Regeling vervallen per 01-01-2015

Nadere regels incidentele subsidie

Geldend van 06-07-2011 t/m 31-12-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2011

Intitulé

Nadere regels incidentele subsidie

Op grond van artikel 2 lid 2 van de Algemene subsidieverordening 2011 stelt het college de volgende nadere regels vast met betrekking tot aanvragen voor incidentele subsidie.

Regel 1 Begripsomschrijving

  • 1.

    Met incidentele subsidie wordt bedoeld de "overige" incidentele subsidies, die niet vallen onder andere nadere regels zoals bijvoorbeeld evenementensubsidie, subsidie jubilea, sportstimuleringssubsidie, startsubsidie, accommodatiehuursubsidie of stimuleringsbijdrage deskundigheidsbevordering vrijwilligers.

  • 2.

    Bij een incidentele subsidie moet het gaan om activiteiten met een eenmalig of projectmatig karakter, te verrichten door een instelling/rechtspersoon (dus niet door een natuurlijk persoon).

Regel 2 Aanvraagprocedure

  • 1.

    Een aanvraag kan worden ingediend bij het college zonder gebruikmaking van een aanvraagformulier.

  • 2.

    De aanvraag moet tenminste 8 weken voor de aanvang van de te realiseren activiteit worden ingediend, maar het college kan hiervan ontheffing verlenen of een afwijkende termijn vaststellen.

Regel 3 Beoordeling aanvragen

  • 1.

    Het college beoordeelt de ontvangen subsidieaanvragen op 2 momenten per jaar, namelijk per 1 april en per 1 oktober.

  • 2.

    Het college beslist op de ingekomen aanvragen binnen 8 weken na de hiervoor genoemde beoordelingsmomenten (termijn van orde).

Regel 4 Subsidieplafond

  • 1.

    Het beschikbare budget fungeert als subsidieplafond.

  • 2.

    Bij het beoordelingsmoment 1 april kan maximaal 50% van het totaal beschikbare jaarlijkse budget worden toegekend.

Regel 5 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4: 25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht kan subsidie worden geweigerd als:

  • 1.

    de activiteiten van de aanvrager niet of niet in overwegende mate gericht zijn op dan wel niet of nauwelijks ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen;

  • 2.

    de activiteiten partijpolitieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke vorming beogen;

  • 3.

    de aanvrager met winstoogmerk werkzaam is;

  • 4.

    de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden, hetzij uit eerdere subsidieverlening, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden kan beschikken om de kosten van de activiteiten te dekken;

  • 5.

    de op een specifieke doelgroep gerichte activiteiten niet openstaan voor alle groeperingen of personen, in die zin dat met betrekking daartoe onderscheid naar ras, godsdienst, levensovertuiging, sekse en/of seksuele geaardheid wordt gemaakt;

  • 6.

    de subsidie niet of in onvoldoende mate besteed zal worden aan het doel waarvoor subsidie beschikbaar wordt gesteld;

  • 7.

    naar het oordeel van het college de aanvrager onvoldoende rekening houdt of heeft gehouden met de toegankelijkheid van accommodaties voor lichamelijk gehandicapten;

  • 8.

    de doelstellingen of de (te ontplooien) activiteiten van de aanvrager in strijd zijn met de wet of het algemeen belang;

  • 9.

    subsidieverstrekking niet past binnen het gemeentelijk subsidiebeleid of mogelijk leidt tot precedentwerking.

Regel 6 Verantwoording

  • 1.

    Tenzij in de beschikking anders is aangegeven, wordt de subsidie direct vastgesteld.

  • 2.

    Van geval tot geval kan het college bepalen op welke wijze de aanvrager verantwoording aflegt over de ontvangen subsidie en de verrichte activiteiten.

Regel 7 Niet voorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze nadere regels niet voorzien of onduidelijk zijn, treft het college de nodige voorzieningen en/of neemt het de nodige beslissingen.

Regel 8 Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen kan van de nadere regels worden afgeweken.

Regel 9 Citeertitel / inwerkingtreding

Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als "Nadere regels incidentele subsidie" en treden in werking met terugwerkende kracht tot 1 april 2011.

Aldus vastgesteld door het college van de gemeente Rijssen-Holten op 14 juni 2011.