Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR112406
Naar de door u bekeken versie
https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR112406/1
Afwegingsmodel handhaving kinderopvang Brummen
Geldend van 01-07-2011 t/m heden
Intitulé
Afwegingsmodel handhaving kinderopvang BrummenHoofdstuk 1 Algemeen
1.1 Inleiding
De gemeente Brummen hanteert het Afwegingsmodel Handhaving Kinderopvang Brummen bij het uitvoeren van haar wettelijke taak om toe te zien op de kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko). In het afwegingsmodel staan de handhavingsacties die de gemeente toe kan passen als een houder van een kindercentrum, een gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang of een peuterspeelzaal niet voldoet aan één of meer kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko) en de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (verder: Beleidsregels kwaliteit) van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Naast de hiervoor genoemde kwaliteitseisen treden naar verwachting in 2011 de lokale ruimte- en inrichtingseisen voor peuterspeelzalen in werking.
In het model zijn de algemene stappen opgenomen die de gemeente kan hanteren als de kwaliteitseisen worden overtreden. Handhaving is maatwerk en zal in elke situatie apart afgewogen moeten worden. Proportionaliteit is daarbij een vereiste. Daardoor zijn niet automatisch alle genoemde stappen onverkort van toepassing op een geconstateerde overtreding, maar zal telkens afgewogen moeten worden of toepassing onder meer proportioneel is.
De GGD Gelre-IJssel voert in opdracht van de gemeente het toezicht uit. Over de bevindingen ontvangt de gemeente een inspectierapport. Hiervoor wordt door de GGD een landelijk model gebruikt. De indeling en de tekst van de kwaliteitsaspecten in de inspectierapporten van de GGD worden ook gebruikt in het nu voorliggende Afwegingsmodel. Voor de leesbaarheid van het Afwegingsmodel zijn echter de meeste voetnoten uit de modelinspectierapporten van de GGD achterwege gelaten. Dit betekent echter niet dat de toelichtingen in de voetnoten niet van overeenkomstige toepassing zijn op de bepalingen van het Afwegingsmodel. De modelinspectierapporten zijn beschikbaar via de website van de GGD (http://www.inspectiekinderopvang.ggd.nlonder het kopje modelrapporten.
Start handhavingstraject
Het gemeentelijke handhavingtraject begint direct na ontvangst van het inspectierapport van de GGD. De GGD geeft in het rapport een handhavingadvies aan de gemeente. In het rapport is het ‘Overzicht bevindingen toezichthouder per inspectiedomein’ de basis voor het afwegen van de te ondernemen handhavingactie. In dit overzicht beschrijft de toezichthouder per domein de kwaliteitseisen waar de houder niet aan voldoet en de omstandigheden waarin dit plaatsvindt. Ook de resultaten van eventueel door de inspecteur toegepast overleg en overreding worden hierin genoemd. De gemeente kan de aangegeven verzwarende of verzachtende omstandigheden, de inspanning van de houder etc. mee laten wegen bij het beoordelen van de te nemen handhavingsactie.
De gemeente kan in bijzondere gevallen, voordat de eerste juridische stap van aanwijzing wordt gezet, overwegen eerst een schriftelijke waarschuwing te geven. Ook kan overwogen worden eerst op basis van mondelinge overreding de houder te bewegen de overtreding te herstellen. Zowel de waarschuwing als de overreding hebben geen juridische status en betekenen daarom een uitstel van het handhavingstraject.
Handhaving peuterspeelzalen
Zolang afdeling 2.2 en art 2.20 Wko niet in werking zijn getreden, is het handhavingsbeleid voor peuterspeelzalen (hoofdstuk 6 van dit Afwegingsmodel) nog niet van toepassing. Zodra deze artikelen wel in werking treden, treedt op datzelfde moment ook het handhavingsbeleid peuterspeelzalen inwerking.
1.2 Typen sancties
Als handhavingsacties kunnen 2 typen sancties onderscheiden worden, namelijk herstellende en bestraffende sancties. Deze typen sancties bestaan naast elkaar. Hierdoor kunnen sancties van deze twee typen tegelijkertijd worden opgelegd.
1.2.1 Herstellende sancties
In artikel 5:2 Awb wordt bepaald wat onder een herstellende sanctie wordt verstaan. Hieronder wordt verstaan: een bestuurlijke sanctie die strekt tot het geheel of gedeeltelijk ongedaan maken of beëindigen van een overtreding, tot het voorkomen van herhaling van een overtreding, dan wel tot het wegnemen of beperken van de gevolgen van een overtreding.
Hieruit volgt dat het doel van de herstellende sanctie dus ook met name gelegen is in het beëindigen van de overtreding en/of het voorkomen van herhaling in de toekomst. Bestraffing van reeds begane overtredingen kan via de bestraffende sanctie (zie verderop).
Een herstellend handhavingstraject verloopt in beginsel volgens de hieronder beschreven stappen. Er kunnen zich echter situaties voordoen, waarin het naar beoordeling van het college gerechtvaardigd is om, gezien de aard en/of ernst van de overtreding, bepaalde stappen ‘over te slaan’ en direct over te gaan tot inzet van een zwaardere sanctie. Eén van de situaties waarin dit zich kan voordoen is recidive.
De volgende stappen en herstellende sancties kunnen worden onderscheiden:
Stap 1
Optie 1 Bevel
Een bevel is een is een handhavingsmiddel dat in spoedeisende gevallen door de GGD-inspecteur direct tijdens een inspectie ingezet kan worden. De GGD kan dit inzetten als zij oordeelt dat de kwaliteit dermate tekortschiet dat de gezondheid of de veiligheid van de kinderen in direct gevaar is. Het nemen van maatregelen kan in deze situaties redelijkerwijs niet uitgesteld worden. Ingeval van overtredingen met een lage of gemiddelde prioritering zal hier niet snel sprake van zijn. Een bevel moet binnen zeven dagen zijn opgevolgd. Omdat het middel door de GGD-inspecteur wordt ingezet en niet door het college wordt dit bevel in dit Afwegingsmodel niet nader genoemd.
Optie 2 Aanwijzing
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brummen kan een schriftelijke aanwijzing geven aan de houder van een kindercentrum, een voorziening voor gastouderopvang, een gastouderbureau of een peuterspeelzaal dat zich in de gemeente bevindt. Dit gebeurt als de bij of krachtens hoofdstuk 1 afdeling 3, paragrafen 2 en 3 of hoofdstuk 2 afdeling 2 paragrafen 2 en 3 gegeven voorschriften uit de Wko (de ‘kwaliteitseisen”) niet of in onvoldoende mate worden nageleefd. In een aanwijzing wordt met redenen omkleed aangegeven op welke punten de bedoelde voorschriften niet of in onvoldoende mate worden nageleefd. Ook wordt aangegeven welke maatregelen door de houder genomen dienen te worden.
Hersteltermijn
Bij een aanwijzing wordt de houder een hersteltermijn gegeven. De hersteltermijn wordt bepaald door de zwaarte van de prioritering. De hersteltermijn in dit model wordt aangegeven in een bandbreedte. De handhaver geeft per concreet geval de exacte hersteltermijn aan. Na het verstrijken van een hersteltermijn dient de overtreding beëindigd te zijn. Ter controle hiervan kan de handhaver schriftelijke bewijsstukken opvragen, danwel de GGD de opdracht geven voor een herinspectie. Is de overtreding niet beëindigd, dan zal een volgende stap worden ingezet.
Stap 2
Optie 1 Last onder dwangsom
Onder last onder dwangsom wordt verstaan: de herstelsanctie, inhoudende:
a. een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding, en
b. de verplichting tot betaling van een geldsom indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd.
De stap last onder dwangsom kan meerdere keren worden genomen voor een geconstateerde overtreding. Indien een eerste last onder dwangsom geen resultaat heeft gehad, kan worden overwogen een nieuwe, hogere last onder dwangsom op te leggen. Dit vereist dan wel een nieuw besluit. Als een eerste last onder dwangsom geen effect heeft gehad, wordt nagegaan wat de oorzaak hiervan is. Dit zou er toe kunnen leiden dat een ander sanctiemiddel wordt ingezet.
Optie 2 Last onder bestuursdwang
Onder last onder bestuursdwang wordt verstaan: de herstelsanctie, inhoudende:
a. een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding, en
b. de bevoegdheid van het bestuursorgaan om de last door feitelijk handelen ten uitvoer te leggen, indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd.
In gevallen waarin het bestuursorgaan de mogelijkheid heeft om zelf de overtreding op te lossen (op kosten van de overtreder) kan een last onder bestuursdwang opgelegd worden. Omdat in het kader van handhaving kinderopvang de overtredingen zich maar in zeer beperkte mate lenen voor toepassing van bestuursdwang, is de optie last onder bestuursdwang op een enkele overtreding na niet opgenomen.
Stap 3
Exploitatieverbod
Het college van burgemeester en wethouders kan de houder verbieden de exploitatie van een kindercentrum, een voorziening voor gastouderopvang, een gastouderbureau of de instandhouding van een peuterspeelzaal voort te zetten, zolang hij een bevel of aanwijzing niet opvolgt en het opleggen van een last onder bestuursdwang niet mogelijk is.
Ook kan het college van burgemeester en wethouders de houder verbieden het kindercentrum, de voorziening voor gastouderopvang, het gastouderbureau of de peuterspeelzaal in exploitatie te nemen, zolang niet of niet langer aan de kwaliteitseisen uit hoofdstuk 1, afdeling 3, paragraaf 2 of hoofdstuk 2, afdeling 2, paragraaf 2 uit de Wko is voldaan.
Stap 4
Verwijdering uit landelijk register
Er zijn verschillende gronden op basis waarvan het college een voorziening uit het register kinderopvang kan verwijderen:
- -
indien is gebleken dat de houder niet langer de organisatie voor kinderopvang exploiteert
- -
indien uit een GGD-inspectie is gebleken dat de houder naar verwachting niet dan wel niet langer voldoet aan de bij of krachtens hoofdstuk 1 afdeling 3 paragrafen 2 en 3 en hoofdstuk 2 afdeling 2 paragrafen 2 en 3 van de WKO gegeven voorschriften
- -
indien drie maanden na de registratie de exploitatie van de organisatie voor kinderopvang niet daadwerkelijk is aangevangen
Vanaf het moment dat een kindercentrum (dagopvang of BSO), een voorziening voor gastouderopvang, een gastouderbureau of een peuterspeelzaal is verwijderd uit het register, is er geen sprake meer van kinderopvang in de zin van de wet. Voortzetten van exploitatie leidt tot illegale kinderopvang en tot een boete op basis van overtreding van de Wet Economische Delicten.
Doordat een kindercentrum (dagopvang of BSO), een voorziening voor gastouderopvang of een gastouderbureau uit het register is verwijderd, wordt ook de grond voor het recht op kinderopvangtoeslag voor vraagouders beëindigd.
1.2.2 Bestraffende sancties
In artikel 5:2 Awb wordt bepaald wat onder een bestraffende sanctie wordt verstaan. Hieronder wordt verstaan: een bestuurlijke sanctie voor zover deze beoogt de overtreder leed toe te voegen.
Een bestraffende sanctie bestraft een overtreding die ‘in het verleden’ begaan is. Er is dus een overtreding geconstateerd en dat feit wordt bestraft. De vorm van een bestraffende sanctie onder de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen is de bestuurlijke boete.
Een bestuurlijke boete kan apart maar ook gelijktijdig met een herstellend handhavingstraject worden opgelegd.
Grondslag bestuurlijke boete
Bij kindercentra, voorzieningen voor gastouderopvang en gastouderbureaus
Op grond van artikel 1.72 Wko is het college bevoegd terzake een aantal overtredingen een bestuurlijke boete op te leggen. Een bestuurlijke boete mag ten hoogste € 45.000 bedragen.
Het opleggen van een bestuurlijke boete acht het college in ieder geval aangewezen in de volgende situaties:
- -
In geval van overtreding van een of meer van de bepalingen bij of krachtens de artikelen 1.45 tot en met 1.60a Wko (hoofdstuk 1 afdeling 3 Kwaliteit kindercentra, voorzieningen voor gastouderopvang en gastouderbureaus);
- -
In geval de houder een opgelegde aanwijzing of bevel (art 1.65 Wko) niet nakomt;
- -
In geval de houder een kinderopvangcentrum blijft exploiteren terwijl op grond van artikel 1.66 Wko aan hem een exploitatieverbod is opgelegd;
- -
In geval de houder weigert zijn medewerking te verlenen aan een toezichthouder (5:20 Awb).
- -
In geval een houder een afspraak als bedoeld in artikel 167 Wet op het primair onderwijs niet nakomt
Gastouders Gastouders vallen ook volledig onder het regime van toezicht en handhaving en daarbij is ook de mogelijkheid om een bestuurlijke boete op te leggen van toepassing. Omdat echter een gastouder toch een bijzondere vorm van opvang is, is ervoor gekozen niet vooraf in dit model boetebedragen te noemen in het domein ‘gastouderopvang’. Indien een gemeente een overtreding van een gastouder wil sanctioneren met een bestuurlijke boete, zal in dat geval het boetebedrag bepaald worden, met inachtneming van de algemene bepalingen hieromtrent in dit handhavingsbeleid. Daarbij kan bijvoorbeeld een relatie worden gelegd met de boetebedragen zoals die zijn bepaald binnen de kinderopvang.
Bij peuterspeelzalen
Voor peuterspeelzalen geldt dat de mogelijkheid om een bestuurlijke boete op te leggen, is bepaald in artikel 2.27 Wko. Dit artikel bepaalt dat een bestuurlijke boete alleen opgelegd kan worden aan niet-gesubsidieerde peuterspeelzalen. Dit betekent dat het onderdeel ‘bestraffende sanctie’ in dit Afwegingsmodel alleen van toepassing is op niet-gesubsidieerde peuterspeelzalen. Voor gesubsidieerde peuterspeelzalen vindt handhaving plaats via de voorwaarden die de gemeente stelt bij de subsidieverlening.
Op grond van artikel 2.28 Wko is het college bevoegd terzake een aantal overtredingen een bestuurlijke boete op te leggen. Een bestuurlijke boete mag ten hoogste € 45.000 bedragen.
Het opleggen van een bestuurlijke boete acht het college in ieder geval aangewezen in de volgende situaties:
- -
In geval van overtreding van één of meer van de bepalingen bij of krachtens de artikelen 2.2 tot en met 2.13 Wko (hoofdstuk 2 afdeling 2 Kwaliteit peuterspeelzalen);
- -
In geval de houder een opgelegde aanwijzing of bevel (art 2.23 Wko) niet nakomt;
- -
In geval de houder een peuterspeelzaal in stand blijft houden terwijl op grond van artikel 2.24 Wko de voortzetting van de instandhouding is verboden;
- -
In geval de houder weigert zijn medewerking te verlenen aan een toezichthouder (5:20 Awb).
- -
In geval een houder een afspraak als bedoeld in artikel 167 Wet op het primair onderwijs niet nakomt
Opleggen bestuurlijke boete
Wanneer wordt een boete opgelegd?
Bij een overtreding van de prioriteit ‘hoog’ zal in beginsel een boete ter hoogte van het in het Afwegingsmodel genoemde bedrag worden opgelegd. Bij overtredingen met een prioriteit ‘gemiddeld’ of ‘laag’ kan het college besluiten een boete op te leggen.
Wanneer geen bestuurlijke boete?
Het college legt geen boete op indien:
- -
de overtreder aannemelijk maakt dat elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt
- -
de houder, zijnde een natuurlijk persoon (en geen rechtspersoon), is overleden.
- -
er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid en er een direct gevaar voor de gezondheid of de veiligheid van personen is (in dat geval wordt er een strafrechtelijke procedure gestart)
Hoogte bestuurlijke boete
Boeteverhogende en boeteverlagende omstandigheden
In het geval de overtreder in de afgelopen drie jaar al eerder is beboet voor eenzelfde type overtreding kan het college de boete verhogen. Daarbij is irrelevant of de in het verleden gepleegde overtreding(en) al dan niet betrekking hadden op hetzelfde kindercentrum, gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang of peuterspeelzaal waarvoor de nieuwe boete wordt opgelegd. Bepalend is of de overtreder als houder al eerder een boete is opgelegd. Ook kan sprake zijn van boeteverlagende omstandigheden.
Omstandigheden die de aanleiding kunnen vormen voor boeteverhoging of –verlaging zijn:
- -
De houder heeft al eerder eenzelfde type overtreding gepleegd.
Daaronder wordt ook een overtreding in een ander kindercentrum, gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang of peuterspeelzaal van dezelfde houder begrepen (recidive, boeteverhogend)
- -
De overtreding heeft betrekking op een kleine onderneming (boeteverlagend)
- -
De overtreder heeft door de verboden gedraging een aanzienlijk voordeel verkregen (boeteverhogend)
- -
De overtreder heeft uit eigen beweging derden, aan wie direct of indirect door de overtreding schade is berokkend, schadeloos gesteld (boeteverlagend)
- -
Een andere omstandigheid die naar het oordeel van het college aanleiding geeft tot verhoging/verlaging van de boete.
1.3 Begripsomschrijvingen
In dit Afwegingsmodel wordt verstaan onder:
beroepskracht : de persoon van 18 jaar of ouder die werkzaam is bij een kindercentrum en is belast met de verzorging en opvoeding van kinderen; of de persoon van 18 jaar of ouder die werkzaam is bij een gastouderbureau en is belast met het tot stand brengen en begeleiden van gastouderopvang;
beroepskracht in opleiding : degene die de beroepsbegeleidende leerweg volgt, bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs, en ten behoeve van beroepspraktijkvorming is belast met de verzorging en opvoeding van kinderen bij een kindercentrum of voorziening voor gastouderopvang;
gastouder : de natuurlijke persoon van 18 jaar of ouder die gastouderopvang biedt, met uitzondering van natuurlijke personen van wie een of meer kinderen op bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen gronden onderworpen zijn aan ondertoezichtstelling of voorlopige ondertoezichtstelling als bedoeld in artikel 254, onderscheidenlijk artikel 255, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, en met uitzondering van de persoon die op hetzelfde woonadres als de ouder of diens partner staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;
gastouderbureau : een organisatie die gastouderopvang tot stand brengt en begeleidt en door tussenkomst van wie de betaling van ouders aan gastouders geschiedt;houder : de rechtspersoon of natuurlijke persoon van 18 jaar of ouder die een kindercentrum, een voorziening voor gastouderopvang of een gastouderbureau exploiteert;
kindercentrum : een voorziening waar kinderopvang plaatsvindt, anders dan gastouderopvang;
kinderopvang : het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen en opvoeden van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint;
ouder : de bloed- of aanverwant in opgaande lijn of de pleegouder van een kind op wie de kinderopvang betrekking heeft, met dien verstande dat bij de beoordeling of sprake is van pleegouderschap een subsidie op grond van de Wet op de jeugdzorg buiten beschouwing blijft;
oudercommissie : de commissie, bedoeld in artikel 1.58 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;
dagopvang: kinderopvang, verzorgd door een kindercentrum voor kinderen tot de leeftijd waarop zij het basisonderwijs volgen;
buitenschoolse opvang: kinderopvang, verzorgd door een kindercentrum voor kinderen in de leeftijd dat zij naar het basisonderwijs kunnen gaan, waarbij opvang wordt geboden voor of na de dagelijkse schooltijd, evenals gedurende vrije dagen of middagen en in de schoolvakanties;
stamgroep: een vaste groep kinderen in de dagopvang in een passend ingerichte vaste groepsruimte;
stamgroepruimte: de ruimte waarin de kinderen in de dagopvang het grootste deel van de dag aanwezig zijn;
basisgroep: een vaste groep kinderen in de buitenschoolse opvang in een passend ingerichte ruimte;
risico-inventarisatie: de risico-inventarisatie, bedoeld in artikel 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;
bemiddelingsmedewerker: de medewerker die zich bezighoudt met de taken, bedoeld in de artikelen 12, 15 en 15e Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.
vraagouder: een vraagouder is een ouder of verzorger met één of meerdere kinderen die worden opgevangen op een kindercentrum (dagopvang of BSO) of een voorziening voor gastouderopvang.
Voor eventuele overige begrippen is artikel 1.1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en artikel 1 Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen van toepassing.
Deze begripsbepalingen zijn opgenomen ter bevordering van de leesbaarheid van dit Afwegingsmodel en zijn overeenkomstig de begripsbepalingen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen. Mochten in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen of de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen deze begripsbepalingen worden aangepast dan geldt ook voor dit Afwegingsmodel vanaf dat moment de omschrijving zoals die dan geldt volgens de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en/of de Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.
De afkortingen zoals die in het Afwegingsmodel zijn gebruikt, zijn opgenomen in Bijlage 1.
1.4 Opbouw
In de volgende hoofdstukken wordt per vorm van kinderopvang het afwegingsmodel weergegeven. De volgende vormen van kinderopvang komen achtereenvolgens aan bod:
Dagopvang (hoofdstuk 2)
Buitenschoolse opvang (hoofdstuk 3)
Gastouderbureau (hoofdstuk 4)
Gastouders (hoofdstuk 5)
Peuterspeelzalen (hoofdstuk 6)
In het afsluitende hoofdstuk 7 staat het afwegingsmodel voor overige overtredingen.
Hoofdstuk 2 Afwegingsmodel Handhaving Dagopvang
De kwaliteitsaspecten voor dagopvang, zijn ingedeeld naar de volgende domeinen:
0. Kinderopvang in de zin van de wet
- 1.
Ouders
- 2.
Personeel
- 3.
Veiligheid en gezondheid
- 4.
Accommodatie en inrichting
- 5.
Groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio
- 6.
Pedagogisch beleid
- 7.
Klachten
- 8.
Voorschoolse educatie
0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
0.1 Kinderopvang in de zin van de wet |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.1, eerste lid) Beleidsregels werkwijze toezichthouder (artikel 4, eerste lid) |
|
constatering |
gevolg |
verdere sancties mogelijk? |
1. De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats (art. 1.1 lid 1 Wko en art. 4 Beleidsregels werkwijze toezichthouders) |
Indien niet voldaan: geen kinderopvang in de zin van de wet. |
Verwijdering uit landelijk register |
Eventueel overige overtredingen (hoofdstuk 6 Afwegingsmodel) van toepassing: Economisch delict: niet-geregistreerde opvang |
2. Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden (art 1.1 lid 1 Wko en art 4 Beleidsregels werkwijze toezichthouder). |
Indien niet voldaan: geen kinderopvang in de zin van de wet. |
Verwijdering uit landelijk register |
Eventueel overige overtredingen (hoofdstuk 6 Afwegingsmodel) van toepassing: Economisch delict: niet-geregistreerde opvang |
3. De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint (art 1.1 lid 1 Wko en art 4 Beleidsregels werkwijze toezichthouder). |
Indien niet voldaan: geen kinderopvang in de zin van de wet. |
Verwijdering uit landelijk register |
Eventueel overige overtredingen (hoofdstuk 6 Afwegingsmodel) van toepassing: Economisch delict: niet-geregistreerde opvang |
1. Ouders
1.1 Reglement oudercommissie |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.59) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld (art 1.59 lid 1 Wko). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2500 |
1.1.1 Inhoud reglement oudercommissie |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.59) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden (art 1.59 lid 2 sub a Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
2. Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden (art 1.59 lid 2 sub b Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
3. Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden (art 1.59 lid 2 sub c Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
4. Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie (art 1.59 lid 3 Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
5. De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie (art 1.59 lid 5 Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
1.2 Instellen oudercommissie |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.58) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De houder heeft een oudercommissie ingesteld (art 1.58 lid 1 Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
1.2.1 Voorwaarden oudercommissie |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.58) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De houder is geen lid (art 1.58 lid 2 en 3 Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
2. Het personeel is geen lid (art 1.58 lid 3 Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
3. De leden worden gekozen uit en door de ouders (art 1.58 lid 2 Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
4. De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen (art 1.58 lid 4 Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
1.2.2 Adviesrecht oudercommissie |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 1.60) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De houder stelt de oudercom-missie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen (art 1.60 lid 1 Wko). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
750 |
2. De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft (art 1.60 lid 4 Wko). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
750 |
3. Van een gevraagd advies van deoudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet (art 1.60 lid 2 Wko). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
750 |
4. De houder geeft de oudercom-missie gelegen-heid ook ongevraagd te adviseren over de genoemde onderwerpen (art 1.60 lid 3 Wko). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
750 |
1.3 Informatie |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 1.54 en 1.63, vierde lid) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 3, tweede lid) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De houder informeert de ouders over het te voeren beleid (art 1.54 Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
2. De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen (art 1.54 Wko jo art 3 lid 3 Beleidsregels kwaliteit). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
3. De houder legt een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats (art 1.63 lid 4 Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
4. De informatie is gedetailleerd genoeg om ouders een adequaat beeld van de praktijk te geven (art 1.54 Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
5. De praktijk sluit aan bij de aan de ouders verstrekte informatie (art 1.54 Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
2. Personeel
2.1 Verklaring omtrent het gedrag |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.50, derde, vierde en vijfde lid) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 10) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. Personen werkzaam bij het kindercentrum zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag (art 1.50 lid 3 Wko en art 10 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
3000 per ontbrekende VOG |
2. De verklaring omtrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overlegd (art 1.50 lid 4 Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
3000 per ontbrekende of te laat overlegde VOG |
3. De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden (art 1.50 lid 4 Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
3000 per te oude VOG |
2.2 Passende beroepskwalificatie |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.50, eerste lid) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 9, eerste lid) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO kinderopvang is opgenomen (art 1.50 lid 1 Wko jo art 9 lid 1 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
3000 per beroeps-kracht die niet voldoet |
2.3 Voorwaarden en inzet van pedagogisch medewerkers in ontwikkeling (PMIO) |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.50, eerste lid) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 9, tweede lid) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1a Alle PMIO’ers beschikken over een diploma op minimaal MBO-3 niveau; OF 1b Een HAVO of VWO diploma; OF 1c Een voor de kinderopvang relevant, maar nog niet gelijkgesteld buitenlands diploma én relevante werkervaring. (art 1.50 lid 1 Wko jo art 9 lid 2 Beleidsregels kwaliteit) |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
3000 per PMIO-er die niet voldoet |
1. Voor alle PMIO’ers is binnen 2 maanden na aanvang van de arbeidsovereenkomst een persoonlijk ontwikkelplan opgesteld (art 9 lid 2 Beleidsregels kwaliteit jo art 1.50 lid 1 Wko). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
3000 per PMIO-er die niet voldoet |
2. Alle PMIO’ers worden ingezet conform een actueel persoonlijk ontwikkelplan (art 1.50 lid 1 Wko jo art 9 lid 2Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
3000 per PMIO-er die niet voldoet |
2.4 Gebruik van de voorgeschreven voertaal |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.55) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1a De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt (art 1.55 lid 1 Wko) OF 1b Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode (art 1.55 lid 2 Wko) |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2500 |
3. Veiligheid en gezondheid
3.1 Risico-inventarisatie veiligheid |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.51) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 8) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
8000 bij geheel ontbreken, 4000 in geval ouder dan 1 jaar |
2. De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
4000 |
3.1.1 Beleid veiligheid |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.51) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 8) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De risico-inventarisatie beschrijft de veiligheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, (verstikking), verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1500 |
2. Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1500 |
3. Er is een registratie van ongevallen, waarbij per ongeval de aard en plaats van het ongeval, de leeftijd van het kind, de datum van het ongeval en een overzicht van te treffen maatregelen worden vermeld (art 1.51 Wko jo art 8 lid 4 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1500 |
3.1.2 Uitvoering beleid veiligheid |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.51) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 8) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk (art 1.51 Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
2. Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
3.De houder draagt zorg voor uitvoering van het plan van aanpak (art 1.51 Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
4. Beroeps-krachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan (art 1.51 Wko jo art 8 lid 5 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
5. Beroeps-krachten handelen conform het plan van aanpak (art 1.51 Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
3.2 Risico-inventarisatie gezondheid |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.51) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 8) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
8000 bij geheel ontbreken, 4000 in geval ouder dan 1 jaar |
2. De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
4000 |
3.2.1 Beleid gezondheid |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.51) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 8) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De risico-inventarisatie beschrijft de gezondheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 en 3 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1500 |
2. Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1500 |
3.2.2 Uitvoering beleid gezondheid |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.51) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 8) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk (art 1.51 Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
2. Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
3. De houder draagt zorg voor uitvoering van plan van aanpak (art 1.51 Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
4. Beroeps-krachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan (art 1.51 Wko jo art 8 lid 5 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
5. Beroeps-krachten handelen conform het plan van aanpak (art 1.51 Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
3.3 Protocol kindermishandeling |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.49, 1.51) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 10a) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De houder heeft een protocol kindermishandeling welke voldoet aan de beschreven eisen (art 1.49 lid 1 Wko jo art 10a lid 1 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
8000 |
3.3.1 Beleid protocol kindermishandeling |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.49, 1.51) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 10a) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De houder draagt er zorg voor dat beroeps-krachten op de hoogte zijn van de inhoud van het protocol kindermishandeling (art 1.49 lid 1 Wko jo art 10a lid 3 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2000 |
3.3.2 Uitvoering beleid protocol kindermishandeling |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (art 1.49, 1.51 Wko) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 10a) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De beroeps-krachten kennen de inhoud van het protocol (art 1.49 lid 1 Wko jo art 10a Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
2. De beroeps-krachten handelen aantoonbaar naar het protocol kindermishandeling (art 1.49 lid 1 Wko jo art 10a Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
4. Accommodatie en inrichting
4.1 Binnenspeelruimte |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (art 1.50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 5) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte (art 1.50 Wko jo art 5 lid 1 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2000 (per ontbrekende ruimte) |
2. Er is ten minste 3,5 m2 bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte (art 1.50 Wko jo art 5 lid 1 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
3.0-3.5 m2: 2000 < 3.0 m2: 4000 |
3. De binnenspeelruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen (art 1.50 Wko jo art 5 lid 3 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2000 |
4. De binnenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid (art 1.50 Wko jo art 5 lid 1 en 3 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom (evt bestuursdwang) |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2000 |
4.2 Slaapruimte |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (art 1.50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 6) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar (art 1.50 Wko jo art 6 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2500 |
2. De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen (art 1.50 Wko jo art 6 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2500 |
4.3 Buitenspeelruimte |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (art 1.50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 7, eerste lid) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. Er is ten minste 3 m2bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind (art 1.50 Wko jo art 7 lid 1 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2.5-3.0 m2: 1000 < 2.5 m2: 2000 |
2. De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk (art 1.50 Wko jo art 7 lid 1 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
3. De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum (art 1.50 Wko jo art 7 lid 1 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
4. De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid (art 1.50 Wko jo art 7 lid 1 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
5. Groepsgrootte en beroepskracht kind ratio
5.1 Opvang in groepen |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (art 1.50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 3, eerste en vierde lid) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De opvang vindt plaats in stamgroepen (art 1.50 Wko jo art 3 lid 1 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
4000 |
2a De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar (art 1.50 Wko jo art 3 lid 1 sub a beleidsregels kwaliteit). OF 2b De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar (art 1.50 Wko jo art 3 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2000 per kind teveel |
5.2 Vaste beroepskrachten en vaste ruimtes |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (art 1.50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 3, derde en vierde lid) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten (art 1.50 Wko jo art 3 lid 3 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
2. Dagelijks is minimaal één van de vaste beroepskrachten werkzaam op de groep van het kind (art 1.50 Wko jo art 3 lid 3 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
3. Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week (art 1.50 Wko jo art 3 lid 4 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
5.3 Beroepskracht-kind-ratio |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (art 1.50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 3, tweede, derde, zevende en achtste en twaalfde lid) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. (art 1.50 Wko jo art 3 lid 7 Beleidsregels kwaliteit)
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het rekenkundig gemiddelde berekend (art 1.50 Wko jo art 3 lid 8 Beleidsregels kwaliteit).
|
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
5000 per ontbrekende beroepskracht |
2. Indien conform de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is, dan is ondersteuning van deze beroepskracht door een andere volwassene in geval van calamiteiten geregeld (art 1.50 Wko jo art 3 lid 12 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2000 |
5.4 Inzet beroepskrachten in afwijking van de beroepskracht-kind-ratio bij openingstijden van 10 uur of langer |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (art 1.50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 3, tiende, elfde en twaalfde lid) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. Gedurende de genoemde openingstijden kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is (art 1.50 Wko jo art 3 lid 10 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2000 |
2. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze (art 1.50 Wko jo art 3 lid 10 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2000 |
3. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten (art 1.50 Wko jo art 3 lid 10 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2000 |
4. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio (art 1.50 Wko jo art 3 lid 10 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2000 |
5. Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig (art 1.50 Wko jo art 3 lid 11 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2000 |
6. Pedagogisch beleid
6.1 Pedagogisch beleidsplan |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (art 1.50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 2) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven (art 1.50 lid 1Wko jo art 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
3000 |
6.1.1 Inhoud pedagogisch beleidsplan |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 2) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt (art 1.50 lid 1 Wko jo art 2 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
750 |
2. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep (art 1.50 lid 1 Wko jo art 2 lid 2 sub b Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
750 |
3. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten (art 1.50 lid 1 Wko jo art 2 lid 2 sub c Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
750 |
4. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen (art 1.50 lid 1 Wko jo art 2 lid 2 sub d Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
750 |
6.1.2 Pedagogische praktijk |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 2) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan (art 1.50 lid 1 Wko en art 2 lid 4 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
2. De beroepskrachten handelen conform het pedagogisch beleidsplan (art 1.50 lid 1 Wko jo art 2 lid 4 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
6.2 Emotionele veiligheid |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 1.49 en 1.50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 2) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De beroepskracht communiceert met de kinderen (artt 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
2. De beroepskracht heeft een respectvolle houding naar de kinderen (artt 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
3. Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep (artt 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
4. De kinderen worden uitgenodigd tot participatie (artt 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
5. Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen(artt 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
6. Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskracht (artt 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 sub a Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
6.3 Persoonlijke competentie |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 1.49 en 1.50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 2) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De beroepskracht ondersteunt en stimuleert individuele kinderen (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
2. Er is een goede interactie tussen beroepskracht en individuele kinderen (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
3. Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
4. Er is aandacht voor leermomenten. Hierbij is taal en motorisch spel van jonge kinderen belangrijk (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
6.4 Sociale competentie |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 1.49 en 1.50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 2) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De beroepskracht ondersteunt de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
2. De beroepskracht ondersteunt de kinderen in het voorkómen en oplossen van conflicten (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
3. De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
6.5 Overdracht van normen en waarden |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 1.49 en 1.50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 2) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
2. Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
3. Afspraken, regels en omgangsvormen worden aan de kinderen uitgelegd (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
4. Beroeps-krachten geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld (artt. 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2000 |
7. Klachten
7.1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector |
Wet klachtrecht cliënten zorgsector (artikelen 1, 2, 2a, 3c en 4) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten die voldoet aan de beschreven eisen (art 2 lid 1 Wkcz). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1500 indien regeling geheel ontbreekt, 500 indien regeling niet aan de eisen voldoet |
2. De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van ouders (art 2 lid 1 Wkcz). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
3. De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie werkt met een reglement (art 2 lid 3 Wkcz) |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
4. De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie (art 2 lid 5 Wkcz). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
5. De houder leeft geheimhoudingsplicht na (art 4 Wkcz). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
6. De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen worden aangegeven (art 2 lid 7 Wkcz). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
7. De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD (art 2 lid 9 Wkcz). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
7.2 Klachtenregeling oudercommissie |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.60a) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen (artikel 1.60a Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1500 indien regeling geheel ontbreekt, 500 indien regeling niet aan de eisen voldoet |
2. De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van oudercommissie (artikel 1.60a Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
3. De houder zorgt voor naleving van de regeling (artikel 1.60a Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
4. De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen worden aangegeven (artikel 1.60a Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
5. De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD (artikel 1.60a Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
Hoofdstuk 3 Afwegingsmodel handhaving buitenschoolse opvang (BSO)
De kwaliteitsaspecten voor BSO zijn ingedeeld naar de volgende domeinen:
0. Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
1. Ouders
2. Personeel
3. Veiligheid en gezondheid
4. Accommodatie en inrichting
5. Groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio
6. Pedagogisch beleid
7. Klachten
0. Kinderopvang in de zin van de wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
0.1 Kinderopvang in de zin van de wet |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.1, eerste lid) Beleidsregels werkwijze toezichthouder (artikel 4, eerste lid) |
|
constatering |
gevolg |
Verdere sancties mogelijk? |
1. De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats (art 1.1 lid 1 Wko en art 4 Beleidsregels werkwijze toezichthouder). |
Indien niet voldaan: geen kinderopvang in de zin van de wet. |
Verwijdering uit landelijk register |
Eventueel overige overtredingen (hoofdstuk 6 Afwegingsmodel) van toepassing: Economisch delict: niet-geregistreerde opvang |
2. Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden (art 1.1 lid 1 Wko en art 4 Beleidsregels werkwijze toezichthouder). |
Indien niet voldaan: geen kinderopvang in de zin van de wet. |
Verwijdering uit landelijk register |
Eventueel overige overtredingen (hoofdstuk 6 Afwegingsmodel) van toepassing: Economisch delict: niet-geregistreerde opvang |
3. De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint (art 1.1 lid 1 Wko en art 4 Beleidsregels werkwijze toezichthouder). |
Indien niet voldaan: geen kinderopvang in de zin van de wet. |
Verwijdering uit landelijk register |
Eventueel overige overtredingen (hoofdstuk 6 Afwegingsmodel) van toepassing: Economisch delict: niet-geregistreerde opvang |
1. Ouders
1.1 Reglement oudercommissie |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.59) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld (art 1.59 lid 1 Wko). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2500 |
1.1.1 Inhoud reglement oudercommissie |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.59) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden (art 1.59 lid 2 sub a Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
2. Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden (art 1.59 lid 2 sub b Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
3. Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden (art 1.59 lid 2 sub c Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
4. Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie (art 1.59 lid 3 Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
5. De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie (art 1.59 lid 5 Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
1.2 Instellen oudercommissie |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.58) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De houder heeft een oudercommissie ingesteld (art 1.58 lid 1 Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
1.2.1 Voorwaarden oudercommissie |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.58) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De houder is geen lid (art 1.58 lid 2 en 3 Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
2. Het personeel is geen lid (art 1.58 lid 3 Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
3. De leden worden gekozen uit en door de ouders (art 1.58 lid 2 Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
4. De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen (art 1.58 lid 4 Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
1.2.2 Adviesrecht oudercommissie |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 1.60) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen (art 1.60 lid 1 Wko). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
750 |
2. De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft (art 1.60 lid 4 Wko). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
750 |
3. Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet (art 1.60 lid 2 Wko). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
750 |
4. De houder geeft de oudercommissie gelegenheid ook ongevraagd te adviseren over de genoemde onderwerpen (art 1.60 lid 3 Wko). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
750 |
1.3 Informatie |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 1.54 en 1.63 vierde lid) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 3, tweede lid) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De houder informeert de ouders over het te voeren beleid (art 1.54 Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
2. De houder informeert de ouders en de kinderen in welke basisgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen (art 3 lid 3 Beleidsregels kwaliteit). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
3. De houder legt een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats (art 1.63 lid 4 Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
4. De informatie is gedetailleerd genoeg om ouders een adequaat beeld van de praktijk te geven (art 1.54 Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
5. De praktijk sluit aan bij de aan de ouders verstrekte informatie (art 1.54 Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
2. Personeel
2.1 Verklaring omtrent het gedrag |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.50 derde, vierde en vijfde lid) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 10) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. Personen werkzaam bij het kindercentrum zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag (art 1.50 lid 3 en art 10 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
3000 per ontbrekende VOG |
2. De verklaring omtrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overlegd (art 1.50 lid 4 Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
3000 per ontbrekende of te laat overlegde VOG |
3. De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden (art 1.50 lid 4 Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
3000 per te oude VOG |
2.2 Passende beroepskwalificatie |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.50 eerste lid) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 9, eerste lid) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO kinderopvang is opgenomen (art 1.50 lid 1 Wko jo art 9 lid 1 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
3000 per beroeps-kracht die niet voldoet |
2.3 Voorwaarden en inzet van pedagogisch medewerkers in ontwikkeling (PMIO) |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.50 eerste lid) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 9, tweede lid) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1a Alle PMIO’ers beschikken over een diploma op minimaal MBO-3 niveau; OF 1b Een HAVO of VWO diploma; OF 1c Een voor de kinderopvang relevant, maar nog niet gelijkgesteld buitenlands diploma én relevante werkervaring. (art 9 lid 2 Beleidsregels kwaliteit) |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
3000 per PMIO-er die niet voldoet |
2. Voor alle PMIO’ers is binnen 2 maanden na aanvang van de arbeidsovereenkomst een persoonlijk ontwikkelplan opgesteld (art 9 lid 2 Beleidsregels kwaliteit jo art 1.50 lid 1 Wko). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
3000 per PMIO-er die niet voldoet |
3. Alle PMIO’ers worden ingezet conform een actueel persoonlijk ontwikkelplan (art 9 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
3000 per PMIO-er die niet voldoet |
2.4 Gebruik van de voorgeschreven voertaal |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.55) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1a De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt (art 1.55 lid 1 Wko). OF 1b Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode (art 1.55 lid 2 Wko). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2500 |
3. Veiligheid en gezondheid
3.1 Risico-inventarisatie veiligheid |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.51) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
8000 bij geheel ontbreken, 4000 in geval ouder dan 1 jaar |
2. De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie (art 1.51 Wko jo art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
4000 |
3.1.1 Beleid veiligheid |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.51) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 8) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De risico-inventarisatie beschrijft de veiligheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, (verstikking), verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden (art 1.51 Wko en art 8 lid 1 en 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1500 |
2. Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen (art 1.51 Wko en art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1500 |
3. Er is een registratie van ongevallen, waarbij per ongeval de aard en plaats van het ongeval, de leeftijd van het kind, de datum van het ongeval en een overzicht van te treffen maatregelen worden vermeld (art 1.51 Wko en art 8 lid 4 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1500 |
3.1.2 Uitvoering beleid veiligheid |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.51) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 8) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk (art 1.51 Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
2. Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn (art 1.51 Wko en art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
3. De houder draagt zorg voor uitvoering van het plan van aanpak art 1.51 Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
4. Beroeps-krachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan (art 1.51 Wko en art 8 lid 5 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
5. Beroeps-krachten handelen conform het plan van aanpak (art 1.51 Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
3.2 Risico-inventarisatie gezondheid |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.51) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 8) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud (art 1.51 Wko en art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
8000 bij geheel ontbreken, 4000 in geval ouder dan 1 jaar |
2. De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie (art 1.51 Wko en art 8 lid 1 en 6 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
4000 |
3.2.1 Beleid gezondheid |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.51) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 8) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De risico-inventarisatie beschrijft de gezondheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen (art 1.51 Wko en art 8 lid 1 en 3 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1500 |
2. Er is een plan van aanpak waarin is aangegeven welke maatregelen op welk moment worden genomen in verband met de risico’s, alsmede de samenhang tussen de risico’s en de maatregelen (art 1.51 Wko en art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1500 |
3.2.2 Uitvoering beleid gezondheid |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.51) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 8) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk (art 1.51 Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
2. Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn (art 1.51 Wko en art 8 lid 1 sub b Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
3. De houder draagt zorg voor uitvoering van plan van aanpak (art 1.51 Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
4. Beroeps-krachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan (art 1.51 Wko en art 8 lid 5 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
5. Beroeps-krachten handelen conform het plan van aanpak (art 1.51 Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
3.3 Protocol kindermishandeling |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.49, 1.51) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 10a) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De houder heeft een protocol kindermishandeling welke voldoet aan de beschreven eisen (art 1.51 Wko en art 10a lid 1 Beleidsregels kwaliteit) |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
8000 |
3.3.1 Beleid protocol kindermishandeling |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.49 en 1.51) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 10a) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De houder draagt er zorg voor dat beroeps-krachten op de hoogte zijn van de inhoud van het protocol kindermishandeling (art 1.49 lid 1 Wko en art 10a lid 3 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2000 |
3.3.2 Uitvoering beleid protocol kindermishandeling |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.49 en 1.51) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 10a) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De beroeps-krachten kennen de inhoud van het protocol (art 1.49 lid 1 Wko en art 10a Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
2. De beroeps-krachten handelen aantoonbaar naar het protocol kindermishandeling (art 1.49 lid 1 Wko en art 10a Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
4. Accommodatie en inrichting
4.1 Binnenspeelruimte |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 5) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. Er is ten minste 3,5 m2 bruto oppervlakte voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes beschikbaar per kind (art 1.50 Wko en art 5 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
3.0-3.5 m2: 2000 < 3.0 m2: 4000 |
2. De binnen-speelruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen (art 1.50 Wko en art 5 lid 3 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2000 |
3. De binnen-speelruimte is passend ingericht in overeen-stemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid (art 1.50 Wko en art 5 lid 2 en 3 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom (evt bestuursdwang) |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2000 |
4.2 Buitenspeelruimte |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 7, tweede lid) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. Er is ten minste 3 m2bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind (art 1.50 Wko en art 7 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2.5-3.0 m2: 1000 < 2.5 m2: 2000 |
2. De buiten-speelruimte is voor kinderen toegankelijk (art 1.50 Wko en art 7 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
3. De buiten-speelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang (art 1.50 Wko en art 7 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
4. De buiten-speelruimte is passend ingericht in overeen-stemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid (art 1.50 Wko en art 7 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom (evt bestuursdwang) |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
4.3 Aanvullende eisen indien de buitenspeelruimte niet-aangrenzend is |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 7, tweede lid) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is in de directe nabijheid van het kindercentrum (art 1.50 Wko en art 7 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
2. De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen goed bereikbaar (art 1.50 Wko en art 7 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
3. De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen veilig bereikbaar (art 1.50 Wko en art 7 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
5. Groepsgrootte en beroepskracht kind ratio
5.1 Opvang in groepen |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 4, eerste, tweede, vijfde en zesde lid) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. Ieder kind behoort bij een basisgroep (art 1.50 Wko jo art 4 lid 1 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
4000 |
2a De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt (art 1.50 Wko jo art 4 lid 1 Beleidsregels kwaliteit). OF 2b De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt (art 1.50 Wko jo art 4 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2000 per kind teveel |
5.2 Beroepskracht-kind-ratio |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 4, derde, vierde, en negende lid) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: 1a - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar (art 1.50 Wko jo art 4 lid 3 Beleidsregels kwaliteit). . OF 1b - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar (art 1.50 Wko jo art 4 lid 4 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
5000 per ontbrekende beroepskracht |
2. Indien conform de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is, dan is ondersteuning van deze beroepskracht door een andere volwassene in geval van calamiteiten geregeld (art 1.50 Wko jo art 4 lid 9 Beleidsregels kwaliteit).
|
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2000 |
5.3 Inzet beroepskrachten in afwijking van de beroepskracht-kind-ratio |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 4, derde, vierde, zevende en achtste lid) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen, kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is (art 1.50 Wko jo art 4 lid 7 Beleidsregels kwaliteit).
|
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2000 |
2. Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen, kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze (art 1.50 Wko jo art 4 lid 7 Beleidsregels kwaliteit).
|
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2000 |
3. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten (art 1.50 Wko jo art 4 lid 7 Beleidsregels kwaliteit).
|
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2000 |
4. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. (art 1.50 Wko jo art 4 lid 7 Beleidsregels kwaliteit).
|
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2000 |
5. Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig (art 1.50 Wko jo art 4 lid 8 Beleidsregels kwaliteit).
|
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2000 |
6. Pedagogisch beleid
6.1 Pedagogisch beleidsplan |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 2) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven (art 1.50 Wko jo art 2 lid 1 Beleidsregels kwaliteit).
|
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
3000 |
6.1.1 Inhoud pedagogisch beleidsplan |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 2 en 4) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt (art 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
|
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
750 |
2. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep (art 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit).
|
Gemiddeld |
maximaal 2 maan den |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
750 |
3. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten (art 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
750 |
4. Bij activiteiten in groepen groter dan dertig kinderen besteedt de houder in het pedagogisch beleidsplan aantoonbaar extra aandacht aan de omgang met de basisgroep (art 1.50 Wko jo art 4 lid 6 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
750 |
5. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen (art 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
750 |
6.1.2 Pedagogische praktijk |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 2) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De beroepskrachten kennen de inhoud van het pedagogisch beleidsplan (art 1.50 Wko jo art 2 lid 4 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
2. De beroepskrachten handelen conform het pedagogisch beleidsplan (art 1.50 Wko jo art 2 lid 4 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De beroepskracht communiceert met de kinderen (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
2. De beroepskracht heeft een respectvolle houding naar de kinderen (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
3. Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep(art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
4. De kinderen worden uitgenodigd tot participatie (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
5. Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
6. Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskracht (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
6.3 Persoonlijke competentie |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 1.49 en 1.50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 2) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De beroepskracht ondersteunt en stimuleert individuele kinderen (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
2. Er is een goede interactie tussen beroepskracht en individuele kinderen (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
3. Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
4. Er is aandacht voor leermomenten. Hierbij is taal en motorisch spel van jonge kinderen belangrijk (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
6.4 Sociale competentie |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 1.49 en 1.50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 2) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De beroepskracht ondersteunt de kinderen in de interactie tussen kinderen onderling (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
2. De beroepskracht ondersteunt de kinderen in het voorkómen en oplossen van conflicten (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
3. De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
6.5 Overdracht van normen en waarden |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 1.49 en 1.50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 2) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
2. Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
3. Afspraken, regels en omgangsvormen worden aan de kinderen uitgelegd (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
4. Beroeps-krachten geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld (art 1.49 jo 1.50 Wko jo art 2 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2000 |
7. Klachten
7.1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector |
Wet klachtrecht cliënten zorgsector (artikelen 1, 2, 2a, 3c en 4) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten die voldoet aan de beschreven eisen (art 2 lid 1 Wkcz). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1500 indien regeling geheel ontbreekt, 500 indien regeling niet aan de eisen voldoet |
2. De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van ouders (art 2 lid 1 Wkcz). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
3. De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie werkt met een reglement (art 2 lid 3 Wkcz) |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
4. De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie (art 2 lid 5 Wkcz). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
5. De houder leeft geheimhoudingsplicht na (art 4 Wkcz). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
6. De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen worden aangegeven (art 2 lid 7 Wkcz). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
7. De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD (art 2 lid 9 Wkcz). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
7.2 Klachtenregeling oudercommissie |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.60a) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Herstelter-mijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1. De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen (artikel 1.60a Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1500 indien regeling geheel ontbreekt, 500 indien regeling niet aan de eisen voldoet |
2. De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van oudercommissie (artikel 1.60a Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
3. De houder zorgt voor naleving van de regeling (artikel 1.60a Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
4. De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen worden aangegeven (artikel 1.60a Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
5. De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD (artikel 1.60a Wko). |
Laag |
maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
Hoofdstuk 4 Afwegingsmodel handhaving gastouderbureaus
De kwaliteitsaspecten voor Gastouderbureaus zijn ingedeeld naar de volgende domeinen:
- 1.
Gastouderbureau in de zin van de wet
- 2.
Ouders
- 3.
Personeel
- 4.
Pedagogisch beleid
- 5.
Klachten
- 6.
Veiligheid en gezondheid
- 7.
Kwaliteit gastouderbureau
1. Gastouderbureau in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
1.0Gastouderbureau en handhaving |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Verzamelwet, wordt in de loop van 2011 vastgesteld), wordt later aan Handhavingsbeleid toegevoegd |
1.Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de onderneming(en) van de houder. |
2.De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn onderneming(en) te voorkomen. |
1.1 Gastouderbureau in de zin van de wet |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 1.1 en 1.49 derde lid) |
|
constatering |
gevolg |
Verdere sancties mogelijk? |
1a. Het gastouderbureau is een organisatie die gastouderopvang tot stand brengt en begeleidt en door tussenkomst van wie de betaling van ouders aan gastouders geschiedt (art 1.1 jo 1.49 lid 2 Wko). |
Indien niet voldaan: geen kinderopvang in de zin van de wet. |
Verwijdering uit landelijk register |
Eventueel overige overtredingen (hoofdstuk 6 Afwegingsmodel) van toepassing: Economisch delict: niet-geregistreerde opvang |
1.2 Administratie gastouderbureau |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 1.1, 1.50 en 1.56) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 12) Regeling Wet kinderopvang (artikel 11 t/m 11 e) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
Bestuurlijke boete |
1. De administratie van het gastouderbureau bevat een contract per vraagouder (art 1.56 Wko jo art 11 lid 3 Regeling Wet kinderopvang). |
Gemiddeld |
Maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 per ontbrekende overeenkomst |
2. De administratie van het gastouderbureau bevat kopieën van de verklaringen omtrent gedrag van de gastouders en volwassen huisgenoten (art 1.56 Wko jo art 11 lid 3 Regeling Wet kinderopvang). |
Hoog |
0-14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1500 per ontbrekende VOG |
3. De administratie van het gastouderbureau bevat kopieën van de getuigschriften en/of EVC-bewijsstukken en certificaten Eerste Hulp aan kinderen van de gastouders (art 1.56 Wko jo art 11 lid 3 Regeling Wet kinderopvang). |
Hoog |
0-14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1500 per ontbrekend stuk |
4. In de administratie van het gastouderbureau is de betaling van de vraagouders aan het gastouderbureau inzichtelijk (art 1.56 Wko jo art 11 lid 3 Regeling Wet kinderopvang). |
Gemiddeld |
Maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1500 per vraagouder waarbij dit ontbreekt |
5. In de administratie van het gastouderbureau is de betaling van het gastouderbureau aan de gastouder inzichtelijk (art 1.56 Wko jo art 11 lid 3 Regeling Wet kinderopvang). |
Gemiddeld |
Maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1500 per gastouder waarbij dit ontbreekt |
6. De administratie van het gastouderbureau bevat een origineel van de door de gastouder en bemiddelingsmedewerker ondertekende versie van iedere risico-inventarisatie en bijbehorende plan van aanpak (art 1.56 Wko jo art 12 lid 3 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
Maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
4000 per ontbrekend stuk |
2. Ouders
2.1 Informatie voor vraagouders |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.56 lid 4 en 1.63 lid 4) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikelen 11 en 13) Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 11) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
Bestuurlijke boete |
1. Het gastouderbureau laat in de schriftelijke overeenkomst met de vraagouder duidelijk zien welk deel van het betaalde bedrag naar het gastouderbureau gaat (uitvoeringskosten) en welk deel van het betaalde bedrag naar de gastouder gaat (art 1.56 lid 4 Wko jo art 11b Regeling Wet kinderopvang) |
Gemiddeld |
Maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 per onjuiste overeenkomst |
2. De houder informeert de vraagouders over het te voeren beleid (art 1.56 Wko) |
Laag |
Maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
3. Het gastouderbureau draagt zorg voor een goede bereikbaarheid van het gastouderbureau voor de vraagouder en informeert de vraagouders hierover (art 1.56 Wko jo art 13 lid 4 Beleidsregels kwaliteit) |
Laag |
Maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
4. De informatie is gedetailleerd genoeg om vraagouders een adequaat beeld van de praktijk te geven (art 1.56 Wko). |
Laag |
Maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
5. De praktijk sluit aan bij de aan de vraagouders verstrekte informatie (art 1.56 Wko) |
Laag |
Maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
6. De houder legt een afschrift van het inspectierapport op een voor vraagouders, gastouders en personeel toegankelijke plaats (artikel 1.63 lid 4 Wko) |
Laag |
Maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
2.2 Reglement oudercommissie |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.59) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
Bestuurlijke boete |
1. De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld (art 1.59 Wko). |
Gemiddeld |
Maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2500 |
2.2.1 Inhoud reglement oudercommissie |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.59) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
Bestuurlijke boete |
1. Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden (art 1.59 Wko). |
Laag |
Maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
2. Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden (art 1.59 Wko). |
Laag |
Maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
3. Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden (art 1.59 Wko). |
Laag |
Maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
4. Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie (art 1.59 Wko). |
Laag |
Maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
5. De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie (art 1.59 Wko). |
Laag |
Maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
2.3 Instellen oudercommissie |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.58) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
Bestuurlijke boete |
1. De houder heeft een oudercommissie ingesteld (art 1.58 Wko). |
Laag |
Maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
2.3.1 Voorwaarden oudercommissie |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.58) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
Bestuurlijke boete |
1. De houder is geen lid (art 1.58 Wko). |
Laag |
Maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
2. Het personeel is geen lid (art 1.58 Wko). |
Laag |
Maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
3. De leden worden gekozen uit en door de vraagouders (art 1.58 Wko). |
Laag |
Maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
4. De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen (art 1.58 Wko). |
Laag |
Maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
2.3.2 Adviesrecht oudercommissie |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.60) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
Bestuurlijke boete |
1. De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen (art 1.60 Wko). |
Gemiddeld |
Maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
2. De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft (art 1.60 Wko) |
Gemiddeld |
Maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
3. Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet (art 1.60 Wko) |
Gemiddeld |
Maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
4. De houder geeft de oudercommissie gelegenheid ook ongevraagd te adviseren over de genoemde onderwerpen (art 1.60 Wko) |
Gemiddeld |
Maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
3. Personeel
3.1 Verklaring omtrent het gedrag |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 1.56 derde lid en 1.50) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 13) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
Bestuurlijke boete |
1. Personen werkzaam bij het gastouderbureau zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag (art 1.56 lid 3 jo 1.50 Wko). |
Hoog |
0-14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
3000 per ontbrekende VOG |
2. De verklaring omtrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het gastouderbureau overlegd (art 1.56 lid 3 jo 1.50 Wko). |
Hoog |
0-14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
3000 per ontbrekende of te laat overlegde VOG |
3a De verklaring omtrent het gedrag is bij aanvraag om opname in het landelijk register niet ouder dan twee maanden. OF 3b De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden
(art 1.56 lid 3 jo 1.50 Wko). |
Hoog |
0-14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
3000 per te oude VOG |
3.2 Beroepskwalificatie bemiddelingsmedewerkers |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.56) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikelen 13 en 14) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
Bestuurlijke boete |
1. Alle bemiddelingsmede werkers werkzaam bij het gastouderbureau beschikken over relevante pedagogische opleiding op MBO-niveau (art 1.56 Wko jo art 13 lid 2 en 14 Beleidsregels kwaliteit) |
Hoog |
0-14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
3000 per bemiddelingsmedewerker die niet voldoet |
3.3 Personeelsformatie per gastouder |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.56) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 13) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
Bestuurlijke boete |
1. Het gastouderbureau draagt er zorg voor dat er per aangesloten gastouder op jaarbasis tenminste 16 uur wordt besteed aan begeleiding en bemiddeling (art 1.56 Wko jo artikel 13 lid 3 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
0-14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
3000 per gastouder met < 16 uur |
4. Pedagogisch beleid
4.1 Pedagogisch beleidsplan |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.56) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 11) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
Bestuurlijke boete |
1. De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat gastouderbureau kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven (art 1.56 Wko jo art 11 lid 1 beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
Maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
3000 |
4.1.1 Inhoud pedagogisch beleidsplan |
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikelen 11, 15c en 15d) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
Bestuurlijke boete |
1. In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt (art 1.56 Wko jo art 11 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
Maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
750 |
2. Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de leeftijdsopbouw en aantallen van de kinderen die door een gastouder worden opgevangen (art 1.56 Wko jo art 11 lid 2 beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
Maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
750 |
3. Het pedagogisch plan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de eisen die aan het opvangadres worden gesteld (art 1.56 Wko jo art 11 lid 1 beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
Maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
750 |
4.1.2 Pedagogische praktijk |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 1.49 en 1.56) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 11 en art 15b sub c) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
Bestuurlijke boete |
1. De houder informeert de gastouders over de inhoud van het pedagogisch beleidsplan waardoor zij ernaar kunnen handelen (art 1.49 en 1.56 Wko jo art 15b sub c Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
Maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
2. De houder ziet er op toe dat gastouders handelen conform het pedagogisch beleidsplan (art 1.49 en 1.56 Wko jo art 15b sub c Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
Maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
3. De houder begeleidt gastouders, zodat zij handelen conform het pedagogisch beleidsplan (art 1.49 en 1.56 Wko jo art 15b sub c Beleidsregels kwaliteit). |
Gemiddeld |
Maximaal 2 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1000 |
5. Klachten
5.1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector |
Wet klachtrecht cliënten zorgsector (artikelen 1, 2, 2a, 3c en 4) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
Bestuurlijke boete |
1. De regeling voor de behandeling van klachten voorziet erin dat er wordt voldaan aan de beschreven eisen (art 2 lid 1 Wkcz). |
Laag |
Maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1500 indien deze ontbreekt; 500 indien deze niet voldoet |
2. De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van vraagouders (art 2 lid 1 Wkcz). |
Laag |
Maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
3. Een houder ziet erop toe dat de klachtencommissie werkt met een reglement (art 2 lid 3 Wkcz) |
Laag |
Maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
4. De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie (art 2 lid 5 Wkcz). |
Laag |
Maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
5. De houder leeft geheimhoudingsplicht na (art 4 Wkcz). |
Laag |
Maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
6. De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven (art 2 lid 7 Wkcz). |
Laag |
Maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
7. De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD (art 2 lid 9 Wkcz). |
Laag |
Maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
5.2 Klachtenregeling oudercommissie |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.60a) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
Bestuurlijke boete |
1. De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen (art 1.60a Wko) |
Laag |
Maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1500 indien deze ontbreekt; 500 indien deze niet voldoet aan de eisen |
2. De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van oudercommissie (art 1.60a Wko). |
Laag |
Maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
3. De houder zorgt voor naleving van de regeling (art 1.60a Wko). |
Laag |
Maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
4. De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin een minimaal aantal zaken wordt aangegeven (art 1.60a Wko). |
Laag |
Maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
5. De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD (art 1.60a Wko). |
Laag |
Maximaal 6 maanden |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
500 |
6. Veiligheid en gezondheid
6.1 Risico-inventarisatie veiligheid |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 1.49 tweede lid en 1.56) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 8 en 12) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
Bestuurlijke boete |
1. De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder door een bemiddelingsmedewerker van het bureau op het opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de veiligheidsrisico’s in een risico-inventarisatie vastgelegd worden (art 1.49 lid 2 Wko jo art 12 lid 2 Beleidsregels kwaliteit) |
Hoog |
0-14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
8000 indien deze ontbreekt |
2. De houder draagt zorg voor een inventarisatie van de veiligheidsrisico’s door een bemiddelingsmedewerker van het bureau vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt (art 1.49 lid 2 Wko jo art 12 lid 2 Beleidsregels kwaliteit) |
Hoog |
0-14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
4000 |
3. De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie de veiligheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verstikking, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden beschrijft (art 1.49 lid 2 Wko jo art 12 lid 6 jo art 8 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
0-14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1500 |
4. De houder draagt er zorg voor dat de gastouder en huisgenoten op de hoogte zijn van de uitkomsten van de risico-inventarisatie veiligheid en het daaruit voortvloeiende plan van aanpak (art 1.49 lid 2 Wko) |
Hoog |
0-14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1500 |
5. De houder draagt er zorg voor dat de veiligheidsrisico’s worden gereduceerd door in het plan van aanpak preventieve maatregelen te beschrijven die effectief en adequaat zijn (art 1.49 lid 2 Wko jo art 12 lid 4 Beleidsregels kwaliteit) |
Hoog |
0-14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1500 |
6.2 Risico-inventarisatie gezondheid |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 1.49 tweede lid en 1.56) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 8 en 12) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
Bestuurlijke boete |
1. De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder door een bemiddelingsmedewerker van het bureau op het opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de gezondheidsrisico’s in een risico-inventarisatie vastgelegd worden (art 1.49 lid 2 Wko jo art 12 lid 2 Beleidsregels kwaliteit) |
Hoog |
0-14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
8000 indien deze ontbreekt |
2. De houder draagt zorg voor een inventarisatie van de gezondheidsrisico’s door een bemiddelingsmedewerker van het bureau vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt (art 1.49 lid 2 Wko jo art 12 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
0-14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
4000 |
3. De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie de gezondheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen beschrijft (art 1.49 lid 2 Wko jo art 12 lid 2 jo art 8 lid 3 Beleidsregels kwaliteit) |
Hoog |
0-14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1500 |
4. De houder draagt er zorg voor dat de gastouder en huisgenoten op de hoogte zijn van de uitkomsten van de risico-inventarisatie gezondheid en het daaruit voortvloeiende plan van aanpak (art 1.49 lid 2 Wko) |
Hoog |
0-14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1500 |
5. De houder draagt er zorg voor dat de gezondheidsrisico’s worden gereduceerd door in het plan van aanpak preventieve maatregelen te beschrijven die effectief en adequaat zijn. (art 1.49 lid 2 Wko jo art 12 lid 4 Beleidsregels kwaliteit) |
Hoog |
0-14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1500 |
6.3 Protocol kindermishandeling |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.56) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 10a en 15a) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
Bestuurlijke boete |
1. De houder heeft een protocol kindermishandeling welke voldoet aan de beschreven eisen (art 1.56 Wko en art 10a en 15a Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
0-14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
8000 |
6.3.1 Beleid protocol kindermishandeling |
Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikel 15a) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
Bestuurlijke boete |
1. De houder draagt er zorg voor dat de gastouder op de hoogte is van de inhoud van het protocol kindermishandeling(art 1.56 Wko en art 10a en 15a Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
0-14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2000 |
7. Kwaliteit gastouderbureau
7.1 Kwaliteitscriteria |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikelen 1.1 lid 1 en 1.56 eerste lid) Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (artikelen 13, 14, 15 en 15d) |
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
Bestuurlijke boete |
1. De houder draagt er zorg voor dat per gastouder beoordeeld wordt hoeveel kinderen bij de betreffende gastouder verantwoord opgevangen kunnen worden (art 1.56 Wko jo art 13 lid 1 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
0-14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
2000 per kind teveel |
2. De houder draagt zorg voor een intakegesprek met de gastouder (art 1.56 Wko jo art 15 lid 1 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
0-14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1250 |
3. De houder draagt zorg voor een intakegesprek met de vraagouder (art 1.56 Wko jo art 15 lid 5 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
0-14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1250 |
4. De houder draagt zorg voor een koppelingsgesprek voor elke nieuwe koppeling tussen vraag- en gastouder in de woning waar de opvang plaats vindt (art 1.56 Wko jo art 15 lid 2 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
0-14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1250 |
5. De houder draagt er zorg voor dat ieder opvangadres minstens twee maal per jaar wordt bezocht, waarbij het jaarlijkse voortgangsgesprek met de gastouder een onderdeel is van één van deze bezoeken (art 1.56 Wko jo art 15 lid 6 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
0-14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1250 per ontbrekend bezoek |
6. De houder evalueert jaarlijks mondeling de gastouderopvang met de vraagouders en legt deze schriftelijk vast (art 1.56 Wko jo art 15 lid 4 Beleidsregels kwaliteit). |
Hoog |
0-14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1250 |
7. Een ondertekend origineel verslag van het evaluatiegesprek is aanwezig in het dossier op het gastouderbureau en een kopie is verstrekt aan de vraagouder. |
Hoog |
0-14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
1250 |
Hoofdstuk 5 Afwegingsmodel handhaving gastouderopvang
De kwaliteitsaspecten voor voorzieningen voor gastouderopvang zijn ingedeeld naar de volgende domeinen:
- 1.
Gastouderopvang in de zin van de wet
- 2.
Gastouder
- 3.
Accommodatie en inrichting
- 4.
Pedagogisch beleid
- 5.
Aantal kinderen
- 6.
Veiligheid en gezondheid
1. Gastouderopvang in de zin van de wet
1.0 Gastouderopvang en handhaving |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Verzamelwet, wordt in de loop van 2011 vastgesteld), wordt later aan Handhavingsbeleid toegevoegd |
1 Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de gastouder. |
2 De gastouder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in de opvangsituatie te voorkomen. |
1.1 Gastouderopvang in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en kwaliteitseisen peuterspeelzalen |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.1 eerste lid) Beleidsregels werkwijze toezichthouder (art 4 eerste lid) |
1 De opvang vindt plaats door tussenkomst van een geregistreerd gastouderbureau (art 1.1 Wko jo art 4 lid 1 Beleidsregels werkwijze). |
Indien niet voldaan: geen gastouderopvang in de zin van de wet. |
Verwijdering uit landelijk register |
2 De opvang vindt plaats door een gastouder welke niet de ouder van de op te vangen kinderen is noch de partner van de vraagouder (art 1.1 Wko jo art 4 lid 1 Beleidsregels werkwijze). |
Indien niet voldaan: geen gastouderopvang in de zin van de wet. |
Verwijdering uit landelijk register |
3 De gastouder exploiteert maximaal één voorziening voor gastouderopvang (art 1.1 Wko jo art 4 lid 1 Beleidsregels werkwijze). |
Indien niet voldaan: geen gastoudervang in de zin van de wet. |
Verwijdering uit landelijk register |
4 De opvang vindt plaats op het woonadres van de gastouder of van één van de vraagouders (art 1.1 Wko jo art 4 lid 1 Beleidsregels werkwijze). |
Indien niet voldaan: geen gastouderopvang in de zin van de wet. |
Verwijdering uit landelijk register |
5 De gastouder is niet inwonend bij de vraagouder (art 1.1 Wko jo art 4 lid 1 Beleidsregels werkwijze). |
Indien niet voldaan: geen gastouderopvang in de zin van de wet. |
Verwijdering uit landelijk register |
2. Gastouder
2.1 Verklaring omtrent het gedrag |
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (artikel 1.56b, derde, vierde en vijfde lid)
|
Artikel
herstellende sanctie |
bestraffende sanctie |
||||||
|
Prioriteit |
Hersteltermijn |
Stap 1 |
Stap 2 |
Stap 3 |
Stap 4 |
bestuurlijke boete |
1 De gastouder is in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag (art 1.56b lid 3 Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|
2 Bij opvang in de woning van de gastouder zijn alle huisgenoten vanaf 18 jaar in het bezit zijn van een verklaring omtrent het gedrag (art 1.56b lid 3 Wko). |
Hoog |
maximaal 14 dagen |
Aanwijzing |
Last onder dwangsom |
Exploitatie-verbod |
Verwijdering uit landelijk register |
|