeen te roepen buitengewone vergadering van het openbaar lichaam, waarbij een tweederde meerderheid van de stemmen is vereist van het statutair vereiste aantal afgevaardigden in de vergadering van het openbaar lichaam waarin tevens een besluit over de aard van de liquidatie wordt genomen.

  • 2.

    Behoudens andersluidend besluit van de vergadering van het openbaar lichaam zijn de leden van het bestuur gezamenlijk vertegenwoordigingsbevoegde vereffenaars. Ze zijn bevoegd de directeur met de uitvoering van de liquidatie te belasten.

  • 3.

    De leden van het openbaar lichaam zijn verplicht bijliquidatie naar rato van hun lidmaatschapsbijdrage bijstortingen te doen ter aanzuivering van de na tegeldemaking van het vermogen van het openbaarlichaam resterende berplichtingen van het openbaar lichaam. Hiertoe behoren tevens de verplichtingen die jegens derden bestaan omdat zij aan het openbaar lichaam personeel ter beschikking hebben gesteld dat als gevolg van de liquidatie niet meer tewerkgesteld kan worden.

  • 4.

    De leden zijn verplicht zich in te spannen om de bestaande werknemers in hun organisatie over te nemen.

§ 18 Inwerkingtreding van de statuten

Onderhavige statuten treden in werking op de eerste dag van de eerste maand na hun algemene bekendmaking in het publicatieblad van de Bezirksregierung Düsseldorf hun inschrijving in het provinciaal register van de provincie Limburg.

§ 19 Slotbepalingen

Mocht een bepaling van onderhavige statuten geheel of gedeeltelijk nietig zijn of worden of mochten onderhavige statuten hiaten bevatten, dan laat zulks de rechtsgeldigheid van de overige bepalingen onverlet. In plaats van de nietige bepaling of ter regeling van het hiaat geldt alsdan met terugwerkende kracht een bepaling met een zoveel mogelijk gelijke strekking die datgene het dichtst benadert wat de leden wilden overeenkomen of – in geval van eenhiaat – gelet op de intentie en het doel van onderhavige statuten hadden gewild, indien zij zich van bedoelde kwestie bewust waren geweest.

Bijlage bij de statuten van het openbaar lichaam euregio rijn-maas-noord

Leden van de vergadering van het openbaar lichaam

De Kreise Neuss en Viersen alsmede de gemeenten Krefeld en Mönchengladbach delegerenelk zes afgevaardigden naar de vergadering van het openbaar lichaam. Voor de Kreis Kleve bedraagt het aantal afgevaardigden vijf. De Industrie- und Handelskammer Mittlerer Niederrhein delegeert twee afgevaardigden en de Niederrheinische Industrie- und Handelskammer één afgevaardigde. Voor elk van de aan de grens gelegen Duitse gemeenten bedraagt het aantal afgevaardigden ‘één. De in de considerans genoemde Nederlandse gemeenten delegeren in totaal vierendertig afgevaardigden. De Kamer van Koophandel en Fabrieken Limburg-Noord delegeert drie afgevaardigden.