Regeling vervallen per 12-03-2010

Verordening op de Sportraad

Geldend van 13-05-1997 t/m 11-03-2010

Intitulé

Verordening op de Sportraad

Artikel 1

Er is een gemeentelijke commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, genaamd Sportraad.

Doelstelling en taak

Artikel 2

De Sportraad stelt zich ten doel de bevordering van de lichamelijke opvoeding en sport en de verbetering van de mogelijkheden daartoe.

Artikel 3

De Sportraad kan de in artikel 2 genoemde doelstelling trachten te bereiken door:

  • a)

    het bestuderen van de vraagstukken die verband houden met de ontwikkeling op het gebied van de lichamelijke opvoeding en sport in de gemeente;

  • b)

    het bevorderen van het overleg en de samenwerking tussen organisaties, instellingen en personen, die op het gebied van de lichamelijke opvoeding en sport in de gemeente werkzaam zijn, alsmede behartiging van hun daarvoor in aanmerking komende belangen;

  • c)

    het verstrekken van adviezen - desgevraagd of uit eigen beweging - aan de gemeenteraad of aan burgemeester en wethouders over alle zaken die het gemeentelijk beleid op het terrein van de lichamelijke opvoeding en sport betreffen, alsmede over alle onderwerpen die het belang van de lichamelijke opvoeding en sport raken;

  • d)

    het verstrekken van adviezen - desgevraagd of uit eigen beweging – aan organisaties, instellingen en personen, die op het terrein van sport in de gemeente werkzaam zijn;

  • e)

    het uitvoeren of medewerken aan de uitvoering van de gemeentelijke regelingen op het terrein van de lichamelijke opvoeding en sport voorzover de gemeenteraad daartoe besluit en met inachtneming van de door de gemeenteraad te stellen regelen;

  • f)

    het uitoefenen van bevoegdheden, verband houdende met de gemeentelijke bemoeiingen op het terrein van de lichamelijke opvoeding en sport, indien de gemeenteraad of burgemeester en wethouders besluiten deze bevoegdheden over te dragen;

  • g)

    het verrichten van werkzaamheden op organisatorisch terrein van de sport, zulks met inachtneming van de zelfstandigheid van de op het betrokken terrein in de gemeente werkzame organisaties, instellingen en personen;

  • h)

    het verstrekken van voorlichting en verlenen van bemiddelingen op het terrein van de lichamelijke opvoeding en sport;

  • i)

    het onderhouden van contacten met organen, organisaties, instellingen en personen, die buiten de gemeente op het terrein van sport werkzaam zijn;

  • j)

    het beheer van gemeentegoederen voorzover dit door burgemeester en wethouders aan de Sportraad is overgedragen.

Artikel 4

  • 1. De Sportraad stelt regels vast voor het onder artikel 3, sub j, genoemde beheer.

  • 2. Deze regels worden ter goedkeuring voorgelegd aan burgemeester en wethouders.

Artikel 5

  • 1. Stadswerken ondersteunt de Sportraad bij de voorbereiding en de uitvoering van zijn beleid.

  • 2. Stadswerken heeft tot taak:

    • a.

      het gevraagd of ongevraagd adviseren van de Sportraad over het te voeren beleid;

    • b.

      de exploitatie van de aan de Sportraad in beheer gegeven sportaccommodaties;

    • c.

      de uitvoering van het gemeentelijk sportstimuleringsbeleid en

    • d.

      de uitvoering van de gemeentelijke Sportsubsidieverordening.

    De Sportraad heeft het recht één of meerdere van deze taken ook aan anderen dan Stadswerken op te dragen, voor zover burgemeester en wethouders daarmee kunnen instemmen.

  • 3. De directeur van Stadswerken of diens vervanger(s) woont/wonen als ambtelijk adviseur de vergaderingen bij van het Algemeen en het Dagelijks Bestuur, alsmede desgewenst van permanente commissies.

  • 4. De directeur Stadswerken is voor het uitvoerende werk verantwoording verschuldigd aan de Sportraad.

Bestuursorganen

Artikel 6

De Sportraad bestaat uit:

  • a)

    het Algemeen Bestuur en

  • b)

    het Dagelijks Bestuur.

Algemeen Bestuur

Artikel 7

  • 1. Het Algemeen Bestuur bestaat uit:

    • a.

      ten hoogste 35 leden als afgevaardigden van de statutair in Dordrecht gevestigde sportverenigingen;

    • b.

      twee leden van de gemeenteraad, die ook zitting hebben in de raadscommissie die sport tot haar werkterrein heeft;

    • c.

      ten hoogste vier leden als afgevaardigden van groeperingen op het gebied van de lichamelijke opvoeding en sport, die door de onder a dan wel b bedoelde leden niet of niet voldoende gerepresenteerd worden geacht.

  • 2. Per overkoepelende sportbond, die is aangesloten bij NOC*NSF, is voor verenigingen niet meer dan één zetel in het Algemeen Bestuur beschikbaar, waarbij verschillende sportbonden die één en dezelfde tak van sport overkoepelen als één sportbond worden beschouwd.

  • 3. Sportverenigingen die op basis van lid 1 van dit artikel geen zetel in het Algemeen Bestuur hebben gekregen, kunnen zich in het Algemeen Bestuur laten vertegenwoordigen door een afgevaardigde die reeds een zetel in het bestuur heeft.

  • 4. De in lid 1, sub a, van dit artikel bedoelde leden worden op voordracht van het Algemeen Bestuur door de gemeenteraad benoemd.

  • 5. De in lid 1, sub b, van dit artikel bedoelde leden worden op aanbeveling van burgemeester en wethouders door de gemeenteraad benoemd.

  • 6. De in lid 1, sub c, van dit artikel bedoelde leden worden, het Dagelijks Bestuur gehoord, door de gemeenteraad benoemd.

Artikel 8

  • 1. De verkiezing van een afgevaardigde als bedoeld in artikel 7, lid 1, sub a, in het Algemeen Bestuur geschiedt volgens het gewogen stemrecht met inachtneming van de volgende tabel:

    verenigingen met:

    aantal stemmen:

    minder dan 100 leden

    1 stem

    100 leden of meer

    2 stemmen

    200 leden of meer

    3 stemmen

    400 leden of meer

    4 stemmen

    800 leden of meer

    5 stemmen

    1.600 leden of meer

    6 stemmen

    en vervolgens voor elke 800 leden meer één stem daarenboven. In het geval van het staken der stemmen beslist het lot.

  • 2. Voor het toepassen van het vorige lid van dit artikel wordt als maatstaf genomen het aantal van die vereniging(en) bij de overkoepelende sportbond geregistreerde leden volgens de laatste officiële ledenlijst per 1 juni onmiddellijk voorafgaande aan de datum van de verkiezing dan wel tussentijdse verkiezing conform het bepaalde in artikel 10, 4e lid, van de leden van het Algemeen Bestuur.

Artikel 9

  • 1. De volgens artikel 7, lid 1, sub a, benoemde leden van het Algemeen Bestuur zijn:

    • a.

      ten minste achttien jaar,

    • b.

      lid van een statutair in Dordrecht gevestigde sportvereniging en

    • c.

      niet in dienst van de gemeente Dordrecht in een beleidsfunctie met raakvlakken naar de sport.

  • 2. De volgens artikel 7, lid 1, sub c, benoemde leden van het Algemeen Bestuur zijn:

    • a.

      ten minste achttien jaar en

    • b.

      niet in dienst van de gemeente Dordrecht in een beleidsfunctie met raakvlakken naar de sport.

  • 3. De leden van de Sportraad mogen middellijk noch onmiddellijk deelnemen aan leveringen of aannemingen ten behoeve van de Sportraad, noch optreden als advocaat, procureur of adviseur in rechtsgedingen waarbij de Sportraad betrokken is.

  • 4. Van het bepaalde in lid 3 van dit artikel kunnen burgemeester en wethouders op verzoek van het Dagelijks Bestuur ontheffing verlenen.

  • 5. Degene die in strijd met het bepaalde in lid 3 van dit artikel handelt, zonder daartoe de in lid 4 van dit artikel bedoelde ontheffing te hebben bekomen, kan als lid van de Sportraad door burgemeester en wethouders worden geschorst.

  • 6. Nadat burgemeester en wethouders de geschorste in de gelegenheid hebben gesteld zich mondeling te verdedigen, kan de gemeenteraad de betrokkene van het lidmaatschap van de Sportraad vervallen verklaren. Indien de gemeenteraad daartoe geen aanleiding vindt, heft hij de schorsing op. De beslissing van de gemeenteraad wordt terstond bij aangetekende brief aan de betrokkene en aan de Sportraad medegedeeld.

  • 7. De leden van de Sportraad zijn niet gerechtelijk vervolgbaar voor hetgeen zij in de vergaderingen van de Sportraad hebben gezegd of aan de Sportraad schriftelijk hebben medegedeeld.

Artikel 10

  • 1. De zittingsperiode van het Algemeen Bestuur valt samen met de zittingsperiode van de gemeenteraad, hetgeen betekent dat op het moment van aftreden van de leden van de gemeenteraad ook de leden van het Algemeen Bestuur geacht worden te zijn afgetreden.

  • 2. Het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur kan te allen tijde op eigen verzoek tussentijds worden beëindigd. Het lid dat ontslag heeft genomen blijft lid van het Algemeen Bestuur tot zijn opvolger de benoeming heeft aanvaard.

  • 3. Het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur eindigt bovendien zodra:

    • a.

      het lid de functie of kwaliteit niet meer bekleedt respectievelijk bezit, uit hoofde waarvan het in het Algemeen Bestuur is benoemd en

    • b.

      de betrokken verenigingen op basis van de stemmentoedeling conform artikel 8 bij meerderheid verklaren dat het lid niet meer als hun vertegenwoordiger kan worden beschouwd.

  • 4. In een ontstane vacature als bedoeld in de leden 2 en 3 wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

Dagelijks Bestuur

Artikel 11

  • 1. Het Algemeen Bestuur benoemt uit de in artikel 7, lid 1, sub a en c, genoemde leden een Dagelijks Bestuur bestaande uit één voorzitter, twee vice-voorzitters en twee andere leden.

  • 2. De benoeming vindt plaats in de eerste vergadering van het Algemeen Bestuur in de nieuwe samenstelling.

  • 3. Een lid van het Dagelijks Bestuur kan, in geval van langdurige afwezigheid, worden vervangen door een door het Algemeen Bestuur uit zijn midden aan te wijzen lid.

Artikel 12

  • 1. Het Dagelijks Bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of ten minste twee leden dit nodig oordelen.

  • 2. In de eerste vergadering van elke zittingsperiode regelen de leden van het Dagelijks Bestuur onderling de werkzaamheden alsmede de onderlinge plaatsvervanging. De taakverdeling en de onderlinge plaatsvervanging worden aan het Algemeen Bestuur medegedeeld.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor de voorbereiding en uitvoering van de besluiten van het Algemeen Bestuur en oefent, zo het Algemeen Bestuur daartoe besluit, het beheer uit over de met toepassing van deze verordening in beheer overgedragen gemeentegoederen, dit met inachtneming van de daartoe door het Algemeen Bestuur vastgestelde richtlijnen.

Artikel 13

  • 1. Het Dagelijks Bestuur en elk van zijn leden geven aan het Algemeen Bestuur de door een of meer leden daarvan gevraagde inlichtingen.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur en elk van zijn leden leggen op verzoek van het Algemeen Bestuur verantwoording af over door het Dagelijks Bestuur of door hem of haar gevoerde bestuur.

  • 3. Het Algemeen Bestuur kan een Dagelijks Bestuurslid ontslaan als deze het vertrouwen van het Algemeen Bestuur niet meer bezit. Daarbij wordt gehandeld conform artikel 50 van de Gemeentewet.

Voorzitter

Artikel 14

Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter wordt hij als zodanig vervangen door een vice-voorzitter in de volgorde als door het Dagelijks Bestuur wordt bepaald.

Artikel 15

  • 1. De voorzitter is belastmet de leiding van de vergaderingen van het Algemeen en het Dagelijks Bestuur.

  • 2. Hij tekent de stukken die van het Algemeen en het Dagelijks Bestuur uitgaan.

Secretaris

Artikel 16

  • 1. De Sportraad wordt door twee ambtenaren der gemeente Dordrecht als secretaris en plaatsvervangend secretaris bijgestaan.

  • 2. Zij worden benoemd, geschorst en ontslagen door burgemeester en wethouders, het Dagelijks Bestuur gehoord.

  • 3. In het Huishoudelijk Reglement worden de taak en bevoegdheden van de secretaris nader geregeld.

  • 4. Alle stukken die van de Sportraad uitgaan worden door de secretaris mede ondertekend.

Adviseurs

Artikel 17

De Sportraad kan personen uitnodigen als adviseur aan zijn werkzaamheden deel te nemen.

Commissies en Werkgroepen

Artikel 18

  • 1. Het Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur kunnen zich bij de vervulling van de hun opgedragen taken laten adviseren en doen bijstaan door maximaal vijf permanente commissies en maximaal twee commissies ad hoc.

  • 2. De onder 1. genoemde commissies kunnen zich bij de vervulling van de hun opgedragen taken laten adviseren en doen bijstaan door werkgroepen.

  • 3. Alvorens een beslissing te nemen vraagt het Algemeen dan wel het Dagelijks Bestuur aan de permanente commissies en/of commissies ad hoc - elk voor het door hen bestreken terrein - advies over de daarvoor in aanmerking komende zaken.

  • 4. Het voorzitterschap van de commissies wordt bekleed door een lid van het Dagelijks Bestuur.

  • 5. De leden van de permanente commissies worden op persoonlijke titel door het Algemeen Bestuur benoemd.

  • 6. De leden van de commissie ad hoc worden op persoonlijke titel benoemd door het Algemeen Bestuur of door het Dagelijks Bestuur.

  • 7. De leden van een werkgroep worden op voorstel van een commissie door het Dagelijks Bestuur benoemd.

  • 8. Het secretariaat van de commissies wordt gevoerd vanwege het secretariaat van de Sportraad.

  • 9. De zittingsperiode van de permanente commissies en van de werkgroepen valt samen met de zittingsperiode van het Algemeen Bestuur.

Huishoudelijk Reglement

Artikel 19

Het Algemeen Bestuur stelt een Huishoudelijk Reglement vast, waarin geregeld wordt:

  • a)

    de wijze van vergaderen;

  • b)

    de verdere werkwijze van de Sportraad;

  • c)

    de werkwijze van de door de Sportraad in het leven te roepen commissies en werkgroepen alsmede

  • d)

    al hetgeen daarmee samenhangt.

Zulks met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a)

    het Algemeen Bestuur vergadert ten minste tweemaal per jaar;

  • b)

    de vergaderingen van het Algemeen Bestuur worden gehouden zo dikwijls de voorzitter of ten minste een derde deel van het aantal leden van het Algemeen Bestuur het nodig oordeelt;

  • c)

    de vergaderingen vinden geen doorgang indien niet ten minste meer dan de helft van het aantal leden aanwezig is;

  • d)

    indien een vergadering krachtens het bepaalde onder c geen doorgang kan vinden wordt een nieuwe vergadering belegd. In deze vergadering kunnen besluiten worden genomen, ongeacht het aantal aanwezige leden, maar alleen over de onderwerpen, die in de oproeping tot de vergadering duidelijk omschreven zijn vermeld. Tussen de eerste en de tweede vergadering als hier bedoeld moet een tijdvak van ten minste drie dagen doch zo mogelijk veertien dagen liggen;

  • e)

    bij het nemen van besluiten brengt elk lid één stem uit;

  • f)

    besluiten worden bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen;

  • g)

    over personen wordt schriftelijk en over zaken mondeling gestemd;

  • h)

    bij het staken van stemmen over zaken wordt het nemen van een besluit tot de volgende vergadering uitgesteld. In die vergadering kunnen de beraadslagingen worden heropend. In deze en evenzo in een voltallige vergadering, wordt bij het staken van stemmen over zaken het voorstel geacht niet te zijn aangenomen.

  • i)

    in geval omtrent het benoemen, voordragen of aanbevelen van personen de stemmen bij herhaling staken, beslist terstond het lot.

Delegatie

Artikel 20

De aan het Algemeen Bestuur toegekende bevoegdheden kunnen bij besluit van het Algemeen Bestuur worden overgedragen aan het Dagelijks Bestuur met uitzondering van:

  • a)

    het vaststellen van de ontwerp-begroting en het doen van voorstellen tot wijziging van de begroting;

  • b)

    het vaststellen van de ontwerp-jaarrekening;

  • c)

    het vaststellen van het ontwerp van de financiële meerjarenraming;

  • d)

    het vaststellen van de tarieven voor het gebruik van de bij de Sportraad in beheer zijnde of in gebruik gegeven sportaccommodaties.

Geheimhouding en Openbaarheid

Artikel 21

  • 1. De vergaderingen van het Algemeen Bestuur, de commissies en de werkgroepen worden in het openbaar gehouden.

  • 2. De deuren worden evenwel gesloten wanneer een vijfde gedeelte der aanwezige leden het vordert, of de voorzitter zulks nodig acht.

  • 3. De vergadering beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd. Het besluit hiertoe behoeft de stemmen van tweederde der aanwezige leden.

  • 4. De vergadering kan omtrent het in besloten kring behandelde en omtrent de inhoud van de stukken, welke aan de vergadering worden overgelegd, geheimhouding opleggen.

  • 5. De in het vorige lid bedoelde geheimhouding wordt zowel door de leden als andere personen die bij de behandeling tegenwoordig waren als door degene die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennis genomen hebben, in acht genomen, totdat de vergadering geheimhouding opheft.

  • 6. In een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd, noch een besluit worden genomen over:

    • a.

      de ontwerp-begroting en de verantwoording van inkomsten en uitgaven;

    • b.

      het vaststellen van tarieven voor het gebruik van de bij de Sportraad in beheer zijnde of in gebruik gegeven sportaccommodaties;

    • c.

      de benoeming c.q. verkiezing van leden.

Bekendmaking besluiten

Artikel 22

Bekendmaking van de daarvoor in aanmerking komende besluiten van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur geschiedt op de wijze als bij de gemeente Dordrecht gebruikelijk is.

Toezicht

Artikel 23

  • 1. Burgemeester en wethouders zijn belast met het toezicht op de uitoefening van de bevoegdheden. De wethouder tot wiens portefeuille het beleidsonderdeel sportzaken behoort, woont de vergaderingen van het Algemeen Bestuur bij en maakt kenbaar tot welk resultaat het toezicht van burgemeester en wethouders naar zijn aanvankelijk oordeel zou kunnen leiden.

  • 2. Besluiten van het Algemeen Bestuur worden terstond aan burgemeester en wethouders medegedeeld.

  • 3. Indien burgemeester en wethouders overwegende bezwaren hebben tegen een zodanig besluit verzoeken zij het Algemeen Bestuur binnen veertien dagen na de ontvangst onder mededeling van hun met redenen omklede bezwaren het besluit opnieuw in overweging te nemen.

  • 4. In de eerstvolgende vergadering van het Algemeen Bestuur vindt dienaangaande een hernieuwde overweging plaats. Het Algemeen Bestuur deelt zijn beslissing terstond aan burgemeester en wethouders mede.

  • 5. Hebben burgemeester en wethouders ook tegen deze beslissing overwegend bezwaar, dan kunnen zij binnen zes weken na ontvangst van het besluit van het Algemeen Bestuur in beroep gaan bij de gemeenteraad die daarop binnen tien weken een beslissing neemt.

  • 6. Besluiten van het Algemeen Bestuur als bedoeld in dit artikel kunnen niet ten uitvoer worden gebracht voor de in dit artikel omschreven procedure is beëindigd, tenzij burgemeester en wethouders voordien bericht van geen bezwaar hebben gegeven.

Verantwoording

Artikel 24

  • 1. Het Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur verstrekken aan burgemeester en wethouders en de gemeenteraad alle gewenste inlichtingen over hun werkzaamheden. Het Algemeen Bestuur brengt regelmatig verslag uit van zijn werkzaamheden, welke verslagen aan de gemeenteraad worden overgelegd.

  • 2. Een door het Algemeen Bestuur uit zijn midden aan te wijzen lid is bevoegd de vergaderingen van de gemeenteraad en de raadscommissies waarin onderwerpen op het werkterrein van de Sportraad worden behandeld, bij te wonen en aldaar het standpunt van die raad toe te lichten.

Bevoegdheden gemeenteraad en burgemeester en wethouders

Artikel 25

  • 1. Aan de gemeenteraad blijven opgedragen de bevoegdheden zoals aan hem toegekend:

    • a.

      de artikelen XIII en XIV van de Gemeentewet;

    • b.

      inzake het voeren van rechtsgedingen.

  • 2. Aan burgemeester en wethouders blijven opgedragen de bevoegdheden zoals aan dit college toegekend:

    • a.

      de artikelen XIII en XIV van de Gemeentewet;

    • b.

      inzake de regeling van de verzekering van de bedrijfsaansprakelijkheid en van de gemeente-eigendommen.

  • 3. Het in de vorige leden gemaakte voorbehoud laat onverlet hetgeen is bepaald in artikel 156 van de Gemeentewet.

  • 4. Bij het nemen c.q. bevorderen van maatregelen of besluiten ter zake van de in het eerste en tweede lid van dit artikel genoemde onderwerpen winnen burgemeester en wethouders het advies in van het Dagelijks Bestuur, respectievelijk het Algemeen Bestuur.

Wijziging verordening

Artikel 26

Voorstellen tot wijziging van deze verordening kunnen slechts na overleg met het Dagelijks Bestuur, respectievelijk het Algemeen Bestuur aan de gemeenteraad ter vaststelling worden aangeboden.

Opheffing

Artikel 27

Opheffing van de Sportraad kan slechts geschieden bij besluit van de gemeenteraad, gehoord het Algemeen Bestuur.

Slotbepalingen

Artikel 28

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening op de Sportraad 1997" en treedt in werking met ingang van 13 mei 1997.

  • 2. De Verordening op de Sportraad zoals vastgesteld op 4 januari 1983 alsmede de latere aanvullingen c.q. wijzigingen daarop, wordt op 13 mei 1997 ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 13 mei 1997.

de secretaris

w.g. H.K.W. Bekkers

de voorzitter

w.g. J. Noorland