Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening outplacement gewezen wethouders

Geldend van 23-07-2009 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening outplacement gewezen wethouders

GEMEENTEBESTUUR

5951

Verordening outplacement gewezen wethouders

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.

belanghebbende :

hij die ophoudt wethouder te zijn en in het genot is van een uitkering op grond van artikel 131 tot en met 136 van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers;

b.

outplacementbureau :

bureau of organisatie bij voorkeur aangesloten bij de Nederlandse organisatie voor outplacement en loopbaanbegeleiding.

Artikel 2 Toekenning outplacementfaciliteiten

  • 1. Burgemeester en wethouders besluiten op aanvragen omtrent de toekenning van outplacementfaciliteiten.

  • 2. De kosten van de outplacementfaciliteiten komen voor rekening van de gemeente. Burgemeester en wethouders sluiten daartoe een schriftelijke overeenkomst met het outplacementbureau.

  • 3. Eventuele reis-, verblijf- en verwervingskosten komen voor rekening van belanghebbende.

Artikel 3 Maximale toekenningsduur

De outplacementfaciliteiten worden toegekend voor de periode van ten hoogste één jaar.

Artikel 4 Scholingsfaciliteiten

Burgemeester en wethouders kunnen met overeenkomstige toepassing van het bepaalde in de artikelen 2 en 3 en mits passend binnen de doelstelling van deze regeling op verzoek aan de belanghebbende scholingsfaciliteiten toekennen.

Artikel 5 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet of niet naar redelijkheid voorziet zijn burgemeester en wethouders bevoegd een voorziening te treffen.

Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 mei 1996.

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening outplacement gewezen wethouders".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 26 maart 1996.

de secretaris

W.G.W.H.R. Peters

de voorzitter

L.S.W.G.J. Noorland