Regeling vervallen per 24-04-2012

Verordening subsidiëring onderwijs godsdienstige en/of levensbeschouwelijke vorming

Geldend van 01-01-2002 t/m 23-04-2012

Intitulé

Verordening subsidiëring onderwijs godsdienstige en/of levensbeschouwelijke vorming

De raad van de gemeente Zijpe; nr. 7

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 september 2001;

gelezen de brief van de Ondernemingsraad van 18 september 2001;

gelezen het advies van de commissie Financiën, Regionale Zaken en Economische Zaken van 11 oktober 2001;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende; Verordening subsidiëring onderwijs godsdienstige en/of levensbeschouwelijke vorming

Artikel 1

Aan kerkelijke gemeenten, kerken en verenigingen, alsmede aan rechtspersoonlijkheid bezittende instellingen op geestelijke grondslag, niet zijnde een schoolbestuur, wordt ten laste van de gemeente Zijpe, een tegemoetkoming verleend in de kosten van het geven en begeleiden van het onderwijs ten behoeve van de godsdienstige en/of levensbeschouwelijke vormen van leerlingen aan de in de gemeente Zijpe gevestigde scholen voor basisonderwijs.

Artikel 2

De vergoeding mag niet middellijk of onmiddellijk aan de school zelf ten goede komen en zal worden ingetrokken indien blijkt, dat dit toch het geval is.

Artikel 3

De leerkrachten van de scholen kunnen in geen geval als leraar of begeleider, in de zin van deze verordening worden aangemerkt.

Artikel 4

Onder onderwijs ten behoeve van de godsdienstige en/of levensbeschouwelijke vorming wordt voor de toepassing van deze verordening mede verstaan:

  • -

    het onderwijs in de Bijbelse geschiedenis en de Bijbelse theorie;

  • -

    de geschiedenis der godsdiensten;

  • -

    de literatuurgeschiedenis van godsdienstige en levensbeschouwelijke stromingen;

  • -

    de onderwerpen der ethiek en theologie in het algemeen.

Het onderwijs, bedoeld in het eerste lid .van dit artikel, dient te worden gegeven door — naar oordeel van burgemeester en wethouders — deskundig personeel.

Artikel 5

Onder het geven van onderwijs als bedoeld in artikel 4 van deze verordening wordt voor de toepassing van deze verordening mede verstaan, het begeleiden van anderen in hun onderwijskundige praktijk op scholen en al datgene, dat voor een goede begeleiding van dit onderwijs in of buiten schoolverband wenselijk en noodzakelijk is.

Artikel 6

In de kosten van het geven van onderwijs als bedoeld in artikel 4 van deze verordening op scholen voor gewoon basis onderwijs wordt een vergoeding verleend. De vergoeding als bedoeld in artikel 1, bedraagt voor elk wekelijks gegeven lesuur van tenminste 45 minuten € 544,54 cursusjaar. En voor vergoeding in aanmerking te komen, zal een les moeten worden bezocht door tenminste 10 leerlingen.

Artikel 7

  • 1. Na afloop van elk school jaar verstrekt de instantie, die een bijdrage wenst te ontvangen, aan burgemeester en wethouders een verslag betreffende het in deze verordening bedoelde onderwijs over dat jaar. Dit verslag bevat in elk geval hat aantal op de school geven lessen en de aantallen leerlingen, als bedoeld in artikel 6, lid 3.

  • 2. Het verslag, bedoeld in hat vorige lid, dient te worden meeondertekend door de directeur van de school.

Artikel8

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regelen stellen ter uitvoering van deze verordening.

Artikel 9

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening subsidiering onderwi s godsdienstige en/of levensbeschouwelijke vorming”.

Artikel 10

  • 1. Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 januari 1990.

  • 2. Alsdan vervalt de “Verordening subsidiëring orderwijs godsdienstige en/of levensbeschouwelijke vorming”, vastgesteld bij raadsbesluit van 24 april 1981.

Ondertekening

Schagerbrug, 20 november 2001