Verordening op de adviescommissie voor de toetsing van verenigbaarheid van functies van raadsleden, regelende de taak, samenstelling, werkwijze en openbaarheid van de adviezen

1. De commissie onderzoekt de opgaven van leden van de gemeenteraad, van fractievertegenwoordigers en van de leden van de rekenkamer van hun maatschappelijke functies, hun beroep en/of lidmaatschappen van (besturen van) verenigingen, stichtingen etc. of van datgene wat anderszins van een relevant persoonlijk belang kan worden aangemerkt.

2. De commissie brengt een openbaar advies uit over de verenigbaarheid van de in het eerste lid bedoelde functies en/of belangen met het raadslidmaatschap en doet aanbevelingen omtrent de vraag of het woordvoerderschap c.q. lidmaatschap van enige raadscommissie gepast is, gezien de genoemde functies en/of belangen.

3. De commissie kan adviseren bij het opstellen van de gedragscode zoals bedoeld in artikel 15, lid 3 Gemeentewet.

1. De commissie bestaat uit drie leden. Er worden geen plaatsvervangende leden aangewezen.

2. De leden van de commissie worden door de raad benoemd voor een periode gelijk aan de lopende zittingsduur van de raad.

3. Het lidmaatschap van de raad, het college of van een gemeentelijks commissie is niet verenigbaar met het lidmaatschap van de commissie.

4. De leden kunnen ten hoogste éénmaal herbenoemd worden.

5. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter.

1. De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

2. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of ten minste twee leden dit noodzakelijk achten.

3. De voorzitter roept de leden tenminste vier dagen voor het vergadertijdstip op voor de vergadering.

4. De commissie vergadert niet als niet alle leden aanwezig zijn.

1. Het advies van de commissie wordt bij meerderheid van stemmen vastgesteld.

2. Het advies van de commissie is openbaar.

3. In het advies kunnen leden van de commissie van minderheidsstandpunten blijk geven.