LIJST MET CATEGORIEEN IN HET KADER VAN DE VERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN

Verklaring van geen bedenkingen

Voor activiteiten die niet onder één van deze ontheffingsmogelijkheden vallen, bestaat de mogelijkheid om een apart soort procedure te doorlopen. Waar onder de Wet ruimtelijke ordening nog sprake was over een projectbesluit, creëert de Wabo een andere manier om ruimtelijke projecten mogelijk te maken. Het projectbesluit komt hiermee te vervallen.

De nieuwe figuur staat in artikel 2.12 lid 1 onder a onder 3° van de Wabo. Indien de activiteit niet in strijd is met de goede ruimtelijke ordening en het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat, kan de omgevingsvergunning worden verleend. Voorwaarde voor deze verlening is dat deze niet verleend wordt, dan nadat de gemeenteraad van de gemeente waar het project geheel of in hoofdzaak wordt uitgevoerd, heeft verklaard dat hij daartegen geen bedenkingen heeft. (Het college is in beginsel bevoegd gezag voor alle omgevingsvergunningen)

De nieuwe bevoegdheid van de raad houdt dus in dat de raad een verklaring van geen bedenkingen af dient te geven aan het college over de planologische aspecten en pas dan kan de omgevingsvergunning voor die activiteit door het college verleend worden. Deze verklaring kan slechts worden geweigerd in het belang van een goede ruimtelijke ordening. Wordt de verklaring van geen bedenkingen geweigerd, dan dient ook de omgevingsvergunning geweigerd te worden. De verklaring van geen bedenkingen is integraal onderdeel van het besluit omtrent een omgevingsvergunning.

Categorieën

In lid 3 van artikel 6.5 van het BOR wordt de mogelijkheid geboden aan de raad om een lijst van categorieën vast te stellen waarbij een dergelijke verklaring van geen bedenkingen niet vereist is. In die gevallen is het college zelf bevoegd te beoordelen of een activiteit in overeenstemming of in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Voor gemeente De Bilt is een lijst met categorieën opgesteld, waarin het college geen verklaring bij de raad hoeft te vragen. Deze gevallen zijn onder B. opgesomd.

Procedure

Wanneer een omgevingsvergunning wordt aangevraagd zal het college beoordelen of zij bevoegd gezag is. In de meeste gevallen is dit het geval. Vervolgens beoordeelt zij voor welke activiteiten vergunning wordt aangevraagd. Daarbij zal ook blijken welke procedure van toepassing is.

Bij strijdigheid met het bestemmingsplan zal het college moeten bekijken of er een mogelijkheid is om ontheffing te verlenen. Indien dat niet mogelijk, dan zal het college tot de conclusie komen dat enkel met toepassing van een verklaring van geen bedenkingen-procedure de activiteit vergund kan worden. Op dat moment wordt uiteraard bekeken of één van de hieronder genoemde gevallen van toepassing is. Zo ja, dan is het college bevoegd om de volledige aanvraag verder te behandelen en hierop te besluiten. Is er geen sprake van één van de hieronder genoemde gevallen, dan stuurt het college de aanvraag met alle benodigde gegevens naar de raad met het verzoek om een verklaring van geen bedenkingen. De raad beoordeelt dan of de activiteit in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening en legt een ontwerp verklaring van geen bedenkingen ter inzage. In praktijk zal de raad een voorstel worden gedaan, waarmee de raad al dan niet instemt. Tevens zal de ontwerpverklaring van geen bedenkingen samen met het ontwerpbesluit, dat ziet op de overige activiteiten, ter inzage liggen. Vervolgens bestaat er voor belanghebbenden gedurende zes weken de mogelijkheid om zienswijzen in te dienen. Vervolgens worden eventuele zienswijzen tegen de ontwerpverklaring aan de raad toegezonden en wordt een definitief besluit genomen over de verklaring van geen bedenkingen. Het college kan met behulp van de verklaring tenslotte het besluit op de omgevingsvergunning nemen.

Van de gevallen waar een verklaring van geen bedenkingen vereist zou zijn geweest, maar door de onderstaande lijst hiervan is uitgesloten, zal een eenmaal per kwartaal een overzicht worden gezonden.

B.Inhoudelijk

Géén verklaring van geen bedenkingen van de raad van gemeente De Bilt is vereist in de volgende gevallen:

I.Indien reeds een stedenbouwkundige visie, stedenbouwkundige randvoorwaarden, masterplan, gebiedsvisie, projectplan of daarmee te vergelijken ruimtelijk kader is vastgesteld door de raad van gemeente De Bilt, is geen verklaring van geen bedenkingen vereist. Hierbij geldt dat indien sprake is van woningbouw het mag gaan om maximaal 30 woningen.

Toelichting: Indien de raad reeds de ruimtelijke kaders heeft vastgesteld, is het college gehouden aan deze kaders. De activiteit dient dan uiteraard te voldoen aan deze kaders.

Voor het aantal van 30 woningen kan gerefereerd worden aan de circulaire van de Provincie Utrecht d.d. 4 juli 2006 die destijds voor de procedure artikel 19 lid 2 van de Wet Ruimtelijke Ordening is vastgesteld. Boven het aantal van 30 woningen zal de raad een verklaring van geen bedenkingen af dienen te geven, ook indien de kaders reeds van tevoren zijn vastgesteld.

II.Indien sprake is van realisering van woningbouw in bestaand stedelijk gebied*, is geen verklaring van geen bedenkingen vereist, mits het te realiseren aantal woningen niet meer dan twee bedraagt.

Toelichting: Een realisatie van twee woningen is planologisch gezien van beperkte impact in stedelijk gebied. Grootschalige bouwprojecten kunnen hier gelet op het maximum van twee niet onder geschaard worden en blijven dus middels een verklaring van geen bedenkingen voorbehouden aan de raad.

III.Indien sprake is van realisering van maatschappelijke voorzieningen of voorzieningen ten behoeve van sport, in bestaand stedelijk gebied, de maximale oppervlakte van de bebouwing** niet meer dan 1500m2 bedraagt en de activiteit in overeenstemming is met rijks- of provinciaal beleid, is geen verklaring van geen bedenkingen vereist.

Toelichting: Gemeente De Bilt heeft tot doel het niveau van maatschappelijke voorzieningen en sportvoorzieningen op peil te houden en nieuwe ontwikkelingen op dat gebied te stimuleren. Deze activiteiten vinden plaats in het kader van het algemeen belang en komen veelal voort uit sectoraal raadsbeleid, zoals de Nota Ouverture, het WMO-beleidskader, Integraal huisvestingplan Onderwijs. Deze ontwikkelingen kunnen op grond van het maatschappelijk belang, binnen de bestaande beleidskaders, op basis van deze lijst, zonder nadere heroverweging worden gerealiseerd.

**bebouwing omvat ook bouwwerken geen gebouw zijnde.

IV.Aanleg van nieuwe en aanpassing van bestaande lokale weg- en waterinfrastructuur en niet-structuurbepalende groenvoorzieningen in bestaand stedelijk gebied.

Toelichting: Aanpassing van de openbare ruimte en in het bijzonder de optimalisatie van de verkeersafwikkeling, het oppervlaktewaterbeheer en openbare groenvoorzieningen vindt plaats in het kader van het algemeen belang en komen veelal voort uit sectoraal raadsbeleid, zoals het Verkeerscirculatieplan en gemeentelijk Waterplan. Deze ontwikkelingen kunnen op grond van het maatschappelijk belang, binnen de bestaande beleidskaders, zonder nadere heroverweging worden geëffectueerd. Deze regeling heeft uitsluitend betrekking op lokale infrastructurele voorzieningen, zoals lokale wegen. Provinciale wegen en Rijkswegen zijn uitgezonderd.

V.Indien sprake is van een dringende behoefte (urgentie), het bestemmingsplan reeds in voorbereiding is, maar nog niet in ontwerp ter inzage is gelegd, is geen verklaring van geen bedenkingen vereist.

Toelichting: Met deze categorie van gevallen zal zeer terughoudend worden omgegaan. Het biedt echter wel de mogelijkheid om in dringende gevallen een versnelde procedure te voeren indien dit gewenst is.

*Stedelijk gebied= gebied binnen de contouren van bijgevoegde kaart

Uitzondering

VI.Indien sprake is van een activiteit binnen een beschermd dorpsgezicht is altijd, dus ook in bovengenoemde gevallen, een verklaring van geen bedenkingen vereist.

Toelichting: Ontwikkelingen in dergelijke kwetsbare gebieden vergen een vergaande belangenafweging. De kaders die voor deze gebieden gelden dienen streng bewaakt te worden.

Procedureel

Géén verklaring van geen bedenkingen van de raad van gemeente De Bilt is vereist in de volgende gevallen:

VII.Indien reeds op voorhand duidelijk is dat de aanvraag om omgevingsvergunning op andere gronden dan planologische geweigerd moet worden en de aanvrager niet heeft verzocht om een omgevingsvergunning voor de onderdelen waarvoor deze niet behoeft te worden geweigerd, is geen verklaring van geen bedenkingen vereist.

Toelichting: De omgevingsvergunning kan bestaan uit meerdere deelactiviteiten. Deze deelactiviteiten (bouw, sloop, kap, milieu enz.) hebben allen een toetsingskader, in de Wabo of in de decentrale regelgeving (verordeningen). Indien een onderdeel van de omgevingsvergunning geweigerd moet worden, dient de gehele omgevingsvergunning geweigerd te worden. Hierop geldt de uitzondering dat de aanvrager kan verzoeken om de omgevingsvergunning toch te verlenen voor de deelactiviteiten die wel vergund kunnen worden. Doet hij dat wel dan kan het toch nog noodzakelijk zijn om een verklaring van geen bedenkingen aan te vragen. Zo niet, dan is het overbodig om de raad de aanvraag voor een verklaring van geen bedenkingen voor te leggen, aangezien zich dan reeds een andere weigeringsgrond heeft voorgedaan.

VIII.Indien de ontwerpverklaring van geen bedenkingen ter inzage heeft gelegen en er door belanghebbenden geen zienswijzen zijn ingediend, is geen definitieve verklaring van geen bedenkingen vereist.

Toelichting: De raad neemt op een bepaald moment het besluit om een ontwerpverklaring ter inzage te leggen voor belanghebbenden. Daarmee geeft zij aan positief te staan tegenover de betreffende ontwikkeling. Indien belanghebbenden geen zienswijzen indienen, zijn er geen redenen om de raad nog het definitieve besluit omtrent de verklaring van geen bedenkingen te laten nemen. Er zijn geen immers geen zienswijzen die de eerder ingenomen positieve grondhouding kunnen doen veranderen.

C.Inwerkingtreding

Deze lijst van categorieën treedt in werking op de dag dat de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking treedt.

Bijlage: Contourenkaart stedelijk gebied

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 24 juni 2010,

de gemeenteraad van gemeente De Bilt,

de griffier, wnd., de voorzitter,

drs. M.C.C. Philips A.J. Gerritsen