Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening parkeerbelastingen gemeente Veenendaal 2010

Geldend van 01-10-2011 t/m 31-08-2016

Intitulé

Verordening parkeerbelastingen gemeente Veenendaal 2010

De raad van de gemeente Veenendaal;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 augustus 2010, nummer 2010.00098B;

 

overwegende dat:

het gewenst is het parkeren in het centrum te reguleren;

gelet op:

artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening gemeente Veenendaal 2010;

 

Besluit:

vast te stellen de Verordening parkeerbelastingen gemeente Veenendaal 2010 (Verordening parkeerbelastingen gemeente Veenendaal);

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a.adres:

het adres zoals dat is opgenomen in de Gemeentelijke basisregistratie;

b.autodate:

het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan één huishouden;

c.college:

college van burgemeester en wethouders;

d.houder: degene:

-op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens, of;

-die door middel van een lease-overeenkomst of een verklaring van de werkgever kan aantonen dat hij de bezitter is van het motorvoertuig dat tijdens het parkeren op naam van de leasemaatschappij respectievelijk de werkgever in het hiervoor bedoelde register was ingeschreven;

e.motorvoertuigen:

hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

f.parkeerapparatuur:

parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip van verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

g.RVV 1990:

het Reglement verkeersregels en verkeerstekens1990

h.parkeren:

het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van de degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 2. Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat

      • i

        als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

      • ii

        als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven door voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven door voldoening op aangifte.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend;

  • 3. Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2 mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.

Artikel 9 Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 51,00 en worden jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig artikel 3 van het Besluit gemeentelijke parkeerbelastingen.

Artikel 10 Vrijstelling van het betalen van parkeerbelastingen

  • 1. Het parkeren van de volgende motorvoertuigen wordt niet gereguleerd en is derhalve vrijgesteld van het betalen van parkeerbelastingen als bedoeld in artikel 2 van deze verordening:

    • a.

      motorvoertuig van een gehandicapte, voor zover deze beschikt over een duidelijk zichtbaar aangebrachte geldige Europese Gehandicapten Parkeerkaart,

    • b.

      als zodanig herkenbare politievoertuigen

    • c.

      als zodanig herkenbare brandweervoertuigen

    • d.

      als zodanig herkenbare ambulances

    • e.

      als zodanig herkenbare dierenambulances

    • f.

      als zodanig herkenbare dienstvoertuigen van de gemeente Veenendaal.

  • 2. Aanvragers van een bewonersparkeervergunning die op grond van de Gemeentelijke basisregistratie kunnen aantonen dat de bewoning van het adres door aanvrager is aangevangen vóór 6 november 2009, zijn vrijgesteld van het betalen van parkeerbelastingen als bedoeld in artikel 2, onderdeel b.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de parkeerbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels vaststellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.

Artikel 13 Intrekken oude regeling

De Verordening parkeerbelasting vastgesteld op 20 december 2002, laatstelijk gewijzigd op 5 november 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14 genoemde datum van inwerkingtreding.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na de bekendmaking.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening parkeerbelastingen gemeente Veenendaal.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 11 november 2010,

de heer drs. P.W. Bannink - raadsgriffier

de heer mr. T. Elzenga - voorzitter

Tarieventabel 2011, behorende bij Verordening parkeerbelastingen gemeente Veenendaal 2010

Tarief voor parkeren bij parkeerapparatuur, op slagboomterreinen en in garages in het gereguleerd gebied in 2011

(Art. 4 Verordening parkeerbelastingen gemeente Veenendaal 2010)

dagen

tijden

tarief

Maandag tot en met donderdag

09.00 tot 18.00 uur

€ 1,15 per uur

Vrijdag

09.00 tot 21.00 uur

€ 1,15 per uur

Zaterdag

09.00 tot 17.00 uur

€ 1,15 per uur

Bijzondere koopavonden

18.00 tot 21.00 uur

€ 1,15 per uur

Tarief voor parkeren met een vergunning in het gereguleerd gebied in 2011

(Art. 4 Verordening parkeerbelastingen gemeente Veenendaal 2010)

Bewonersparkeervergunning

straatparkeren

per jaar

bewoning aangevangen vóór 6 november 2009

Bouwjaar woning tot en met 1990

vergunning 1e auto

gratis

- Zone A t/m Q

vergunning 2e auto

gratis

vergunning 3e auto

gratis

Bouwjaar woning na 1990

1e auto op eigen terrein

-

vergunning 2e auto

gratis

vergunning 3e auto

gratis

bewoning aangevangen vanaf 6 november 2009

Bouwjaar woning tot en met 1990

vergunning 1e auto

gratis

- Zone A t/m Q

vergunning 2e auto

€ 80,00

vergunning 3e auto

€ 120,00

Bouwjaar woning na 1990

1e auto op eigen terrein

-

vergunning 2e auto

€ 80,00

vergunning 3e auto

€ 120,00

bewoning aangevangen vóór 1 oktober 2011

Bouwjaar woning tot en met 1990

vergunning 1e auto

gratis

- Zone R en S

vergunning 2e auto

gratis

vergunning 3e auto

gratis

Bouwjaar woning na 1990

1e auto op eigen terrein

-

vergunning 2e auto

gratis

vergunning 3e auto

gratis

bewoning aangevangen vanaf 1 oktober 2011

Bouwjaar woning tot en met 1990

vergunning 1e auto

gratis

- Zone R en S

vergunning 2e auto

€ 80,00

vergunning 3e auto

€ 120,00

Bouwjaar woning na 1990

1e auto op eigen terrein

-

vergunning 2e auto

€ 80,00

vergunning 3e auto

€ 120,00

Bewonersparkeervergunning

garage

per jaar

realisatieplicht parkeerplaats afgekocht

vergunning 1e auto

€ 975,00

vergunning 2e auto

€ 1.430,00

vergunning 3e auto

€ 1.835,00

realisatieplicht parkeerplaats niet afgekocht

1e auto op eigen terrein

-

vergunning 2e auto

€ 1.430,00

vergunning 3e auto

€ 1.835,00

Zakelijke parkeervergunning *)

locatie

per maand

per jaar

straatparkeren

op kenteken

€ 84,50

€ 845,00

op naam bedrijf/ondernemer

€ 84,50

€ 845,00

garage

op kenteken

-

€ 1.870,00

op naam bedrijf/ondernemer

-

€ 1.870,00

Coornhertpad en Duivenweide

op kenteken

€ 41,00

€ 410,00

op naam bedrijf/ondernemer

€ 41,00

€ 410,00

*)

·Alleen voor bedrijven in het gereguleerd gebied

Werknemersparkeervergunning *)

locatie

dagen

tijden

per jaar

garage

maandag tot en met vrijdag

09.00 tot 18.00

€ 200,00

Coornhertpad en Duivenweide

maandag tot en met vrijdag

09.00 tot 18.00

€ 200,00

*)

·Alleen voor werknemers van bedrijven die werkzaam zijn in het gereguleerd gebied

·Alleen voor woon-werkverkeer

·Niet voor bedrijfsauto’s

Belanghebbendenplaatsen

locatie

per maand

per jaar

Frisia

op kenteken

€ 41,00

€ 410,00

op naam bedrijf/ondernemer

€ 41,00

€ 410,00

Functionele parkeervergunning

locatie

per maand

per jaar

straatparkeren

op kenteken

€ 5,00

€ 50,00

op naam bedrijf/ondernemer

€ 5,00

€ 50,00

Autodateparkeervergunning

locatie

per maand

per jaar

straatparkeren

op naam autodate-aanbieder met kenteken

€ 8,00

€ 80,00

Administratiekosten

per handeling

Aanvragen of wijzigen vergunning

€ 10,00

i50541.pdf [Klik hier om het document te downloaden]