Verordening op de uitgangspunten voor het beleid, voor het beheer en voor de inrichting van de beleids- en verantwoordingsfunctie van Waterschap Vallei en Eem

Geldend van 01-01-2009 t/m heden

Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie

Waterschap Vallei en Eem

Het algemeen bestuur van Waterschap Vallei en Eem besluit,

gelet op artikel 108 van de Waterschapswet en hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit,

vast te stellen:

de Verordening op de uitgangspunten voor het beleid, voor het beheer en voor de inrichting van de beleids- en verantwoordingsfunctie van Waterschap Vallei en Eem.

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Inhoud

Artikel 1 (definities)

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    administratie:

    het systematisch verzamelen, vastleggen en verwerken van gegevens alsmede het verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van het waterschap en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd;

  • b.

    netto-kosten: lasten die aan een bepaald programma, product c.q. kostendrager worden toegerekend en waarvan zijn afgetrokken de baten (met uitzondering van de belasting- en andere algemene opbrengsten) die aan hetzelfde programma, product c.q. kostendrager worden toegerekend;

  • c.

    Waterschapswet: de Waterschapswet zoals deze luidt na het in werking treden van de Wet modernisering waterschapsbestel van 21 mei 2007 (Staatsblad 2007, 208);

  • d.

    Waterschapsbesluit: ‘Besluit van 29 november 2007, houdende regels met betrekking tot de waterschappen‘ (Staatsblad 2007, 497).

Hoofdstuk 2 Beleidsvoorbereiding en verantwoording

Kaderstelling

Artikel 2 (beleids- en verantwoordingscyclus)

  • 1. Het algemeen bestuur stelt de onderdelen van de beleids- en verantwoordingscyclus voor het begrotingsjaar en de periode van de meerjarenraming vast en geeft jaarlijks aan op welk moment de onderdelen daarvan moeten worden aangeboden en wanneer deze zullen worden behandeld.

  • 2. Het waterbeheersplan maakt onderdeel uit van de beleids- en verantwoordingscyclus.

  • 3. Dijkgraaf & Heemraden zorgen er voor dat de onderdelen van de beleids- en verantwoordingscyclus voldoen aan de relevante bepalingen van hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit, aan relevante overige wetgeving en aan datgene wat in deze verordening wordt bepaald.

Artikel 3 (programma's)

Het algemeen bestuur stelt een programma-indeling vast.

Beleidsbepaling

Artikel 4 Visie Effectrapportage (VER)

  • 1. Dijkgraaf & Heemraden bieden jaarlijks ter vaststelling een meerjarenraming met toelichting (VER) aan het algemeen bestuur aan waarin voorstellen worden gedaan voor het beleid in het volgende begrotingsjaar en ten minste de drie daaropvolgende jaren.

  • 2. Voorafgaand aan deze aanbieding organiseren Dijkgraaf & Heemraden een discussiebijeenkomst over de VER voor het algemeen bestuur.

  • 3. De eerste jaarschijf uit de VER is kaderstellend voor de begroting van dat betreffende jaar.

Artikel 5 (ontwerp-begroting en geplande investeringen)

  • 1. Dijkgraaf & Heemraden bieden jaarlijks ter vaststelling een begroting aan het algemeen bestuur aan waarin voorstellen worden gedaan voor het beleid in het volgende begrotingsjaar.

  • 2. Dijkgraaf & Heemraden zorgen er voor dat er bij de begrotingsbehandeling een overzicht is geagendeerd van de investeringen waarvan de start van de uitvoering c.q. het moment van aanschaffing in het begrotingsjaar is gepland. In dit overzicht zijn opgenomen de raming van de investeringsuitgaven en van de aan de investeringen gerelateerde inkomsten.

Artikel 6 (vaststelling begroting en investeringskredieten)

  • 1. Het algemeen bestuur autoriseert met het vaststellen van de begroting de netto-kosten die per programma zijn opgenomen alsmede de dekkingsmiddelen die zijn opgenomen in de begroting naar kostendragers.

  • 2. Op basis van het in artikel 5, tweede lid bedoelde overzicht van investeringen stelt het algemeen bestuur vast van welke investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De uitgaven en inkomsten van de overige investeringen worden bij de begrotingsbehandeling geautoriseerd.

Uitvoering, sturing en beheersing

Artikel 7 (ruimte bij begrotingsuitvoering)

  • 1. Dijkgraaf & Heemraden zijn bevoegd overschrijding van geautoriseerde netto-kosten te dekken uit het bedrag voor onvoorzien uit de begroting.

  • 2. Dijkgraaf & Heemraden zijn bevoegd de netto-kosten van een programma met 10% van de netto-kosten te overschrijden zonder toestemming vooraf van het algemeen bestuur indien de middeleninzet past binnen het vastgestelde beleid en indien de hiervoor benodigde financiële ruimte elders binnen de begroting kan worden gevonden. Een dergelijk feit wordt achteraf aan het algemeen bestuur gerapporteerd.

  • 3. Dijkgraaf & Heemraden zijn bevoegd de voor een investering geraamde uitgaven met 10% van de uitgaven te overschrijden en de geraamde inkomsten met 10% van de inkomsten te onderschrijden zonder toestemming vooraf van het algemeen bestuur indien deze mutaties passen binnen het vastgestelde beleid. Een dergelijk feit wordt achteraf aan het algemeen bestuur gerapporteerd.

Rapportage en interne verantwoording

Artikel 8 (actieve informatieplicht, tussentijdse rapportage en begrotingswijzigingen)

Dijkgraaf & Heemraden informeren het algemeen bestuur door middel van één of meer tussentijdse rapportages, zoals deze zijn opgenomen in de vastgestelde beleids- en verantwoordingscyclus (zie artikel 2),  over de realisatie van het beleid dat in de begroting is opgenomen en over de uitvoering van investeringen.

Artikel 9 (jaarverslaggeving)

Dijkgraaf & Heemraden leggen na afloop van ieder begrotingsjaar verantwoording af aan het algemeen bestuur over de uitvoering van de programma's door middel van het ter vaststelling aanbieden van het jaarverslag en de door de accountant gecontroleerde jaarrekening.

Hoofdstuk 3 Uitgangspunten financieel beleid

Artikel 10 (financieel beleid algemeen)

  • 1. Dijkgraaf & Heemraden stellen beleid ter uitwerking vast ten aanzien van de volgende onderwerpen:

    • a.

      waardering en afschrijving van activa;

    • b.

      weerstandsvermogen, risicomanagement, reserves en voorzieningen;

    • c.

      kostentoerekening en onderbouwing tarieven;

    • d.

      financiering.

  • 2. Dijkgraaf & Heemraden zenden de in het eerste lid bedoelde beleidsuituitwerking ter kennisname aan het algemeen bestuur.

Artikel 11 (waardering en afschrijving van activa)

  • 1. Het beleid ten aanzien van waardering en afschrijving van activa omvat in ieder geval:

    • a.

      investeringen met een verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs lager dan € 50.000 worden niet geactiveerd met uitzondering van uitgaven voor aankoop van gronden, vervoermiddelen en machines. Hiervoor geldt een grens van € 5.000.

    • b.

      de wijze waarop het waterschap omgaat met de verplichtingen uit het Waterschapsbesluit dat de bijdragen van eigen personeel, de rente over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend en de mogelijkheid dat een redelijk deel van de kosten van ondersteunende diensten van het waterschap in de vervaardigingsprijs van vaste activa worden opgenomen;

    • c.

      de afbakening tussen investering en onderhoud;

    • d.

      de afschrijvingsmethode.

  • 2. Uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling worden lineair in 5 jaar afgeschreven voor zover de betreffende uitgaven op grond van artikel 4.63 van het Waterschapsbesluit mogen worden geactiveerd.

  • 3. Bijdragen in activa in eigendom van derden worden afgeschreven gedurende het aantal jaren dat de betreffende activa naar verwachting door de derde zullen worden geëxploiteerd en voor zover de betreffende uitgaven op grond van artikel 4.64 van het Waterschapsbesluit mogen worden geactiveerd.

  • 4. De overige materiële vaste activa worden lineair afgeschreven in:

    • a.

      7 jaar: vervoermiddelen, machines, apparaten en werktuigen;

    • b.

      40 jaar: bedrijfsgebouwen en woonruimten;

    • c.

      15 jaar: technische installaties in bedrijfsgebouwen en woonruimten;

    • d.

      10 jaar: veiligheidsvoorzieningen, telefooninstallaties; kantoormeubilair in bedrijfsgebouwen en woonruimten;

    • e.

      35 jaar: primaire waterkeringen;

    • f.

      25 jaar: overige waterkeringen;

    • g.

      25 jaar: waterlopen en eenvoudige watersysteemkunstwerken;

    • h.

      30 jaar: bouwkundig deel watersysteemgemalen;

    • i.

      15 jaar: mechanisch deel watersysteemgemalen;

    • j.

      30 jaar: transportleidingen en bouwkundig deel transportgemalen;

    • k.

      15 jaar: mechanisch deel transportgemalen;

    • l.

      30 jaar: bouwkundig deel zuiveringinstallaties en slibverwerkingsinstallaties;

    • m.

      15 jaar: mechanisch deel zuiveringinstallaties en slibverwerkingsinstallaties;

    • n.

      10 jaar telemetrie ten behoeve van de aansturing van gemalen, zuiveringsinstallaties en eventuele andere voorzieningen;

    • o.

      8 jaar: peilbesluiten en waterakkoorden;

    • p.

      10 jaar: legger en beheersregister;

    • q.

      15 jaar: beschoeiing;

    • r.

      15 jaar: depot berging saneringsspecie;

    • s.

      op basis van looptijd plan: meerjarige strategische beleidsplannen;

    • t.

      op basis van verwachte gebruiksduur: overige materiële vaste activa.

    • u.

      5 jaar: automatisering hardware/software

Artikel 12 (weerstandsvermogen, risicomanagement, reserves en voorzieningen)

  • 1. Het beleid omtrent het weerstandsvermogen, risicomanagement, reserves en voorzieningen omvat in ieder geval:

    • a.

      een beschrijving van de risico´s die het waterschap loopt;

    • b.

      de weerstandscapaciteit van het waterschap, zijnde de middelen en mogelijkheden van het waterschap om niet begrote kosten te dekken;

    • c.

      het opvangen van risico's door verzekeringen, voorzieningen, reserves, de weerstandscapaciteit of anderszins;

    • d.

      de vorming en besteding van reserves;

    • e.

      de vorming en besteding van voorzieningen;

    • f.

      de berekening en verwerking van rente over de reserves.

  • 2. Als element van het in het eerste lid onder d bedoelde onderdeel reserves wordt voor de reserves die onderdeel uitmaken van de algemene reserves en de bestemmingsreserves die niet zijn bedoeld voor tariefsegalisatie per reserve ingegaan op de aard, reden en gewenste omvang.

  • 3. Als element van het in het eerste lid onder e bedoelde onderdeel voorzieningen wordt per voorziening ingegaan op de aard, reden en noodzakelijke omvang.

Artikel 13 (kostentoerekening en onderbouwing tarieven)

  • 1. Het beleid omtrent kostentoerekening en onderbouwing van tarieven omvat in ieder geval:

    • a.

      een beschrijving van het kostentoerekeningssysteem;

    • b.

      de wijze waarop het waterschap invulling geeft aan de eis uit het Waterschapsbesluit dat de kostentoerekening plaatsvindt op basis van objectieve, bedrijfseconomische criteria;

    • c.

      de kwantitatieve grondslagen die onderdeel vormen van de kostentoerekeningssystematiek;

    • d.

      de methodiek voor de berekening van de rentelasten van vaste activa;

    • e.

      de onderbouwing van de tarieven die gelden voor de door het waterschapsbestuur in rekening te brengen rechten als bedoeld in artikel 115 van de Waterschapswet, zijnde rechten ter zake van:

      • het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde bezittingen van het waterschap of van voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij het waterschap in beheer of in onderhoud zijn;

      • het genot van door of vanwege het bestuur van het waterschap verstrekte diensten;

      • het behandelen van verzoeken tot het verlenen van vergunningen of ontheffingen;

    • f.

      de onderbouwing van de prijs van producten en diensten die het waterschap aan derden kan leveren, waaronder ook begrepen verhuur, verkoop en erfpachting van onroerende zaken die aan derden kunnen worden geleverd, alsmede de kosten van bestuursdwang, en waarbij onderscheid wordt gemaakt in directe kosten, indirecte kosten en toegerekende kosten;

    • g.

      de mate van kostendekkendheid van de onder e en f bedoelde tarieven.

  • 2. Dijkgraaf & Heemraden zorgen er voor dat er een actueel overzicht is van de tarieven, prijzen en kosten van de in dit artikel bedoelde rechten, diensten en zaken.

Artikel 14 (financiering)

  • 1. Dijkgraaf & Heemraden zorgen er voor dat bij de uitoefening van de financieringsfunctie:

    • a.

      goede ondersteuning plaatsvindt van uitsluitend de taken die in het reglement aan het waterschap zijn opgedragen;

    • b.

      een continue toegang tot de financiële markten is;

    • c.

      voldoende financiële middelen worden aangetrokken en overtollige gelden worden uitgezet om de programma's binnen de door het algemeen bestuur vastgestelde kaders van de meerjarenraming en de begroting te kunnen uitvoeren;

    • d.

      de volgende risico's verbonden aan de financieringsfunctie worden beheerst: renterisico's, kredietrisico's, interne liquiditeitsrisico's, koersrisico's en valutarisico's;

    • e.

      de kosten van de leningen zo veel mogelijk worden beperkt en er een voldoende rendement op de uitzettingen wordt bereikt;

    • f.

      een bijdrage wordt geleverd aan het bereiken van een financiële balansstructuur die dienstbaar is aan de doelstellingen van het waterschap;

    • g.

      de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities worden beperkt.

  • 2. Het risicobeheer van het waterschap wordt gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

    • a.

      ten opzichte van de taken die in het reglement aan het waterschap zijn opgedragen heeft de financieringsfunctie een ondersteunende rol. Financiering volgt en is dienstbaar aan deze taken (servicecentrum);

    • b.

      de uitvoering van de financieringsfunctie voegt geen financiële risico's toe aan degene die zijn verbonden aan de uitvoering van de taken die in het reglement aan het waterschap zijn opgedragen, maar is er op gericht toekomstige risico's te verminderen of te verschuiven;

    • c.

      bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het Dijkgraaf & Heemraden indien mogelijk zekerheden;

    • d.

      het wettelijk kader van de Wet Fido wordt als uitgangspunt voor het beheersen van renterisico's gehanteerd;

    • e.

      wat betreft de toekomstige omvang en samenstelling van de portefeuille vlottende opgenomen en verstrekte leningen wordt de kasgeldlimiet van de Wet Fido in acht genomen.

    • f.

      wat betreft de toekomstige omvang en samenstelling van de portefeuille vaste opgenomen en verstrekte leningen wordt de renterisiconorm van de Wet Fido in acht genomen;

    • g.

      het algemeen bestuur wordt geïnformeerd indien de kasgeldlimiet of de renterisiconorm dreigen te worden overschreden.

  • 3. Dijkgraaf & Heemraden nemen bij de uitvoering van de financieringsfunctie de volgende richtlijnen en limieten in acht:

    • a.

      in besluiten over uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties wordt het openbaar belang van dergelijke uitzettingen gemotiveerd;

    • b.

      het uitzetten van overtollige geldmiddelen gebeurt uitsluitend bij tegenpartijen die voldoen aan één van de volgende criteria:

      • het is een financiële instelling of het betreft waardepapier van een financiële instelling met een door een gezaghebbend ratingagency afgegeven rating van A of hoger en die is gevestigd in een lidstaat die deelneemt aan de Economische en Monetaire Unie;

      • het is een instelling aan wiens waardepapier door een bancaire toezichthouder in een lidstaat van de Europese Unie de solvabiliteitsvrije status is toegekend;

    • c.

      overtollige geldmiddelen worden uitsluitend uitgezet tegen vastrentende waarden, dan wel in producten waarbij de hoofdsom tenminste aan het eind van de looptijd in tact is;

    • d.

      middelen worden uitsluitend uitgezet in de vorm van de volgende instrumenten:

      • callgeld, kasgeld, deposito's en rekening-courant;

      • onderhandse leningen en beleggingen;

      • Medium Term Notes;

      • obligaties;

      • beleggingsfondsen met een hoofdsomgarantie zoals bedoeld in de ‘Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden';

      • andere internationale financieringsprogramma's.

    • e.

      derivaten worden uitsluitend gebruikt ter beperking van financiële risico's;

    • f.

      overeenkomsten voor het aangaan van leningen, het uitzetten van middelen of het verlenen van garanties luiden in euro of de munteenheid van een lidstaat die deelneemt aan de Economische en Monetaire Unie;

    • g.

      de hoofdsom van een verstrekte lening is niet onderhevig aan indexatie;

    • h.

      aandelen worden niet gekocht tenzij dit gebeurt in het kader van de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde publieke taken.

    Hoofdstuk 4 Paragrafen in begroting en jaarverslag

Artikel 15 (algemeen)

Dijkgraaf & Heemraden zorgen er voor dat de paragrafen in begroting en in het jaarverslag voldoen aan de relevante bepalingen van het Waterschapsbesluit.

Hoofdstuk 5 Administratie en organisatie

Artikel 16 (organisatie en administratieve organisatie)

  • 1. Dijkgraaf & Heemraden zorgen voor en leggen (in een besluit) vast:

    • a.

      een eenduidige indeling van de organisatie van het waterschap en een eenduidig toewijzing van de taken van het waterschap aan organisatorische eenheden;

    • b.

      een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

    • c.

      de wijze waarop wordt gewaarborgd dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt;

    • d.

      de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

    • e.

      de te maken afspraken met de verantwoordelijken voor organisatorische eenheden over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

    • f.

      de regels voor de verlening van decharge over het gevoerde beheer van de organisatorische eenheden;

    • g.

      de interne regels (protocol) voor de inkoop en aanbesteding van werken, diensten en leveringen die waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de Europese en nationale regels ter zake;

    • h.

      regels die aangeven welke elementen in ieder geval moeten worden opgenomen in voorstellen voor investeringsbesluiten die aan het algemeen of Dijkgraaf & Heemraden worden voorgelegd;

    • i.

      regels ter uitvoering van het gestelde in artikel 16, die samen met regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening in een financieringsstatuut worden opgenomen;

    • j.

      de wijze waarop wordt voorkomen dat misbruik en oneigenlijk gebruik van regelingen en eigendommen van het waterschap wordt gemaakt.

  • 2. Dijkgraaf & Heemraden actualiseren de in het eerste lid bedoelde organisatie en regeling zodra hiertoe aanleiding is.

  • 3. Dijkgraaf & Heemraden zenden de in het eerste lid bedoelde organisatie en regeling ter kennisneming aan het algemeen bestuur.

  • Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 17 (inwerkingtreding)

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van het begrotingsjaar 2009, met dien verstande dat de begroting, de jaarverslaggeving, de uitvoeringsinformatie en de informatie voor derden en de daarbij behorende toelichtingen, zoals bedoeld in de Waterschapswet, het Waterschapsbesluit en deze verordening, die betrekking hebben op het begrotingsjaar 2009 en latere begrotingsjaren voldoen aan de bepalingen van deze verordening.

  • 2. De meerjarenramingen die worden opgesteld in begrotingsjaren met ingang van 2009 voldoen aan de bepalingen van deze verordening.

  • 3. De ‘Verordening met betrekking tot de organisatie van de administratie en van het beheer van vermogenswaarden Waterschap Vallei & Eem', die is vastgesteld bij besluit van 6 januari 1997 en het ‘Treasurystatuut Waterschap Vallei & Eem 2002', die is vastgesteld bij besluit op 8 november 2001, vervallen, met dien verstande dat zij van kracht blijven ten aanzien van de begrotingsjaren tot en met 2008.

Artikel 18 (citeertitel)

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam ‘Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap Vallei en Eem'.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur op 30 oktober 2008.

de voorzitter,                                                                de secretaris

_______________                                                        ______________