Beleidsregels toegang centrumgebied Wijchen juni 2011

Artikel 1: Definities.

In deze beleidsregels en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

• 1.

  Centrumgebied: Het deel van het centrum van Wijchen dat het College van Burgemeester en Wethouders als voetgangersgebied heeft aangewezen. Dit gebied wordt omsloten door de vol gende straten: Burchtstraat, Touwslagersbaan, Markt, Spoorstraat (Markt tot Herenstraat), Kasteellaan (Markt tot Sterrebosweg gemeentekantoor), Sterrebosweg, Elckerlykweg, Oosterweg (Elckerlykweg tot de Renbaan) en diverse doorgangen naar parkeerterreinen en het Marktpad.

• 2.

  RVV 1990: Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb 459.

• 3.

  Regime: Het centrumgebied is middels borden C01 (zone) gesloten verklaard voor alle verkeer (fysiek ondersteund door bollards). In de ochtenduren mag bevoorradend verkeer het gebied via de Touwslagersbaan en/of de Kasteellaan/Sterrebosweg inrijden van 07.00u tot 12.00u (de venstertijden). Fietsverkeer is uitgezonderd van de gesloten verklaring. In het centrumgebied gelden de regels van een (winkel)erf (bord G5, winkelerf).

• 4.

  Ontheffing: een in de zin van artikel 87 RVV 1990 door het college van burgemeester en wet houders te verlenen ontheffing, krachtens welke het is toegestaan om met een motorvoertuig het voetgangersgebied of een gedeelte daarvan te berijden buiten de venstertijden. De toe gang wordt verleend voor het noodzakelijk laden/lossen, het in/uitstappen van een motorvoer tuig of het bereiken van een eigen parkeergelegenheid.

• 5.

  Motorvoertuig: het voertuig zoals bedoeld in het RVV 1990.

• 6.

  Ontheffinghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie de ontheffing is verleend.

• 7.

  Bewoner: degene die volgens de gemeentelijke basisadministratie daadwerkelijk woonachtig is in het centrumgebied.

• 8.

  Onderneming/Instelling: een organisatorisch zelfstandige eenheid die gericht is op de productie of de afzet van goederen of de verlening van diensten.

• 9.

  Utiliteitsbedrijven: Nuts-, telecom-, kabelbedrijven.

• 10.Eigen

  parkeergelegenheid: parkeergelegenheid, gelegen in het centrumgebied, welke ter be schikking staat aan de houder van een motorvoertuig krachtens eigendom, huur, beperkt recht of persoonlijk recht.

• 11.Dagontheffing:

  een tijdelijke ontheffing voor toegang tot het centrumgebied, voor noodzakelijke ritten, uitsluitend geldig op de dag die is vermeld op de ontheffing.

• 12.Tijdelijke

  ontheffing: een ontheffing voor een periode van maximaal een maand, voor noodzakelijke ritten die verband houden met verhuis-, installatie-, (ver)bouw, sloop- en onderhoudswerkzaamheden, evenementen, stoeten en bijzondere situaties.

• 13.Vaste

  ontheffing: ontheffing die minimaal een jaar en maximaal voor onbepaalde tijd geldig is. Voor taxibedrijven is de geldigheidsduur een jaar.

• 14

  Ontheffingskaart: het fysieke bewijs dat over een ontheffing wordt beschikt.

• 15.Venstertijden:

  tijden gedurende welke het centrumgebied zonder ontheffing toegankelijk is voor gemotoriseerd verkeer. Deze zijn van maandag t/m zaterdag van 07.00 uur t/m 12.00 uur. Op zondag zijn de venstertijden niet van toepassing.

• 16.Laden

  en lossen: het onmiddellijk, nadat het motorvoertuig dichtbij de bezorgplaats of ophaalplaats tot stilstand is gebracht, bij voortduring in- en uitladen van goederen van enige omvang of enig gewicht (bevoorrading) die moeilijk anders dan per motorvoertuig kunnen worden vervoerd, gedurende de tijd die daarvoor functioneel nodig is .

• 17.Parkeren:

  het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoer tuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk la ten uitstappen van personen of voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen.

• 18.Kentekenregistratiesysteem:

  systeem dat middels kentekenherkenning toegang verleent aan een specifiek voertuig. In het registratiesysteem kunnen vele kentekens worden opgenomen. Er wordt slechts één kenteken aan een ontheffing verbonden.

• 19.Taxibedrijf:

  bedrijf dat in bezit is van een vergunning als bedoeld in de Wet Personenvervoer, met als doelstelling het na afspraak en tegen betaling vervoeren van ( minder valide) personen.

• 20.Winkelsluitingstijden:

  de op dit moment toegepaste en gangbare winkelsluitingstijden in het centrum van Wijchen, namelijk maandag t/m donderdag en zaterdag 18.00 uur, vrijdag 21.00 uur.

• 21.Sleutelhouder:

  persoon die namens de gemeente is aangesteld om in spoedeisende situaties motorvoertuigen toegang te verlenen tot het centrumgebied.

Artikel 2: Aanvraag ontheffing.

• 1.

  een aanvraag voor een ontheffing moet worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders, met gebruikmaking van het door het college vastgestelde aanvraagformulier dat is ingevuld door, namens of met toestemming van de aanvrager.

• 2.

  de ontvangst van de aanvraag van een vaste ontheffing wordt binnen twee weken schriftelijk bevestigd door of namens het college van burgemeester en wethouders.

• 3.

  bij de aanvraag moeten afschriften van gegevens en bescheiden worden overlegd zoals vermeld op het aanvraagformulier.

• 4.

  bij het indienen van een aanvraag voor een vaste ontheffing door een bewoner van het centrumgebied wordt aan de hand van de gemeentelijke basisadministratie getoetst of de aanvrager staat ingeschreven op een adres in het centrumgebied.

Artikel 3: Onvolledig ingediende bescheiden.

Indien de aanvraag niet voldoet aan de bij of krachtens artikel 2 gestelde eisen, wordt de aanvrager door het college hiervan binnen twee weken na ontvangst van de aanvraag in kennis gesteld en krijgt hij vanaf dat moment de gelegenheid om een en ander binnen twee weken aan te vullen of te verbeteren.

Artikel 4: Beslistermijnen.

• 1.

  De aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing toegang centrumgebied wordt getoetst aan het bepaalde in deze verordening.

• 2.

  Op een aanvraag voor een vaste ontheffing toegang centrumgebied beslist het college, behoudens onverwijlde spoed, binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

• 3.

  Deze beslissing kan voor ten hoogste vier weken worden verdaagd. Voor afloop van de in het eerste lid van dit artikel gestelde termijn, wordt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis gesteld.

• 4.

  Op een aanvraag voor een tijdelijke ontheffing (niet zijnde een dagontheffing) wordt uiterlijk beslist op de eerst volgende werkdag na indiening van de aanvraag.

• 5.

  Op de aanvraag voor een dagontheffing wordt beslist op de dag van aanvraag.

Artikel 5: Geldigheidsduur ontheffing.

• 1.

  Er kunnen vaste of tijdelijke ontheffingen worden verstrekt.

• 2.

  Een vaste ontheffing is voor minimaal een jaar en maximaal voor onbepaalde tijd geldig, een tijdelijke ontheffing voor minimaal een dag (dagontheffing) en maximaal een maand.

• 3.

  De geldigheid van een ontheffing eindigt door het verstrijken van de geldigheidsduur of door intrekking van de ontheffing.

• 4.

  Voor bewoners bedraagt de geldigheidsduur van een vaste ontheffing 5 jaar.

• 5.

  Voor bedrijven bedraagt de geldigheidsduur van een vaste ontheffing 3 jaar.

Artikel 6: Gegevens ontheffing.

• 1.

  De ontheffing wordt samen met een geplastificeerde ontheffingskaart afgegeven.

• 2.

  De ontheffing ( ontheffingskaart ) bevat in ieder geval de volgende gegevens:

  • -

    naam en adres van de ontheffinghouder aan wie de ontheffing is verleend;

  • -

    het kenteken en/of andere kenmerken van het voertuig waarvoor de ontheffing is verleend;

  • -

    de periode waarvoor de ontheffing geldt en/of aangepaste tijden waarop de ontheffing geldt; - eventuele nadere voorwaarden over de wijze waarop van de ontheffing gebruik mag worden gemaakt.

• 3.

  De ontheffing (ontheffingskaart) kan slechts één kenteken bevatten en is niet overdraagbaar.

Artikel 7: Voorschriften voorwaarden en beperkingen.

• 1.

  De ontheffingskaart moet bij gebruik duidelijk zichtbaar achter de voorruit van het motorvoertuig worden geplaatst.

• 2.

  De ontheffing moet direct worden getoond op verzoek van een functionaris die met toezicht en handhaving is belast.

• 3.

  De mogelijke tijden gedurende welke van de ontheffing gebruik kan worden gemaakt zijn:

  • -

    permanent: onbeperkt 24 uur per dag/7 dagen per week

  • -

    aan voorwaarden gebonden: een bepaalde tijdsperiode of tijdstip

• 4.

  Motorvoertuigen die langer zijn dan 12 m komen niet in aanmerking voor een ontheffing

• 5.

  Inrijden van het centrumgebied is alleen toegestaan via de Touwslagersbaan en de Kasteellaan. Indien gewenst, dan wel noodzakelijk, is het mogelijk om het inrijden van het gebied te beperken tot één ingang.

• 6.

  De ontheffinghouder mag in het centrumgebied enkel stapvoets rijden.

• 7.

  Parkeren in het centrumgebied is niet toegestaan met uitzondering van houders van een tijdelijke parkeerontheffing. Laden en lossen is alleen voor een functionele tijdsperiode toegestaan.

• 8.

  Het college van burgemeester en wethouders kan nadere voorschriften aan de ontheffing verbinden over de wijze waarop van de ontheffing gebruik mag worden gemaakt.

Artikel 8: Financiële bepalingen.

• 1.

  Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing zijn leges verschuldigd conform de meest actuele legesverordening van de gemeente Wijchen.

• 2.

  De leges voor het aanvragen van een dagontheffing dienen contant te worden voldaan.

Artikel 9: Vaste ontheffing voor bewoners en bedrijven met een eigen parkeergelegenheid in het centrumgebied.

• 1.Aan

  bewoners met een eigen parkeergelegenheid in het centrumgebied kan een vaste ontheffing worden verleend voor het berijden van het centrumgebied om de eigen parkeervoorziening te bereiken. Bewoners met eigen parkeergelegenheid hebben recht op maximaal twee ontheffingen per parkeergelegenheid op eigen terrei

• 2.Aan

  een bedrijf of instelling gevestigd in het centrumgebied dat beschikt over eigen parkeergelegenheid kunnen een of meerdere vaste ontheffingen worden verleend voor het bereiken van de eigen parkeervoorziening. De gemeente verstrekt maximaal twee maal zoveel ontheffingen als het aantal parkeerplaatsen waarover het bedrijf of instelling beschikt. Laden en lossen buiten de venstertijden is slechts toegestaan onder voorwaarden (zie de toegangsregels in de toelichting).

Artikel 10: Vaste ontheffing voor leveranciers/expediteurs en bedrijven zonder parkeergelegenheid in het centrumgebied.

• 1.

  Aan vervoerders van goederen ten behoeve van bewoners bedrijven of instellingen in het voetgangersgebied, kan een vaste ontheffing worden verleend voor het laden en lossen buiten de venstertijden.

• 2.

  De ontheffing wordt alleen verleend voor situaties, waarin bedrijven of bewoners na 12 uur noodzakelijk bevoorraad moeten worden in verband met de bedrijfsvoering (schriftelijk aantoon baar en beargumenteerd). Het college beslist over het al dan niet aanwezig zijn van de noodzakelijkheid.

• 3.

  Indien het bedrijf of instelling gevestigd in het centrumgebied niet beschikt over een parkeergelegenheid op eigen terrein, kan indien noodzakelijk onder voorwaarden een vaste ontheffing worden verstrekt voor het laden en lossen (buiten de winkelsluitingstijden ). Deze voorwaarden zijn dat men niet beschikt over een achteruitgang gelegen buiten het centrumgebied en kan aantonen dat het noodzakelijk is, om in verband met de bedrijfsvoering,buiten de venstertijden te laden en/of te lossen. Het college beslist over het al dan niet aanwezig zijn van deze noodzakelijkheid.

• 4.

  Van noodzakelijkheid in verband met de bedrijfsvoering is sprake indien:

  • -

    de producten door hun aard niet tijdens de venstertijden per motorvoertuig kunnen worden aan- of afgevoerd én,

  • -

    de producten zich niet lenen voor overslag op alternatieve vormen van vervoer (steekwagen, rolcontainer) vanwege het risico van bederf of kwaliteitsverlies. Het betreft hier het vervoer van verse vis, gekoelde en bevroren producten en alle hiermee gelijk te stellen producten, waarvoor wettelijke eisen gelden omtrent temperatuur en voedselveiligheid (HACCP-normen) én,

  • -

    het bedrijf hiervan onevenredig (zwaar) economisch nadeel ondervindt.

• 5.

  Een ontheffing kan ook worden verleend in situaties waarin noodzakelijkheid zoals bedoeld in lid 4 ontbreekt, maar waarin door een ontheffing op maat (dwz onder voorwaarden) mogelijke nadelige gevolgen van de ontheffing (voor het winkelend publiek ) kunnen worden ondervangen.

Artikel 11: Vaste ontheffing voor taxibedrijven.

• 1.

  Aan taxibedrijven kan een vaste ontheffing worden verleend voor het halen en brengen van en naar adressen, gelegen aan wegen in het voetgangersgebied. Deze adressen moeten per motorvoertuig uitsluitend via het centrumgebied bereikbaar zijn.

• 2.

  Het college kan een maximum aantal ontheffingen per taxibedrijf vaststellen.

• 3.

  Voor taxibedrijven is de looptijd van de ontheffing een jaar.

• 4.

  Het college beslist na afloop van de looptijd of een nieuwe ontheffing mogelijk is.

Artikel 12: Vaste ontheffing voor huisartsen, apothekers, verloskundigen.

• 1.

  Aan huisartsen, apothekers en verloskundigen, die houder zijn van een motorvoertuig, kan een vaste ontheffing worden verleend voor het inrijden van het centrumgebied buiten de venstertijden.

• 2.

  De ontheffing mag alleen worden gebruikt in spoedeisende gevallen.

• 3.

  Het college kan een maximum aantal ontheffingen per praktijk of instantie vaststellen.

Artikel 13: Tijdelijke ontheffing voor bouw-, installatie-, reparatie- en verhuisverkeer.

• 1.

  Het college kan aan ondernemingen ten behoeve van storings-, schade-, bouw-, evenementen- verhuis- en rouw- en trouwverkeer per activiteit een tijdelijke ontheffing verlenen voor het met een motorvoertuig rijden in het centrumgebied buiten de venstertijden, enkel om naar de locatie van de werkzaamheden te rijden en/of te laden en/of te lossen.

• 2.

  In geval van bouw-, installatie-, reparatie-, en verhuisverkeer moet de aanvrager aantonen dat:

  • a.

    het in- en uitladen van gereedschap, apparatuur, materialen e.d. niet tijdens de venstertijden mogelijk is;

  • b.

    de gereedschappen, apparatuur, materialen e.d. alleen via het voetgangersgebied kunnen worden afgeleverd of kunnen worden afgehaald;

  • c.

    voor het afleveren of afhalen de gereedschappen, apparatuur, materialen e.d. een motorvoer tuig noodzakelijk is;

• 3.

  De ontheffing wordt verstrekt voor de duur dat deze noodzakelijk is (maximaal 1 maand).

• 4.

  Per adres worden maximaal twee tijdelijke ontheffingen tegelijkertijd verleend.

Artikel 14: Tijdelijke ontheffing voor evenementen en stoeten.

• 1.

  Het college kan aan ondernemingen ten behoeve van evenementen en stoeten (rouw- en trouwverkeer) per activiteit een tijdelijke ontheffing verlenen voor het met een of meerdere motorvoertuigen rijden in het centrumgebied buiten de venstertijden.

• 2.

  Aangetoond moet worden dat de toegang tot het centrumgebied niet binnen de venstertijden kan plaatsvinden en dat daarvoor een motorvoertuig benodigd is.

Artikel 15: Tijdelijke ontheffing voor bijzondere situaties.

• 1.

  Het college kan een eigenaar/houder van een motorvoertuig een tijdelijke ontheffing verlenen voor het met een motorvoertuig rijden in het centrumgebied buiten de venstertijden, vanwege een bijzondere gelegenheid van tijdelijke aard.

• 2.

  De ontheffing als bedoeld in lid 1 wordt verleend voor de periode die nodig is, maar maximaal voor de duur van een maand.

Artikel 16: Markt.

Op de donderdagochtend tijdens de markt zijn de venstertijden verruimd. Daardoor is het mogelijk om tussen 04.30 uur en 14.30 uur zonder ontheffing toegang tot het centrumgebied te verkrijgen.

Artikel 17: Parkeerontheffing.

• 1.

  Het college kan een ontheffing als bedoeld in de artikelen 9 tot en met 15 van deze verordening uitbreiden met een ontheffing voor het parkeren in het centrumgebied indien de aanvrager bo- vendien aantoont dat:

  • a.

    de nabijheid van het motorvoertuig noodzakelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden, of:

  • b.

    in redelijkheid niet kan worden verlangd dat in het voertuig aanwezige gereedschappen en/of materialen worden uitgeladen, dan wel dat dit fysiek niet mogelijk is.

Artikel 18: Intrekkings- en wijzigingsgronden.

• 1.

  Een ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:

  • a.

    op verzoek van de ontheffinghouder;

  • b.

    wanneer de houder van de ontheffing het centrumgebied verlaat of de aldaar gevestigde onderneming of instelling beëindigt;

  • c.

    indien de ontheffinghouder handelt in strijd met de ontheffing of de daaraan verbonden voorschriften.

  • d.

    indien blijkt dat bij de aanvraag van de ontheffing onjuiste gegevens zijn verstrekt;

  • e.

    indien sprake is van misbruik van de ontheffing;

  • f.

    indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist en verleend.

  • g.

    bij in gebreke blijven van de betaling van de leges bedoeld in artikel 8.

  • h.

    na overlijden van de ontheffinghouder.

  • i.

    indien de ontheffinghouder met het motorvoertuig op enigerlei wijze overlast veroorzaakt in het voetgangersgebied.

• 2.

  Gelijktijdig met het intrekken van de ontheffing wordt de kentekenherkenning beëindigd.

Artikel 19: Misbruik.

• 1.

  Onder misbruik van de ontheffing cq ontheffingskaart wordt in elk geval verstaan:

  • a.

    Het gebruiken van de ontheffing voor een ander doel dan waarvoord de ontheffing is afgege ven;

  • b.

    Het verstrekken van onjuiste en/of onvolledige informatie ter verkrijging van een ontheffing;

  • c.

    Het aanbrengen van wijzigingen op de ontheffing of ontheffingskaart die niet door of namens het college zijn aangebracht;

  • d.

    Het niet (volledig) nakomen van het bepaalde bij of krachtens de verordening;

  • e.

    Het in het voetgangersgebied zichtbaar in het voertuig leggen van een (kleuren)kopie of ande re reproductie van de ontheffingskaart.

  • f.

    Het aan een ander dan rechthebbende ter beschikking stellen van een ontheffing of de bijbeho rende ontheffingskaart waarmee toegang verkregen kan worden tot het afgesloten voetgangersgebied.

  • g.

    Het openen van de toegang tot het voetgangersgebied voor een ander motorvoertuig dan dat van de ontheffinghouder, wordt als misbruik aangemerkt.

• 2.

  Indien er sprake is van misbruik van de ontheffing als gevolg waarvan de ontheffing door het college van B&W is ingetrokken, kan er, ter beoordeling door het college, voor het betreffende doel en/of persoon pas na een jaar opnieuw een ontheffing worden verleend.

Artikel 20: Diefstal, verlies of vermissing.

• 1.

  In geval van diefstal, verlies of vermissing van de ontheffing wordt er slechts tegen hernieuwde betaling van leges een duplicaat verstrekt.

Artikel 22: Hardheidsclausule.

• 1.

  Het college is bevoegd om in het belang van de openbare orde, veiligheid, medische zorg of een andere dringende of bijzondere omstandigheid, aan een bestuurder van een motorvoertuig een ontheffing te verlenen.

• 2.

  Een ontheffing kan achteraf verleend worden als bij spoedeisende situaties een motorvoertuig onmiddellijke toegang moet krijgen tot het voetgangersgebied.

• 3.

  In bijzondere gevallen kan het college van burgemeester en wethouders afwijken van bovenstaande beleidsregels.

Artikel 23: Sleutelhouder.

• 1.

  Voor situaties zoals bedoeld in artikel 22, tweede lid, die zich voordoen buiten de openstellingstijden van het gemeentehuis, kan het college van burgemeester en wethouders aan een derde (de zogenaamde sleutelhouder) de mogelijkheid bieden verkeer toegang tot het centrum te verlenen.

• 2.

  Het college van burgemeester en wethouders maakt hierover afspraken met de sleutelhouder.

Artikel 24: Citeertitel.

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “ beleidsregels toegang centrumgebied Wijchen juni 2011”.

Artikel 25: Inwerkingtreding.

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na de bekendmaking.