Delegatieverordening Horst aan de Maas 2010

Geldend van 05-03-2010 t/m 03-12-2015

raadsbesluit

Bijlage van gemeenteblad 2010, no. 36.

De raad van de gemeente Horst aan de Maas;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 februari 2010, gemeenteblad 2010, no. 36;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende:

DELEGATIEVERORDENING HORST AAN DE MAAS 2010

Artikel 1

  • 1. De bevoegdheden van de raad, zoals vermeld in het bij dit besluit horende register, worden gedelegeerd aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders oefent deze gedelegeerde bevoegdheden uit overeenkomstig de in het register aangegeven voorwaarden en aanwijzingen.

Artikel 2

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt.

  • 2. Met de inwerkingtreding van deze verordening vervallen alle eerdere delegatieverordeningen en delegatiebesluiten als vastgesteld in de voormalige gemeenten Horst aan de Maas, Sevenum en Meerlo-Wanssum.

Artikel 3

Deze verordening wordt aangehaald als: Delegatieverordening Horst aan de Maas 2010.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 23 februari 2010.

De raad voornoemd,

De wnd. voorzitter, De griffier,

ir. C.H.C. van Rooij, mr. R.J.M. Poels,

Register behorende bij de delegatieverordening, vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van Horst aan de Maas op 23 februari 2010, waarbij bevoegdheden van de raad zijn gedelegeerd aan het college van burgemeester en wethouders.

Volg-nr.

Omschrijving bevoegdheid

Grondslag

delegans

delegataris

Specifieke bepalingen / voorwaarden

Ruimtelijke Ordening

1.

Het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 19a, tweede lid, vijfde lid en elfde lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO)

Art. 19a, leden 2, 5 en 11 WRO

Raad

B&W

2.

De bevoegdheid tot het nemen van een projectbesluit op grond van artikel 3.10,

lid 4 Wet ruimtelijke ordening (Wro)

Art. 3.10 Wro

Raad

B&W

Bevoegdheid mag enkel worden uitgeoefend voor zover dit past binnen het vastgestelde beleidskader, als opgenomen in het raadsvoorstel tot vaststelling van de delegatieverordening met bijbehorend delegatieregister.

3.

De bevoegdheid op grond van artikel 6.12 Wro tot het al dan niet vaststellen van een exploitatieplan bij de vaststelling van een projectbesluit op grond van artikel 3.10 Wro

Art. 6.12 Wro

Raad

B&W

4.

Het geven van richtlijnen inzake de inhoud van een milieueffectrapport, alsmede de bevoegdheid tot het verlengen van richtlijnen, beide als bedoeld in artikel 7.15 van de Wet milieubeheer

Art. 156 gemeente-wet

Raad

B&W

Bevoegdheid mag enkel worden uitgeoefend indien het richtlijnenadvies van de Commissie voor de milieueffectrapportage volledig wordt gevolgd.

Gemeenschappelijke regelingen

5.

Het doen blijken van zienswijzen als bedoeld in artikel 35, derde en vijfde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen omtrent de ontwerpbegroting en omtrent wijzigingen van de begroting van gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt

Art. 156 Gemeente-wet

Raad

B&W

6.

Het indienen van bezwaren tegen de jaarlijkse rekening van de gemeenschappelijke regelingen waaraan de gemeente deelneemt

Art. 156 Gemeente-wet

Raad

B&W