Inspraakprocedure Cliëntenparticipatie

Artikel 1. Begrippen

• 1.

  Cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid: de gestructureerde wijze waarop de gemeente de zelforganisatie(s) van belanghebbenden betrekt in de beleidsvorming, uitvoering en evaluatie van de Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG) en het integrale gemeentelijk gehandicaptenbeleid.

• 2.

  Integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid: de samenhangende wijze waarop de gemeente in al haar beleid en verantwoordelijkheden, werkt aan de verbetering van de mogelijkheden tot gelijk-waardige maatschappelijke deelname van alle mensen met een functiebeperking of chronische aandoening.

• 3.

  Platform: de in de gemeente Roosendaal actief zijnde zelforganisatie van mensen met een functiebeperking of chronische aandoening, onder de naam Roosendaals Gehandicapten Platform.

Artikel 2. Looptijd

De procedure treedt in werking op het moment van vaststelling door het college. De procedure wordt vastgesteld voor onbepaalde tijd. Het Platform kan ook ongevraagd adviseren over evaluatie of herziening van deze inspraakprocedure.

Artikel 3. Doel van het convenant

Beide partijen streven ernaar daar waar mogelijk samen te werken ten gunste van de positie van mensen met een functiebeperking of chronische aandoening, jong en oud, die in de wijken en dorpen van de gemeente Roosendaal woonachtig zijn. Het convenant heeft tot doel frequent overleg tussen de partijen te stimuleren en dat overleg aan de basis te laten staan van de communicatie tussen de partijen. Met andere woorden: het Platform zal vanuit zijn onafhankelijke positie optimaal en actief betrokken worden bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het (mede) voor hen gevoerde gemeentelijk beleid.

Op deze wijze wordt bijgedragen aan de totstandkoming of verbetering van het integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid gericht op het realiseren van volwaardig burgerschap en op het bieden van gelijke mogelijkheden aan mensen met beperkingen.

Partijen streven er naar zich eerst tot elkander te richten voordat derden geïnformeerd worden over de inhoud van het onderlinge overleg.

Artikel 4. Erkenning belangenbehartiging door het Platform

Het Platform wordt formeel als belangenbehartiger erkend voor mensen met een functiebeperking of chronische aandoening in de gemeente Roosendaal. De belangenbehartiging brengt met zich mee dat het Platform als aanspreekpunt en als overlegpartner zal gaan fungeren voor het college van burgemeester en wethouders met betrekking tot de positie van mensen met een functiebeperking of chronische aandoening. De belangenbehartiging brengt tevens mee dat het Platform streeft naar een zo breed mogelijke samenstelling van organisaties van mensen met een functiebeperking of chronische aandoening (jong en oud). Dit betekent ook dat het Platform er naar streeft om organisaties van ouderen en organisaties voor mensen met functiebeperkingen (meer) te verankeren in het platform. Dit leidt automatisch tot zo breed mogelijk gedragen adviezen.

Artikel 5. Beleidsterreinen

In het kader van de cliëntenparticipatie wordt het Platform betrokken bij:

• 1.

  Het gemeentelijk beleid met betrekking tot de Wet Voorzieningen Gehandicapten (Wvg):De evaluatie, beleidsvoorbereiding, vaststelling en uitvoering. Hieronder vallen ook de uitvoerings-regels met betrekking tot de verstrekking, afspraken met leveranciers (van rolstoelen en andere Wvg-voorzieningen), uitvoerders (van Wvg-vervoer en andere diensten), woningcorporaties en indicatiestellers.

• 2.

  Het integrale gemeentelijke gehandicaptenbeleid, bestaande uit:Voornemens, beleid of activiteiten van de gemeente gericht op het brengen van samenhang in het beleid op verschillende terreinen ten behoeve van mensen met verschillende functiebeperkingen en/of chronische aandoeningen. Daarnaast het beleid op alle terreinen (in zoverre) dat invloed heeft op de mogelijkheden voor mensen met een functiebeperking en/of chronische aandoening, waaronder:

• -

  Algemeen bestuurlijke bevoegdheden en burgerzaken.

• -

  Onderwijs, media, cultuur, sport openluchtrecreatie en toerisme.

• -

  Sociale zaken en werkgelegenheid.

• -

  Welzijn en volksgezondheid.

• -

  Openbare orde en veiligheid.

• -

  Ruimtelijke ordening en groen, verkeer en vervoer.

• -

  Volkshuisvesting en bouwzaken.

• -

  Financiën en belastingen.

• -

  Informatievoorziening, personeel en organisatie.

• -

  Milieu.

• -

  Economische zaken, internationale samenwerking.

Artikel 6. Informatie, advies en inspraak

Informatie

• 1.

  Door het college van burgemeester en wethouders wordt zorg gedragen dat van de zijde van de gemeente aan het Platform de nodige informatie wordt verstrekt ten behoeve van het naar behoren functioneren van het Platform. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen. De informatie wordt indien nodig in nader overeen te komen speciale leesvorm aangeleverd.

• 2.

  De leden van het dagelijks bestuur van het Platform zijn bevoegd bij de contactpersoon van de gemeente de nodige informatie in te winnen omtrent aangelegenheden die in het overleg van de gemeenteraad en (vak)commissies aan de orde komen met betrekking tot de belangen van mensen met een functiebeperking en/of chronische aandoening in de gemeente Roosendaal.

Advies

• 1.

  Het Platform zal door het college van burgemeester en wethouders zo veel mogelijk gevraagdworden om advies uit te brengen over:

• • -

    Het door het gemeentebestuur te ontwikkelen gehandicaptenbeleid, de daarbij vast te stellenuitgangspunten, de uitvoering van het gevormde gehandicaptenbeleid en de daarin gesignaleerde knelpunten.

• • -

    De concrete aanpak van gesignaleerde knelpunten.

  • -

    Het toetsen van de uitvoering van het beleid en de beleidsvoornemens.

• 2.

  Het Platform heeft de bevoegdheid ongevraagd en uit eigen beweging te adviseren.

• 3.

  Het college van burgemeester en wethouders vraagt het Platform (in ieder geval) om advies bij de onderwerpen beschreven onder “artikel 5; beleidsterreinen”.

• 4.

  Het advies van het Platform wordt, tegelijkertijd met het voorstel, voorgelegd aan de betreffende (vak)commissie(s) die omtrent het voorstel worden geraadpleegd en vervolgens aan de gemeenteraad.

• 5.

  Van de resultaten van overleg en de uitvoering van afspraken doet de gemeente binnen 4 weken schriftelijk en/of mondeling rapportage aan het Platform.

Op adviezen wordt schriftelijk, beargumenteerd gereageerd binnen 6 weken.

Inspraak

• 6.

  Raadpleging van het Platform ontslaat de gemeente niet van de plicht inspraak te organiseren daar waar het nodig is.

• 7.

  Het Platform heeft het recht, zoals elke burger, haar uitgangspunten in de richting van het algemeen bestuur van de gemeente Roosendaal te benadrukken door middel van inspraak tijdens de vergaderingen van de te raadplegen (vak)commissies.

Artikel 7. Overlegstructuur

De advisering zal procedureel meegenomen worden in het regulier overleg tussen het Platform en de sector Cultuur en Maatschappij van de gemeente Roosendaal. De frequentie van het regulier overleg is minimaal vier keer per jaar. Hiervoor wijst de gemeente een vaste contactambtenaar (vanuit sector Cultuur en Maatschappij, afdeling Beleid) aan als aanspreekpunt voor de communicatie met het Platform.

Minimaal twee keer per jaar zal bestuurlijk overleg plaatsvinden. Naast de voor het gehandicapten-beleid en WVG verantwoordelijke wethouder(s) zullen afhankelijk van de te bespreken onderwerpen andere wethouders bij het overleg betrokken worden.

Artikel 8. Financiën / subsidie

De gemeente Roosendaal verschaft het Platform jaarlijks een budget, te besteden aan kosten die gemaakt worden om de doelstelling van het Platform te realiseren. Ook zal jaarlijks beoordeeld worden welke activiteiten voor subsidie in aanmerking komen. Dit is het variabel deel van het budget. Het Platform zal jaarlijks opgave doen van de inkomsten en uitgaven. De subsidie wordt verleend met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in de subsidieverordening Welzijn.

Artikel 9. Slotbepaling

• 1.

  Indien er geen Platform binnen de gemeente actief is, zullen burgemeester en wethouders de totstandkoming van een onafhankelijk Platform van belanghebbenden bevorderen.

• 2.

  In alle gevallen waarin deze Inspraakprocedure Cliëntenparticipatie niet voorziet beslist het college van burgemeester en wethouders na overleg met het Platform.

• 3.

  Deze procedure kan worden aangehaald als “inspraakprocedure cliëntenparticipatie”.

• 4.

  Deze inspraakprocedure treedt per 1 april 2002 in werking.

Roosendaal. 12 maart 2002

Burgemeester en wethouders van Roosendaal,

De secretaris, De burgemeester,