Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR104269
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR104269/1
Beleidsregel bijzondere begraafplaatsen
Geldend van 11-11-2010 t/m heden
Intitulé
Beleidsregel bijzondere begraafplaatsengelet op artikel 40 en 41 van de Wet op de Lijkbezorging en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
besluiten vast te stellen:
BELEID BIJZONDERE BEGRAAFPLAATSEN OP PARTICULIER TERREIN
1. Inleiding - historie
De Wet op de lijkbezorging (WLB) heeft aan de gemeenten de verplichting opgelegd om te zorgen voor voldoende mogelijkheden om te begraven. Vroeger bestond ook de mogelijkheid voor de aanleg van een
familiegraf op eigen grond. Deze mogelijkheid is in 1991 afgeschaft. Wel blijft de mogelijkheid open dat een particulier een verzoek doet om een bijzondere begraafplaats te mogen aanleggen.
Bij de behandeling van de WLB in de Tweede Kamer is door de Minister van Binnenlandse Zaken gezegd: " Ik verwacht dat een gemeenteraad er niet spoedig toe zal overgaan een eigen terrein van een particulier als (bijzondere) begraafplaats aan te wijzen, omdat hij daar zijn familie wil begraven.
Het zal bij omwonenden toch wel vaak op bezwaren stuiten dat iemand begravingen in zijn achtertuin verricht. Zelf acht ik het bepaald ongewenst dat een ieder op zijn eigen terrein tot begraving zou kunnen overgaan".
Wanneer toch een trend gaat ontstaan waarbij er vaker dan incidenteel in eigen grond wordt begraven is er sprake van een ongeordend ruimtegebruik waarbij Nederland 'versnippert' door her en der 'langdurig gevoelige' bestemmingen toe te laten. Dit legt beperkingen op aan en rond de begraafplaats voor tenminste de duur van de grafrusttermijn (10 jaar) maar ook daarna. Het zal duidelijk zijn dat de Inspectie Milieuhygiëne in dit opzicht wil waken voor precedentwerking. Naar haar mening moet er dan ook bij de aanvrager een meer dan simpel verlangen zijn om dit toe te staan. De gemeente behoudt, ook bij deze bijzondere begraafplaatsen haar verantwoordelijkheid waar het gaat om toezicht op en handhaving van een ongestoorde grafrust. Het is dan ook wenselijk dat de gemeente beleid ontwikkelt waaraan een verzoek getoetst kan worden.
De gemeente Wijchen heeft geen beleid op dit gebied en er zijn daarom geen concrete toetsingscriteria waaraan eventuele verzoeken voor het aanwijzen van een bijzondere begraafplaats kunnen worden getoetst. Inmiddels zijn al twee verzoeken om aanwijzing van grond ten behoeve van de aanleg van een bijzondere begraafplaats op particulier terrein ingediend, zodat niet uitgesloten kan worden dat er in de toekomst nog meer zullen volgen. De reden voor deze toename is wellicht te vinden in de veranderde cultuur rondom begraven (men gaat er steeds gemakkelijker mee om, rituelen veranderen en worden meer aangepast aan de persoonlijke wensen die op hun beurt steeds meer uiteenlopen).
Daarnaast geeft de inspectierichtlijn van de WLB duidelijk aan dat het wenselijk is om zeer terughoudend te zijn ten aanzien van de aanleg van bijzondere begraafplaatsen op particulier terrein. Er is geen reden voor de gemeente Wijchen om af te wijken van deze landelijke richtlijn. In de gemeente Wijchen zal dan ook niet worden meegewerkt aan een verzoek tot de aanleg van een bijzondere begraafplaats op particulier terrein tenzij aan een aantal voorschriften wordt voldaan. Het opstellen van helder beleid waarin ondermeer de minimale voorschriften zijn opgenomen is mede gelet hierop noodzakelijk.
Eenieder die de wens heeft op eigen grond te worden begraven moet rekening houden met een procedure van minimaal een jaar alvorens feitelijk een eventuele bijzondere begraafplaats in gebruik kan worden genomen. Dit in verband met de tijdsduur die de besluitvormingsprocedure vergt. De procedure wordt zowel hieronder als in een schema (zie bijlage1) omschreven. Vanwege de forse kosten die met name herziening van het bestemmingsplan met zich meebrengt voor de aanvrager (in 2010 €4000,-- tot €5000,--) wordt de Raad bij een verzoek tot aanwijzing van de grond eerst voorgelegd een principebesluit te nemen, waarbij de grond onder voorbehoud wordt aangewezen. Definitieve besluitvorming tot aanwijzing van de grond kan dan plaatsvinden nadat de daarvoor noodzakelijke procedure tot wijziging van het bestemmingsplan is gevolgd.
2. Procedure
Een burger doet een verzoek aan de gemeente om een particuliere bijzondere begraafplaats te mogen inrichten. Om een particuliere bijzondere begraafplaats te mogen oprichten is enerzijds een aanwijzingsbesluit van de raad nodig op grond van de WLB, anderzijds is een bestemmingsplanherziening noodzakelijk. Een dergelijk verzoek wordt eerst ambtelijk getoetst of wordt voldaan aan het beleid en of de gevraagde begraafplaats ruimtelijke inpasbaar is. Afhankelijk van deze toets wordt een principebesluit tot medewerking dan wel een weigeringsbesluit voorgelegd aan de raad. Indien de raad besluit in principe medewerking te verlenen aan het verzoek tot het oprichten van een particuliere bijzondere begraafplaats wordt de procedure tot herziening van het bestemmingsplan gestart. De aanvrager is zelf verantwoordelijk voor het aanleveren van het (voor(ontwerp))bestemmingsplan en de noodzakelijk uit te voeren ruimtelijke onderzoeken. De aanwijzing van de bijzondere begraafplaats vindt gelijktijdig plaats met de vaststelling van de bestemmingsplanherziening. Nadat zowel het aanwijzingsbesluit als de bestemmingsplanherziening onherroepelijk en in werking zijn getreden kan de aanvrager beginnen met de inrichting van de begraafplaats. Nadat de begraafplaats is ingericht kan de aanvrager op grond van artikel 41 van de WLB een verzoek om ingebruikname doen bij het college. Nadat toestemming is verleend kan de begraafplaats in gebruik worden genomen.
Voor een procesbeschrijving raadpleeg bijlage 1.
Het is ook mogelijk om medewerking te verlenen aan het oprichten van een particuliere bijzondere begraafplaats door middel van een omgevingsvergunning om af te wijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 Wabo). Dit is niet wenselijk. Een omgevingsvergunning om af te wijken van het bestemmingsplan legt geen bestemming. De oorspronkelijke bestemming van de grond blijft dus ongewijzigd. Ter plaatse van de particuliere bijzondere begraafplaats zou in dat geval nog steeds uitvoering kunnen worden gegeven aan de oorspronkelijke bestemming. Daarnaast zorgt een bestemmingsplanherziening er ook voor dat het voor rechtsopvolgers duidelijk is dat zij gronden verkrijgen met een begraafplaats. Vandaar dat alleen medewerking wordt verleend middels een bestemmingsplanherziening.
3. Beoordeling van het verzoek:
3.1 Gemeentelijke minimumeisen:
Criteria ten aanzien van de binding met de grond
a) De aanvrager moet de eigenaar van de grond zijn, waarbij geen zakelijk recht op de grond
rust. Het is vanzelfsprekend dat de aanvrager de eigenaar moet zijn van de grond wanneer er sprake is van dergelijke aanvraag. De grond moet vrij zijn van alle rechten om het mogelijk te maken dat een
ononderbroken gebruik van de grond mogelijk is zonder dat een andere partij aanspraak kan maken op de grond. Aanvrager dient dit aan te tonen, bijvoorbeeld met een uittreksel openbare registers of een afschrift van een notariële akte.
b) De aanvrager dient een aantoonbare historische, emotionele binding te hebben met de grond. Die binding wordt bijvoorbeeld aanwezig geacht indien de aanvrager (en/of zijn ouders/grootouders) minimaal 50 jaar woonachtig zijn op het perceel. Van de aanvrager zelf wordt daarnaast verwacht dat hij/zij minimaal 20 jaar ononderbroken woonachtig is op het perceel. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn bij een landgoed dat al meerdere generaties in eigendom is van de betrokken familie.
c) In het perceel mogen geen kabels, leidingen of andere nutsvoorzieningen voorkomen in een straal van 20 meter rondom de gewenste begraafplaats. Indien nutsvoorzieningen aanwezig zijn kunnen deze in verband met de grafrust niet worden hersteld of vervangen worden. De aanvrager moet op zijn/haar kosten zorgdragen voor het verleggen c.q. verwijderen van nutsvoorzieningen voordat een begraafplaats mag worden aangelegd.
d) Voor de toekomst is wenselijk dat voldoende duidelijk is dat de nabestaanden de binding met de grond behouden, in ieder geval binnen de grafrusttermijn. Een dergelijke garantie van en binding voor lange tijd is echter niet te geven. Weliswaar kan notarieel worden vastgelegd dat het perceel en de bijbehorende woning gedurende minimaal tien jaar (grafrust) in familiebezit blijven, maar er kunnen zich altijd omstandigheden voordoen waardoor het perceel toch in andere handen komt. Bij verkoop binnen de grafrusttermijn zal een herbegrafenis noodzakelijk zijn (opheffen van de begraafplaats). De kosten hiervan komen voor rekening van aanvrager (of diens nabestaanden).
Indien een aanvraag niet voldoet aan deze regels dan zal de aanvraag op grond van het ontbreken van voldoende binding met de grond worden afgewezen.
Nadat is vastgesteld dat voldaan is aan de criteria met betrekking tot de binding met de grond, wordt een drietal kaders afgewogen. Deze drie zijn de WLB, de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de visie van de regionale inspecteur van de volksgezondheid.
3.2 Wet op de Lijkbezorging
In de WLB, de inspectierichtlijn van de WLB die een handreiking vormt voor de vertaling van WLB in technische aspecten die betrekking hebben op onder andere de aanleg en het onderhoud van een begraafplaats en in het Besluit op de Lijkbezorging worden regels gesteld ten aanzien van begraven. De technische adviezen die de inspectierichtlijn geeft zijn zonder uitzondering ook van toepassing op de aanleg van een bijzondere begraafplaats. Daarnaast wordt in de inspectierichtlijn een aantal adviezen gegeven ten aanzien van de situering van een begraafplaats. Ook deze adviezen zijn van toepassing op een bijzondere begraafplaats. Deze regels en adviezen worden als voorschrift verbonden aan zowel het principebesluit als aan het definitieve raadsbesluit tot aanwijzing van grond ten behoeve van de aanleg van een particuliere begraafplaats. De minimale voorschriften die aan een aanwijzing worden verbonden staan vermeld in paragraaf 4.
3.3 Wet ruimtelijke ordening
De Wro en de WLB kennen geen koppeling. Toch heeft de Wro een belangrijke rol in het proces tot
aanwijzing van een bijzondere begraafplaats. Belangrijk is dat er geen versnippering plaatsvindt door de aanleg van een particuliere bijzondere begraafplaats die gedurende zeer lange tijd beslag op de ruimte legt.
Het vigerende en toekomstige bestemmingsplan Buitengebied voorziet niet in een regeling voor de aanleg van een particuliere bijzondere begraafplaats. Geadviseerd wordt dat de realisatie van een bijzondere begraafplaats op particulier terrein alleen mogelijk wordt middels wijziging van het bestemmingsplan . De procedure hiertoe kan pas opgestart worden na instemming door de raad. Het verlenen van planologische medewerking aan de aanleg van een particuliere bijzondere begraafplaats is vanuit planologisch perspectief in beginsel ongewenst. Het verzoek tot de aanleg van een bijzondere particuliere begraafplaats is immers meestal, zo niet altijd, strijdig met het vigerende planologisch regime. Gezien de aanwezigheid van voldoende en een gedifferentieerd aanbod van begraafmogelijkheden in de gemeente Wijchen in relatie tot ongeordend ruimtebeslag met langdurige ruimtelijke implicaties voor de omgeving, hetgeen een particuliere bijzondere begraafplaats met zich meebrengt, is het niet wenselijk om over te gaan tot de aanleg van een particuliere bijzondere begraafplaats. Een particuliere bijzondere begraafplaats hoort immers niet tot de functies die op grond van de ruimtelijke ordening thuishoren binnen de bebouwde kom en behoren op gelijke gronden evenmin tot nieuwe toelaatbare functies in het buitengebied. Van dit beleid kan slechts bij hoge uitzondering in zeer bijzondere gevallen ter beoordeling van de raad op basis van bestemmingsplanwijziging worden afgeweken.
In het kader van de bestemmingsplanherziening zal worden bekeken of er aanvullende ruimtelijke onderzoeken noodzakelijk zijn. Gedacht kan worden aan een flora- en faunaonderzoek of een archeologisch onderzoek. De noodzaak hiervan hangt sterk af van de locatie en van de omvang van het initiatief.
3.4 Regionale inspecteur van de volksgezondheid
Het horen van de regionale inspecteur van de volksgezondheid dient conform artikel 40 van de
WLB te gebeuren voordat van een aanwijzing van een bijzondere begraafplaats sprake kan zijn. Bij
negatieve advisering van de inspecteur zal in principe een afwijzing van het verzoek volgen. Het
horen van de regionale inspecteur heeft een doorlooptijd van circa één maand.
4. Aanwijzing van een bijzondere begraafplaats.
Aan een besluit tot aanwijzing van grond ten behoeve van de aanleg van een particuliere bijzondere begraafplaats worden minimaal de volgende voorschriften verbonden.
- 1)
Er moet voldaan (kunnen) worden aan de technische eisen zoals gesteld in de inspectierichtlijn van de WLB + BLB (zie bijlage 2+3).
- 2)
De aanvrager dient een geohydrologisch onderzoek te overleggen.
- 3)
De locatie mag niet in een grondwaterbeschermingsgebied liggen.
- 4)
De afstand tot de openbare weg, erfgrens met derden, woning, woonbestemming of een als woonruimte in gebruik zijnde gebouw bedraagt minimaal 30 meter.
- 5)
De locatie dient voor het zicht vanaf een openbare weg of openbaar toegankelijk perceel visueel afgeschermd te worden met behulp van een natuurlijke, fysieke afscheiding van een geadviseerde hoogte van minimaal 1,80 meter die in het landschap inpasbaar is. De wijze waarop (hoogte, materiaal, beplantingsoort etc.) is ter beoordeling aan het college van burgemeester en wethouders en afhankelijk van de omstandigheden. Zo nodig kan voor deze ruimtelijke inpassing een privaatrechtelijke overeenkomst gesloten worden om deze zeker te stellen.
- 6)
De locatie mag niet binnen de bebouwde kom als bedoeld in artikel 20 a, van de Wegenverkeerswet gelegen zijn.
- 7)
Het perceel dient minimaal 1 ha groot te zijn en geen agrarische of bedrijfsbestemming hebben.
- 8)
de aanvrager heeft een aantoonbaar historische, emotionele binding met de grond (voldaan wordt aan de minimale gemeentelijke criteria m.b.t. binding met de grond)
- 9)
In het perceel dan wel in een straal van 20 meter er omheen liggen geen kabels, leidingen of andere nutsvoorzieningen.
- 10)
Het aan te wijzen perceel grond ligt niet in een gebied waarvoor het aannemelijk is dat een wijziging van de huidige bestemming of gebruik zal optreden en die de grond daardoor voor het gebruik als begraafplaats blijvend ongeschikt maakt.
- 11)
De aard, het feitelijk huidige gebruik of bestemming van het perceel grond verzet zich niet tegen de aanwijzing.
- 12)
De herzieningsprocedure in het kader van het bestemmingsplan is afgerond.
Voordat de begraafplaats in gebruik kan worden genomen moet gecontroleerd worden of aan de wettelijke eisen is voldaan. Als dit het geval is kan het college van burgemeester en wethouders toestemming verlenen voor de ingebruikname van de begraafplaats conform artikel 41 van de WLB. Na schriftelijke toestemming van het college kan over worden gegaan tot begravingen. Aan deze toestemming worden minimaal de volgende voorwaarden gesteld:
- 1)
Begrafenissen dienen minimaal 24 uur tevoren gemeld te worden bij de gemeente. Op grond van art. 11 van de WLB is een door de ambtenaar burgerlijke stand af te geven schriftelijk verlof nodig voor het begraven.
- 2)
Bij sluiting van de begraafplaats wordt terstond melding gedaan aan het college van burgemeester en wethouders conform artikel 43 van de WLB.
Door middel van deze voorschriften wordt in ieder geval voldaan aan de WLB en de Wro en houdt de gemeente overzicht over de activiteiten die als gevolg van de begraafplaats plaatsvinden.
De psychosociale aspecten van derden, waaronder bewoners van naburige percelen, worden door toepassing van deze voorschriften zo veel mogelijk gerespecteerd.
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl