Verordening behandeling bezwaarschriften en klachten gemeente Horst aan de Maas

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Verordening behandeling bezwaarschriften en klachten gemeente Horst aan de Maas

raadsbesluit

Bijlage van gemeenteblad 2011, no. 116.

De raad van de gemeente Horst aan de Maas;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 september 2011 , gemeenteblad 2011, no. 116;

gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t :

onder intrekking van de verordeningen voor de behandeling van bezwaarschriften en klachten als vastgesteld in de voormalige gemeenten Horst aan de Maas, Sevenum en Meerlo-Wanssum,

vast te stellen de:

Verordening behandeling bezwaarschriften en klachten gemeente Horst aan de Maas

waarvan de inhoud als volgt luidt:

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1. Verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen.

  • 2. Bestuursorgaan: het gemeentelijk orgaan dat een beslissing neemt op het ingediende bezwaarschrift of het gemeentelijk orgaan waartegen een klacht als bedoeld in titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt ingediend.

  • 3. Commissie: vaste commissie van advies voor de behandeling van bezwaarschriften en klachten als bedoeld in artikel 7:13 en artikel 9:14 van de Awb.

  • 4. Portefeuillehouder: lid van het college belast met de portefeuille Zorg en Participatie of zijn plaatsvervanger.

  • 5. Klacht: klacht als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Awb.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie en portefeuillehouder

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2. De commissie is tevens belast met de advisering over ingediende klachten. Zij neemt daarbij de procedureregels van hoofdstuk 9 van de Awb in acht.

  • 3. De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

    • a.

      een wettelijk voorschrift inzake belastingen en gemeentelijke heffingen of de Wet waardering onroerende zaken;

    • b.

      sociale zekerheidswetten, de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Jeugdwet.

  • 4. Met het horen ter voorbereiding van de beslissing op bezwaar tegen een besluit als bedoeld in lid 3, onder b, is belast de portefeuillehouder, bijgestaan door een medewerker van de backoffice Sociaal Domein.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2. De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. Het college benoemt een aantal plaatsvervangende leden.

  • 4. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Secretaris

  • 1. De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2. Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

  • 3. De secretaris is als zodanig uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de commissie.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een termijn van vier jaar. Het is mogelijk één keer herbenoemd te worden.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

  • 3. De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift en klacht

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift of de klacht wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift of de klacht, met de daarbij overgelegde stukken, wordt tijdig in handen van de commissie of, indien het een bezwaar betreft tegen een besluit als bedoeld in artikel 2, lid 3, onder b, in handen van de portefeuillehouder gesteld.

  • 3. Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 of artikel 9:6 van de Awb wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar of de klacht zal, respectievelijk kan, adviseren.

  • 4. Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de Awb wordt, indien het een bezwaar tegen een besluit als bedoeld in artikel 2, lid 3, onder b, betreft, vermeld dat het horen ter voorbereiding van het te nemen besluit op het bezwaar plaatsvindt door de portefeuillehouder, bijgestaan door een medewerker van de backoffice Sociaal Domein.

Artikel 7 Bemiddeling

De commissie of, indien het een besluit als bedoeld in artikel 2, lid 3, onder b, betreft, de portefeuillehouder onderzoekt of de zaak in der minne kan worden geschikt alvorens de zaak in behandeling wordt genomen. De secretaris, respectievelijk de medewerker van de backoffice Sociaal Domein, verricht daartoe de nodige handelingen.

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie of, indien het een bezwaar tegen een besluit als bedoeld in artikel 2, lid 3, onder b, betreft, de portefeuillehouder:

  • 1.

    Artikel 2:1, tweede lid, het verlangen van een schriftelijke machtiging van een gemachtigde;

  • 2.

    Artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • 3.

    Artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • 4.

    Artikel 7:4, tweede lid, het ter inzage leggen van stukken na afzonderlijk horen;

  • 5.

    Artikel 7:6, vierde lid, toepassing van geheimhouding na afzonderlijk horen.

  • De in dit artikel genoemde bevoegdheden worden, voor zover zij van overeenkomstige toepassing zijn op de behandeling van een klacht, uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie of, indien het een bezwaar tegen een besluit als genoemd in artikel 2, lid 3, onder b, betreft, de portefeuillehouder is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter of, indien het een bezwaar tegen een besluit als bedoeld in artikel 2, lid 3, onder b, betreft, de portefeuillehouder kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 10 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie of, indien het een bezwaar tegen een besluit als bedoeld in artikel 2, lid 3, onder b, betreft, de portefeuillehouder bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin het verwerend orgaan en de belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie respectievelijk de portefeuillehouder te laten horen.

  • 2. De voorzitter of, indien het een bezwaar tegen een besluit als bedoeld in artikel 2, lid 3, onder b, betreft, de portefeuillehouder beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb en artikel 9:10, lid 2, van de Awb.

  • 3. Indien de voorzitter of de portefeuillehouder op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan het verwerend orgaan, het bestuursorgaan, de belanghebbenden, de klager en de beklaagde.

Artikel 11 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter nodigt het verwerend orgaan, de belanghebbenden, de klager en de beklaagde ten minste tien dagen voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen het verwerend orgaan, de belanghebbenden, de klager en de beklaagde, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan het verwerend orgaan, de belanghebbenden, de klager en de beklaagde medegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

  • 5. De vorige leden zijn van overeenkomstige toepassing op een bezwaar tegen een besluit als bedoeld in artikel 2, lid 3, onder b, met dien verstande dat in plaats van de voorzitter van de commissie moet worden gelezen de portefeuillehouder.

Artikel 12 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 13 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift of klacht indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

Artikel 14 Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats achter gesloten deuren.

  • 4. De hoorzitting van de commissie waarin klachten, als bedoeld in hoofdstuk 9 van de Awb en bezwaarschriften tegen besluiten over arbeidsrechtelijke aangelegenheden worden behandeld, is niet openbaar. De hoorzitting van de portefeuillehouder waarin bezwaarschriften tegen besluiten als bedoeld in artikel 2, lid 3, onder b, worden behandeld, is eveneens niet openbaar.

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 en artikel 9:10, lid 3, van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvond, of indien de belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding, tenzij sprake is van een hoorzitting als bedoeld in artikel 14, lid 4.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie of, indien het een besluit als bedoeld in artikel 2, lid 3, onder b, betreft, de portefeuillehouder en de ambtenaar die deze bijstaat.

Artikel 16 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan, de belanghebbenden, de klager en de beklaagde gezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan, de belanghebbenden, de klager en de beklaagde kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

  • 5. Indien het een bezwaar tegen een besluit als bedoeld in artikel 2, lid 3, onder b, betreft en het na het horen wenselijk blijkt een nader onderzoek te verrichten, kan de portefeuillehouder hiertoe besluiten.

  • 6. De uit het nader onderzoek, als bedoeld in het vijfde lid, verkregen informatie wordt in afschrift aan de belanghebbenden gezonden.

  • 7. De belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie, als bedoeld in het zesde lid, aan de portefeuillehouder een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De portefeuillehouder beslist over een dergelijk verzoek.

  • 8. Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het zevende lid, zijn de bepalingen van deze verordening over het horen van belanghebbenden die bezwaar hebben gemaakt tegen een besluit als bedoeld in artikel 2, lid 3, onder b, zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3. Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 5. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift. Op de behandeling van klachten is artikel 9:15 van de Awb van toepassing.

  • 6. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

  • 7. Het bepaalde in dit artikel is niet van toepassing op bezwaarschriften tegen een besluit als bedoeld in artikel 2, lid 3, onder b.

Artikel 18 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 15 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen. Op de behandeling van klachten is artikel 9:15 van de Awb van toepassing.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 12 weken als bedoeld in artikel 7:10, lid 1, en de termijn van 10 weken als bedoeld in artikel 9:11 van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

  • 4. Het bepaalde in dit artikel is niet van toepassing op bezwaarschriften tegen een besluit als bedoeld in artikel 2, lid 3, onder b.

Artikel 19 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks vóór 1 juli aan de bestuursorganen van de gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag volgend op die van de bekendmaking ervan.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening behandeling bezwaarschriften en klachten gemeente Horst aan de Maas”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 11 oktober 2011.
De raad voornoemd,
De voorzitter, De griffier,
ir. C.H.C. van Rooij mr. R.J.M. Poels