Beleidsregels subsidiëring gemeenschapshuizen

Artikel 1

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

• a.

  Gemeenschapshuis:een gebouw in eigendom en/of beheer van een organisatie met een stichtingsvorm, die zich in haar doelstellingen richt op het vervullen van een ontmoetingsfunctie en een facilitaire functie voor niet-commerciële activiteiten van verenigingen, stichtingen en andere sociaal-culturele groeperingen.

• b.

  Gebouwgebonden lasten:1. rente en aflossing van leningen die voortvloeien uit door de gemeenteraad goedgekeurde gebouwelijke aanpassingen, verbouwingen, wederopbouw of herstelwerkzaamheden;2. kosten van groot onderhoud die voortvloeien uit door de burgemeester en wethouders goedgekeurde meerjarenonderhoudsplanningen voor zover de voorziening groot onderhoud van de aanvrager daarin niet voorziet;3. het gebruiker- en eigenaardeel onroerende zaak belasting;4. premies die voortvloeien uit een afgesloten opstalverzekering;5. waterschapsbelasting;6. rioolrecht en verontreinigingsheffing.

• c.

  Bezettingsgraad:de mate waarin zalen van een gemeenschapshuis worden gebruikt voor activiteiten van de doelgroepen, uitgezonderd activiteiten die gefinancierd worden op grond van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Haaren 1999, in verhouding tot de totale beschikbaarheid in dagdelen, uitgedrukt in een percentage.

• d.

  Oppervlaktebezetting:de bezettingsgraden van de zalen van een gemeenschapshuis vermenigvuldigt met het aantal m² vloeroppervlak van die zalen.

• e.

  Servicedeel:het resultaat van de verdeling van het door de raad door plafonnering aangegeven budget over de aanvragers, naar rato van de door hen gerealiseerde oppervlaktebezetting over het jaar of meerdere jaren voorafgaand aan het jaar van indiening van de subsidieaanvragen. Het servicedeel wordt als onderdeel van het totaal subsidie beschikbaar gesteld als bijdrage in de exploitatie van de gemeenschapshuizen.

Artikel 2

Voor subsidiëring op grond van deze beleidsregels komen alleen in aanmerking:

• 1.

  Stichting Drieklank, beheerder van gemeenschapshuis Gastenbosch;

• 2.

  Stichting De Gemeenschap Esch, beheerder van gemeenschapshuis De Es;

• 3.

  Stichting De Gemeenschap Biezenmortel, beheerder van gemeenschapshuis De Vorselaer;

• 4.

  Stichting Gemeenschapsvoorzieningen Haaren, beheerder van gemeenschapshuis Den Domp.

Artikel 4

De subsidievaststelling geschiedt door burgemeester en wethouders na afloop van het tijdvak waarvoor subsidie is aangevraagd. Het vast te stellen subsidie wordt als volgt berekend:

• a.

  de daadwerkelijk gerealiseerde gebouwgebonden lasten met een maximum van het bedrag zoals genoemd in artikel 3, lid 2 sub a., vermeerdert met

• b.

  het servicedeel zoals bedoeld in lid 2 van artikel 3 sub b.

Artikel 7

Deze beleidsregels treden in werking op 1 juni 2000.

Artikel 8

Deze beleidsregels kunnen aangehaald worden als "Beleidsregels subsidiëring gemeenschapshuizen".