Startnota Sportbeleid 2010

Geldend van 28-09-2010 t/m heden

Intitulé

Startnota Sportbeleid 2010

De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 juli 2010

Besluit:

De startnota Sportbeleid met de daarin gestelde beleidskaders en aandachtspunten vast te stellen.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 september 2010

De griffier, De voorzitter,

7. INLEIDING

In het Collegeprogramma VVD – CDA - PvdA 2010-2014, gebaseerd op het Raadsprogramma 2010-2014, is ten aanzien van sport en recreatie onder andere het volgende geformuleerd.

Het sportbeleid voortzetten en het voorzieningenniveau (inclusief accommodatiebeleid) op peil houden. Sport in de ruimste zin van het woord is voor onze bevolking van groot belang, zowel in recreatief opzicht als vanuit het oogpunt van volksgezondheid. Het bestaande beleid zal het college met een uiterste krachtsinspanning op peil houden. De toegezegde nota sport wordt in het najaar van 2010 aangeboden.

Voor u ligt de toegezegde nota sport.

Deze behandelt niet alleen het door ons voorgestane sportbeleid, maar raakt tevens het belang van bewegen in meer algemene zin.

Het is “een open deur van jewelste” als wij stellen, dat voldoende bewegen van groot belang is voor ieder. Geconstateerd wordt dat het overgewicht van mensen – en vooral jongeren – toeneemt. Uit een oogpunt van volksgezondheid moet voldoende bewegen daarom gestimuleerd worden.

Sport is daar een belangrijke verschijningsvorm, maar niet de enige. Actieve recreatie, zoals fietsen, wandelen, en dergelijke, leveren ook een bijdrage aan voldoende bewegen, zonder dat meteen sprake is van sportbeoefening.

In deze sportnota wordt vooral ingegaan op onze voornemens ten aanzien van sportbeleid en in wat mindere mate het stimuleren van bewegen.

Met deze nota wordt een algemeen beleidskader geschetst dat ons voor ogen staat, met op sommige plaatsen een meer concrete vertaling. Het is onze bedoeling deze nota in eerste aanleg met de leden van de raad te bespreken en vast te stellen als uitgangspunt voor het gemeentelijk sportbeleid.

In deze nota wordt de instelling van een lokale sportraad bepleit.

Wij zullen de door de raad vastgestelde nota aan deze sportraad voorleggen met het verzoek ons te adviseren omtrent de verdere uitwerking van het sportbeleid. Op basis daarvan kunnen dan concrete acties worden vastgesteld.

Halfweg, juli 2010,

Het college van Burgemeester en Wethouders

2. Algemene ontwikkelingen in de sport

2.1 Algemeen beleid

De sportwereld is onderhevig aan verschillende ontwikkelingen en veranderingen. Deze ontwikkelingen zijn belangrijk omdat sportbeleid hierop moet anticiperen. Hieronder worden de belangrijkste ontwikkelingen besproken.

  • Sociaal demografisch gebied.

    De Nederlandse bevolking groeit al sinds het begin van de 20e eeuw. Ook de bevolkingssamenstelling wijzigt. De bevolking bestaat voor een steeds groter deel uit ouderen en allochtonen. Naar verwachting zal deze demografische ontwikkeling zich voortzetten. Deze ontwikkelingen hebben gevolgen voor de sportwereld. Een toename van het aantal inwoners betekent meer potentiële sporters. De vergrijzing en verkleuring van de samenleving dragen er echter weer aan bij dat het aantal sporters afneemt.

  • Maatschappelijk gebied.

    De toenemende individualisering van de maatschappij heeft tot gevolg dat de verbondenheid met anderen steeds verder afneemt. Sport daarentegen zorgt juist voor nieuwe verbintenissen en zorgt ervoor dat mensen dichter bij elkaar komen. Doordat steeds meer mensen een functie hebben waarbij de werktijd zittend wordt doorgebracht, wordt de belangstelling om zich in de vrije uren lichamelijk in te spannen vergroot. De afname van vrije uren draagt er verder aan bij dat er minder uren overblijven om sport te beoefenen. Tot slot valt waar te nemen dat, ondanks het aantal toenemende sporters het aantal mensen met overgewicht toeneemt.

    Ook lokaal is dat zichtbaar. Zo blijkt uit onderzoek van de GGD-Kennemerland dat, in vergelijking met het landelijk percentage, veel jongeren in onze gemeente kampen met overgewicht. Het aantal jongeren wat te zwaar is ligt 2,9 procent hoger dan het landelijk gemiddelde. Wat geldt voor de jongeren geldt ook voor ouderen. Bijna de helft van de volwassenen is te zwaar. Dit is onder te verdelen in matig overgewicht (36%) en ernstig overgewicht (11%). Deze percentages liggen wel op het landelijk gemiddelde.

  • Onafhankelijkheid sportclubs.

    Sportverenigingen en sportclubs worden steeds minder afhankelijk van overheidssubsidies en concentreren zich op kerntaken en de eigen identiteit.

  • Sportdeelname.

    Het aantal mensen dat sport neemt toe. In 2007 sportte 71% van de bevolking tussen 6 en 79 jaar. Hiermee wordt er meer dan ooit gesport in Nederland. Ter vergelijking, eind jaren 70 sportten slechts 53% van de bevolking. Ook val te ontdekken dat 65-plussers lager opgeleiden, lagere inkomensgroepen en mensen met matige tot ernstige beperkingen veel minder sporten dan de bevolking als geheel. Voorts is waar te nemen dat het beweeggedrag van volwassen Nederlanders een positieve ontwikkeling doormaakt. De laatste jaren is het aantal inactieve Nederlanders teruggelopen van 9% naar 5%.

    De laatste jaren is een aantal specifieke sporten aan een opmars bezig. Hierbij moet gedacht worden aan fitness, aerobics, wielrennen, hardlopen en wandelen. Het aantal mensen dat sport in clubverband neemt af. Steeds vaker komt het accent te liggen op individuele sporten zoals hardlopen en fitness. Toch is nog steeds 30% van de bevolking lid van een sportvereniging (cijfers 2008). Hier zijn niet-westerse allochtonen, lagere inkomensgroepen en gehandicapten ondervertegenwoordigd. Inmiddels sporten ruim 2 miljoen Nederlanders bij een fitnesscentrum.

    Dit maakt dat fitnesscentra evenveel leden hebben als de drie grootste georganiseerde sporten bij elkaar.

  • Sportinfrastructuur.

    Het aantal sportaccommodaties loopt (landelijk) steeds verder terug. Met name zwembaden en openluchtaccommodaties nemen af.

    NOC*NSF is de overkoepelende organisatie wat betreft georganiseerde sportbeoefening. Er zijn bij NOC”*NSF 72 sportbonden aangesloten. Sinds jaar en dag heeft de KNVB de meeste leden en staat bovenaan in de top 15 van aangesloten sportbonden. Echter, de golfbond maakt een opvallende opmars. Verder neemt het aantal leden van de hockeybond, atletiekbond en de paardensport toe. Overigens valt er een kleine daling van het aantal sportverenigingen, dat aangesloten is bij NOC*NSF, waar te nemen.

    Een andere trend die zich ontwikkeld, is schaalvergroting bij sportverenigingen. Sportverenigingen hebben tegenwoordig gemiddeld 500 leden of meer. Toch blijven er ook kleinere sportverenigingen bestaan.

  • Sport en scholen.

    Sport en onderwijs zijn al een lange tijd met elkaar verbonden. In deze tijd wordt er op scholen niet alleen les gegeven. Lichamelijke opvoeding is al sinds jaren opgenomen in het onderwijsbeleid. Sinds kort krijgt sport een nog prominentere rol binnen het onderwijs. Steeds meer sportactieve scholen organiseren een structureel sportaanbod buiten schooltijd, zo dicht mogelijk bij school. Gedacht kan worden aan lokale sportclubs.

    De impuls brede scholen, sport en cultuur moet er aan bijdragen dat meer scholen sport en cultuur in hun onderwijsbeleid implementeren. Ook de accommodaties worden aan deze ontwikkeling aangepast. Multifunctionele accommodaties voor sport, onderwijs, zorg en welzijn worden in steeds meer gemeenten gerealiseerd. Gemeenten hebben de taak om al deze initiatieven en regelingen goed op elkaar af te stemmen.

  • Bewegen

    De belangstelling voor gezondheid en in het verlengde daarvan voor bewegen, wordt steeds groter. Meer en meer mensen kiezen er voor om individueel te sporten en sluiten zich niet aan bij een sportvereniging. De opkomst van de fitnesscentra mag dat illustreren. Daarnaast wordt steeds meer recreatie gecombineerd met bewegen (wandelen, fietsen)

Met het vorenstaande is een korte beschrijving gegeven van de algemene en landelijke ontwikkelingen. Alhoewel niet specifiek onderzocht hoe de ontwikkelingen in onze gemeente zijn, mag er vanuit gegaan worden, dat de gesignaleerde trends zich ook in Haarlemmerliede en Spaarnwoude in mindere of meerdere mate (zullen) voordoen.

2.2 Landelijk beleid

Het Ministerie van VWS (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) stimuleert vooral het bewegen, waarvan sportbeoefening een vorm is. Waar sprake is van een zo groot mogelijk aantal Nederlanders dat actief zou moeten bewegen onder andere door sporten spreekt men van stimulering van breedtesport.

Het Ministerie voert een actief beleid op het terrein van stimulering van topsport. Men heeft de ambitie om bij de beste tien sportlanden ter wereld te behoren. Ter stimulering van topsport zijn diverse programma’s ontwikkeld en worden gelden beschikbaar gesteld op topsportaccommodaties te realiseren.

Daarnaast wordt landelijk getracht , in samenwerking met NOC/NSF en de KNVB om respectievelijk de Olympische spelen en de wereldkampioenschappen voetbal naar Nederland te halen.

2.3 Provinciaal beleid

Op het gebied van sport wil de provincie Noord-Holland een sportklimaat scheppen waarin de breedtesport en de topsport optimaal kunnen floreren. De focus ligt hierbij op een aantal beleidsaspecten:

  • Breedtesportontwikkeling

    De uitvoering van het breedtesportbeleid van de provincie Noord-Holland wordt grotendeels door de provinciale steunfunctie instelling Sportservice Noord-Holland gedaan. Zij voeren activiteiten uit op het gebeid van regionale sportinfrastructuur breedtesport, vitalisering en professionalisering sport, bewegen en gezondheid, binding door sport, BOS/combinatiefunctionarissen voor sport.

  • Formuleren van topsportbeleid

    De provincie is momenteel bezig met de formulering van een provinciaal Topsportbeleid. Gestreefd wordt naar aansluiting bij de werkwijze van het Olympisch Netwerk Noord-Holland en het landelijk Olympisch plan 2028.

  • Investeren in sportaccommodaties

    De provincie Noord-Holland stelt eenmalig een bedrag ter beschikking voor de realisatie van sportaccommodaties met een (inter)nationale uitstraling. Deze accommodaties moeten aan door de provincie vastgestelde voorwaarden voldoen.

  • Aanpak overgewicht

    De provincie vindt overgewicht een belangrijk en urgent thema en ziet overgewicht als een van de grootste gezondheidsbedreigingen. Ze ondersteunt diverse projecten die gericht zijn op de bestrijding van overgewicht.

  • Jeugdsportfonds Noord-Holland

    Het jeugdsportfonds Noord-Holland is onderdeel van het landelijke jeugdsportfonds en wordt mede mogelijk gemaakt door de provincie Noord-Holland. Doel van het jeugdsportfonds is om kinderen uit een minder draagkrachtig gezin te laten sporten.

2.4 Olympisch netwerk Noord-Holland

De provincie Noord-Holland besteed aandacht aan het opzetten van een integraal topsportbeleid dat aansluit bij de werkwijze van het Olympisch Netwerk Nederland en de nationale ambities. Het koppelt onderwijs, overheid, zorg, bonden NOC*NSF, sport en andere netwerken in een fijnmazige structuur van topsportbegeleiding. Daarbij wordt de ambitie ‘een leven lang sporten’ onderstreept. Het Olympische netwerk richt zich op het versterken van sportverenigingen en het stimuleren van herkenning en ontwikkeling van talent. Daarnaast houdt het Olympische netwerk zich bezig met het creëren van randvoorwaarden en voorzieningen voor talenten en sporters.

Op regionaal niveau wil het Olympisch Netwerk bewerkstelligen dat in de nabijheid van de woonomgeving, trainingslocatie en werk -of studielocatie van talenten en topsporters nog meer sprake kan zijn van op maat gesneden afspraken en voorzieningen in bijvoorbeeld sportmedische begeleiding, krachtfaciliteiten, studieondersteuning en huisvestiging. Op lokaal niveau wil het Olympisch netwerk het eigen sportieve karakter, de eigen missie en unieke topsportidentiteit van de gemeenten ondersteunen.

3. Gemeentelijk beleidskader

3.1 Visie

Als belangrijkste uitgangspunt voor het gemeentelijk sportbeleid geldt voor ons het volgende.

De gemeente streeft ernaar dat iedereen op een verantwoorde wijze kan bewegen en sporten. Inwoners moeten genieten van een actieve en passieve manier van sporten. Hoog in het vaandel staan sportiviteit, gezondheid en plezier. Wij erkennen het maatschappelijk belang van sport. Het is een middel dat bijdraagt aan de sociale cohesie en onderlinge (sociale) verbanden kan scheppen of versterken. Het ondersteunen van de lokale sportverenigingen en sportaccommodaties én haar vrijwilligersstructuur is daarom van eminent belang. Aan de andere kant wil de gemeente de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van sportverenigingen benoemen. Sportverenigingen hoeven niet te pas en te onpas terug te vallen op de gemeente.

Binnen dit kader vinden wij het dan ook logisch om de aandacht vooral te richten op het stimuleren van bewegen, onder andere door sport. Secundair is voor ons het stimuleren en faciliteren van topsport. Als kleine gemeente zien wij daar voor ons geen ambities en zien voor ons ook geen rol in het landelijk topsportbeleid. Wanneer in onze gemeente een topsporter aanwezig is of zich als zodanig ontwikkelt, willen wij daarin alleen een rol spelen als zich dat aandient. Overigens zal deze beperkt moeten zijn.

3.2 Stimuleren en faciliteren; vooral een regiefunctie

Wij zien voor onze gemeente vooral een regiefunctie in het sportbeleid, gecombineerd met het stimuleren van sporten en bewegen en het faciliteren van sportvoorzieningen. Wij willen samen met partners goede sportvoorwaarden aanbieden. Voorbeelden hiervan zijn de samenwerking met Sport Support en Topsport Kennemerland. Door samen te werken met deze organisaties worden er voorwaarden gecreëerd voor de realisatie van goede sportactiviteiten en- voorzieningen.

Daarnaast is er een rol weggelegd voor ons bij het stimuleren van sporten onder inwoners. Het zo aantrekkelijk mogelijk maken, en houden, van het sportaanbod en sportvoorzieningen is hier een voorbeeld van. Ook het huidige subsidiebeleid valt onder deze noemer. Door middel van deze subsidies kunnen, met name, jongeren tegen een aantrekkelijke prijs sporten.

Ook de zomersportactiviteiten van 2009 hadden een stimulerende functie. Door sportclinics mogelijk te maken enthousiasmeert de gemeente jongeren om te sporten en bewegen.

Oudere inwoners worden door de gemeente aangezet om te sporten. Hier is ook noodzaak toe. Uit het volwassenenonderzoek komt duidelijk naar voren dat ouderen te kampen hebben met beweegarmoede en overgewicht. Daarnaast is de landelijk ontwikkeling waarneembaar dat 65-plussers veel minder sporten dan de bevolking als geheel. Het stimuleren van sport en bewegen zijn daarom extra belangrijk voor deze doelgroep.

3.3 Stimuleren van bewegen

Voldoende bewegen is van groot belang uit een oogpunt van volksgezondheid. Dan spreken we niet alleen van georganiseerde sportbeoefening. Meer en meer wordt op individuele basis gesport door regelmatig te trimmen of fietsen, of er wordt een sportschool bezocht. Als gemeente kunnen wij hierin alleen stimuleren door de mogelijkheden daartoe in onze gemeente aanwezig te hebben. Door middel van PR en communicatie kan voortdurende aandacht gevraagd worden voor voldoende bewegen.

3.4 Faciliteren

De gemeente heeft een faciliterende functie. Die uit zich in het realiseren en ondersteunen van sportaccommodaties waar inwoners kunnen sporten. Voorts draagt de gemeente bij aan sporten in ongeorganiseerd verband. Door middel van wegen onderhoud (van belang voor bijvoorbeeld fietsen en skaten), het aanbieden van sport -en speelplekken en het zorg dragen voor het aanwezige groen in de gemeente kan er ook in de openbare ruimte worden gesport. Daarnaast heeft de gemeente de mogelijkheid om in haar vestigingsbeleid de aanwezigheid van meer commerciële sportscholen mogelijk te maken.

4. Ontwikkelingen

In onze gemeente doen zich een aantal zaken voor, dat relevant is voor het te voeren sportbeleid. Wij sommen deze kort op.

  • SpaarneBuiten

    Met de komst van SpaarneBuiten treden er nieuwe behoeftes op, ook op het terrein van sport en bewegen. Nieuwe aanmeldingen bij de diverse sportverenigingen zal hier één van de gevolgen van zijn. De huidige sportaccommodaties zijn niet opgewassen tegen een dergelijke te verwachten aanwas van nieuwe leden. Dit zal consequenties gaan hebben voor de huidige accommodaties. Zo heeft de Tennisvereniging Spaarndam al laten weten dat er een behoefte zal ontstaan aan extra tennisvelden en heeft zij gevraagd hiermee rekening te houden.

  • Hockeyclub

    Op dit moment worden er plannen gemaakt voor de oprichting voor een hockeyclub binnen de gemeentegrenzen. Door de stijgende populariteit van de hockeysport, hebben de hockeyclubs in omliggende gemeenten een ledenstop ingesteld. De nieuwe hockeyaccommodatie is, op advies en voorspraak van de gemeente, voornemens zich te vestigen in het noordoosten van de woonkern Spaarndam, naast Sportpark Spaarndam.

  • Sportdagen scholen

    Jaarlijks worden er met groot succes op de scholen sportdagen gehouden. Deze activiteit vinden wij waardevol omdat daarmee kinderen gestimuleerd worden om actief met sport bezig te zijn en te bewegen.

  • Jeugdsportfonds/minimafonds

    Het jeugdsportfonds zet zich in om kansarme kinderen de gelegenheid te geven te sporten. Dit doen zij door de contributie en sportattributen te betalen voor kinderen die dat zelf niet kunnen, of voor kinderen met een beperking. Of voor topsporttalenten. De kosten voor de gemeente bedragen € 10.000,- voor de duur van 4 jaar, die vervolgens verdubbeld worden door de provincie Noord-Holland. Mocht er budget overblijven, dan stroomt dit bedrag terug naar de gemeente en de provincie Noord-Holland.

    Het minimafonds biedt volwassenen die minder draagkrachtig zijn de mogelijkheid om te kunnen sporten. De voorwaarden staan vermeld op de website van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude.

  • JeugdSportPas

    Met de JeugdSportPas, kunnen jeugdigen die in de groepen 3 tot en met 8 kennismaken met sport. Het "snuffelen" aan een sport bestaat uit 4 kennismakingslessen van 1 uur, tenzij anders vermeld. De lessen worden na schooltijd gegeven door en bij sportverenigingen uit Haarlemmerliede en Spaarnwoude en omgeving. Een kennismaking wordt aangeboden tegen een lage prijs van € 6,00 tot € 12,50 voor 4 lessen. De kinderen maken vrijblijvend kennis, maar kunnen uiteraard lid worden van een vereniging als zij enthousiast zijn over de sport. De JeugdSportPas wordt uitgevoerd door Sport Support uit Haarlem in samenwerking met sportverenigingen, basisscholen, sportorganisaties en de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude.

  • Aangepast sporten

    Helaas zijn er heel veel mensen met een beperking die nog niet aan sport doen, maar dit wel zouden willen. Drempelvrees en onbekendheid over de mogelijkheden om aangepast te sporten spelen hierbij een grote rol. Soms willen mensen met een beperking wel aan sport doen, maar weten ze niet altijd de weg. Wij hebben met Sportsupport Haarlem overeenstemming om mensen met een beperking uit onze gemeente te helpen met hun zoektocht. Indien noodzakelijk is het mogelijk om speciale aanpassingen te verkrijgen via de Wmo-individuele voorzieningen.

  • Topsport en talentontwikkeling

    Uit een onderzoek van Topsport Kennemerland (op verzoek van Haarlemmerliede en Spaarnwoude) blijkt, dat topsporters uit onze gemeente er voor kiezen om zich buiten de grenzen van de gemeente verder te ontwikkelen. Wij als kleine gemeente hoeven daar geen specifiek beleid voor topsport op te ontwikkelen. Dit wordt regionaal in Kennemerland verder uitgewerkt de komende jaren.

5. Richtingen voor te maken keuzes

Met deze beleidsnota wordt een algemeen beleidskader geschetst dat ons voor ogen staat. Vervolgens zullen keuzes gemaakt moeten worden over de verdere invulling van het beleid en ook uitvoering van concrete acties.

Daarbij weten wij ons beperkt door teruglopende gemeentelijke financiën.

5.1 Sportraad

In het collegeprogramma is nadrukkelijk aangegeven, dat wij vertegenwoordigers van instellingen proactief bij beleidsontwikkeling willen betrekken. Zo ook op het terrein van sport.

Nu is er in onze gemeente geen structureel overleg met de gezamenlijke sportverenigingen. Wij hebben daar wel behoefte aan.

Wij zullen overgaan tot het instellen van een gemeentelijke sportraad. Deze zou moeten bestaan uit maximaal 7 personen komende uit de besturen van de sportverenigingen. Als belangrijkste taken van de sportraad willen wij formuleren:

  • Gevraagd en ongevraagd adviseren van ons college op het terrein van sportbeleid en sportvraagstukken (de eerste vraag aan deze raad zou moeten zijn advies uit te brengen over de vraag hoe het sportbeleid zoals dat uiteen gezet is in deze sportnota, verder vorm moet gaan krijgen);

  • Opstellen, onderhouden en publiceren van een zogeheten sportkalender, waarop de belangrijkste sportactiviteiten in onze gemeente worden vermeld.

  • Stimuleren van sportbeoefening, waarbij gedacht kan worden aan een samenwerking met de scholen.

  • Wij denken dat deze sportraad zo’n drie tot vier keer per jaar bijeen moet komen en deze zal gefaciliteerd en ambtelijk ondersteund moeten worden.

5.2 Aandachtspunten voor beleid

In de komende periode zal een aantal zaken actueel of zullen er ontwikkeling zijn, waarover wij besluiten moeten nemen. Ook hierover willen wij de op te richten Sportraad om nader advies vragen:

  • a.

    Ten gevolge van de realisering van Spaarne Buiten zal er een groeiende behoefte zijn aan vooral accommodatie voor voetbal en tennis. De mogelijke oprichting van een hockeyclub zal een specifieke accommodatie vragen. Nader bezien zal moeten worden in welke mate de gemeente hierin kan voorzien, vooral gezien de teruglopende financiële middelen. Overwogen zal moeten worden of het realiseren van kunstgrasvelden een betaalbare oplossing kan bieden voor de groeiende behoefte bij voetbal, waardoor het aanleggen van extra velden voorkomen kan worden. Een samenwerking met private partijen zal daarbij overwogen moeten worden.

  • b.

    Geëvalueerd moet worden of het jeugdsportfonds beantwoordt aan de gestelde doelen in relatie tot de daarmee gepaard gaande kosten;

  • c.

    De vraag moet beantwoord worden, welke concrete en betaalbare mogelijkheden er zijn om actief sporten – al dan niet in verenigingsverband – te stimuleren, zonder dat de gemeente deze zelf gaat organiseren;

  • d.

    Welke reële mogelijkheden zijn er tot het realiseren van trimmogelijkheden in de Houtrakpolder zodat actief bewegen verder gestimuleerd wordt.

6. Tot slot

Met deze beleidsnota zijn de contouren gegeven van het te voeren sportbeleid. Verdere concretisering zal in samenspraak met de op te richten Sportraad gestalte moeten krijgen.

Zodra de gemeenteraad een besluit heeft genomen over deze nota, zullen wij zo spoedig mogelijk overgaan tot het inrichten van de sportraad.

Halfweg juli 2010.