Subsidieregeling peuterspeelzaalwerk

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam;

 

overwegende dat het gewenst is activiteiten  te stimuleren die bijdragen aan de sociale

creatieve en educatieve ontplooiing en motorische ontwikkeling van het jonge kind, onder

meer door spel en omgang met leeftijds­genootjes;

 

gelet op artikel 2, tweede lid, artikel 4, derde lid en artikel 6, tweede lid van de Algemene subsidieverordening gemeente Werkendam 2010;

 

besluit

vast te stellen de volgende regeling:

 

Subsidieregeling peuterspeelzaalwerk

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

• a.

  Algemene subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening gemeente Werkendam 2010;

• b.

  peuterspeelzaal: een ruimtelijke voorziening bedoeld voor kinderen in de leeftijd van 2 tot en met 4 jaar met als doelstelling de sociale-creatieve en educatieve ontplooiing en motorische ontwikkeling van het jonge kind, onder meer door spel en omgang met leeftijds­genootjes;

• c.

  peuters: in Werkendam woonachtige kinderen die op de peildata in de leeftijdscategorie van 2 tot en met 4 jaar vallen;

• d.

  peildata: gemiddeld aantal peuters op 1 februari en 1 oktober van het subsidiejaar;

• e.

  peuterplaats: een rekeneenheid die overeenkomt met een peuterbezoek van minimaal vier uur per week aan de peuterspeelzaal, gedurende maximaal 40 weken per jaar.

 

Artikel 2  Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt voor instandhouding van een peuterspeelzaal in alle kernen van de gemeente Werkendam ter stimulering van ontwikkelingskansen bij peuters.

 

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan instellingen die aan de volgende voorschriften voldoen:

• a.

  de peuterspeelzaal dient minimaal 2 dagen per week tenminste 2 aaneengesloten uren geopend te zijn;

• b.

  de peuterspeelzaal is toegankelijk voor alle peuters in de gemeente Werkendam;

• c.

  eenzelfde peuter verblijft per dag niet meer dan 1 dagdeel van maximaal 4 aaneengesloten uren in de peuterspeelzaal;

• d.

  eenzelfde peuter verblijft niet meer dan 2 dagdelen per week in de peuterspeelzaal (met uitzondering van doelgroepkinderen van de voorschoolse educatie die een extra dagdeel bijwonen)

• e.

  als richtgetal voor het aantal peuters per groep wordt uitgegaan van 15;

• f.

  het minimum aantal peuters is 12; voor het starten van een nieuwe groep wordt toestemming gevraagd aan burgemeester en wethouders;

• g.

  een voorwaarde voor het starten van een nieuwe groep is dat de bestaande groep(en) het maximaal aantal peuters heeft/hebben en er minimaal 12 kinderen op de wachtlijst staan;

• h.

  van de in lid e. f. en g. genoemde aantallen kunnen burgemeester en wethouders in bijzondere gevallen afwijken;

• i.

  per groep dienen gelijktijdig twee vakbekwame leidsters aanwezig te zijn, te weten twee functionarissen welke voldoen aan de vakbekwaamheidseisen van de CAO Welzijn.

• j.

  de peuterspeelzaal dient te functioneren op ambitieniveau 2.

 

Artikel 4 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar ons oordeel noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het peuterspeelzaalwerk.

 

Artikel 5 Berekening van de subsidie

• 1.

  Het subsidiebedrag wordt jaarlijks door het college vastgesteld en bestaat uit een bedrag per peuterplaats, per groep en per kern. De genoemde bedragen zijn normbedragen voor 2011.

  • a.

    Per groep een bedrag van € 4000,00 (loon leidsters) en van € 2.450,00 (coördinatiekosten).

  • b.

    Per kern een bedrag van € 5.000,00.

  • c.

    Per peuterplaats een bedrag van € 290,00.

• 2.

  Het aantal peuterplaatsen wordt bepaald op basis van het gemiddelde van de op de peildata in­geschreven peuters.

• 3.

  De groepen die gaande het subsidiejaar starten komen in aanmerking voor subsidie met ingang van de maand volgend op de startdatum. Vaststelling van het subsidiebedrag vindt plaats op basis van het aantal resterende maanden van het subsidiejaar.

 

Artikel 6 Verplichtingen

Ouderbijdrage

• a.

  De peuterspeelzaal vraagt een bijdrage van de ouders/verzorgers. Voor het jaar 2011 wordt uitgegaan van een ouderbijdrage van maximaal € 47,00  per maand (11 maanden per jaar) voor een kind dat de peuterspeelzaal 2 dagdelen per week bezoekt.

• b.

  Voor een stijging van de ouderbijdrage, hoger dan de prijsstijging zoals die is opgenomen in de jaarlijkse kaderbrief voor de samenstelling van de gemeentelijke begroting, is toestemming van het college noodzakelijk.

 

Artikel 7  Slotbepalingen

• 1.

  De beleidsregel subsidiëring peuterspeelzaalwerk wordt ingetrokken.

• 2.

  Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2011.

• 3.

  Deze regeling vervalt op 31 december 2013.

• 4.

  De regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling peuterspeelzaalwerk

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 4 januari 2011.

 

Burgemeester en wethouders van Werkendam,

de secretaris,                          de burgemeester,

 

 

 

drs. H.A. Koenen                    mw. drs. C.G.J. Breuer