Verordening inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen ten dienste van net(werk)en in of op openbare gronden (Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Dongen 2009)

Geldend van 04-09-2009 t/m heden

Intitulé

Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI gemeente DONGEN 2009)

De raad van de gemeente Dongen;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 maart 2009 en gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 1, van de Belemmeringenwet Privaatrecht en artikel 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet;

Besluit:

vast te stellen:

Verordening inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen ten dienste van net(werk)en in of op openbare gronden (Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Dongen 2009)

Hoofdstuk Een: Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    net of netwerk: samenstel van ondergrondse kabel(s) en/of leiding(en) voor hettransport van nutsvoorzieningen (vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, energie) of signalen van een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in de Telecommunicatiewet, hierna ‘Tw’);

  • c.

    kabels en leidingen: kabels en/of leidingen als onderdeel van een net(werk);

  • d.

    (huis)aansluiting: het gedeelte van de kabel of leiding in of op openbare gronden dat een netwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt ten behoeve van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16,onderdelen a tot en met d, van de Wet waardering onroerende zaken, of met een ander netwerk;

  • e.

    netbeheerder: rechtspersoon die is aangewezen als beheerder van een net of netwerk;

  • f.

    opdrachtgever: degene die opdracht geeft tot het uitvoeren van werkzaamheden;

  • g.

    grondroerder: degene onder wiens verantwoordelijkheid of leiding

    graafwerkzaamheden worden verricht;

  • h.

    gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 1, van

    de Belemmeringenwet Privaatrecht of in artikel 5.2, 1e lid Tw;

  • i.

    openbare gronden: openbare wegen en wateren conform artikel 1.1, onder aa Tw;

  • j.

    werkzaamheden: handmatige en mechanische (graaf)werkzaamheden in of op openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding en

    opruiming van kabels en leidingen;

  • k.

    werkzaamheden van minder ingrijpende aard: werkzaamheden die qua aard of omvang dusdanig beperkt zijn dat, ter beoordeling door de gemeente, een afwijkend, lichter, meldregime toegepast kan worden;

  • l.

    instemmingsbesluit: besluit van het college op een melding van voorgenomen

    werkzaamheden met aanvraag voor een besluit tot instemming;

  • m.

    verordening: AVOI gemeente Dongen 2009;

  • n.

    coördinator: de medewerker van de gemeente, die gemandateerd of gemachtigd is door het college, inzake werkzaamheden of

    bevoegdheden krachtens deze verordening.

  • o.

    niet-openbare kabelsdiensten en leidingen: kabels en leidingen die niet gebruikt worden om openbare diensten aan te bieden;

  • p.

    marktconforme kosten: kosten zoals deze onder normale omstandigheden in een

    markteconomie op de desbetreffende markt worden gemaakt;

  • q.

    Handboek: door de gemeente vastgestelde regels en voorwaarden betreffende de voorbereiding en uitvoering van ontwerp, aanleg,

    exploitatie, onderhoud en verwijdering van kabels en leidingen.

Artikel 2 Toepasselijkheid

Deze verordening is van toepassing op het aanleggen, instandhouden en opruimen van kabels en leidingen in of op openbare gronden, voor zover de gemeente deze gronden beheert, in bezit heeft dan wel daarover coördinatieverplichtingen heeft conform de Belemmeringenwet Privaatrecht en de Telecommunicatiewet.

Artikel 3 Nadere regels

Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

Hoofdstuk Twee: Melding en instemmingsbesluit

Artikel 4 Instemmingsvereiste

  • 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een voorafgaand door het college verleend instemmingsbesluit omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden, medegebruik van voorzieningen en de afstemming van voorgenomen werkzaamheden met overige netbeheerders, kabels en/of leidingen in of op openbare gronden aan te leggen, in stand te houden of op te ruimen.

  • 2. Voor werkzaamheden van minder ingrijpende aard, en voor minder ingrijpende reparatie- of onderhoudswerkzaamheden, is geen instemming, als bedoeld in het eerste lid, noodzakelijk.

Artikel 5 Melding en aanvraag

  • 1. Een grondroerder meldt voorgenomen werkzaamheden bij de gemeente, en dient een aanvraag in voor een instemmingsbesluit bij het college dan wel de coördinator.

  • 2. Indien de voorgenomen werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de aanvraag, het college schriftelijk in kennis gesteld van de resultaten van het overleg met de andere gedoogplichtige(n).

  • 3. Voorgenomen minder ingrijpende werkzaamheden, als bedoeld in artikel 4 lid 2, dienen drie werkdagen voor de uitvoering schriftelijk bij de gemeente te worden gemeld. Op grond van belangen als genoemd in artikel 8 lid 1 kan het college bepalen dat de realisatie op een later tijdstip dient plaats te vinden.

  • 4. Spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van een ernstige belemmering of storing in de dienstverlening via het net(werk), waarvan uitstel niet mogelijk is, dienen voorafgaand te worden gemeld, en dienen uiterlijk binnen 48 uren na de uitvoering gemotiveerd te worden middels het voorgeschreven formulier.

  • 5. Als voorgenomen werkzaamheden worden verricht in nader door het college aan te wijzen gebieden, wordt uiterlijk acht weken voor aanvang melding gedaan en is de uitzondering voor minder ingrijpende of spoedeisende werkzaamheden niet van toepassing.

Artikel 6 Voorwaarden

  • 1. Voor een melding of aanvraag als bedoeld in artikel 5 eerste lid AVOI dient gebruik te worden gemaakt van daartoe door het college vastgestelde formulieren.

  • 2. Bij de melding verstrekt de grondroerder in elk geval de volgende gegevens:

    • a.

      uittreksel inschrijving in handelsregister bij 1e melding of wijziging van rechtspersoon;

    • b.

      een machtiging indien het een aanvraag betreft voor of namens een opdrachtgever;

    • c.

      NAW-gegevens van de eigenaar, beheerder en exploitant van de kabels en/of leidingen, alsmede van de grondroerder (dan wel diens te machtigen uitvoerder) waarvan de contactpersoon de Nederlandse taal machtig moet zijn;

    • d.

      een opgave van aantal, soort en beoogd gebruik van de kabels en/of leidingen;

    • e.

      een opgave van belanghebbenden en instanties die vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen aanvang, beëindiging en aard van de werkzaamheden;

    • f.

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

      • -

        het gewenste tracé met (digitale) tekeningen van de te verbinden locaties;

      • -

        de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek inzake de beschikbare ruimte;

      • -

        situering van objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst;

      • -

        een omschrijving van eventuele opbrekingen van de verhardingen;

      • -

        maatregelen voor de bereikbaarheid van de aanwezige kabels en leidingen;

      • -

        maatregelen voor bereikbaarheid van percelen en opstallen in de nabijheid;

      • -

        het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;

  • 3. Indien de voorgenomen werkzaamheden betrekking hebben op kabels van elektronische communicatienetwerken dienen tevens te worden verstrekt binnen het uitvoeringsplan:

    • -

      opgave van aantal kabels dat direct/niet direct in gebruik wordt genomen;

    • -

      de doorsnede van de kabel(goot) en lengte en breedte van de kabelsleuf.

  • 4. Bij de melding van voorgenomen minder ingrijpende of spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in artikel 5, dient te worden verstrekt:

    • a.

      naam, adres en ondertekening van de grondroerder, naam en adres van de (onder)aannemer(s), alsmede de naam en telefoonnummer van de uitvoerder, waarvan de contactpersoon de Nederlandse taal machtig moet zijn;

    • b.

      de dagtekening van de melding;

    • c.

      de lengte van de sleuf die wordt opengebroken;

    • d.

      het oppervlak van het lasgat dat wordt opengebroken.

  • 5. Het college kan nadere regels stellen inzake de te verstrekken gegevens alsmede over de wijze waarop die dienen te worden verstrekt. Uitgangspunt is dat gegevens die digitaal voorhanden zijn of dienen te zijn ook in digitale vorm worden verstrekt.

Artikel 7 Termijnen en looptijd

  • 1. Het college beslist binnen uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding. Betreft het een melding waarbij meerdere gedoogplichtigen zijn betrokken dan beslist het college binnen acht weken na ontvangst van de melding èn van alle bijbehorende instemmingen van deze gedoogplichtigen.

  • 2. De termijn bedoeld in het eerste lid kan eenmaal met ten hoogste acht weken worden verlengd. Dit wordt schriftelijk en gemotiveerd aan de aanvrager medegedeeld, met vermelding van de termijn waarbinnen de beschikking tegemoet kan worden gezien.

  • 3. Het college houdt de beslissing aan, indien er in verband met de voorgenomen werkzaamheden een vergunning als bedoeld in de Woningwet, de Wet milieubeheer of een kapvergunning is vereist.

  • 4. Het instemmingsbesluit heeft een maximale geldigheid van 6 maanden. De werkzaamheden moeten zijn voltooid binnen 6 maanden na aanvang, tenzij in het instemmingsbesluit anders is bepaald.

  • 5. Indien binnen 3 jaar na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de netbeheerder werkzaamheden moet uitvoeren, kan het college bijzondere voorwaarden stellen aan het herstel. De kosten hiervan zijn voor rekening van de netbeheerder.

Artikel 8 Voorschriften, beperkingen en verplichtingen

  • 1. Het college kan aan werkzaamheden voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      de veiligheid, waaronder de verkeersveiligheid en goede verkeersdoorstroming;

    • c.

      het voorkomen of beperken van schade/overlast;

    • d.

      de bruikbaarheid en bereikbaarheid van de openbare gronden of gebouwen;

    • e.

      het veilig en doelmatig gebruik van de openbare gronden;

    • f.

      het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare gronden;

    • g.

      de bescherming en het uiterlijk aanzien van de omgeving;

    • h.

      de bescherming van groenvoorzieningen (in de zin van beplanting en gazons);

    • i.

      de ondergrondse ordening.

  • 2. Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid kan het college aan het instemmingsbesluit voorschriften of beperkingen verbinden over het medegebruik van voorzieningen. Een grondroerder is verplicht om zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, door andere netbeheerders of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten en –geleidingen, die door derden of de gemeente tegen marktconforme prijzen ter beschikking worden gesteld. Indien de grondroerder een redelijk aanbod wordt gedaan, is deze verplicht ervan gebruik te maken.

  • 3. Ter bescherming van de belangen als genoemd in het eerste lid kan het college aan het instemmingsbesluit het voorschrift verbinden van zekerheidsstelling voor de nakoming van de voorschriften en beperkingen.

  • 4. Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de grondroerder een alternatief tracé te kiezen, of (in geval van elektronische communicatienetwerken) aan andere netbeheerders een verzoek tot medegebruik van kabels en/of leidingen te doen.

  • 5. De grondroerder dient omwonenden (inclusief bedrijven en instellingen) minimaal drie werkdagen voor de start schriftelijk te informeren over aanvang, duur, aard en plaats van de voorgenomen werkzaamheden.

  • 6. De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen geschiedt conform het in de gemeente van toepassing zijnde Handboek als bedoeld in artikel 1.q van deze verordening, te weten de “Algemene voorwaarden”. In dat kader is het college bevoegd voorschriften te stellen op het gebied van markering, afzetting en het toepassen van proefsleuven. Bij tegenstrijdigheden van de bepalingen van de AVOI en het Handboek hebben de bepalingen van de AVOI voorrang.

  • 7. De grondroerder vergoedt aan de gemeente de schade voortvloeiend uit de werkzaamheden, zijnde de marktconforme kosten van de voorzieningen en van extra onderhoud. Voor de hoogte van de schadevergoeding aan bestrating wordt uitgegaan van de methodiek conform a. de Leidraad voor gemeenten en nutsbedrijven inzake (her)straatwerkzaamheden (versie 2000); b. de VNG-Richtlijn Tarieven (graaf)werkzaamheden Telecom (2004): vergoedingen voor herstel, onderhoud en beheer volgens principe: “Vergunninghouder verricht straatwerk en gemeente voert onderhoud na 1e jaar uit en c. de VNG-tarieven voor degeneratievergoeding. Het vaststellen van de schadevergoeding aan bermen en groenvoorziening wordt per geval bepaald.

  • 8. De gemeente beslist omtrent het herstraten. In geval van herstrating door de grondroerder, dient het onderhoud gedurende het eerste jaar door deze te geschieden, waarna, middels een opleveringsopname, de gemeente het onderhoud overneemt. Aan herstel van bijzondere bestrating kan het college nadere voorwaarden stellen.

  • 9. Bij oplevering is de grondroerder verplicht gegevens omtrent de ligging van zijn kabels en/of leidingen te verstrekken en een overzicht te geven van de nog niet in gebruik zijnde kabels en/of leidingen. De grondroerder is verplicht zo spoedig mogelijk na constatering van de aanwezigheid van kabels en/of leidingen, waarvan niet bekend is van wie ze zijn, een kopiemelding van de mededeling aan het kadaster, aan de gemeente te verstrekken.

  • 10. De grondroerder is leges verschuldigd conform de Legesverordening van de gemeente.

Artikel 9 Verleggingen

  • 1. Op verleggingen van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk op verzoek van de gemeente zijn de wettelijke regels (Telecommunicatiewet) van toepassing.

  • 2. Op verleggingen van leidingen die ten dienste staan van een netwerk ten behoeve van nutsvoorzieningen in of op openbare gronden gelden de volgende bepalingen, tenzij en voor zover daarover andersluidende afspraken zijn overeengekomen tussen partijen:

    • a.

      De netbeheerder is verplicht op verzoek van de gemeente over te gaan tot het nemen van maatregelen voor kabels en leidingen ten dienste van zijn netwerk, waaronder het verplaatsen, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege de gemeente;

    • b.

      Compensatie wordt alleen verleend op basis van een gespecificeerd kostenoverzicht;

    • c.

      Het college en de netbeheerder zullen bij verwijdering, verlegging of aanpassing van leidingen en/of kabels elkaars schade zo veel mogelijk beperken;

    • d.

      Na een verzoek tot het nemen van maatregelen gaat de netbeheerder zo snel mogelijk over tot de uitvoering, doch niet later dan twaalf weken na de datum van ontvangst van het verzoek.

Hoofdstuk Drie: Overige bepalingen

Artikel 10 Eigendom

  • 1. Indien de eigendom, exploitatie of beheer van een net(werk), kabel of leiding wordt overgedragen aan een andere netbeheerder, gaan de rechten en plichten over op de nieuwe netbeheerder.

  • 2. De netbeheerder stelt het college onverwijld in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer verandert en draagt zorg voor overige vereiste kennisgevingen hieromtrent.

Artikel 11 Niet-openbare kabels en leidingen

  • 1. Bij voorgenomen werkzaamheden met niet-openbare kabels en leidingen in of op openbare gronden is het bepaalde in deze verordening van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Bij verzoeken voor het verleggen van niet-openbare kabels en leidingen op verzoek van de gemeente, worden deze op kosten van de eigenaar van de kabels en leidingen, uitgevoerd.

Artikel 12 Geldigheidsduur gedoogplicht kabels en leidingen

  • 1. De netbeheerder stelt het college onverwijld en schriftelijk in kennis van het feit dat een kabel of leiding niet langer ten dienste staat van een netwerk in, of op, openbare gronden.

  • 2. De netbeheerder levert op verzoek een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels en/of leidingen. De bewijslast van ingebruikname ligt bij de netbeheerder.

Artikel 13 Overleg

  • 1. De gemeente organiseert periodiek, minimaal eens per jaar, een overleg, waarvoor in elk geval de bij de gemeente bekende netbeheerders c.q. grondroerders worden uitgenodigd.

  • 2. In dit overleg worden de plannen van de gemeente en de voorgenomen werkzaamheden van de netbeheerders en grondroerders besproken. Dit mede ter beoordeling of en hoe er gebruik gemaakt kan worden van bestaande voorzieningen of van gezamenlijk en gelijktijdig uit te voeren werkzaamheden door de netbeheerders.

Hoofdstuk Vier: Handhavings- en toezichtbepalingen

Artikel 14 Toezicht en handhaving

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen ambtenaren.

  • 2. Indien de gemeente vaststelt dat de verplichtingen van deze verordening niet zijn nagekomen, kan de gemeente besluiten handhavend op te treden.

  • 3. Bij grove nalatigheid of recidive kan de gemeente strafrechtelijke handhaving in gang zetten.

  • 4. Indien de werkzaamheden niet op de overeengekomen data worden gestart of uitgevoerd, vervalt de verleende instemming, tenzij er tijdig een gegronde reden wordt medegedeeld, dit met in acht name van de maximale geldigheidsduur van het instemmingsbesluit en ter beoordeling van het college.

  • 5. De gemeente is bevoegd de werkzaamheden stil te leggen, indien er wordt gewerkt:

    a.zonder voorafgaande melding, als bedoeld in artikel 5 van deze verordening;

    b.in strijd met het in het instemmingsbesluit opgenomen tijdstip van aanvang of voltooiing, de wijze van uitvoering of andere van toepassing verklaarde voorschriften.

Hoofdstuk Vijf: Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking, onder gelijktijdige intrekking van de Telecommunicatieverordening. Deze verordening geeft tevens invulling aan de wettelijke plicht tot de Telecommunicatieverordening door middel van integratie in deze verordening.

Artikel 16 Overgangsbepalingen en hardheidsclausule

De aanwezigheid van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn aangelegd met toepassing van de Telecommunicatieverordening en/of op basis van andere gelegaliseerde afspraken, wordt met ingang van deze verordening eveneens beheerst door de regels daarvan.

De gemeente heeft de bevoegdheid op grond van afweging van de te behartigen belangen en met in acht name van de redelijkheid en billijkheid in incidentele en te motiveren gevallen af te wijken van de bepalingen van deze AVOI ten gunste van de belanghebbenden.

Artikel 17 Benaming

Deze verordening wordt aangehaald als: "AVOI gemeente Dongen 2009".

Ondertekening

Aldus gedaan door de raad in zijn openbare vergadering van 11 juni 2009