Regeling vervallen per 13-08-2010

Instructie voor de leerplichtambtenaar

Geldend van 01-08-1996 t/m 12-08-2010

Intitulé

Instructie voor de leerplichtambtenaar

Instructie voor de leerplichtambtenaar.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder

  • a.

    ambtenaar: de leerplichtambtenaar, bedoeld in artikel 16 van de Leerplichtwet (Staatsblad 1994 nr. 255);

  • b.

    directeur: degene die met de leiding van de school of instelling is belast;

  • c.

    jongere: de jongere als bedoeld in de Leerplichtwet 1969;

  • d.

    school:

    1. een openbare of een uit de openbare kas bekostigde bijzondere dagschool voor basisonderwijs, speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet onderwijs;

    • 2.

      een ingevolge artikel 56 van de Wet op het voortgezet onderwijs aangewezen bijzondere dagschool voor voortgezet onderwijs;

    • 3.

      een andere dagschool die, wat de inrichting van het onderwijs en de bevoegdheden van de leraren betreft, overeenkomt met een van de onder 1. bedoelde scholen;

    • 4.

      een andere krachtens artikel 1a, sub a van de Leerplichtwet voor de toepassing van deze wet als school aangewezen onder wijsinstelling.

  • e.

    instelling:

    1. een krachtens artikel 61 van de Wet op het voortgezet onderwijs uit 's Rijks kas bekostigd vormingsinstituut voor jeugdigen;

    • 2.

      een school voor beroepsbegeleidend onderwijs in de zin van de Wet op het cursorisch beroepsonderwijs;

    • 3.

      een andere krachtens artikel 1a, sub b van de Leerplichtwet voor de toepassing van deze wet als instelling aangewezen cursus of instelling, waar onderwijs of vorming wordt gegeven.

  • f.

    Leerplichtwet: de Leerplichtwet 1969, zoals deze gewijzigd is bij Staatsblad 1994, 255 en in werking is getreden bij Staatsblad 1994, 469.

Artikel 2 Verlof

  • 1. Indien verlof als bedoeld in artikel 14 Leerplichtwet wordt gevraagd voor meer dan 10 schooldagen per schooljaar, beslist de ambtenaar van de woongemeente van de jongere.

  • 2. Alvorens te beslissen stelt de ambtenaar de directeur van de school, waarbij de jongere staat ingeschreven, in de gelegenheid om zijn gevoelens kenbaar te maken.

  • 3. Alvorens te beslissen stelt de ambtenaar degene die de aanvraag heeft ingediend in de gelegenheid zijn gevoelens kenbaar te maken.

Artikel 3 Relatief schoolverzuim

  • 1. Indien een kennisgeving is ontvangen, als bedoeld in artikel 21 Leerplichtwet, stelt de ambtenaar vanwege burgemeester en wethouders een onderzoek in en legt hiervan een dossier aan.

    Hij stelt de in artikel 2, lid 1 Leerplichtwet bedoelde personen in de gelegenheid hun gevoelens kenbaar te maken en tracht hen ertoe te bewegen hun verplichtingen na te komen. Van het onderhoud met de in artikel 2, lid 1 Leerplichtwet bedoelde personen maakt de ambtenaar een verslag.

    • 2.

      Blijkt aan de ambtenaar dat de leerplichtige jongere die de leeftijd van 12 jaren heeft bereikt of de partieel leerplichtige jongere het onderwijs aan de school of de instelling niet geregeld volgt, zonder dat de jongere op grond van artikel 11 Leerplichtwet van deze verplichting is vrijgesteld, dan stelt hij de jongere in de gelegenheid zijn gevoelens kenbaar te maken en tracht hem ertoe te bewegen zijn verplichtingen na te komen. Van het onderhoud met de jongere maakt de ambtenaar een verslag.

    • 3.

      In de door hem te bepalen gevallen wordt door de ambtenaar huisbezoek afgelegd.

    • 4.

      Zo nodig raadpleegt de ambtenaar een of meer aangewezen diensten of instellingen zoals bedoeld in artikel 7 van deze instructie.

    • 5.

      Blijkt aan de ambtenaar dat de in artikel 2, lid 1 Leerplichtwet bedoelde personen niet zorgen dat de leerplichtige jongere de school geregeld bezoekt, zonder dat zij op grond van artikel 11 Leerplichtwet van deze verplichting zijn vrijgesteld, dan zendt hij proces-verbaal van zijn bevindingen aan de officier van justitie.

    • 6.

      Indien blijkt dat de leerplichtige jongere die de leeftijd van 12 jaren heeft bereikt of de partieel leerplichtige jongere weigert de verplichting als bedoeld in artikel 22, lid 3 Leerplichtwet na te komen, zendt de ambtenaar het proces-verbaal van zijn bevindingen aan de officier van justitie.

    • 7.

      Over de afwikkeling van de verzuimkwestie worden de ouders of verzorgers en de betrokken school of instelling door de ambtenaar geïnformeerd.

Artikel 4 Absoluut schoolverzuim

  • 1. Indien blijkt dat een leerplichtige of partieel leerplichtige jongere niet als leerling is ingeschreven, zonder dat een grond voor vrijstelling aanwezig is, stelt de ambtenaar vanwege burgemeester en wethouders een onderzoek in en legt hiervan een dossier aanHij hoort de in artikel 2, lid 1 Leerplichtwet bedoelde personen en tracht hen ertoe te bewegen hun verplichtingen na te komen. Van het onderhoud met de in artikel 2, lid 1 Leerplichtwet bedoelde personen maakt de ambtenaar een verslag.

    • 2.

      In door de ambtenaar te bepalen gevallen door hem huisbezoek worden afgelegd.

    • 3.

      Zo nodig raadpleegt de ambtenaar een of meer aangewezen diensten of instellingen als bedoeld in artikel 8 van deze instructie.

    • 4.

      Blijkt aan de ambtenaar dat de in artikel 2, lid 1 Leerplichtwet bedoelde personen weigeren de jongere als leerling van een school, onderscheidenlijk een onderwijsinstituut te laten inschrijven, zonder dat de jongere op grond van artikel 5, 5a of 15 Leerplichtwet van deze verplichting is vrijgesteld, dan zendt hij proces-verbaal van zijn bevindingen aan de officier van justitie.

Artikel 5 Kennisgeving aan Raad voor de kinderbescherming

Indien tegen de in artikel 2, lid 1 Leerplichtwet bedoelde personen wegens het niet nakomen van de verplichtingen, opgelegd in artikel 2, lid 1 of artikel 4a Leerplichtwet, een proces-verbaal wordt opgemaakt, zendt de ambtenaar een afschrift van het proces-verbaal aan de Raad voor de kinderbescherming.

Artikel 6 Kennisgeving aan de Arbeidsinspectie

Indien aan de ambtenaar blijkt dat een jongere in strijd met de voorschriften van de Arbeidswet 1919 arbeid verricht, geeft hij hiervan terstond kennis aan het districtshoofd van de Arbeidsinspectie.

Artikel 7 Maatschappelijke zorgfunktie leerplichtambtenaar

Leerplicht dient de garantie in te houden dat jongeren goed worden voorbereid op hun funktioneren in de maatschappij.

Daarom heeft de wetgever de funktie van leerplichtambtenaar nadrukkelijk het karakter van maatschappelijke zorg gegeven. De ambtenaar bewaakt het recht op onderwijs voor ieder kind.

Artikel 8 Aanwijzing van diensten en instellingen

De ambtenaar voert zo vaak als hij dit voor het uitoefenen van zijn taak nodig acht overleg met:

  • -

    de Raad voor de Kinderbescherming;

  • -

    Openbaar Ministerie/Officier van Justitie;

  • -

    de Arbeidsinspectie;

  • -

    de inspecteur van het onderwijs;

  • -

    directeuren/rectoren van scholen, schooldekanen, leerling-

begeleidingsteams;

  • -

    jeugdartsen van de Gewestelijke Gezondheidsdienst (GGD);

  • -

    schoolpsychologen van de Schoolbegeleidingsdienst (SBD);

  • -

    bureau Vertrouwensartsen;

  • -

    politie;

  • -

    Jeugdreclassering;

  • -

    buro Halt;

  • -

    Stichting Jeugdzorg;

  • -

    Jongerensteunpunt (JSP);

  • -

    Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW);

  • -

    Stedelijk Instituut Welzijn (SIW);

  • -

    Adviesbureau voor Opleiding en Beroep (OAB);

  • -

    Regionaal Bureau Onderwijszaken (RBO);

  • -

    Regionaal Instituut Ambulante en Geestelijke Gezondheidszorg

(Riagg);

  • -

    de consulenten van het OWWZ;

  • -

    de aangewezen kerngemeenten in het kader van de RMC-funktie;

  • -

    de scholingsvormen waar jongeren in het kader van het behalen van de startkwalificatie of het toeleiden naar eenarbeidsmarktgerichte leerweg aan kunnen deelnemen (vervangende leerplicht);

  • -

    het samenwerkingsverband vo/vso (hulpstructuur - arbeidsmarktgerichte leerweg - Regionale Commissie Leerlingenzorg).

Artikel 9 Samenwerking met ambtgenoten

  • 1. De ambtenaar pleegt zo vaak als noodzakelijk is overleg met ambtgenoten uit andere gemeenten.

  • 2. De ambtenaar werkt samen met zijn ambtgenoten in omliggende gemeenten. De samenwerking strekt zich in ieder geval uit tot het maken van afspraken over:

    • -

      de toepassing van artikel 14, lid 3 Leerplichtwet;

    • -

      de wijze waarop contact wordt onderhouden met de officier van justitie in het kader van de toepassing van artikel 22 Leerplichtwet.

Artikel 10 Jaarverslag

De ambtenaar levert de noodzakelijke gegevens aan burgemeester en wethouders in verband met het jaarlijks vóór 1 oktober uit te brengen verslag aan de gemeenteraad.

Artikel 11 Slotbepaling

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 1996.

De regeling wordt aangehaald als: Instructie voor de leerplichtambtenaar

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 9 juli 1996.

De secretaris, De burgemeester,

Algemeen geldend verklaard voor het gehele grondgebied van de gemeente bij B. en W.-besluit d.d. 18 maart 1997.

Het college van de gemeente Roosendaal ,

De secretaris, De burgemeester,