Verordening algemene subsidievoorwaarden 1972

Geldend van 01-01-1972 t/m heden

Intitulé

Verordening algemene subsidievoorwaarden 1972

Verordening, regelende de algemene voorwaarden waaronder aan verenigingen, stichtingen en instellingen, die uitsluitend de beoefening van amateuristische kunst of sport ten doel hebben, subsidie uit de gemeentekas wordt verleend.

Paragraaf 1. Algemeen

Artikel 1.

  • 1.

    Ter bevordering van de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van de inwoners van de gemeente Heerde kan subsidie worden verleend aan verenigingen, stichtingen en instellingen, die uitsluitend de beoefening van de amateuristische kunst of sport ten doel hebben en voldoen aan de in deze verordening gestelde voorwaarden.

  • 2.

    Waar in deze verordening wordt gesproken van "verenigingen" worden eveneens bedoeld de in het eerste lid genoemde stichtingen en instellingen.

Paragraaf 2. Voorwaarden

Artikel 2.

  • 1.

    De vereniging moet binnen de gemeente Heerde gevestigd zijn en daar haar werkterrein hebben.

  • 2.

    Het bestuur van de vereniging moet overeenkomstig zijn aard en bestemming aan zijn verplichtingen naar vermogen voldoen.

  • 3.

    Het bestuur moet er voor zorgen dat ten behoeve van de vereniging op redelijke wijze wordt bijgedragen door hen, van wie in de regel bijdragen verwacht kunnen worden en dat tevens alle middelen worden aangewend om de inkomsten voor de vereniging te vergroten.

  • 4.

    De vereniging moet op de datum van aanvrage tenminste op 1 januari van dat jaar reeds hebben bestaan.

  • 5.

    De vereniging verstrekt aan burgemeester en wethouders op aanvraag alle inlichtingen die zij voor de toepassing van de controle op dit artikel nodig achten.

Artikel 3.

Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid van de onder artikel 2, lid 4, opgenomen voorwaarde af te wijken indien naar hun oordeel, hiervoor voldoende redenen bestaan.

Paragraaf 3. Toekenning subsidie

Artikel 4.

  • 1

    De vereniging, die voor het eerst subsidie wenst aan te vragen, doet dit vóór 1 maart in een daartoe strekkend verzoek, te richten aan burgemeester en wethouders.

  • 2

    Hierbij worden de volgende stukken overgelegd:

    • a

      De statuten en/of reglementen.

    • b

      De rekening en verantwoording over het afgelopen boekjaar en de balans op de laatste dag van dat jaar.

    • c

      De begroting van het lopende boekjaar, vergezeld van de nodige toelichting op de begrotingsposten.

    • d

      Een gewaarmerkte ledenlijst naar de situatie per 1 januari van het lopende jaar, die vermeldt: naam, voorna(a)m(en), geboortedatl® en woonplaats van de werkende leden. Onder een werkend lid wordt verstaan een lid, dat actief deelneemt aan de artistieke, sportieve en/ of organisatorische activiteiten

Artikel 5.

  • 1

    Elke vereniging waaraan subsidie is of zal worden toegekend, zendt jaarlijks aan burgemeester en wethouders de volgende stukken in: vóór de aanvang van het betreffende subsidiejaar:

    • a

      de begroting van het eerstvolgende boekjaar, vergezeld van de nodige toelichting op de begrotingsposten. vóór 1 maart van het jaar, volgende op het subsidiejaar:

    • b

      een gewaarmerkte ledenlijst als bedoeld in artikel 4, lid 2, onder d, naar de situatie op 1 januari van het betreffende subsidiejaar;

    • c

      de rekening en verantwoording over het afgelopen boekjaar en de balans op de laatste dag van dat jaar;

    • d

      een opgave van de ontvangen contributie en de uitgaven aan: honorarium artistieke leiding of trainer en de kosten van huur repetitie- of trainingsruimte, inclusief materialen, over het betreffende subsidiejaar;

    • e

      een kort verslag van de activiteiten in het betreffende subsidiejaar, waarin tenminste die activiteiten worden genoemd, die voor de toekenning van subsidie van belang zijn.

  • 2

    Bij niet voldoening aan de in het vorige lid gestelde eisen blijft de in verzuim zijnde vereniging buiten aanmerking voor de toekenning van subsidie.

Artikel 6.

De raad regelt, voor de categorieën muziek, zang, toneel en sport afzonderlijk, de aard en de hoogte van de jaarlijkse subsidies.

Artikel 7.

  • 1.

    De raad stelt een fonds in, waaruit aan de muziekverenigingen een tegemoetkoming van ten hoogste 50 % wordt verstrekt in de kosten van aanschaf en reparatie van instrumenten, die eigendom van de verenigingen zijn en blijven.

  • 2.

    Dit fonds kan worden aangehaald als "instrumentenfonds".

  • 3.

    Jaarlijks wordt een door de raad vast te stellen bedrag in dit fonds gestort.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders zijn belast met de uitbetaling van de in het eerste lid genoemde vergoedingen, tegelijk met de krachtens artikel 6 door de raad vastgestelde jaarlijkse subsidies. Tot enige uitbetaling uit het instrumentenfonds wordt niet overgegaan dan nadat door of namens burgemeester en wethouders overleg heeft plaatsgehad met een vertegenwoordiging van de gezamenlijke muziekverenigingen.

  • 5.

    Aanschaffingen, die een gevolg zijn van het omzetten van het instrumentarium van hoge naar lage stemming of van het vernieuwen van het hele instrumentarium (of een groot gedeelte daarvan), vallen niet onder de toepassing van deze regeling.

Artikel 8.

Burgemeester en wethouders kunnen aan de toekenning van subsidie nadere voorwaarden stellen. Alvorens zij hierover beslissen, horen zij de raadscommissie voor onderwijs, culturele zaken en sport.

Artikel 9.

De vereniging is verplicht aan burgemeester en wethouders, of aan één of meer door hen aan te wijzen ambtenaren of deskundigen, te allen tijde inzage te geven van haar administratie en is gebonden alle inlichtingen te verstrekken, die van haar in het belang van een goede subsidiëring worden gevraagd.

Artikel 10.

Wanneer, naar het oordeel van burgemeester en wethouders, de financiële positie van een bepaalde vereniging daartoe aanleiding geeft, kan het bedrag van de subsidie worden verminderd. Alvorens zij hierover beslissen, horen zij de raadscommissie voor onderwijs, culturele zaken en sport, alsmede het bestuur van de betreffende vereniging.

Artikel 11.

  • 1.

    Met toestemming van burgemeester en wethouders kan ten laste van de exploitatie-rekening kapitaal- of fondsvorming plaatsvinden.

  • 2.

    De door een vereniging ontvangen schenkingen en oollectegelden mogen, zonder toestemming van burgemeester en ,wethouders, voor kapitaal- of fondsvorming of voor aflossing van schuld worden aangewend.

Paragraaf 4. Slot,- en overgangsbepalingen.

Artikel 12.

Tegen het besluit van burgemeester en wethouders op een aanvrage kan de betreffende vereniging bij de raad een met redenen omkleed beroepsschrift indienen binnen twee maanden na verzending van de kennisgeving van dat besluit.

Artikel 13.

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders, gehoord de raadscommissie voor onderwijs , culturele zaken en sport .

Artikel 14.

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening algemene subsidievoorwaarden 1972".

Artikel 15.

Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 januari 1972.

Artikel 16.

De "Subsidieverordening verenigingen 1962" wordt voor het laatst toegepast over het dienstjaar 1971.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Heerde,

op 5 maart 1973

De raad der gemeente Heerde,

, voorzitter , secretaris

Verordening 1972.pdf