Kwijtscheldingsregeling Waterschap Veluwe 2011

Geldend van 01-01-2011 t/m heden

Het algemeen bestuur van Waterschap Veluwe;

gelet op het bepaalde in artikel 144, derde en vierde lid van de Waterschapswet en de Regeling nadere regels kwijtschelding provinciale, gemeente en waterschapsbelastingen:

besluit:

vast te stellen de "Kwijtscheldingsregeling Waterschap Veluwe 2011".

Artikelen

Artikel 1

Geen kwijtschelding wordt verleend voor:

a. de verontreinigingsheffing bedoeld in artikel 3, lid 3 onder b van de "Verordening verontreinigingsheffing Waterschap Veluwe 2011";

b. de zuiveringsheffing bedoeld in artikel 3, lid 3 onder b van de "Verordening zuiveringsheffing Waterschap Veluwe 2011";

c. de watersysteemheffing bedoeld in artikel 2, lid 2 onder b, c en d van de "Verordening op de watersysteemheffing Waterschap Veluwe 2011".

Artikel 2

Geen kwijtschelding wordt verleend voor reeds betaalde aanslagen. indien het verzoek als bedoeld in artikel 7, eerste lid van de "Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990" niet is ingediend binnen 3 maanden nadat de (laatste) betaling op de belastingaanslag heeft plaatsgevonden en de belastingschuldige heeft betaald onder omstandigheden die aanleiding zouden hebben gegeven tot kwijtschelding.

Artikel 3

Het percentage genoemd in artikel 16 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt bepaald op 100%.

Artikel 4

De Kwijtscheldingsregeling Waterschap Veluwe 1998, laatst gewijzigd op 26 november 2008, blijft van toepassing op de belastingschulden die zijn ontstaan voor 1 januari 2011.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking en vindt toepassing op belastingschulden die zijn ontstaan op of na 1 januari 2011.

Artikel 6

Deze regeling kan worden aangehaald als "Kwijtscheldingsregeling Waterschap Veluwe 2011".

Aldus besloten in de openbare vergadering van 25 november 2010

,  secretaris

, dijkgraaf

Toelichting algemeen

Op grond van artikel 144, lid 2 Waterschapswet wordt voor de waterschapsbelastingen kwijtschelding verleend met toepassing van de krachtens artikel 26 Invorderingswet 1990 gestelde regels ("Uitvoeringsregeling Invorderingsweg 1990"). Het algemeen bestuur kan echter binnen bepaalde grenzen afwijkende regels stellen die er toe leiden dat in het geheel géén dan wel gedeeltelijke kwijtschelding wordt verleend (artikel 144 lid 3 Waterschapswet) of dat in ruimere mate kwijtschelding wordt verleend (art. 144, lid 4 Waterschapswet).

In artikel 1 van de door de minister van Verkeer en Waterstaat vastgestelde nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen is het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan vastgesteld op ten hoogste 100% van de bijstandsnorm.

Toelichting artikelgewijs

Artikel 1

In artikel 1 worden belastingen genoemd waarvoor in het geheel geen kwijtschelding wordt verleend.

Artikel 2

In artikel 2 wordt geregeld dat verzoeken om kwijtschelding van reeds betaalde belastingaanslagen moeten worden ingediend binnen drie maanden na de (laatste) betalingen. Artikel 2 is een bevestiging van artikel 26, par. 1, lid 5 van de Leidraad Invordering Waterschapsbelastingen Tricijn.

Artikel 3

In dit artikel wordt het percentage genoemd in de artikel 16 van de Uitvoeringsregel Invorderingswet 1990 bepaald op 100%.

Artikel 5

Artikel 5 regelt de inwerkingtreding. Het besluit is van toepassing op belastingschulden die zijn ontstaan op of na 1 januari 2011, ongeacht het belastingjaar waarop het verzoek betrekking heeft.