verordening Burgerinitiatief Horst aan de Maas

Geldend van 04-02-2010 t/m heden

Intitulé

verordening Burgerinitiatief Horst aan de Maas

raadsbesluit

Bijlage van gemeenteblad 2010, no. 30.

De raad van de gemeente Horst aan de Maas;

gezien het voorstel van het presidium van 19 januari 2010, gemeenteblad 2009, no. 30;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening Burgerinitiatief Horst aan de Maas:

Artikel 1

In deze verordening wordt onder een burgerinitiatief verstaan: een voorstel van een initiatiefgerechtigde om een onderwerp of een voorstel op de agenda van de vergadering van de raad te plaatsen.

Artikel 2

  • ·1. De raad plaatst een burgerinitiatief op de agenda van zijn vergadering, indien daartoe door een initiatiefgerechtigde een geldig verzoek is ingediend.

  • 2. Een verzoek is niet ontvankelijk indien het:

    • a.

      niet door ten minste 99 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund;

    • o b.

      een onderwerp als bedoeld in artikel 4 bevat, of

    • o c.

      niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld in artikel 5.

Artikel 3

  • ·1. Initiatiefgerechtigd zijn de ingezetenen van de gemeente Horst aan de Maas.

  • ·2. Voor de beoordeling of iemand belanghebbende is, is de situatie op de dag van indiening van het verzoek bepalend.

Artikel 4

  • 1. Een burgerinitiatief kan geen betrekking hebben op:

    • o a.

      een onderwerp dat niet behoort tot de bevoegdheid van het gemeentebestuur;

    • o b.

      een vraag over het gemeentelijk beleid;

    • o c.

      een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht ;

    • o d.

      een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht tegen een besluit van het gemeentebestuur, of

    • o e.

      een onderwerp waarover korter dan 2 jaar voor indiening van het burgerinitiatief door de raad een besluit is genomen, tenzij nieuwe argumenten tot een nieuwe afweging zouden kunnen leiden.

  • ·2. Een burgerinitiatief over een onderwerp of voorstel dat niet behoort tot de bevoegdheid van de raad, maar wel valt onder de bevoegdheid van het gemeentebestuur, zal door de raad, eventueel vergezeld van zijn advies, worden doorgezonden naar het college of naar de burgemeester in de hoedanigheid van portefeuillehouder.

  • ·3. Het college of de burgemeester zal een onderwerp of voorstel als bedoeld in lid 2 behandelen als ware het een burgerinitiatief.

Artikel 5

  • ·1. Het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad. Formulieren voor indiening van een burgerinitiatief zijn bij de griffie verkrijgbaar en kunnen – na invulling – weer bij diezelfde griffie worden ingediend. De griffie zal de initiatiefnemer gedurende de verdere procedure adviseren en begeleiden.

  • 2. Het verzoek bevat ten minste:

    • o a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatief;

    • o b.

      een toelichting op het burgerinitiatief, en

    • o c.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening(en) van de initiatiefnemer(s).

    • o d.

      een lijst met voornamen, achternamen, adressen, en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

Artikel 6

  • ·1. De raad agendeert het burgerinitiatief voor zijn eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het initiatief, indien het voldoet aan de vereisten zoals gesteld in artikel 5. Er dient ten minste twee weken te liggen tussen de dag van indiening van het burgerinitiatief en de dag van de vergadering waarin over het burgerinitiatief wordt beslist.

  • ·2. De voorzitter van de raad nodigt de initiatiefnemer schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatief is geagendeerd. De initiatiefnemer of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatief mondeling nader toe te lichten.

  • ·3. Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatief een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekendgemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze.

  • ·4. Tegelijkertijd met de bekendmaking wordt van het besluit mededeling gedaan aan de initiatiefnemer.

  • ·5. De initiatiefnemer wordt daarna ingelicht over de vervolgstappen inzake de uitwerking van het burgerinitiatief.

  • ·6. Indien een burgerinitiatief is afgewezen, is sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep open staat.

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op 3 februari 2010

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van 2 februari 2010
De raad voornoemd,
De (wnd)voorzitter, De griffier,
ir. C.H.C. van Rooij, mr. R.J.M. Poels,