Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR103569
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR103569/4
Regeling vervallen per 27-12-2013
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2013
Geldend van 28-12-2012 t/m 26-12-2013
Intitulé
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2013Nr. 9i
De raad van de gemeente GEERTRUIDENBERG;
Mede gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Geertruidenberg van 13 november 2012
gelet op de artikelen 156 eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 1 van de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb. 2011, 440);
BESLUIT
Vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van leges 2013.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
'dag': de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
'week': een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
'maand': het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;
- d.
'jaar': het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
- e.
'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
- b.
het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
het raadplegen van de bij de gemeente berustende registers, leggers en plankaarten van de Dienst van het kadaster en de openbare registers door ambtenaren, in de uitoefening van hun functie;
- b.
het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen.
- c.
het in behandeling nemen van aanvragen en afgeven van vergunningen in het kader van de avondvierdaagse, intocht van St. Nicolaas en acties door verenigingen en instellingen op niet-commerciële basis;
- d.
het in behandeling nemen van een aanvraag voor afgifte van verklaringen omtrent gedrag gedaan door instanties die als doel hebben kinderen tijdelijk op te vangen in een gastoudergezin;
- e.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
- f.
diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
- g.
het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkt milieutoets).
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
-
1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
-
2. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
-
3. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
-
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
- a.
-
2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van het kalenderjaar, indien de wijzigingen:
- 1.
van zuiver redactionele aard zijn;
- 2.
een tariefsverlaging betreffen;
- 3.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:
-
a. onderdeel 1.1.6 (akten burgerlijke stand);
-
b. hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
-
c. hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
-
d. onderdeel 1.4.7 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);
-
e. onderdeel 1.9.1.1 (verklaring omtrent het gedrag).
-
f. hoofdstuk 11 (kansspelen);
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 12 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel
-
1. De "Verordening op de heffing en de invordering van leges 2011" van 16 december 2010, sedertdien gewijzigd, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
-
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
-
3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover terzake daarvan de heffing van de leges in die periode plaatsvindt.
-
4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.
-
5. Deze verordening kan worden aangehaald als "Legesverordening 2012".
Ondertekening
Tarieventabel behorende bij de "Legesverordening 2013" |
Blz. |
|
Titel 1 |
Algemene dienstverlening |
|
Hoofdstuk 1 |
Burgerlijke stand |
2 |
Hoofdstuk 2 |
Reisdocumenten |
2 |
Hoofdstuk 3 |
Rijbewijzen |
2 |
Hoofdstuk 4 |
Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens |
3 |
Hoofdstuk 5 |
Verstrekkingen uit het Kiezersregister |
3 |
Hoofdstuk 6 |
Bestuursstukken |
3 |
Hoofdstuk 7 |
Vastgoedinformatie |
3 |
Hoofdstuk 8 |
Overige publiekszaken |
4 |
Hoofdstuk 9 |
Gemeentearchief |
4 |
Hoofdstuk 10 |
Winkeltijdenwet |
4 |
Hoofdstuk 11 |
Kansspelen |
4 |
Hoofdstuk 12 |
Leegstandwet |
4 |
Hoofdstuk 13 |
Telecommunicatie |
4 |
Hoofdstuk 14 |
Verkeer en vervoer |
5 |
Hoofdstuk 15 |
Diversen |
5 |
Titel 2 |
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning |
|
Hoofdstuk 1 |
Begripsomschrijvingen |
6 |
Hoofdstuk 2 |
Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraag |
6 |
Hoofdstuk 3 |
Omgevingsvergunning |
6 |
Hoofdstuk 4 |
Vermindering |
10 |
Hoofdstuk 5 |
Teruggaaf |
10 |
Hoofdstuk 6 |
Intrekking omgevingsvergunning |
11 |
Hoofdstuk 7 |
Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project |
11 |
Hoofdstuk 8 |
Bestemmingswijzigingen |
11 |
Hoofdstuk 9 |
Sloopmelding |
12 |
Hoofdstuk 10 |
In deze titel niet benoemde beschikking |
12 |
Hoofdstuk 11 |
Brandbeveiligingsverordening |
12 |
Titel 3 |
Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn |
|
Hoofdstuk 1 |
Horeca |
13 |
Hoofdstuk 2 |
Algemene Plaatselijke Verordening |
13 |
Hoofdstuk 3 |
In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
13 |
Titel 1 |
Algemene dienstverlening |
||
Hoofdstuk 1 |
Burgerlijke Stand |
||
1.1.1 |
Het basistarief ter zake van de voltrekking van een huwelijk / |
||
registratie van een partnerschap |
|||
op maandag tot en met vrijdag, indien niet zijnde een algemeen erkende |
|||
feestdag in de zin van artikel 3 van de algemene termijnenwet, tussen |
|||
9.00 en 16.00 uur bedraagt |
€ |
180,00 |
|
1.1.1.1 |
Het tarief onder 1.1.1. vermeld wordt vermeerderd met |
||
1.1.1.1.1 |
indien de voltrekking/registratie plaats vindt in het gemeentehuis te Raamsdonksveer |
€ |
103,00 |
1.1.1.1.2 |
indien de voltrekking/registratie plaats vindt in het voormalige gemeentehuis |
€ |
180,00 |
te Geertruidenberg, Markt 36 |
|||
1.1.1.1.3 |
indien de voltrekking/registratie plaats vindt in de Lambertuskerk |
€ |
0,00 |
1.1.2 |
Het basistarief ter zake van de voltrekking van een huwelijk / |
||
registratie van een partnerschap |
|||
op zaterdag, zondag en een algemeen erkende feestdag in de zin van |
|||
artikel 3 van de algemene termijnenwet, tussen 10.00 en 13.30 uur bedraagt |
€ |
360,50 |
|
1.1.2.1 |
Het tarief onder 1.1.2. vermeld wordt vermeerderd met |
||
1.1.2.1.1 |
indien de voltrekking/registratie plaats vindt in het gemeentehuis te Raamsdonksveer |
€ |
180,00 |
1.1.2.1.2 |
indien de voltrekking/registratie plaats vindt in het voormalige gemeentehuis |
€ |
360,50 |
te Geertruidenberg, Markt 36 |
|||
1.1.2.1.3 |
indien de voltrekking/registratie plaats vindt in de Lambertuskerk |
€ |
0,00 |
1.1.3 |
Het tarief ter zake van de voltrekking van een huwelijk / |
||
registratie van een partnerschap bedraagt |
|||
op maandag en woensdag om 9.00 uur in het gemeentehuis te Raamsdonksveer |
€ |
0,00 |
|
1.1.4 |
Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk / |
||
registratie van een partnerschap bedraagt in een |
|||
bijzonder huis ingevolge artikel 64, Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek |
€ |
412,00 |
|
1.1.5 |
Het tarief bedraagt ter zake van het verstrekken van |
||
een trouwboekje of partnerschapsboekje |
€ |
30,00 |
|
1.1.6 |
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een |
||
stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt |
|||
het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. |
|||
1.1.7 |
Het tarief bedraagt ter zake van het gebruikmaken van de diensten van de |
||
gemeenteambtenaren voor het fungeren als getuige bij een huwelijksvoltrekking |
|||
of partnerschapsregistratie per ingestelde ambtenaar |
€ |
41,20 |
Hoofdstuk 2 |
Reisdocumenten |
||
1.2.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.2.1.1 |
tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor |
||
vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen |
€ |
50,35 |
|
1.2.1.2 |
tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal blad- |
||
zijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.2.1.1 |
|||
(zakenpaspoort) |
€ |
50,35 |
|
1.2.1.3 |
tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon |
||
die op grond van de Wet betreffende de positie van molukkers van |
|||
als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort) |
€ |
50,35 |
|
1.2.2 |
Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve |
||
van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in |
|||
artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet |
|||
1.2.2.1 |
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van |
||
veertien jaar nog niet heeft bereikt |
€ |
31,85 |
|
1.2.2.2 |
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel 1.2.2.1 |
€ |
41,90 |
1.2.3 |
De tarieven als genoemd in de onderdelen 1.2.1.1 tot en met 1.2.1.3 alsmede in 1.2.2 |
||
worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van |
€ |
47,25 |
|
1.2.4 |
Het tarief voor het verrichten van werkzaamheden in verband met vermissing |
||
van een reisdocument |
€ |
30,00 |
Hoofdstuk 3 |
Rijbewijzen |
||
1.3.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag |
||
tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs |
€ |
37,00 |
|
1.3.1.1 |
Het tarief als genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering |
||
vermeerderd met een bedrag van |
€ |
34,10 |
|
1.3.2 |
Het tarief voor het verrichten van werkzaamheden in verband met vermissing |
||
van een rijbewijs |
€ |
30,00 |
|
1.3.3 |
Voor het tarief van een Eigen Verklaring wordt verwezen naar |
||
het "Overzicht van de kosten voor de theorie- en praktijkexamens" |
|||
zoals is vastgesteld door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen |
Hoofdstuk 4 |
Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens |
||
1.4.1 |
Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen |
||
1.4.3 en 1.4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens |
|||
over één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie moet |
|||
worden geraadpleegd. |
|||
1.4.2 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.4.2.1 |
tot het verstrekken van gegevens per verstrekking |
€ |
7,20 |
1.4.2.2 |
tot het afsluiten van een abonnement op het verstrekken van gegevens |
||
gedurende de periode van één jaar: |
|||
1.4.2.2.1 |
voor 25 verstrekkingen |
€ |
97,50 |
1.4.2.2.2 |
voor 100 verstrekkingen |
€ |
228,00 |
1.4.2.2.3 |
voor 250 verstrekkingen |
€ |
545,00 |
1.4.2.2.4 |
voor 500 verstrekkingen |
€ |
819,00 |
1.4.2.2.5 |
voor 1.000 verstrekkingen |
€ |
1.216,00 |
1.4.2.2.6 |
voor 5.000 verstrekkingen |
€ |
5.429,00 |
1.4.2.2.7 |
voor 10.000 verstrekkingen |
€ |
9.046,00 |
1.4.2.3 |
tot het afsluiten van een abonnement op het wekelijks verstrekken van een |
||
opgave van verhuizingen binnen de gemeente, vertrekken uit de gemeente en |
|||
vestigingen in de gemeente |
€ |
87,30 |
|
1.4.3 |
Voor de toepassing van onderdeel 1.4.4 wordt onder één verstrekking ver- |
||
staan één of meer gegevens over één persoon die niet zijn opgenomen |
|||
in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. |
|||
1.4.4 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.4.4.1 |
tot het verstrekken van gegevens per verstrekking |
€ |
7,20 |
1.4.4.2 |
tot het afsluiten van een abonnement tot het verstrekken van gegevens |
||
gedurende de periode van één kalenderjaar: |
|||
1.4.4.2.1 |
voor 10 verstrekkingen |
€ |
36,00 |
1.4.4.2.2 |
voor 50 verstrekkingen |
€ |
154,50 |
1.4.4.2.3 |
voor 100 verstrekkingen |
€ |
267,70 |
1.4.5 |
Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doornemen van de |
||
gemeentelijke basisadministratie, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ |
10,60 |
Hoofdstuk 5 |
Verstrekkingen uit het Kiezersregister |
||
1.5 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
||
het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager |
|||
als kiezer, bedoeld in artikel D4 van de Kieswet |
€ |
0,00 |
|
Hoofdstuk 6 |
Bestuursstukken |
||
1.6.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aan- |
||
vraag tot het verstrekken van: |
|||
1.6.1.1 |
een afschrift van de programmabegroting |
€ |
27,00 |
1.6.1.2 |
een afschrift van het jaarverslag |
€ |
27,00 |
1.6.2 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.6.2.1 |
tot het afsluiten van een abonnement voor een kalenderjaar op de stukken |
||
behorende bij de commissie- en raadsvergaderingen |
|||
1.6.2.1.1 |
bij verzending |
€ |
41,65 |
1.6.2.1.2 |
bij ophalen |
€ |
21,90 |
1.6.2.1.3 |
bij electronische verzending via e-mail |
€ |
13,75 |
1.6.3 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aan- |
||
vraag tot het verstrekken van: |
|||
1.6.3.1 |
een afschrift van de Algemene Plaatselijke Verordening |
€ |
19,50 |
Hoofdstuk 7 |
Vastgoedinformatie |
||
1.7.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het doen van nasporingen in het |
||
gemeentelijke kadaster voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ |
10,60 |
|
1.7.2 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aan- |
||
vraag tot het verstrekken van inlichtingen omtrent de kadastrale, dan |
|||
wel plaatselijke aanduiding, per inlichting |
€ |
10,60 |
|
1.7.3 |
Het tarief bedraagt ter zake van het verlenen van inzage van de |
||
perceelskaarten, per perceelskaart |
€ |
10,60 |
|
1.7.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het |
||
verstrekken van een afschrift of uittrekstel uit het gemeentelijke beperkingenregister, |
|||
dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring als bedoeld |
|||
in artikel 9, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen |
€ |
10,60 |
|
1.7.5 |
Het tarief voor het doen van een opzoeking of een nasporing van een bouwdossier |
||
bedraagt voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ |
10,60 |
|
1.7.5.1 |
Het tarief voor een kopie A4 en A3 van een bouwdossier of een gedeelte daarvan per vel |
||
1.7.5.1.1 |
A4 |
€ |
0,05 |
1.7.5.1.2 |
A3 |
€ |
0,10 |
1.7.5.2 |
Het tarief voor het verstrekken van een kopie van een tekening welke groter |
||
is dan A3 bedraagt per tekening |
€ |
16,50 |
|
1.7.6 |
Het tarief voor het op verzoek verstrekken van vastgoedinformatie bedraagt voor |
||
1.7.6.1 |
een eerste informatieverstrekking per object |
€ |
30,90 |
1.7.6.2 |
een tweede of meer informatieverstrekking per object |
€ |
61,80 |
1.7.7 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.7.7.1 |
tot het verstrekken van een fotokopie |
€ |
1,00 |
1.7.7.2 |
tot het verstrekken van een lichtdruk |
€ |
1,10 |
Hoofdstuk 8 |
Overige publiekszaken |
||
1.8.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.8.1.1 |
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag |
€ |
30,05 |
1.8.1.2 |
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening |
€ |
7,20 |
1.8.2 |
Ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek ten behoeve |
||
van een optie- naturalisatie tot Nederlander wordt verwezen naar het |
|||
"Besluit optie- en naturalisatie gelden". |
|||
Hoofdstuk 9 |
Gemeentearchief |
||
1.9.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het doen van nasporingen in de in het |
||
gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier |
€ |
10,60 |
|
1.9.2 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aan- |
||
vraag tot het verkrijgen van: |
|||
1.9.2.1 |
een afschrift of fotokopie van een in het gemeentearchief berustend stuk, |
||
per pagina op papier van A-4 formaat |
€ |
0,48 |
|
1.9.2.2 |
een uittreksel uit een in het gemeentearchief berustend stuk |
€ |
7,10 |
Hoofdstuk 10 |
Winkeltijdenwet |
||
1.10 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.10.1 |
voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet |
||
of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet |
€ |
12,45 |
|
1.10.2 |
tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 1.10.1 bedoelde |
||
ontheffing over te dragen aan een ander |
€ |
10,60 |
|
1.10.3 |
tot het intrekken of wijzigen van een in onderdeel 1.10.1 bedoelde ontheffing |
€ |
10,60 |
Hoofdstuk 11 |
Kansspelen |
||
1.11.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aan- |
||
vraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in |
|||
artikel 30b van de Wet op de kansspelen (Stb. 1999/9) het maximale |
|||
tarief zoals dat is opgenomen in het Speelautomatenbesluit 2000 (besluit van |
|||
23 mei 2000, Stb. 2000/233 of zoals dit besluit nadien is of zal worden |
|||
gewijzigd; |
|||
1.11.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
||
het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op |
|||
de kansspelen (loterijvergunning) |
€ |
10,65 |
Hoofdstuk 12 |
Leegstandwet |
||
1.12 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.12.1 |
tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande |
||
woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet |
€ |
65,35 |
|
1.12.2 |
tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte |
||
als bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Leegstandwet |
€ |
35,00 |
|
Hoofdstuk 13 |
Telecommunicatie |
||
1.13.1 |
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een melding |
||
in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werk- |
|||
wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid |
|||
van de Telecommunicatiewet: |
|||
1.13.1.1 |
voor projecten met een straatlengte tot 100 meter |
€ |
260,50 |
1.13.1.2 |
voor projecten met een straatlengte van 100 tot en met 500 meter |
€ |
299,60 |
1.13.1.3 |
voor projecten met een straatlengte van meer dan 500 meter wordt het |
||
onder 1.13.1.2 vermelde tarief voor elke 100 meter boven de 500 meter |
|||
verhoogd met een bedrag van |
€ |
29,60 |
|
1.13.2 |
Het op basis van artikel 1.13.1 verschuldigde bedrag wordt: |
||
1.13.2.1 |
indien met betrekking tot een melding overleg plaats moet vinden tussen |
||
gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het |
|||
netwerk, verhoogd met |
€ |
159,85 |
|
1.13.2.2 |
indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel |
||
plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de, voorafgaand aan het in be- |
|||
handeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde, kosten, blijkend |
|||
uit een begroting die terzake door het college van burgemeester en wethouders |
|||
is opgesteld. |
|||
1.13.3 |
Indien een begroting als bedoeld onder 1.13.2.2 is uitgebracht, wordt een |
||
melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de |
|||
begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor |
Hoofdstuk 14 |
Verkeer en vervoer |
||
1.14.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: |
||
1.14.1.1 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het |
||
Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (Stb. 459) |
€ |
56,85 |
|
1.14.1.2 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van |
||
de Regeling voertuigen |
€ |
56,85 |
|
1.14.1.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een eerste aanvraag voor |
||
een gehandicaptenparkeerkaart, als bedoeld in artikel 49 Besluit administratieve |
|||
bepalingen inzake het wegverkeer |
€ |
21,30 |
|
1.14.1.3.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het |
||
vernieuwen/verlengen van een gehandicaptenparkeerkaart, als bedoeld in |
|||
artikel 49 Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer |
€ |
21,30 |
|
1.14.1.3.2 |
Het tarief voor het opstellen van een duplicaat bij vermissing of diefstal van de |
||
gehandicaptenparkeerkaart bedraagt |
€ |
36,10 |
|
1.14.1.3.3 |
Het tarief vermeld onder 1.14.1.3 en 1.14.1.3.1 wordt verhoogd met de kosten van een |
||
medische keuring, indien deze keuring is aangevraagd |
|||
1.14.1.4 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag |
||
tot het verkrijgen van een vergunning voor de aanleg van een gehandicapten- |
|||
parkeerplaats met kenteken, inclusief aanleg van deze parkeerplaats |
€ |
320,00 |
|
1.14.1.4.1 |
indien de aangevraagde vergunning als bedoeld onder 1.14.1.4 dient te worden |
||
geweigerd, wordt het onder 1.14.1.4 berekende bedrag verlaagd tot een bedrag van |
€ |
40,00 |
Hoofdstuk 15 |
Diversen |
||
1.15.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag |
||
tot het verstrekken van: |
|||
1.15.1.1 |
gewaarmerkte afschriften van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze |
||
tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ |
0,85 |
|
1.15.1.2 |
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet |
||
elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen: |
|||
1.15.1.2.1 |
zwart wit per pagina op papier van A4-formaat |
€ |
0,05 |
1.15.1.2.2 |
kleur per pagina op papier van A4-formaat |
€ |
0,10 |
1.15.1.2.3 |
zwart wit per pagina op papier van een ander formaat |
€ |
0,10 |
1.15.1.2.4 |
kleur per pagina op papier van een ander formaat |
€ |
0,15 |
1.15.1.3 |
kaarten, tekeningen en lichtdrukken, al dan niet behorend bij de in de |
||
onderdelen 1.15.1.1 en 1.15.1.2 genoemde stukken, voor zover daarvoor niet |
|||
elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is |
|||
opgenomen, per kaart, tekening of lichtdruk |
€ |
12,60 |
|
1.15.1.4 |
een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel |
||
of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen |
€ |
65,35 |
|
1.15.1.5 |
stukken of uittreksels, welke op aanvraag van de aanvrager moeten worden |
||
opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere |
|||
wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina |
€ |
0,45 |
|
1.15.2 |
Het tarief voor bestrijding van ongedierte bedraagt: |
||
1.15.2.1 |
voor onderzoek en advisering |
€ |
0,00 |
1.15.2.2 |
voor bestrijding van ratten en muizen bij particulieren: |
||
1.15.2.2.1 |
standaard pakket, drie bezoeken |
€ |
1,85 |
1.15.2.2.2 |
vervolg bezoeken, per bezoek |
€ |
4,15 |
1.15.2.3 |
voor bestrijding van ratten en muizen bij agrarische bedrijven, |
||
detailhandel en horeca per jaar |
€ |
59,20 |
|
1.15.2.4 |
De bedragen genoemd onder 1.15.2.1, 1.15.2.2 en 1.15.2.3 worden |
||
verhoogd met 21 % BTW |
|||
1.15.3 |
Verzegelen apparatuur |
||
1.15.3.1 |
Het tarief voor het op verzoek verzegelen van een geluidsbegrenzer van een |
||
muziekinstallatie bij een inrichting ingevolge de Wet milieubeheer bedraagt |
€ |
120,00 |
|
1.15.3.1.1 |
Het tarief genoemd onder 1.15.3.1 is niet van toepassing indien op de eerste |
||
verzegeling welke voort vloeit uit de voorschriften die bij of krachtens de Wet |
|||
milieubeheer gesteld zijn. |
|||
1.15.3.2 |
Het tarief voor het opnieuw verzegelen van een geluidsbegrenzer van een |
||
muziekinstallatie bij een inrichting ingevolge de Wet milieubeheer, |
|||
tenzij verbreking noodzakelijk was en vooraf gemeld bedraagt |
€ |
120,00 |
|
1.15.4 |
Het tarief voor het verstrekken van een exemplaar van de "Plattegrond |
||
Geertruidenberg" bedraagt |
€ |
2,50 |
Titel 2 |
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning |
||
Hoofdstuk 1 |
Begripsomschrijvingen |
||
2.1.1 |
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: |
||
2.1.1.1 |
aanlegkosten: |
||
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, |
|||
eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de |
|||
uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor |
|||
zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting |
|||
niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of |
|||
gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder |
|||
aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch |
|||
verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden |
|||
waarop de aanvraag betrekking heeft; |
|||
2.1.1.2 |
bouwkosten: |
||
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, |
|||
eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de |
|||
uitvoering van werken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of |
|||
voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief |
|||
omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of |
|||
zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen |
|||
geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel |
|||
onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch |
|||
verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het |
|||
bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; |
|||
2.1.1.3 |
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. |
||
2.1.2 |
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, |
||
hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. |
|||
2.1.3 |
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn |
||
omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het |
|||
toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben |
|||
dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. |
Hoofdstuk 2 |
Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag |
||
2.2 |
Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek tot beoordeling |
||
van een schetsplan of principe-aanvraag in verband met de indicatie of |
|||
een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is |
|||
0.1 % van de bouwkosten van het project, met een minimum van |
€ |
100,00 |
|
Hoofdstuk 3 |
Omgevingsvergunning |
||
2.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om |
||
een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde |
|||
leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project |
|||
geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en |
|||
de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de |
|||
aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en |
|||
overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze |
|||
titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of |
|||
andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. |
|||
2.3.1 |
Bouwactiviteiten |
||
2.3.1.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een |
||
bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, |
|||
bedraagt het tarief: |
|||
2.3.1.1.1 |
indien de bouwkosten minder dan € 1.000.000 bedragen |
2,53% met een minimum |
|
van de bouwkosten: |
van € 208,00 |
||
2.3.1.1.2 |
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 5.000.000 bedragen |
2,43% |
|
van de bouwkosten: |
|||
2.3.1.1.3 |
indien de bouwkosten > € 5.000.000 bedragen |
2,31% |
|
van de bouwkosten met een maximum van € 500.000,00: |
|||
2.3.1.1.4 |
Indien ter zake van een omgevingsvergunning als bedoeld in onderdeel |
||
2.3.1.1, de werkelijke bouwkosten na het gereedkomen van de bouw |
|||
afwijken van het op de voet van 2.3.1.1 t/m 2.3.1.3 vastgestelde bedrag, is |
|||
over het verschil afzonderlijke leges verschuldigd. Het verschuldigde |
|||
bedrag wordt berekend door op de werkelijke bouwkosten het |
|||
desbetreffende tarief toe te passen en vervolgens de reeds geheven leges |
|||
als voorheffing in mindering te brengen |
|||
2.3.1.1.5 |
Indien een aanvraag om omgevingsvergunning wordt ingediend onder |
||
certificaat overeenkomstig de nationale beoordelingsrichtlijn |
|||
“Bouwplantoetsingen aan het bouwbesluit BRL 5019” vindt reductie plaats |
|||
van de overeenkomstig onderdeel 2.3.1.1 tot en met 2.3.1.5 bepaalde |
|||
legeskosten met |
50% |
Welstandstoets |
|||
2.3.1.2 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt het tarief, als |
||
tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag |
|||
krachtens een wettelijk voorschrift een advies van de welstands- en/of |
|||
monumentencommissie noodzakelijk is, verhoogd met het tarief genoemd |
|||
in onderstaande tabel: |
|||
Bouwkosten: |
|||
€ 1,00 t/m 500.000,00 0,08% v/d bouwkosten, |
|||
voor de welstandscommissie een minimum van |
€ |
75,00 |
|
voor de monumentencommissie een minimum van |
€ |
100,00 |
|
€ 500.001,00 t/m 1.000.000,00 |
€ |
500,00 |
|
€ 1.000.001,00 t/m 1.500.000,00 |
€ |
600,00 |
|
€ 1.500.001,00 t/m 2.000.000,00 |
€ |
700,00 |
|
€ 2.000.001,00 t/m 2.500.000,00 |
€ |
800,00 |
|
€ 2.500.001,00 t/m 5.000.000,00 |
€ |
1.000,00 |
|
€ 5.000.001,00 t/m 7.500.000,00 |
€ |
1.250,00 |
|
€ 7.500.001,00 t/m 10.000.000,00 |
€ |
1.500,00 |
|
€ 10.000.001,00 t/m 12.500.000,00 |
€ |
1.750,00 |
|
€ 12.500.001,00 t/m 15.000.000,00 |
€ |
2.000,00 |
|
€ 15.000.001,00 t/m 17.500.000,00 |
€ |
2.250,00 |
|
vanaf € 17.500.001,00 |
€ |
2.500,00 |
|
Beoordeling bodemrapport |
|||
2.3.1.3 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien |
||
krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag |
|||
een bodemrapport wordt beoordeeld: |
|||
2.3.1.3.1 |
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport |
€ |
208,00 |
2.3.1.3.2 |
bij advisering door een door de gemeente ingehuurde archeoloog in het kader |
||
van een door de gemeente op grond van het bestemmingsplan of de |
|||
Monumentenwet 1988 vereiste indiening van een archeologisch onderzoek |
|||
door de verzoeker of in het kader van de totstandkoming van een |
|||
bestemmingsplan voor medewerking aan een verzoek, worden de werkelijke |
|||
kosten van de advisering door deze archeoloog bij de verzoeker in rekening |
|||
gebracht. |
|||
Verplicht advies agrarische commissie |
|||
2.3.1.3 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 worden de werkelijke |
||
kosten in rekening gebracht, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de |
|||
in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische |
|||
commissie wordt beoordeeld |
|||
Achteraf ingediende aanvraag |
|||
2.3.1.4 |
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien |
||
de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of |
|||
gereedkomen van de bouwactiviteit: |
25% |
||
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges met een minimum van |
€ |
208,00 |
|
Vrijstelling leges |
|||
2.3.1.5 |
Vrijstelling van leges voor de activiteit bouwen als bedoeld in dit artikel |
||
wordt verstrekt voor de behandeling van aanvragen met betrekking tot |
|||
• een beschermd rijksmonument |
|||
• panden gelegen binnen het beschermd stads- en dorpsgezicht |
|||
van Geertruidenberg |
|||
• een gemeentelijk monument als bedoeld in de gemeentelijke |
|||
monumentenverordening |
|||
• een beeldbepalende zaak / een beeldbepalend pand als bedoeld |
|||
in de gemeentelijke monumentenverordening |
|||
als de aanvraag betrekking heeft op onderhoudswerkzaamheden, welke |
|||
bij niet-monumenten en niet-beeldbepalende panden / zaken vallen onder |
|||
bijlage II van het Besluit Omgevingsrecht. |
|||
2.3.1.5.1 |
Onverminderd het bepaalde onder 2.3.1.3.2. van deze verordening wordt |
||
vrijstelling van leges voor een aanlegactiviteit in de zin van artikel 2.1 lid 1 |
|||
onder b van de Wabo verstrekt als bestemmingsplanvoorschriften ter |
|||
bescherming van archeologische waarden een vergunning voor deze activiteit |
|||
eisen in het geval van een bodemverstoring als gevolg van de activiteit bouwen. |
|||
2.3.1.5.2 |
Onverminderd het bepaalde onder 2.3.1.3.2. van deze verordening wordt |
||
vrijstelling van leges verstrekt voor een vrijstelling/ontheffing die het |
|||
bestemmingsplan zelf geeft van bestemmingsplanvoorschriften ter bescherming |
|||
van archeologische waarden. |
2.3.3 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouw- |
||
of aanlegactiviteit |
|||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een |
|||
activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en |
|||
tevens sprake is van een bouwactiviteit of een aanlegactiviteit als bedoeld |
|||
in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, |
|||
bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en |
|||
2.3.2: |
|||
2.3.3.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt |
||
toegepast (binnenplanse afwijking) bedraagt het tarief: |
€ |
208,00 |
|
2.3.3.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt |
||
toegepast (buitenplanse kleine afwijking) bedraagt het tarief: |
€ |
208,00 |
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt |
|||
toegepast (buitenplanse afwijking) bedraagt het tarief: |
|||
-indien de bouw-/aanlegkosten niet meer bedragen dan € 300.000,00 |
€ |
8.500,00 |
|
-indien de bouw-/aanlegkosten meer dan € 300.000,00 bedragen: |
1% |
||
van de bouw-/aanlegkosten, met een minumum van € 8.500,00 en en maximum van |
€ |
20.000,00 |
|
2.3.3.3.1 |
Indien van toepassing wordt het legesbedrag verhoogd met de kosten |
||
van de publicatie in de Staatscourant |
|||
2.3.3.4 |
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke |
||
afwijking) bedraagt het tarief: |
€ |
347,00 |
|
2.3.3.5 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit |
||
in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, |
|||
van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de |
|||
Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) bedraagt het |
|||
tarief: |
€ |
208,00 |
|
2.3.3.6 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in |
||
strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van |
|||
de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de |
|||
Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) bedraagt het |
|||
tarief: |
€ |
208,00 |
|
2.3.3.7 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast |
||
(afwijking van voorbereidingsbesluit) bedraagt het tarief: |
€ |
208,00 |
2.3.4 |
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een |
||
bouwactiviteit |
|||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een |
|||
activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en |
|||
niet tevens sprake is van een bouwactiviteit of aanlegactiviteit als bedoeld |
|||
in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, |
|||
bedraagt het tarief: |
|||
2.3.4.1 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt |
||
toegepast (binnenplanse afwijking): |
€ |
208,00 |
|
2.3.4.2 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt |
||
toegepast (buitenplanse kleine afwijking): |
€ |
208,00 |
|
2.3.4.3 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt |
||
toegepast (buitenplanse afwijking): |
€ |
8.500,00 |
|
2.3.4.3.1 |
Indien van toepassing wordt het legesbedrag verhoogd met de kosten van |
||
de publicatie in de Staatscourant |
|||
2.3.4.4 |
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke |
||
afwijking) |
€ |
347,00 |
|
2.3.4.5 |
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit |
||
in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, |
|||
van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de |
|||
Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): |
€ |
208,00 |
|
2.3.4.6 |
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in |
||
strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van |
|||
de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de |
|||
Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): |
€ |
208,00 |
|
2.3.4.7 |
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast |
||
(afwijking van voorbereidingsbesluit): |
€ |
208,00 |
2.3.5 |
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot |
||
brandveiligheid |
|||
2.3.5.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een |
||
activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, |
|||
worden de tarieven in rekening gebracht per m2 gebruiksoppervlak als |
|||
bedoeld in NEN 2580, 2e druk mei 1997 of zoals dit normblad laatstelijk is |
|||
vervangen of gewijzigd. |
|||
Bruto-oppervlak van minder dan 100 m2 |
€ |
718,00 |
|
Bruto-oppervlak van 100 m2 of meer, maar minder dan 250 m2 |
€ |
929,00 |
|
Bruto-oppervlak van 250 m2 of meer, maar minder dan 500 m2 |
€ |
1.138,00 |
|
Bruto-oppervlak van 500 m2 of meer, maar minder dan 1000 m2 |
€ |
1.504,00 |
|
Bruto-oppervlak van 1000 m2 of meer, maar minder dan 1500 m2 |
€ |
1.736,00 |
|
Bruto-oppervlak van 1500 m2 of meer, maar minder dan 2000 m2 |
€ |
2.067,00 |
|
Bruto-oppervlak 2000 m2 of meer vermeerderd met € 135,00 voor elke |
|||
500 m2 of gedeelte daarvan boven de 2000 m2, doch minder dan 5000 |
|||
m2 |
€ |
3.079,00 |
|
Bruto-oppervlak 5000 m2 of meer vermeerderd met € 135,00 voor elke |
|||
1000 m2 of gedeelte daarvan boven de 5000 m2, doch minder dan 10.000 |
|||
m2 |
€ |
4.008,00 |
|
Bruto-oppervlak 10.000 m2 of meer vermeerderd met € 135,00 voor elke |
|||
2000 m2 of gedeelte daarvan boven de 10.000 m2 |
|||
2.3.5.2 |
Indien de aanvraag is ingediend in verband met een wijziging van een |
||
bouwwerk, voor die wijziging berekening als bovenstaand alleen de |
|||
oppervlakte die wijziging betreffen |
|||
2.3.5.3 |
Voor zover het gaat om een vergunning voor het tijdelijk in gebruik houden |
||
van een bouwwerk ten behoeve van een evenement bedraagt het tarief |
€ |
298,00 |
2.3.6 |
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of |
||
dorpsgezichten |
|||
2.3.6.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een |
||
activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in |
|||
artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, bedraagt het tarief |
|||
2.3.6.1.1 |
voor het verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een |
||
beschermd monument: |
gratis |
||
2.3.6.1.2 |
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beschermd |
||
monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar |
|||
gebracht: |
gratis |
||
2.3.6.2 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een |
||
activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo |
|||
c.q. artikel 2.2 lid 2 van de Wabo met betrekking tot een krachtens |
|||
provinciale verordening of de monumentenverordening van de gemeente |
|||
Geertruidenberg aangewezen monument of gemeentelijk beeldbepalend |
|||
pand/zaak, waarvoor op grond van die provinciale verordening of |
|||
gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, |
|||
bedraagt het tarief: |
gratis |
||
2.3.6.2.1 |
voor het verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een |
||
provinciaal of gemeentelijk monument of gemeentelijke beeldbepalend |
gratis |
||
pand/zaak |
|||
2.3.6.2.2 |
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een provinciaal of |
||
gemeentelijk monument of gemeentelijk beeldbepalend pand/zaak op een |
|||
wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: |
gratis |
||
2.3.6.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het |
||
verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 4.15 van de Algemene |
|||
Plaatselijke Verordening (omgevingsvergunning voor handelreclame) |
€ |
100,00 |
2.3.7 |
Aanleggen of veranderen weg |
||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op |
|||
het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg |
|||
van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale |
|||
verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of |
|||
ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder |
|||
d, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
€ |
208,00 |
|
2.3.8 |
Uitweg/inrit |
||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het |
|||
maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg |
|||
waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de |
|||
Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, |
|||
als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, |
|||
bedraagt het tarief: |
gratis |
||
2.3.9 |
Kappen |
||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het |
|||
vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een |
|||
bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke |
|||
verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel |
|||
2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: |
gratis |
||
2.3.10 |
Opslag van roerende zaken |
||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de |
|||
opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de |
|||
gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale |
|||
verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of |
|||
ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: |
|||
2.3.10.1 |
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, |
||
bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: |
gratis |
||
2.3.10.2 |
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of |
||
gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar |
|||
roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, |
|||
onder k, van de Wabo: |
gratis |
2.3.11 |
Projecten of handelingen in het kader van de |
||
Natuurbeschermingswet 1998 |
|||
2.3.11.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op |
||
handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn |
|||
voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de |
|||
dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de |
|||
Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: |
€ |
334,00 |
|
2.3.11.2 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het |
||
realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor |
|||
habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en |
|||
Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, |
|||
van de Natuurbeschermingswet 1998 |
€ |
334,00 |
|
2.3.12 |
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet |
||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een |
|||
handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- |
|||
en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief |
€ |
334,00 |
|
2.3.13 |
Andere activiteiten |
||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het |
|||
verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande |
|||
onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: |
|||
2.3.13.2.1 |
een gemeentelijke verordening betreft |
€ |
208,00 |
2.3.13.2.2 |
een provinciale of waterschapsverordening betreft |
€ |
208,00 |
2.3.14 |
Omgevingsvergunning in twee fasen |
||
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee |
|||
fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, |
|||
bedraagt het tarief: |
|||
2.3.14.1 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met |
||
betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van |
|||
de tarieven in dit hoodfstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor |
|||
de eerste fase betrekking heeft; |
|||
2.3.14.2 |
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met |
||
betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing |
|||
van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag |
|||
voor de tweede fase betrekking heeft. |
|||
2.3.15 |
Advies |
||
2.3.15.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit |
||
hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift |
|||
aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen |
|||
over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om |
|||
een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in |
|||
behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan |
|||
de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het |
|||
college van burgemeester en wethouders is opgesteld. |
|||
2.3.15.2 |
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.15.1 is uitgebracht, wordt een |
||
aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop |
|||
de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag |
|||
voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. |
2.3.16 |
Verklaring van geen bedenkingen |
||
2.3.16.1 |
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit |
||
hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene |
|||
maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van |
|||
geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan |
|||
worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: |
|||
2.3.16.1.1 |
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet |
||
afgeven: |
Gratis |
||
2.3.16.1.2 |
Als een ander bestuursorgaan, anders dan voor een activiteit als bedoeld |
||
in onderdelen 2.3.11 en 2.3.12, een verklaring van geen bedenkingen |
|||
moet afgeven: |
€ |
334,00 |
|
Hoofdstuk 4 |
Vermindering |
||
2.4.1 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door |
||
een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag |
|||
als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag |
|||
betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de |
|||
beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht |
|||
op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de |
|||
omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. |
|||
2.4.2 |
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op |
||
meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, |
|||
met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of |
|||
verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.15 |
|||
en 2.3.16. De vermindering bedraagt: |
|||
2.4.2.1 |
bij 5 tot 10 activiteiten: |
2% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|||
2.4.2.2 |
bij 10 tot 15 activiteiten: |
3% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges; |
|||
2.4.2.3 |
bij 15 of meer activiteiten: |
5% |
|
van de voor die activiteiten verschuldigde leges. |
Hoofdstuk 5 |
Teruggaaf |
||
2.5.1 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor |
||
bouw- of aanlegactiviteiten |
|||
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een |
|||
project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- op aanlegactiviteiten, |
|||
als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2 en 2.3.6, |
|||
intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, |
|||
bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf |
|||
bedraagt: |
|||
2.5.1.1 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van één maand |
||
na het in behandeling nemen ervan |
80 % |
||
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit |
|||
verschuldigde leges, met dien verstande dat zij niet minder zullen |
|||
bedragen dan € 208,00 |
|||
2.5.1.2 |
indien de aanvraag wordt ingetrokken na één maand na het |
||
in behandeling nemen ervan maar nog voordat een besluit is genomen op |
|||
die aanvraag |
60 % |
||
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit |
|||
verschuldigde leges met dien verstande dat zij niet minder zullen bedragen |
|||
dan € 208,00 |
|||
2.5.2 |
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor |
||
bouw- of aanlegactiviteiten |
|||
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project |
|||
dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of aanlegactiviteiten als |
|||
bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2 en 2.3.6, intrekt op aanvraag |
|||
van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel |
|||
van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 12 maanden na |
|||
verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is |
|||
gemaakt. De teruggaaf bedraagt: |
50 % |
||
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit |
|||
verschuldigde leges, met dien verstande dat zij niet minder zullen |
|||
bedragen dan € 208,00 |
2.5.3 |
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning |
||
voor bouw of aanlegactiviteiten |
|||
2.5.3.1 |
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of |
||
gedeeltelijk bestaat uit bouw- of aanlegactiviteiten als bedoeld in |
|||
de onderdelen 2.3.1, 2.3.2 of 2.3.6 weigert, bestaat aanspraak op |
|||
teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: |
50 % |
||
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit |
|||
verschuldigde leges met dien verstande dat zij niet minder zullen bedragen |
|||
dan € 208,00 |
|||
2.5.3.2 |
Indien binnen een termijn van 6 maanden na het weigeren van een |
||
omgevingsvergunning, dan wel na het op verzoek intrekken van een |
|||
aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning waarvoor nog |
|||
geen vergunning is verleend, opnieuw een aanvraag tot het verkrijgen van |
|||
een omgevingsvergunning wordt ingediend voor een nagenoeg |
|||
gelijkwaardig bouwplan èn waarvoor wèl vergunning wordt verleend vindt |
|||
verrekening van de geheven leges plaats, behalve indien onderdelen |
|||
2.5.1.1, 2.5.1.2 of 2.5.3.1 reeds is toegepast. |
|||
2.5.3.3 |
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan |
||
een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij |
|||
rechterlijke uitspraak. |
|||
2.5.4 |
Minimumbedrag voor teruggaaf |
||
Een bedrag minder dan € 208,00 wordt niet teruggegeven. |
|||
2.5.5 |
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen |
||
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.15 en 2.3.16 |
|||
wordt geen teruggaaf verleend. |
Hoofdstuk 6 |
Intrekking omgevingsvergunning |
||
2.6 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
||
gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als |
|||
bedoeld in artikel 5.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel |
|||
2.5.2 van toepassing is, |
50 % |
||
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit |
|||
verschuldigde leges. |
|||
Hoofdstuk 7 |
Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project |
||
2.7 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
||
wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de |
|||
omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project bedraagt het |
|||
tarief 2,53% van de bouwkosten met een minimum van |
€ |
208,00 |
|
Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat, |
|||
naar de omstandigheden beoordeeld, van een nieuw bouwplan sprake is. |
Hoofdstuk 8 |
Bestemmingswijzigingen |
||
2.8.1 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
||
het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste |
|||
lid, van de Wet ruimtelijke ordening |
€ |
8.500,00 |
|
in gevallen waarin er sprake is van een omgevingsvergunningplichtig |
|||
initiatief als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder a van de Wabo en de |
|||
bouwkosten niet meer bedragen dan € 300.000 |
|||
2.8.2 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
||
het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste |
|||
lid, van de Wet ruimtelijke ordening in gevallen waarin er sprake is van |
|||
een omgevingsvergunningplichtig initiatief als bedoeld in artikel 2.1, eerste |
|||
lid onder a van de Wabo en de bouwkosten meer bedragen dan € 300.000: |
|||
van de bouwkosten, met een minimum van € 8.500,00 en een |
1% |
||
maximum van |
€ |
20.000,00 |
|
2.8.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
||
het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste |
|||
lid, van de Wet ruimtelijke ordening in gevallen waarin er geen sprake is |
|||
van een omgevingsvergunningplichtig initiatief als bedoeld in artikel 2.1, |
|||
eerste lid onder a van de Wabo |
€ |
8.500,00 |
|
2.8.4 |
Indien van toepassing, wordt het legesbedrag, verschuldigd op grond van |
||
dit onderdeel, verhoogd met de kosten van de publicatie in de |
|||
Staatscourant |
|||
2.8.5 |
Indien aan een verzoek om omgevingsvergunning medewerking wordt |
||
verleend met toepassing van artikel 3.6, lid 1 onder a van de Wet |
|||
ruimtelijke ordening, wordt voor het voeren van deze |
|||
bestemmingswijzigingprocedure een legesbedrag geheven van |
€ |
1.388,00 |
|
2.8.6 |
Het tarief bedraagt ter zake van het nemen van een voorbereidingsbesluit |
€ |
555,00 |
2.8.7 |
Bij advisering door een door de gemeente ingehuurde adviseur in het |
||
kader van de totstandkoming van een bestemmingsplan voor |
|||
medewerking aan een verzoek, worden de werkelijke kosten van de |
|||
advisering door deze adviseur bij de verzoeker in rekening gebracht |
|||
2.8.8 |
Op de aanvrager worden de kosten verhaald van het inwinnen van advies |
||
bij het onafhankelijke stedebouwkundige bureau dat voor het |
|||
desbetreffende gebied is aangewezen, over een verzoek om |
|||
omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid |
|||
onder c van de Wabo, in de gevallen waarin het bestemmingsplan |
|||
aangeeft dat vergunningverlening met toepassing van artikel 2.12, eerste |
|||
lid, a, onder 1° van de Wabo mogelijk is op basis van een dergelijk advies |
Hoofdstuk 9 |
Sloopmelding |
||
2.9 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding |
||
als bedoeld in paragraaf 1.7 "Procedure sloopwerkzaamheden" van Bouwbesluit 2012 |
gratis |
||
Hoofdstuk 10 |
In deze titel niet benoemde beschikking |
||
2.10 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om |
||
een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: |
€ |
208,00 |
|
Hoofdstuk 11 |
Brandbeveiligingsverordening |
||
2.11 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot |
||
het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig |
|||
gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2.1.1 eerste lid, van de |
|||
Brandbeveiligingsverordening gemeente Geertruidenberg, als het gaat om |
|||
een vergunning voor het tijdelijk in gebruik houden van een inrichting niet |
|||
zijnde een bouwwerk, ten behoeve van een evenement, dan wel indien het |
|||
een tent of ander tijdelijk bouwsel betreft, ongeacht de grootte of wijziging |
€ |
298,00 |
Titel 3 |
Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn |
||
Hoofdstuk 1 |
Horeca |
||
3.1.1 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aan- |
||
vraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3 |
|||
van de Drank- en Horecawet |
€ |
200,00 |
|
3.1.2 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een melding als |
||
bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet |
€ |
9,60 |
|
3.1.3 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aan- |
||
vraag tot het wijzigen van het aanhangsel als bedoeld in artikel 30a, tweede lid, |
|||
van de Drank- en Horecawet |
€ |
65,60 |
|
3.1.4 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het |
||
verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet |
€ |
9,60 |
|
3.1.5 |
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het |
||
verlenen van een vergunning tot het exploiteren van een openbare inrichting |
|||
als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening |
65,35 |
||
Hoofdstuk 2 |
Algemene Plaatselijke Verordening |
||
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag: |
|||
3.2.1 |
tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:25 |
||
van de Algemene Plaatselijke Verordening (evenementen) |
€ |
10,65 |
|
3.2.2 |
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2:9 |
||
van de Algemene Plaatselijke Verordening (straatartiest e.d.) |
€ |
10,65 |
|
3.2.3 |
tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 2:29 |
||
van de Algemene Plaatselijke Verordening (ontheffing sluitingsuur) |
€ |
10,65 |
|
3.2.4 |
tot het verkrijgen van een vergunning/ontheffing als bedoeld in de Algemene |
||
Plaatselijke Verordening welke niet elders is genoemd |
€ |
10,65 |
Hoofdstuk 3 |
In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
||
3.3 |
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, |
||
in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |
€ |
10,65 |
|
Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 20 december 2012 |
|||
de raad voornoemd, |
|||
de griffier de vice-voorzitter |
|||
drs. K.M.C. Millenaar-Rammelaere dhr. J. van Brummelen |
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl