Monumentenverordening Tholen 1995

Geldend van 01-10-1995 t/m heden

Intitulé

Monumentenverordening Tholen 1995

De raad van de gemeente Tholen;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 juli 1995, nummer 280895/11;

gelet op de artikelen 12 en 15 van de Monumentenwet 1988;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende 'Monumentenverordening Tholen 1995'.

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    Wet:

    Monumentenwet 1988.

  • 2.

    Beschermde rijksmonumenten:

    Onroerende monumenten die zijn ingeschreven in de ingevolge de wet vastgestelde registers.

  • 3.

    Monumentencommissie:

    De Vereniging Dorp, Stad en Land te Capelle aan den IJssel, die als taak heeft burgemeester en wethouders te adviseren over aanvragen om vergunning als bedoeld in artikel 11 van de wet.

Artikel 2

Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument.

Artikel 3

  • 1. Burgemeester en wethouders zenden onmiddellijk een afschrift van de aanvraag om vergunning voor een beschermd rijksmonument met de ingediende bezwaren aan de monumentencommissie na afloop van de termijn van veertien dagen, genoemd in artikel 12, tweede lid, van de wet.

  • 2. De monumentencommissie adviseert over de aanvraag binnen acht weken na de datum van verzending van het afschrift.

  • 3. Bij overschrijding van de in lid 2 genoemde termijn wordt de monumentencommissie geacht geadviseerd te hebben.

  • 4. Van alle besluiten van burgemeester en wethouders op vergunningsaanvragen moet zo spoedig mogelijk een afschrift ter kennis worden gebracht van de commissie Gemeentelijke Ontwikkeling.

Artikel 4

  • 1. De verordening treedt in werking overeenkomstig het bepaalde in artikel 15, lid 2, van de wet.

  • 2. Met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening wordt de Monumenten-verordening Tholen 1992 ingetrokken.

Artikel 5

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Monumentenverordening Tholen 1995'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Tholen in zijn openbare vergadering van 28 augustus 1995.
, voorzitter.
, secretaris.

Artikelsgewijzetoelichting Monumentenverordening Tholen 1995

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • 1.

    Wet:

    Monumentenwet 1988.

    Toelichting lid 1:

    Deze wet is met ingang van 1 januari 1989 van kracht geworden.

  • 2.

    Beschermde rijksmonumenten:

    Onroerende monumenten die zijn ingeschreven in de ingevolge de wet vastgestelde registers.

    Het is nodig een begripsomschrijving van beschermde rijksmonumenten in de gemeentelijke monumentenverordening op te nemen. Deze verordening is een voorwaarde voor het verkrijgen door burgemeester en wethouders van de bevoegdheid vergunningen te verlenen voor de wijziging en de sloop van beschermde rijksmonumenten. Op de vergunningverlening voor beschermde rijks-monumenten zijn met name de artikelen 11 tot en met 21 van de Monumentenwet van toepassing.

  • 3.

    Monumentencommissie:

    De Vereniging Dorp, Stad en Land te Capelle aan den IJssel die als taak heeft burgemeester en wethouders te adviseren over aanvragen om vergunning als bedoeld in artikel 11 van de wet.

    Toelichting lid 3:

    Door deze bepaling wordt voldaan aan het vereiste ingevolge artikel 15 van de Monumentenwet, te weten: "De gemeenteraad stelt een verordening vast, waarin ten minste de inschakeling wordt geregeld van een commissie op het gebied van de monumentenzorg die burgemeester en wethouders adviseert over aanvragen om vergunning als bedoeld in artikel 11".

Artikel 2

Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument.

Toelichting artikel 2:

De Monumentenwet van 1961 spreekt nog over de bestemming waarmee rekening is te houden bij het gebruik van het monument. In de model-monumentenverordening van 1982 is reeds sprake van gebruiksmogelijkheid. In de toelichting bij het desbetreffende artikel van het model 1982 staat dat met het woord bestemming niet zozeer de publiekrechtelijke, de planologische bestemming is bedoeld, alswel de gebruiksmogelijkheid die de rechthebbende op het pand daaraan toekent, mede gelet op de constructie en ligging van het pand. Omdat de wetgever heeft bedoeld dat ook met de eigenaarsbelangen rekening moet worden gehouden is in het model 1982 de wettelijke term bestemming reeds vervangen door gebruiksmogelijkheid.

In de toelichting op artikel 2 van de Monumentenwet staat dat uit constante jurisprudentie blijkt dat in dit verband met bestemming wordt gedoeld op gebruik. Om de aansluiting tussen de Monumentenwet en de monumenten verordening in terminologie zo nauw mogelijk te houden spreekt de monumentenverordening nu ook over gebruik en niet over gebruiksmogelijkheid. Van essentiële verschillen is uiteraard geen sprake.

Dit artikel is van belang, in verband met de motiveringsplicht bij de vergunningverlening.

Artikel 3

  • 1.

    Burgemeester en wethouders zenden onmiddellijk een afschrift van de aanvraag om vergunning voor een beschermd rijksmonument met de ingediende bezwaren aan de monumentencommissie na afloop van de termijn van veertien dagen, genoemd in artikel 12, tweede lid, van de wet.

  • 2.

    De monumentencommissie adviseert over de aanvraag binnen acht weken na de datum van verzending van het afschrift.

  • 3.

    Bij overschrijding van de in lid 2 genoemde termijn wordt de monumentencommissie geacht geadviseerd te hebben.

 

Toelichting lid 3:

De Monumentenwet schrijft voor dat de monumentencommissie bij de aanvragen om vergunning voor beschermde rijksmonumenten wordt ingeschakeld. Om te voorkomen dat dit wettelijke vereiste door het ontbreken van het advies van de monumentencommissie tot moeilijkheden leidt bij de afgifte van de vergunning is bepaald dat de monumentencommissie geacht wordt te hebben geadviseerd na het verstrijken van de adviestermijn.

Artikel 4

De verordening treedt in werking overeenkomstig het bepaalde in artikel 15, lid 2, van de wet.

Toelichting artikel 4:

Twee maanden na toezending van de Monumentenverordening aan de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur treedt zij in werking, tenzij de minister de verordening tot schorsing voordraagt (artikel 15, lid 3, van de Monumentenwet).

Artikel 5

Deze verordening kan worden aangehaald als "Monumentenverordening Tholen 1995.