aanwijzing van vrijstelling van categorieën openbare inrichtingen waarvoor het verbod een openbare inrichting te exploiteren zonder vergunning geldt

Geldend van 04-03-2011 t/m heden

Intitulé

aanwijzing van vrijstelling van categorieën openbare inrichtingen waarvoor het verbod een openbare inrichting te exploiteren zonder vergunning geldt

De burgemeester van de Gemeente Westland;

gelet op het bepaalde in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Westland 2010 (hierna: APV) dat luidt:

Artikel 2:28 Exploitatievergunning openbare inrichting

  • 1.

    Het is verboden een openbare inrichting te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester.

  • 2.

    De burgemeester weigert de vergunning indien de vestiging of exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met een geldend bestemmingsplan.

  • 3.

    Onverminderd artikel 1:8 kan de burgemeester de vergunning geheel of gedeeltelijk weigeren, indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting of openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed.

  • 4.

    Bij de toepassing van de in het derde lid genoemde weigeringsgrond houdt de burgemeester rekening met het karakter van de straat en de wijk waarin de openbare inrichting is gelegen of zal zijn gelegen, de aard van de openbare inrichting en de spanning waaraan het woonmilieu ter plaatse reeds blootstaat of bloot zal komen te staan door de exploitatie.

  • 5.

    Het eerste lid geldt niet voor een openbare inrichting in een winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet voor zover de horeca een nevenactiviteit is van de winkelactiviteit.

  • 6.

    Voor de openbare inrichting als bedoeld in het vijfde lid gelden dezelfde sluitingstijden als voor de winkel;

  • 7.

    Voorts geldt het eerste lid niet voor door de burgemeester aan te wijzen categorieën van openbare inrichtingen, al dan niet beperkt tot een bepaald gebied, dan wel bepaalde termijn;

in overweging nemende dat:

  • -

    enerzijds bij bepaalde openbare inrichtingen de openbare orde evident niet in het geding is en een exploitatievergunningplicht en het daaraan verbonden administratieve traject voor betrokkenen als onevenredig belastend dient te worden beschouwd;

  • -

    anderzijds een exploitatievergunning nodig is om de nadelige effecten van horeca-exploitatie effectief te kunnen beteugelen;

overeenkomstig lid 7 van artikel 2:28 APV;

besluit dat:

  • 1.

    het bepaalde in lid 1 van artikel 2:28 APV niet geldt voor die openbare inrichtingen:

    • -

      waar in of in de nabijheid waarvan zich in 1 jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit geen incidenten gepaard gaande met geweld, overlast op straat of drugsgebruik en –handel hebben voorgedaan;

    • -

      die zich nieuw in de gemeente vestigen en waarbij er zich geen weigeringsgronden voordoen als bedoeld in artikel 1:8 of 2:28, tweede of derde lid APV;

Nb. exploitanten die in het verleden met de exploitatie van een andere Westlandse openbare inrichting incidenten gepaard gaande met geweld, overlast op straat of drugsgebruik en –handel hebben veroorzaakt komen in beginsel niet in aanmerking voor vrijstelling van exploitatievergunningplicht.

  • 2.

    het bepaalde in lid 1 van onderhavig besluit haar geldigheid verliest voor die openbare inrichtingen die onder de werking daarvan vallen op het moment dat er:

    • -

      zich incidenten gepaard gaande met geweld, overlast op straat of drugsgebruik en –handel voordoen in of in de nabijheid van betreffende openbare inrichtingen;

    • -

      situaties ontstaan die overeenkomen met de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 1:8 of 2:28, tweede of derde lid APV.

Ondertekening

Westland, 10 februari 2011
de burgemeester van de Gemeente Westland,
J.van der Tak