Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR113069
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR113069/1
Regeling vervallen per 01-01-2016
Verordening rechtspositie wethouders, raads- encommissieleden 2006
Geldend van 01-01-2007 t/m 31-12-2015
Intitulé
Verordening rechtspositie wethouders, raads- encommissieleden 2006DE RAAD VAN DE GEMEENTE HARLINGEN;
gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet;
gelet op het Rechtspositiebesluit wethouders en het rechtspositiebesluit raads- en
commissieleden;
b e s l u i t:
vast te stellen de volgende verordening: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en
commissieleden 2006.
Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen
Artikel 1
Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet;
- b.
Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;
- c.
Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;
- d.
Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2001,
Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;
- e.
Reisbesluit binnenland: het Koninklijk Besluit van 1 maart 1993, Stb. 144;
- f.
Reisregeling binnenland: het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56;
- g.
raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder;
- h.
Verplaatsingskostenbesluit 1989: het Koninklijk Besluit van 6 oktober 1989, Stb. 424;
- i.
griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;
- j.
gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet.
Hoofdstuk II Voorzieningen voor raadsleden
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden
Aan het raadslid wordt een vergoeding voor de werkzaamheden toegekend die gelijk is aan
het bedrag, vermeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en
commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties wordt herzien.
Artikel 3 Onkostenvergoeding
- 1.
Aan het raadslid wordt een onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van hetraadslidmaatschap verbonden kosten toegekend die gelijk is aan het bedrag,
vermeld in artikel 2, derde lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en
commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.
- 2.
Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4,
aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing
van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het
eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het bedrag,
vermeld in artikel 2, vierde lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en
commissieleden, zoals dat bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.
Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen
- 1.
Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.
- 2.
De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen.
Artikel 5 Reiskosten
- 1.
Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.
- 2.
De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 6 Verblijfkosten
De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het
grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed overeenkomstig het
bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium
- 1.
De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.
- 2.
Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kosten-specificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap.
Artikel 8 Computer en internetverbinding
- 1.
Op aanvraag stelt het college het raadslid ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking.
- 2.
Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, verleent het college een raadslid op aanvraag voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een tegemoetkoming voor:
a. aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of
b. gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.
- 3.
Voor zover er sprake is van:
a. een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid;
b. een tegemoetkoming voor de aanschaf of het gebruik van de eigen
computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het tweede lid, ontvangt het raadslid ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan raadsleden in bruikleen ter beschikking stelt.
- 4.
Op aanvraag vergoedt het college het raadslid de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste of tweede lid genoemde computerapparatuur.
- 5.
Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
- 6.
Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 9 Kinderopvang
Het raadslid ontvangt een tegemoetkoming in de kosten van in verband met de vervulling van
het raadslidmaatschap noodzakelijke kinderopvang overeenkomstig de ter zake voor het
gemeentelijk personeel geldende kinderopvangregeling.
Artikel 10 Spaarloonregeling
N.v.t..
Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid
Op aanvraag verlaagt het college de vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel
2, in het geval een raadslid een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke
arbeids-ongeschiktheid.
Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering
- 1.
In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
- 2.
In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekspersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
Artikel 13 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad
- 1.
Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan 30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden over de tijd van de waarneming.
- 2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de inkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3.
Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders
Artikel 14 Onkostenvergoeding
- 1.
Aan de wethouder wordt een onkostenvergoeding toegekend voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 21, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.
- 2.
In afwijking van het eerste lid wordt de onkostenvergoeding voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten verminderd met het bedrag als bedoeld in artikel van het voor hem ingevolge het eerste lid geldende bedrag indien de wethouder op grond van artikel 22 een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking is gesteld.
Artikel 15 Reiskosten woon-werkverkeer
De wethouder wordt voor het reizen tussen zijn woning en zijn plaats van tewerkstelling een
tegemoetkoming in de kosten van het reizen verleend overeenkomstig het bepaalde in artikel
3 van de Regeling rechtspositiebesluit wethouders.
Artikel 16 Zakelijke reiskosten
- 1.
Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 15 vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 15 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente gemaakt.
De vergoeding betreft:
- a.
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de reiskosten;
- b.
bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;
- c.
een vergoeding van noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte kostende in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bedrag, genoemd in artikel 4, onderdeel b, van de ministeriële regeling als bedoeld in artikel 19, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders.
Op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder gesaldeerd overeenkomstig de regeling voor gemeentelijk personeel. Indien geen regeling als bedoeld in de eerste volzin is vastgesteld vindt op aanvraag saldering van de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder plaats overeenkomstig artikel 4a van de Reisregeling binnenland, artikel 2a van de Reisregeling buitenland en artikel 13a van de krachtens het Verplaatsingskostenbesluit 1989 vastgestelde Verplaatsingskostenregeling 1989.
Artikel 17 Dienstauto
N.v.t..
Artikel 18 Verblijfkosten
De wethouder worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke verblijfkosten ter zake van
reizen, bedoeld in artikel 16 volledig vergoed.
Artikel 19 Buitenlandse dienstreis
- 1.
Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.
- 2.
Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.
Artikel 20 Cursus, congres, seminar of symposium
- 1.
De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.
- 2.
De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kosten-specificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.
Artikel 21 Computer en internetverbinding
- 1.
Op aanvraag worden de wethouder ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het ambt een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.
- 2.
Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, wordt de wethouder op aanvraag voor de uitoefening van het ambt een tegemoetkoming verleend voor:
a. aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of
b. gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.
- 3.
Voorzover er sprake is van:
a. een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid;
b. een tegemoetkoming voor de aanschaf of het gebruik van de eigen computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het tweede lid, ontvangt de wethouder ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke aan de wethouders in bruikleen ter beschikking worden gesteld.
- 4.
Op aanvraag worden de wethouder de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste of tweede lid genoemde
computerapparatuur vergoed.
- 5.
De wethouder ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
- 6.
Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 22 Mobiele telefoon
- 1.
Op aanvraag wordt de wethouder voor de uitoefening van zijn ambt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld die mede gebruikt mag worden voor privé doeleinden.
- 2.
De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
- 3.
Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
- 4.
Op de netto bezoldiging dan wel de netto onkostenvergoeding van de wethouder die de mobiele telefoon voor meer dan 10% mede gebruikt voor privé doeleinden, wordt een bedrag ingehouden dat gelijk is aan het bedrag dat op grond van de artikelen 38 respectievelijk 39 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 tot het loon wordt gerekend.
Artikel 22 Mobiele telefoon (optie2: ook voor privé gebruik)
N.v.t..
Artikel 23 Spaarloonregeling/levensloopregeling
- 1.
De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk
personeel geldende spaarloonregeling.
- 3.
Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien de wethouder gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.
Artikel 24 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten
- 1.
De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:
a.reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de ministeriële regeling als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders;
b.verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de ministeriële regeling als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders.
Artikel 25 Kinderopvang
De wethouder ontvangt een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang die in verband
met de vervulling van het ambt van wethouder noodzakelijk is, overeenkomstig de ter zake
voor het gemeentelijk personeel geldende kinderopvangregeling.
Hoofdstuk IV Voorzieningen voor commissieleden
Artikel 26 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen
- 1.
Het lid van een commissie ontvangt voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies een vergoeding die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.
- 2.
Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96 van de Gemeentewet ontvangt.
- 3.
Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie
- a.
als raadslid of wethouder;
- b.
uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;
- a.
- c.
als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of
groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in
belangrijke mate het gemeentelijk belang dient.
- 4.
Het college kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een hogere
vergoeding vaststellen van het in het eerste lid bedoelde bedrag van de
vergoeding, ten aanzien van
- a.
een lid van een commissie die op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is aangetrokken, en
- b.
een lid van een commissie ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht
kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn
taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid.
Artikel 27 Reis- en verblijfkosten
- 1.
Aan het lid van een commissie dat geen raadslid of wethouder is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed.
- 2.
De vergoeding betreft:
a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;
b.bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikelen 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders;
- 3.
Onverminderd het bepaalde in het eerste lid worden de in redelijkheid
noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen binnen en buiten het grondgebied van de gemeente vergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 28 Buitenlandse excursie of reis
N.v.t..
Artikel 29 Cursus, congres, seminar of symposium
-
1. De kosten van deelname van een commissielid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.
-
1. Het commissielid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of
symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd,
dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van
inhoudelijke informatie en een kosten-specificatie. De kosten komen voor
rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de
vervulling van het commissielidmaatschap.
Artikel 30 Computer en internetverbinding
-
1. Op aanvraag stelt het college het commissielid ten laste van de gemeente voor de
uitoefening van het commissielidmaatschap een computer, bijbehorende
apparatuur en software in bruikleen ter beschikking.
-
2. Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is
gesteld, verleent het college een commissielid op aanvraag voor de uitoefening
van het raadslidmaatschap een tegemoetkoming voor:
- a.
aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of
- b.
gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.
- a.
-
3. Voorzover er sprake is van:
a. beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als
bedoeld in het eerste lid;
b.een tegemoetkoming voor de aanschaf of het gebruik van de eigen
computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het tweede
lid, ontvangt het commissielid ten laste van de gemeente op aanvraag per
jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor
een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan
van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en
software welke het college aan raadsleden in bruikleen ter beschikking
stelt.
-
4. Op aanvraag vergoedt het college het commissielid de aanleg- en
abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste of tweede lid
genoemde computerapparatuur.
-
5. Het commissielid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
-
6. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Hoofdstuk V De procedure van declaratie
Artikel 31 Betaling van kosten
Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door
a. betaling uit eigen middelen; of
b. echtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente;
c. n.v.t. (gemeentelijke creditcard)
Artikel 32 Declaratie van vooruit betaalde kosten
-
1. Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6, 16, 18, 19, 24 en
27 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door
het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn
betaald.
-
2. Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend. Het raadslid,
onderscheidenlijk de wethouder of het commissielid dient het declaratieformulier
binnen 2 maanden bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of een
door hem aangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele
bewijsstukken.
Artikel 33 Rechtstreekse facturering bij de gemeente
-
1. De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 7, 16, 18, 10, 20 en 24 kan
plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid,
onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de
gemeente.
-
2. Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het
begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig
in te vullen en te ondertekenen.
-
3. Het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder dient het begeleidingsformulier en
de factuur binnen 2 maanden in bij de griffier, onderscheidenlijk degemeentesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar.
Artikel 34 Gebruik creditcard
N.v.t.
Hoofdstuk VI Citeertitel en inwerkingtreding
Artikel 35 Intrekking oude regeling
De verordening Voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2004 wordt
ingetrokken.
Artikel 36 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2007 en werkt voor wat betreft de artikelen 1 tot
en met 13 en 26 tot en met 30 terug tot en met 16 maart 2006 en voor wat betreft de
artikelen 16 tot en met 25 ten aanzien van de op 19 april 2006 beëdigde wethouders terug tot
en met de dag van hun beëdiging. De artikelen 31 tot en met 33 werken voor zover het
betreft de leden van de raad en commissieleden terug tot en met 16 maart 2006. De artikelen
31 tot en met 34 werken voor zover het de op 19 april 2006 beëdigde wethouders betreft
terug tot en met de dag van hun beëdiging.
Artikel 37 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en
commissieleden 2006.
Vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 20 december 2006.
, de voorzitter.
, de raadsgriffier.
Nota-toelichting
Artikelsgewijze toelichting
Toelichting Artikel 1
Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun
geheel moeten worden uitgeschreven.
In deze verordening is ervoor gekozen om de begrippen doelmatigheid, doeltreffendheid en
rechtmatigheid (die in artikel 182 van de Gemeentewet is genoemd) niet in artikel 1 op te
nemen. Daarmee wordt voorkomen dat verschillende gemeenten in de verordening een
eigen definitie hanteren. Wel wordt in deze toelichting uiteengezet wat onder deze termen
wordt verstaan. Doelmatigheid is de mate waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo
gering mogelijke kosten
worden bereikt. Bij doeltreffendheid gaat het er om of het resultaat van het beleid
beantwoordt aan wat er met het beleid werd beoogd en de gestelde beleidsdoelen worden
verwezenlijkt. Bij rechtmatigheid gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en
regelgeving. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de
rechtmatigheid van de totstand-koming van de gemeentelijke baten en lasten.
Toelichting Artikel 2
Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel 81o van de
wet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. De wet spreekt van een
rekenkamer-functie. In deze verordening is gekozen voor een rekenkamercommissie met
uitsluitend externe leden. De raad kan overigens zelf bepalen hoeveel leden de rekenkamer
zal hebben.
Toelichting Artikel 3
De raad benoemt uit de leden de voorzitter van de rekenkamercommissie. Uit oogpunt van
onafhankelijkheid is er voor gekozen dat uitsluitend niet-raadsleden deelnemen in de
rekenkamercommissie.
Toelichting Artikel 4
De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de rekenkamer
rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. Deze bepaling wordt van
overeenkomstige toepassing verklaard op de leden van de rekenkamercommissie.
Toelichting Artikel 5
Dit artikel gaat over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting)
hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties.
Toelichting Artikel 6
In dit artikel is de vergoeding die de leden voor hun werkzaamheden ontvangen, vastgelegd.
De leden en de voorzitter ontvangen een geïndexeerde vergoeding.
Toelichting Artikel 7
De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een secretaris. Deze wordt door de raad
benoemd.
Om redenen van efficiency is ervoor gekozen om de griffier tevens tot secretaris van de
rekenkamercommissie te benoemen.
De rekenkamercommissie dient zelfstandig te functioneren en in het derde lid is voorzien in
een rechtstreekse verantwoordingsrelatie van de secretaris ten opzichte van de
rekenkamercommissie.
Toelichting Artikel 8
Artikel 81i van de Gemeentewet wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de
rekenkamercommissie. In het reglement van orde moeten/kunnen zaken als de vergoeding,
volgorde van aftreden bij een meerhoofdige rekenkamercommissie, verhouding secretarisvoorzitter,
de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken en de vraag hoe wordt omgegaan
met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten enzovoorts geregeld.
Toelichting Artikel 9
De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te
bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. De
rekenkamer-commissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet
verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182,
tweede lid van de wet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is
genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de
rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij
daarvoor goede gronden moeten aanvoeren.
Toelichting Artikel 10
Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek over
voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om
inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren. De
rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar, maar op grond van de
belangen genoemd in artikel 10 van de WOB kunnen rapporten of gedeelten daarvan als
geheim worden aangemerkt.
Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans
krijgt om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerponderzoeksrapport. Er vindt
dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan
betrokkenen worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden te corrigeren.
Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid
geboden om te reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamer verbindt aan de
(gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamer een definitief rapport naar buiten
met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.
Toelichting Artikel 11
De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget
dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in
het tweede lid genoemde kosten gebracht.
Toelichting Artikel 12 en 13
Deze artikelen behoeven geen toelichting.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl