Beleidsregel zonebeheersysteem industrieterrein Axelse Vlakte II provincie Zeeland 2011 (zonebeheerplan)

Geldend van 27-04-2011 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel zonebeheersysteem industrieterrein Axelse Vlakte II provincie Zeeland 2011 (zonebeheerplan)

Gedeputeerde staten van Zeeland,

Overwegende dat:

  • -

    het gewenst is een beleidsregel vast te stellen aangaande het gebruik en de uitgifte van de beschikbare geluidsruimte, die de invulling van het gehele industrieterrein Axelse Vlakte II regelt zonder overschrijding van de geluidszone/hogere grenswaarde;

  • -

    ingevolge de Wet geluidhinder het beheer van geluidszones rond industrieterreinen van regionaal belang tot de bevoegdheid van gedeputeerde staten behoort,

  • -

    gedeputeerde staten het bevoegd gezag is ten aanzien van inrichtingen die behoren tot een in bijlage I van het Besluit omgevingsrecht genoemde categorie, voorzover zij hiertoe zijn aangewezen en de inrichtingen zijn gelegen op het grondgebied van de provincie Zeeland;

  • -

    het Industrieterrein Axelse Vlakte II in het Omgevingsplan Zeeland zoals dat door provinciale staten op 30 juni 2006 is vastgesteld, als ook in de Provinciale Milieuverordening Zeeland, tranche 7A vastgesteld op 16 februari 2007 door provinciale staten is aangemerkt als een industrieterrein van regionaal belang respectievelijk Zeehaventerrein,

  • -

    op grond van bijlage II van de regels voor het berekenen en meten van de geluidsbelasting ingevolge de Wet geluidhinder (Reken en meetvoorschrift 2006) de redelijke sommatie voor het industrieterrein Axelse Vlakte II, 2 dB(A) bedraagt,

  • -

    gelet op artikel 158 van de provinciewet;

  • -

    gelet op hoofdstuk 3 en op artikel 4.81 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    gelet op artikel 163, lid 2, juncto artikel 164, van de Wet geluidhinder;

besluiten vast te stellen de navolgende Beleidsregel zonebeheersysteem industrieterrein Axelse Vlakte II provincie Zeeland 2011 (zonebeheerplan).

Artikelen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    bevoegd gezag: bevoegd gezag ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, gedeputeerde staten of burgemeester en wethouders van Terneuzen,

  • b.

    beheerder geluidszone: gedeputeerde staten,

  • c.

    industrieterrein Axelse Vlakte II: het industrieterrein zoals weergegeven op bijlage 1,

  • d.

    geluidszone: het gebied rond het industrieterrein waarbuiten de geluidsbelasting vanwege dat terrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan, zoals vastgesteld in de bestemmingsplannen:

    • 1.

      Toevoeging geluidzone (vastgesteld 25 september 1997 door voormalige gemeente Terneuzen) hier in is opgenomen de partiele herziening van het bestemmingsplan Buitengebied (vastgesteld 25 november 1976 door voormaling gemeente Terneuzen),

    • 2.

      Toevoeging geluidzone (vastgesteld 25 september 1997 door voormalige gemeente Sas van Gent) hier in is opgenomen:

      • a.

        de partiele herziening van het bestemmingsplan Buitengebied (vastgesteld 28 februari 1977 door voormalige gemeente Sas van Gent),

      • b.

        de partiele herziening van het bestemmingsplan Axelse Vlakte (vastgesteld 25 januari 1996 door voormalige gemeente Sas van Gent),

    • 3.

      Axelse Vlakte I (vastgesteld 16 september 1999 door voormalige gemeente Sas van Gent),

    • 4.

      Buitengebied Terneuzen/Sas van Gent (vastgesteld 31 maart 2005),

    • 5.

      Herziening wijziging geluidszone Axelse Vlakte II (vastgesteld op 13 november 2008) hier in is opgenomen:

      • a.

        de 1e partiele herziening van het bestemmingsplan Stroodorpe (vastgesteld 25 januari 1996 voormalige gemeente Sas van Gent),

      • b.

        de 1e partiele herziening van het bestemmingsplan Kom Sluiskil (vastgesteld 26 april 2001 voormalige gemeente Terneuzen),

      • c.

        de 2e partiele herziening van het bestemmingsplan Buitengebied Terneuzen/Sas van Gent (vastgesteld 31 maart 2005),

  • e.

    beschikbare geluidsruimte binnen de geluidszone: het door middel van berekening vastgestelde kleinste verschil tussen de ten gevolge van alle op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Wet milieubeheer aan inrichtingen toegestane geluidsniveaus (vergunnings- en meldingsplichtige inrichtingen) en:

    • -

      de toelaatbare geluidsbelasting op enig punt gelegen op de zonegrens, of;

    • -

      de vastgestelde hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting op de gevels van de in de geluidszone gelegen woningen,

  • f.

    zonebewakingsmodel: het model dat de beheerder van de geluidszone gebruikt voor de individuele toets van de bedrijven,

  • g.

    akoestisch inrichtingsplan: het bij deze beleidsregel horende document - gebaseerd op het zonebewakingsmodel - waarin de geluidsruimte is verdeeld in gebieden en deelgebieden en zoals dat is opgesteld voor het industrieterrein Axelse Vlakte II. Het akoestisch inrichtingsplan maakt onderdeel uit van deze beleidsregel,

  • h.

    vergunning: een vergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht,

  • i.

    melding: een melding op grond van artikel 8.40 van de Wet milieubeheer,

  • j.

    gebied: een op kaart in het akoestisch inrichtingsplan aangegeven stuk van het industrieterrein Axelse Vlakte II,

  • k.

    deelgebied; een nadere verdeling van een gebied,

  • l.

    zonegrens: buitenste begrenzing van de geluidszone,

  • m.

    maatwerkvoorschrift: een op grond van artikel 2.20 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (activiteitenbesluit) vastgestelde waarde voor het toegestane geluidsniveau,

  • n.

    hogere grenswaarde: de vastgestelde ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting op de gevel(s) van de in de geluidszone gelegen woningen of ander geluidsgevoelige bestemmingen.

Artikel 2 Toepassingsgebied

De beleidsregel is van toepassing op meldingsplichtige en vergunningsplichtige inrichtingen ingevolge de Wet milieubeheer en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht gelegen op het industrieterrein Axelse Vlakte II.

Artikel 3 Toetsingscriteria

Bij het nemen van een besluit op een aanvraag om een vergunning of tot het opleggen van een maatwerkvoorschrift neemt het bevoegd gezag in ieder geval in acht:

  • 1.

    de geluidsruimte die in het akoestisch inrichtingsplan voor het betreffende gebied per vierkante meter beschikbaar is,

  • 2.

    de vastgestelde hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting op de gevels van de in de geluidszone gelegen woningen,

  • 3.

    de op de zonegrens ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting.

Artikel 4 Voortoets

Op verzoek van het bevoegd gezag kan door de beheerder van de geluidszone een voortoets worden uitgevoerd. De voortoets vindt plaats op basis van een akoestisch onderzoek en maakt geen onderdeel uit van een formele aanvraag om een vergunning of van een melding.

Artikel 5 Het voorleggen van een aanvraag of melding

Het bevoegd gezag legt direct na ontvangst een aanvraag om een vergunning of een melding ter toetsing voor aan de beheerder van de geluidszone.

Artikel 6 Toetsing

  • a.

    De beheerder van de geluidszone toetst uiterlijk binnen vier weken na ontvangst de vergunningaanvraag of melding aan de in artikel 3 opgenomen criteria.

  • b.

    De beheerder van de geluidszone stelt het bevoegd gezag schriftelijk van de resultaten van de toets op de hoogte.

Artikel 7 Zonebewakingsmodel

In de maand februari van elk kalenderjaar (voor het eerst in 2012 wordt door de beheerder van de geluidszone aan burgemeester en wethouders van Terneuzen en aan de directie van Zeeland Seaports een overzicht toegezonden van de in het voorgaande kalenderjaar verwerkte gegevens.

Artikel 8 Evaluatie akoestisch inrichtingsplan

  • a.

    Om de vijf jaar, voor het eerst uiterlijk in 2016, wordt het akoestisch inrichtingsplan door de beheerder van de geluidszone geëvalueerd.

  • b.

    De evaluatie wordt toegezonden aan burgemeester en wethouders van Terneuzen.

Artikel 9 Wijzigen akoestisch inrichtingsplan (grote herziening)

  • a.

    Met (mede) instemming van burgemeester en wethouders van Terneuzen kan gedeputeerde staten na evaluatie besluiten het akoestisch inrichtingsplan te wijzigen. Op het voorbereiden van een wijziging van het akoestisch inrichtingsplan is de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing,

  • b.

    Bij het wijzigen van het akoestisch inrichtingsplan dienen de toegestane geluidsbelasting op de zonegrens en de hogere grenswaarden in acht te worden genomen.

Artikel 10 Afwijking van het akoestisch inrichtingsplan (kleine herziening)

Indien gedeputeerde staten voornemens is het bij deze beleidsregel horende akoestisch inrichtingsplan en/of van deze beleidsregel af te wijken:

  • -

    zorgt het voor de schriftelijke instemming van burgemeester en wethouders van Terneuzen

  • -

    stelt het Zeeland Seaports in de gelegenheid advies te geven;

  • -

    stelt het de minister van Infrastructuur en Milieu in de gelegenheid advies te geven, indien de afwijking gevolgen heeft voor een onder bevoegd gezag van het ministerie staande inrichting;

  • -

    informeert het de bedrijven in het betreffende gebied waarvoor de afwijking gevolgen heeft.

Een afwijking op grond van dit artikel is alleen mogelijk indien de afwijking geen gevolgen heeft voor andere gebieden in het akoestisch inrichtingsplan.

Artikel 11 Inwerkintreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 12 Overgangsrecht

Bij een in procedure zijnde ontwerpvergunning die ter inzage ligt respectievelijk ter inzage heeft gelegen, blijft het recht zoals dit gold voor inwerkingtreding van deze beleidsregel van toepassing.

Artikel 13 Citeertitel

De beleidsregel wordt aangehaald als Beleidsregel zonebeheersysteem Industrieterrein Axelse Vlakte II provincie Zeeland 2011 (zonebeheerplan).

Algemene toelichting

1. Algemeen

Rond het Industrieterrein Axelse Vlakte II is op 25 september 1997 door de gemeenteraden van Sas van Gent en Terneuzen een geluidszone vastgesteld. Tevens zijn voor zes woningen binnen de geluidszone hogere grenswaarden vastgesteld.

Eind 2006 bleek dat de in 1997 vastgestelde geluidszone en de hogere grenswaarden voor woningen in de geluidszone leiden tot beperkingen bij het invullen van het industrieterrein conform de in 1992, in het kader van het project Gebiedsgerichte Benadering Kanaalzone Zeeuwsch-Vlaanderen, gemaakte afspraken.

Door de provincie Zeeland, de gemeente Terneuzen en Zeeland Seaports is medio 2007 een project opgestart om na te gaan op welke wijze aan deze afspraken kan worden voldaan. In het kader van dit project is eind 2007 door het Raadgevend ingenieursbureau DGMR een akoestisch rapport opgesteld. Uit dit rapport blijkt dat:

  • -

    de in 1997 vastgestelde geluidszone en de daarbij horende hogere grenswaarden onvoldoende ruimte bieden voor de afgesproken ontwikkelingen van het industrieterrein

  • -

    door het toepassen van de aftrek van de redelijke sommatie ten gunste van de bedrijven, in combinatie met een kleine verruiming van de geluidszone aan de westzijde wel aan de afgesproken invulling van het industrieterrein Axelse Vlakte II kan worden voldaan

Op grond van het voorgaande hebben gedeputeerde staten en burgemeester en wethouders van Terneuzen op 13 mei 2008 ieder afzonderlijk besloten om een aftrek vanwege redelijke sommatie voor het industrieterrein Axelse Vlakte II toe te passen van 2 dB(A) ten gunste van de bedrijven.

Vervolgens heeft de raad van Terneuzen op 13 november 2008 het bestemmingsplan "Herziening wijziging geluidszone Axelse Vlakte II" vastgesteld. Voorafgaand aan het vaststellen van het bestemmingsplan hebben gedeputeerde staten voor de woningen Wervenweg 8 en 13 te Sas van Gent, waarvoor eerder hogere grenswaarden waren vastgesteld, op 4 november 2008 nieuwe hogere grenswaarden vastgesteld.

Het industrieterrein Axelse Vlakte II is bij Provinciale Milieuverordening (Provinciaal blad nr. 7 van 2007) aangewezen als industrieterrein van regionaal belang. Hierdoor is op grond van artikel 163 lid 2 van de Wet geluidhinder gedeputeerde staten verantwoordelijk voor het beheer van de geluidszone rond het industrieterrein Axelse Vlakte II. Artikel 164 van de wet biedt de mogelijkheid om voor dat beheer een beheersplan/beleidsregel op te stellen. In dat plan kan worden aangeven hoe de beschikbare geluidsruimte wordt verdeeld over de diverse terreinen c.q. gebieden op het industrieterrein. Het voordeel van zo'n plan is dat het duidelijkheid geeft over de beschikbare geluidsruimte voor deze terreinen c.q. gebieden en er tevens rechtszekerheid ontstaat voor de bedrijven.

In het bestemmingsplan Axelse Vlakte II, d.d. 25 september 1997 is een regeling voor een akoestische verkaveling van het industrieterrein opgenomen. Deze regeling is opgesteld om te voorkomen dat de voor alle industrie beschikbare geluidsruimte wordt ingenomen door één of enkele bedrijven die fysiek maar een deel van de beschikbare gronden in gebruik hebben. De regeling in het bestemmingsplan is echter niet bindend en beantwoordt daarom niet aan het doel waarvoor het is opgesteld. Om deze reden is besloten deze beleidsregel op te stellen. De beleidsregel gaat uit van de correctie voor redelijke sommatie en de geluidszone, zoals deze is vastgesteld in verschillende bestemmingsplannen.

Onderdeel van de beleidsregel is het akoestisch inrichtingsplan. In dit plan wordt rekening houdend met de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting op de zonegrens en de hogere grenswaarden de totaal voor de industrie beschikbare geluidsruimte verdeeld over de aanwezige bedrijven en de nog braakliggende gronden op het industrieterrein.

2. Doelstelling

In de beleidsregel wordt het gebruik en de uitgifte van geluidsruimte op het industrieterrein Axelse Vlakte II geregeld.

De doelstelling van de beleidsregel is om met in achtneming van de geluidszone en de hogere grenswaarden een zodanige verdeling van de totaal voor de industrie beschikbare geluidsruimte te realiseren dat alle op het industrieterrein aanwezige gronden kunnen worden gebruikt en uitgegeven.

Deze doelstelling wordt gehaald door:

  • 1.

    De toets aan de toelaatbare geluidsbelasting op de zonegrens en aan de hogere grenswaarden

  • 2.

    De toets op de voor het betreffende gebied per vierkant meter vastgestelde geluidsruimte

Deze toets vindt plaats bij het nemen van een besluit op een aanvraag om een vergunning of tot het opleggen van een maatwerkvoorschrift.

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Zonebewakingsmodel: Een zonebewakingsmodel is een model waarin alle op het industrieterrein aanwezige inrichtingen zijn opgenomen. In het model zijn opgenomen:

  • -

    geluidsbronnen,

  • -

    gebouwen,

  • -

    controlepunten uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van de individuele inrichtingen,

  • -

    de geluidszone,

  • -

    berekeningspunten op gevels van woningen waarvoor een hogere grenswaarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting op de gevels is vastgesteld,

omgevingsfactoren (dijklichamen, waterpartijen en dergelijke)

Voor het industrieterrein Axelse Vlakte II wordt sinds 1997 gebruik gemaakt van een zonebewakingsmodel. De basis hiervoor is het computerprogramma Geomilieu van het akoestisch adviesbureau DGMR. Het model is opgesteld volgens de handleiding meten en rekenen industrielawaai.

Akoestisch inrichtingsplan: Gelijktijdig met de vaststelling van deze beleidsregel is een akoestisch inrichtingsplan vastgesteld. In dit plan is de totaal voor de industrie beschikbare geluidsruimte verdeeld. Hiertoe is het industrieterrein opgedeeld in 7 gebieden. Voor elk van deze gebieden is een geluidsniveau per vierkante meter vastgesteld zodanig dat het totale geluidsniveau van het industrieterrein past binnen het maximaal op de zonegrens toegestane geluidsniveau en de hogere grenswaarden. Voor elk gebied is een aantal dB(A) per vierkante meter beschikbaar. Van de 7 gebieden zijn een aantal gebieden op dit moment geheel in gebruik bij bestaande inrichtingen. Andere gebieden zijn gedeeltelijk in gebruik bij bestaande inrichtingen of liggen nog geheel braak. De geluidsruimte per gebied geldt voor het gehele gebied. Het maakt daarbij niet uit of een gebied al geheel is ingevuld of nog geheel of gedeeltelijk braak ligt.

Het akoestisch inrichtingsplan is opgesteld op basis van de geluidszone, de vastgestelde hogere grenswaarden, de aftrek vanwege redelijke sommatie, de eindresultaten van het akoestisch onderzoek en houdt rekening met de opgegeven wensen van Zeeland Seaports en de bestaande bedrijven. Om te voorkomen dat de geluidszone voortijdig wordt ingevuld vindt vergunningverlening of vaststelling van maatwerkvoorschriften plaats op basis van de vastgestelde geluidsruimte per gebied.

Artikel 2 Toepassingsgebied

De beleidsregel is zowel van toepassing op bedrijven die vallen onder een vergunningplicht ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht als ook op bedrijven die meldingsplichtig zijn ingevolge het Activiteitenbesluit. Bedrijven die ingevolge het Activiteitenbesluit niet meldingsplichtig zijn, de zogenaamde type A-inrichtingen, zijn buiten het toepassingsbereik van deze beleidsregel gelaten. Dit type inrichtingen produceert in de regel niet veel geluid, bijvoorbeeld een douane- of waterklerkkantoor of een zeemanshuis. Zij dragen niet of nauwelijks bij aan de totale geluidsemissie van de op het industrieterrein Axelse Vlakte II gevestigde/toekomstige inrichtingen.

Artikel 3 Toetsingscriteria

Algemeen

Niet extra opgenomen is de toets aan best beschikbare technieken. Dit volgt immers al uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Artikel 3 eerste lid

In artikel 2.14 eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vastgelegd, dat het bevoegd gezag bij de beslissing op de aanvraag om een vergunning de geldende grenswaarden in acht moet nemen. Indien blijkt dat een bedrijf binnen de vastgestelde geluidszone c.q. grenswaarde op de gevels van woningen niet mogelijk is, moet op basis van artikel 2.14, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de vergunning (gedeeltelijk) worden geweigerd.

Deze beleidsregel voegt de volgende extra toets toe aan artikel 2.14 eerste lid, van de Wet milieubeheer Wet algemene bepalingen omgevingsrecht : "de beslissing op de aanvraag om een vergunning voor inrichtingen die zich (willen) vestigen op het industrieterrein Axelse Vlakte II wordt getoetst aan het akoestisch inrichtingsplan."

Artikel 2.20 van het Activiteitenbesluit biedt het bevoegd gezag de mogelijkheid om voor bedrijven, type B en C van het besluit andere geluidgrenswaarden vast te stellen dan de waarden genoemd in artikel 2.17 van het besluit. Van deze mogelijkheid mag onder andere gebruik worden gemaakt bij gezoneerde industrieterreinen. De maatwerkvoorschriften mogen niet van dien aard zijn dat het bedrijf, met toepassing van de best beschikbare technieken, niet aan de geluidsgrenswaarden kan voldoen. Een melding ingevolge het besluit kan niet worden geweigerd, dit in tegenstelling tot een bedrijf dat vergunningplichtig is. Wel kan een toets aan het Akoestisch inrichtingsplan leiden tot het reguleren van maatwerkvoorschriften voor bedrijven die onder het Activiteitenbesluit, type B en C vallen.

Deze beleidsregel voegt bij meldingen ingevolge het Activiteitenbesluit de volgende extra toets toe: "bij meldingen wordt getoetst aan het akoestisch inrichtingsplan.

Indien de toets daartoe aanleiding geeft zal het bevoegd gezag bij maatwerkvoorschriften andere waarden vaststellen dan de waarden die genoemd zijn in artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit.

Voor een toelichting op de geluidsruimte die in het akoestisch inrichtingsplan voor het betreffende gebied per vierkante meter beschikbaar is wordt verwezen naar de toelichting bij het akoestisch inrichtingsplan.

Artikel 3 tweede lid

Bij besluit van:

  • -

    24 maart 1997 heeft gedeputeerde staten een hogere grenswaarde voor zes in de geluidszone gelegen woningen vastgesteld

  • -

    4 november 2008 heeft gedeputeerde staten voor twee van deze zes woningen de in 1997 vastgestelde hogere grenswaarden verhoogd

Artikelen 4, 5 en 6 (Voor)toetsing

In deze artikelen is de procedure vastgelegd tussen de degenen die de beslissing op de aanvraag om vergunning of het vaststellen van een maatwerkvoorschrift voorbereiden en degenen die het beheer van de zone uitvoeren. In artikel 4 is de mogelijkheid van een voortoets opgenomen. Deze voortoets vindt plaats voordat het bevoegd gezag met de officiële procedure op een aanvraag om een vergunning of de procedure voor het stellen van maatwerkvoorschriften ingevolge het Activiteitenbesluit aanvangt. De voortoets vindt plaats op grond van een akoestisch onderzoek en geeft een indicatie van de inpasbaarheid van de inrichting op het industrieterrein. Het betreft een informele toets.

In artikel 5 is aangegeven dat een aanvraag van het bevoegd gezag aan de beheerder van de geluidszone om een toetsing uit te voeren tijdig moet worden ingediend. Aan het begrip tijdig is geen nadere invulling gegeven om het bevoegd gezag daarin vrij te laten. In onderling overleg tussen de beheerder van de geluidszone en het bevoegd gezag zal per aanvraag invulling worden geven aan het begrip tijdig. De aanvraag om een zonetoets uit te voeren gaat gepaard met de ingediende aanvraag om een vergunning of ingediende melding en bevat daarmee alle voor het uitvoeren van de zonetoets van belang zijnde informatie. In onderling overleg tussen de beheerder van de geluidszone en het bevoegd gezag kan eventueel nadere informatie worden verstrekt (hierbij wordt onder andere gedacht aan het toezenden een digitale versie van het akoestisch model).

Artikel 6 regelt vervolgens de termijn waarbinnen de beheerder van de geluidszone de gevraagde toets uitvoert.

Artikel 7 Zonebewakingsmodel

In dit artikel wordt gegarandeerd dat alle partijen die als bevoegd gezag zelf een beleidsregel zonebeheersysteem hebben vastgesteld (gemeente Terneuzen) of eigenaar zijn van de gronden waarop het industrieterrein is gesitueerd (Zeeland Seaports) jaarlijks op de hoogte worden gesteld van de wijzigingen die op het industrieterrein hebben plaatsgevonden.

Artikel 9 Wijzigen akoestisch inrichtingsplan (grote herziening)

In ieder geval wordt elke vijf jaar bezien of het akoestisch inrichtingsplan nog past binnen de wensen van de verschillende partijen (provincie Zeeland, gemeente Terneuzen en Zeeland Seaports) en indien nodig herzien. Naar behoefte kan het akoestisch inrichtingsplan ook eerder tussentijds worden herzien. Voorwaarde is dat de toegestane geluidsbelasting op de zonegrens en de hogere grenswaarden in acht genomen moeten worden. Een wijziging van het akoestisch inrichtingsplan kan dus niet betekenen dat de geluidszone wordt aangepast of hogere grenswaarden worden verhoogd. De eerste evaluatie vindt uiterlijk plaats in 2016.

Indien de aanpassing(en) in het plan gevolgen hebben voor de uitbreidingsmogelijkheden van bedrijven dan worden de betreffende bedrijven hierover vooraf geïnformeerd. Om alle betrokkenen in de gelegenheid te stellen zienswijzen op de voorgenomen aanpassingen in te brengen is op het wijzigen (grote herziening) van het akoestisch inrichtingsplan de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht beschreven procedure van toepassing verklaard.

Artikel 10 Afwijking van het akoestisch inrichtingsplan (kleine herziening)

De afwijkingsmogelijkheid is opgenomen om de geluidruimte binnen een gebied te kunnen herverdelen zonder de totale gebiedswaarde te wijzigen. Dit artikel moet voorkomen dat de beleidsregel, in de dynamische omgeving van ontwikkelingen op een industrieterrein, als star en weinig flexibel wordt ervaren. Op deze wijze wordt voorkomen dat bij wijzigingen die zich beperken tot één specifiek gebied de gehele beleidsregel en het akoestisch inrichtingsplan opnieuw vastgesteld moeten worden. Verwacht wordt dat er bij het gebruik van de afwijkingsmogelijkheid vaak zal gaan om kleine afwijkingen met geringe gevolgen voor andere bedrijven.

Het herverdelen van geluidsruimte is alleen mogelijk tussen de verschillende deelgebieden c.q. bedrijfspercelen die in hetzelfde gebied liggen. Het herverdelen van geluidsruimte tussen de zeven verschillende gebieden is dus niet mogelijk.. Uiteraard mag bij het herverdelen van de geluidsruimte de geluidsbelasting op te zonegrens en/of de hogere grenswaarden niet worden overschreden. Verder geldt dat het herverdelen van geluidsruimte tussen de verschillende deelgebieden c.q. bedrijfspercelen alleen kan na schriftelijke instemming van het burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen en van gedeputeerde staten. Voordat geluidsruimte wordt herverdeeld moet inzicht worden verschaft in de gevolgen van deze herverdeling voor de bestaande bedrijven c.q. nog braakliggende percelen binnen een gebied. Zeeland Seaports en - indien van toepassing - het ministerie van Infrastructuur en milieu worden in de gelegenheid gesteld een vrijblijvend advies te geven. De bedrijven waarvoor de herverdeling gevolgen heeft worden vooraf geïnformeerd over de aard van deze de gevolgen.

Het afwijken van het akoestisch inrichtingsplan door de betreffende bestuursorganen op zich is niet vatbaar voor zienswijzen en beroep ingevolge de Algemene wet bestuursrecht. De rechtsgevolgen van een afwijking zijn dat echter wel op het moment dat aan het besluit tot afwijken rechtsgevolg wordt ontleend. Dit is bijvoorbeeld aan de orde bij verlening van de vergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, waarbij de (nieuwe) geluidsruimte in de vergunning van het betreffende bedrijf is opgenomen of wanneer door het opleggen van een maatwerkvoorschrift de geluidsruimte van een meldingsplichtig bedrijf wordt beperkt dan wel verruimd.

Akoestisch inrichtingsplan 2011

Zie bijlage 2; Akoestisch inrichtingsplan 2011 Industrieterrein Axelse Vlakte II

Ondertekening

Gegeven te Middelburg, 8 maart 2011
Gedeputeerde Staten van Zeeland voornoemd,
K.M.H. PEIJS, voorzitter,
drs. L.J.M. VERDULT
Uitgegeven, 26 april 2011
De provinciesecretaris,
drs. L.J.M. VERDULT

Bijlage 1; Gezoneerde industrieterrein Axelse Vlakte II + zonegrens

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 2; Akoestisch inrichtingsplan 2011 Industrieterrein Axelse Vlakte II

Behorende bij de Beleidsregel zonebeheersysteem industrieterrein Axelse Vlakte II provincie Zeeland 2011 (zonebeheerplan)

Status: Definitief

25 februari 2011

Gedeputeerde staten van Zeeland

Vastgesteld in de vergadering van 8 maart 2011

Inhoudsopgave

1. Inleiding

2. Akoestische uitgangspunten

 2.1. Algemeen

 2.2. (Deel)gebied

 2.3. Bepalen gebiedswaarde bestaande bedrijven

 2.4. Rekenparameters

 2.5. Bronhoogte, maaiveldhoogte

3. Gebiedsindeling

4. Gebiedsplan

5. Voorbeelden

1. Inleiding

Rond het Industrieterrein Axelse Vlakte II is op 25 september 1997 door de gemeenteraden van Sas van Gent en Terneuzen een geluidszone vastgesteld. Tevens zijn voor zes woningen binnen de geluidszone hogere grenswaarden vastgesteld.

Eind 2006 bleek dat de in 1997 vastgestelde geluidszone en de hogere grenswaarden voor woningen in de geluidszone leiden tot beperkingen bij het invullen van het industrieterrein conform de in 1992, in het kader van het project Gebiedsgerichte Benadering Kanaalzone Zeeuwsch-Vlaanderen, gemaakte afspraken.

Door de provincie Zeeland, de gemeente Terneuzen en Zeeland Seaports is medio 2007 een project opgestart om na te gaan op welke wijze aan deze afspraken kan worden voldaan. In het kader van dit project is eind 2007 door het Raadgevend ingenieursbureau DGMR een akoestisch rapport opgesteld. Uit dit rapport blijkt dat:

  • de in 1997 vastgestelde geluidszone en de daarbij horende hogere grenswaarden onvoldoende ruimte bieden voor de afgesproken ontwikkelingen van het industrieterrein

  • door het toepassen van de aftrek van de redelijke sommatie ten gunste van de bedrijven, in combinatie met een kleine verruiming van de geluidszone aan de westzijde wel aan de afgesproken invulling van het industrieterrein Axelse Vlakte II kan worden voldaan

Op grond van het voorgaande hebben gedeputeerde staten en burgemeester en wethouders van Terneuzen op 13 mei 2008 ieder afzonderlijk besloten om een aftrek vanwege redelijke sommatie voor het industrieterrein Axelse Vlakte II toe te passen van 2 dB(A) ten gunste van de bedrijven.

Vervolgens heeft de raad van Terneuzen op 13 november 2008 het bestemmingsplan “Herziening wijziging geluidszone Axelse Vlakte II” vastgesteld. Voorafgaand aan het vaststellen van het bestemmingsplan hebben gedeputeerde staten voor de woningen Wervenweg 8 en 13 te Sas van Gent, waarvoor eerder hogere grenswaarden waren vastgesteld, op 4 november 2008 nieuwe hogere grenswaarden vastgesteld.

Het industrieterrein Axelse Vlakte II is bij Provinciale Milieuverordening (Provinciaal blad nr. 7 van 2007) aangewezen als industrieterrein van regionaal belang. Hierdoor is op grond van artikel 163 lid 2 van de Wet geluidhinder gedeputeerde staten verantwoordelijk voor het beheer van de geluidszone rond het industrieterrein Axelse Vlakte II. Artikel 164 van de wet biedt de mogelijkheid om voor dat beheer een beheersplan/beleidsregel op te stellen. In dat plan kan worden aangeven hoe de beschikbare geluidsruimte wordt verdeeld over de diverse terreinen c.q. gebieden op het industrieterrein. Het voordeel van zo’n plan is dat het duidelijkheid geeft over de beschikbare geluidsruimte voor deze terreinen c.q. gebieden en er tevens rechtszekerheid ontstaat voor de bedrijven.

In het bestemmingsplan Axelse Vlakte II, d.d. 25 september 1997 is een regeling voor een akoestische verkaveling van het industrieterrein opgenomen. Deze regeling is opgesteld om te voorkomen dat de voor alle industrie beschikbare geluidsruimte wordt ingenomen door één of enkele bedrijven die fysiek maar een deel van de beschikbare gronden in gebruik hebben. De regeling in het bestemmingsplan is echter niet bindend en beantwoordt daarom niet aan het doel waarvoor het is opgesteld. Om deze reden is besloten deze beleidsregel op te stellen. De beleidsregel gaat uit van de correctie voor redelijke sommatie en de geluidszone, zoals deze is vastgesteld in verschillende bestemmingsplannen.

Dit akoestisch inrichtingsplan is onderdeel van de beleidsregel “Zonebeheersysteem industrieterrein Axelse Vlakte II provincie Zeeland 2010 (zonebeheerplan)” en regelt de feitelijke verdeling van de geluidsruimte op het industrieterrein. Hiertoe is het industrieterrein opgedeeld in een aantal gebieden. Voor ieder gebied is geluidsruimte beschikbaar. Deels is dit geluidsruimte die al wordt benut door de bestaande bedrijven deels zit hierbinnen extra geluidsruimte voor uitbreidingen. Voor de braakliggende gebieden betreft het geluidsruimte die kan worden benut bij de vestiging van bedrijven.

2. Akoestische uitgangspunten

In het akoestisch inrichtingsplan zijn een aantal uitgangspunten gehanteerd. Hieronder worden deze puntsgewijs besproken.

2.1. Algemeen

Voor het opstellen van het akoestisch inrichtingsplan is gebruik gemaakt van het DGMR rapport “Akoestisch onderzoek mogelijke aanpassingen van de geluidszone industrieterrein Axelse Vlakte II te Sas van Gent, gemeente Terneuzen, rapportnr. I.2007.5119.00.R001, R002 en R003 , d.d. 7 december 2007 en de meest recente versie van het bij de provincie aanwezige zonebeheermodel van het industrieterrein Axelse Vlakte II.

De in het DGMR rapport opgenomen bronvermogens per vierkante meter zijn voornamelijk gebaseerd op de visie van Zeeland Seaports voor het (fysiek) invullen van het industrieterrein Axelse Vlakte II met bedrijven. Deze gewenste invulling is door DGMR in het akoestisch rapport vertaald naar een voor deze invulling noodzakelijk aantal dB(A)/m2 per kavel. In dit akoestisch inrichtingsplan is naast wensen van Zeeland Seaports ook gestreefd naar een akoestisch invulling van het industrieterrein zodanig dat alle binnen de geluidszone beschikbare geluidsruimte zo optimaal mogelijk wordt benut. Daarbij is tevens rekening gehouden met nog aan te leggen wegen waardoor het aantal aan bedrijven uitgeefbare oppervlak lager is dan in het DGMR rapport. Dit betekent dat zowel de indeling van de kavels/gebieden als het op deze kavels/gebieden maximaal toelaatbare bronvermogen per vierkante meter af kan wijken van de in het DGMR rapport gehanteerde bronvermogens per vierkante meter.

Het zonebeheermodel bevat voor alle aanwezige bedrijven/inrichtingen de toegestane geluidsniveaus. Voor het bepalen van de oppervlakte van een bestaand bedrijf is voor de bedrijven waarvoor de gemeente Terneuzen het bevoegd gezag is uitgegaan van de opgaven van de gemeente. Voor de bedrijven waarvoor de provincie bevoegd gezag is zijn de gegevens verstrekt door het bedrijf of gebaseerd op de in de vergunningaanvraag Wet algemene bepalingen omgevingsrecht opgenomen kadastrale gegevens. Het oppervlak van de nog braakliggende kavels is aangegeven door Zeeland Seaports (eigenaar van de grond).

2.2. (Deel)gebied

Het industrieterrein is ingedeeld in een aantal gebieden. De grootte van een gebied ligt vast. Een gebied kan bestaan uit één of meerdere bedrijven/deelgebieden. Ook de nog braakliggende delen van het industrieterrein zijn in de gebieden ondergebracht. Daar waar in de tekst sprake is van bedrijf/bedrijven wordt hiermee tevens bedoeld braakliggende gebieden. Per (deel)gebied is een gebiedswaarde voor de dag-, avond- en nachtperiode vastgesteld.

Voor één gebied is wel een gebiedswaarde opgenomen maar zijn de vigerende of toekomstige maatwerkvoorschriften op basis van het activiteitenbesluit maatgevend voor de beschikbare geluidsruimte van dat gebied. Het betreft het gebied waar op dit moment Outokumpu gevestigd is. De bij Outokumpu in gebruik zijnde gronden zijn door Zeeland Seaports in erfpacht uitgegeven. Om ook voor de toekomst (b.v. na vertrek van Outokumpu) geluidsruimte voor dit gebied veilig te stellen is naast de geluidruimte die gebaseerd is op de maatwerkvoorschriften voor Outokumpu op grond van het activiteitenbesluit ook een gebiedswaarde opgenomen. Zolang de maatwerkvoorschriften op grond van het activiteitenbesluit voor Outokumpu van kracht zijn geldt de in deze maatwerkvoorschriften opgenomen geluidruimte voor het gebied waarvoor de maatwerkvoorschriften gelden.

2.3. Bepalen gebiedswaarde bestaande bedrijven

De gebiedswaarde van bestaande bedrijven is bepaald op basis van de oppervlakte van het bedrijf waarop de omgevingsvergunning of de melding betrekking heeft en het toegestane geluidsniveau in de dag-, avond- en nachtperiode. Mocht een bestaand bedrijf nieuwe gronden aankopen dan krijgen zij hiervoor nieuwe geluidruimte ter beschikking. Bedrijven willen ook vaak (kleine) uitbreidingen realiseren op hun huidige terrein. Bij dergelijke uitbreidingen komt er geen nieuwe geluidruimte ter beschikking terwijl die vaak wel nodig is. Hierin is voorzien door in de gebiedswaarde voor (kleine) uitbreidingen geluidsruimte op te nemen die per bedrijf en per periode 1 dB of meer bedraagt.

2.4. Rekenparameters

De gebiedswaarde is berekend volgens de handleiding “Meten en rekenen industrielawaai” uit 1999. Uitgangspunt voor het bepalen van de dB(A) per vierkante meter van een bedrijf zijn de bij dat betreffende bedrijf aanwezige voor bedrijfsduur gecorrigeerde bronnen. Voor het bepalen van de dB(A)’s per vierkante meter wordt geen rekening gehouden met interne afscherming op het industrieterrein.

Bij het gebied waarop nu Outokumpu is gevestigd is bij het bepalen van de geluidsruimte, zolang de maatwerkvoorschriften op grond van het activiteitenbesluit voor Outokumpu voor het betreffende gebied van kracht zijn, rekening gehouden met de afscherming van de bedrijfsgebouwen. Ook is bij het bepalen van de geluidsruimte bij Outokumpu rekening gehouden met de daadwerkelijk aanwezige geluidsbronnen.

2.5. Bronhoogte, maaiveldhoogte

Voor het bepalen van het bronvermogen per gebied (= gebiedswaarde x oppervlakte gebied) is gerekend met een oppervlaktebron met een hoogte van 5 meter. Een uitzondering is gemaakt voor de kadekranen. Voor de kadekranen is een bronhoogte van 30 meter aangehouden.

De gemiddelde maaiveldhoogte van het industrieterrein is 4 meter. Voor de volgende (deel)gebieden is een afwijkende maaiveldhoogte gehanteerd:

  • gebieden 1d, 1f en 4 maaiveldhoogte 3,90 meter

  • gebied 3b maaiveldhoogte 4,25 meter

  • gebied 6 maaiveldhoogte 2,50 meter

  • gebied 5a en 7 maaiveld hoogte 3,60 meter

  • bij Outokumpu, omdat niet is uitgegaan van bronvermogen per vierkante meter, zijn de daadwerkelijk bij dit bedrijf aanwezige geluidsbronnen in het model opgenomen. Voor deze bronnen is de werkelijke hoogte ingevoerd.

3. Gebiedsindeling

Er zijn zeven gebieden met een vaste gebiedswaarde. Een aantal daarvan is opgesplitst in deelgebieden. Voor deze deelgebieden geldt een afwijkende gebiedswaarde. Een bedrijf kan een deel van een gebied of een geheel gebied gebruiken. Bij het vaststellen van de gebiedsindeling is rekening gehouden met de bijzondere situatie die betrekking heeft op het gebied dat nu wordt ingenomen door Outokumpu. In figuur 1 zijn de zeven gebieden weergegeven en is tevens, door middel van een rood kader, het uitzonderingsgebied dat betrekking heeft op Outokumpu aangegeven.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 1: Overzicht van de (deel)gebieden

 

4. Gebiedsplan

Per (deel)gebied zijn dB(A)’s per vierkante meter vastgesteld. In de onderstaande tabel zijn de per gebied gereserveerde waarden opgenomen. Zie ook de bijgevoegde figuren 2, 3 en 4 voor de gebiedswaarden in de verschillende perioden.

(Deel)gebied

Bedrijfsnaam

Oppervlak (m2)

(Deel)gebiedswaarde in (A)/m2

 
 
 

Dag

Avond

Nacht

Gebied 1

 
 
 
 
 

Deelgebied 1a

Zeeland Cement

19.820

58,4

58,4

58,4

Deelgebied 1b

Mammoet opslag 1

21.520

62,4

61,4

61,4

Deelgebied 1c

Den Doelder

11.590

61,4

56,4

51,4

Deelgebied 1d

Delta trafostation

10

85,4

80,4

75,4

Deelgebied 1e

Swagemakers

12.663

65,4

65,4

59,4

Deelgebied 1f

Geerlings

4.236

60,4

55,4

50,4

Deelgebied 1g

Delta trafostation

10

87,4

82,4

77,4

Gebied 2

 
 
 
 
 

Deelgebied 2a

Mammoet/Zeeland Cement kade

9.256

65,4

63,4

62,4

Deelgebied 2b

Mammoet opslag 2

6.519

62,4

61,4

61,4

Deelgebied 2c

Outokumpu+optie uitbreiding

166.768

58,4

50,4

50,4

Deelgebied 2d

Optie Outokumpu

23.445

66,4

62,4

53,4

Deelgebied 2e

Outokumpu

20.377

68,4

66,4

56,4

Gebied 3

 
 
 
 
 

Deelgebied 3a

Alpha Calcit

30.248

64,4

61,4

59,4

Deelgebied 3b*

Braakliggend

272.509

69,4

63,4

59,4

Gebied 4

Braakliggend

114.572

68,4

66,4

57,4

Gebied 5

 
 
 
 
 

Deelgebied 5a

Braakliggend

144.759

69,4

65,4

60,4

Deelgebied 5b

Optie Sagro

65.823

70,4

65,4

60,4

Deelgebied 5c

Sagro

85.580

75,4

41,4

41,4

Deelgebied 5d

CSI (voorheen ORTI)

16.870

74,4

61,4

61,4

Gebied 6

Braakliggend

128.248

69,4

67,4

58,4

Gebied 7

Braakliggend

46.958

75,4

70,4

60,4

 
 
 
 
 
 
 

* in gebied 3b zijn tevens, verspreid langs de kade, vier kranen in het akoestisch gebiedsplan opgenomen met bronvermogen van 103 dB(A) per kraan en een hoogte van 30 meter boven het plaatselijk maaiveld.

 

Opmerking:

Voor de gebieden 2c en 2e is wel een gebiedswaarde vastgesteld maar daar wordt zolang het gebied valt binnen de inrichtingsgrens van Outokumpu niet mee gerekend. Voor dit gebied is uitgegaan van de werkelijke situatie, de werkelijk aanwezige geluidsbronnen en daarbij horende geluidsniveaus zoals deze in de maatwerkvoorschriften voor Outokumpu op grond van het activiteitenbesluit zijn opgenomen op het moment van vaststelling van dit plan. Uit berekeningen is namelijk gebleken dat het toepassen van een gebiedswaarde bij Outokumpu een onjuiste waarde geeft van de werkelijke geluidsbelasting die Outokumpu veroorzaakt ter plaatse van de geluidzone en de voor geluidgevoelige bestemmingen vastgestelde maximaal toelaatbare geluidsbelastingen (MTG’s). Door deze onjuiste geluidsbelasting treedt bij het toepassen van een gebiedswaarde een overschrijding van de geluidszone en de MTG waarden op die er in werkelijkheid niet is.

Om te voorkomen dat bij het verkleinen van het gebied dat tot de inrichting behoord braakliggende gronden ontstaan waarvoor geen geluidruimte is gereserveerd is voor de gebieden waarop Outokumpu nu is gevestigd wel een gebiedswaarde opgenomen. Deze gebiedswaarde geldt alleen voor gebieden die nu wel maar in de toekomst geen deel meer uitmaken van Outokumpu.

afbeelding binnen de regeling

Figuur 2: (Deel)gebiedswaarde voor de dagperiode

afbeelding binnen de regeling

Figuur 3: (Deel)gebiedswaarde voor de avondperiode

afbeelding binnen de regeling

Figuur 4: (Deel)gebiedswaarde voor de nachtperiode

5. Voorbeelden

Hieronder volgen een aantal voorbeelden hoe omgegaan wordt met de verdeling van de beschikbare geluidsruimte. Het zijn fictieve en willekeurig gekozen voorbeelden.

Gebied 6

Een bedrijf wil zich vestigen in gebied 6. Het betreft hier een bedrijf dat continu wil werken. De grootte van het gebied van dit bedrijf wordt 30.000 m2. De gebiedswaarde voor gebied 6 is 70,4 dB(A)/m2 in de dagperiode, 67,4 dB(A)/m2 in de avondperiode en 59,4 dB(A)/m2 in de nachtperiode. Het bronvermogen (afgerond) van dit zich nieuw te vestigen bedrijf kan op basis van de gebiedswaarde maximaal 115 dB(A) in de dagperiode, 112 dB(A) in de avondperiode en 104 dB(A) in de nachtperiode bedragen.

Gebied 5c

Op gebied 5c is een bedrijf gevestigd dat op dit moment 85.580 vierkante meter ter beschikking heeft. De gebiedswaarde voor het gebied waarop dit bedrijf ligt bedraagt 75,4 dB(A)/m2 in de dagperiode, 41,4 dB(A)/m2 in de avondperiode en 41,4 dB(A)/m2 in de nachtperiode. Het toegestane bronvermogen voor het bedrijf bedraagt op grond van de normen uit de vergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht 123,3 dB(A) in de dagperiode en 89,7 dB(A) in de avond- en nachtperiode. Binnen de gebiedswaarde voor gebied 5c is beperkte geluidsruimte aanwezig voor kleine uitbreidingen. Het bedrijf heeft echter grootse uitbreidingsplannen en overweegt hiervoor het gehele gebied 5b van 65.823 vierkante meter aan te kopen. De gebiedswaarde van dit gebied wordt dan bij het reeds aanwezig bronvermogen opgeteld. Het maximaal toelaatbare bronvermogen van het bedrijf komt, na aankoop van gebied 5b, op 124,5 dB(A) in de dagperiode, 113,6 dB(A) in de avondperiode en 108,6 dB(A) in de nachtperiode. Uit dit voorbeeld blijkt dat indien een bedrijf grond bijkoopt, zij ook meer geluid mag produceren.