Deelverordening regelende de subsidiëring van de kosten van nieuwbouw en/of aanpassing van sociaal culturele danwel sportaccommodaties

Voor subsidiëring krachtens deze verordening komen in aanmerking de door het college van B en W erkende sociaal culturele danwel sportorganisaties, die;

a) hun zetel hebben in Echt-Susteren en minimaal 20 leden hebben, die staan ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente Echt-Susteren, danwel organisaties met volledige rechtsbevoegdheid en stichtingsbesturen die een sociaal-culturele of sportaccommodatie exploiteren;

b) op l januari van het jaar waarin subsidie wordt aangevraagd minimaal 6 maanden bestaan;

c) voldoen aan de bepalingen van de algemene subsidieverordening 2004.

d) de behoefte aan de nieuw te realiseren danwel te verbouwen accommodatie naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders genoegzaam hebben aangetoond. Dit is af te leiden uit het vastgestelde accommodatie(volume)beleid.

e) een begroting met toelichting en een sluitende financieringsopzet van de te realiseren bouw-en/of aanpassing hebben overgelegd.

f) naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders voldoende hebben aangetoond - ook na realisatie van de bouw/of aanpassing een sluitende exploitatie te kunnen voeren.

g) een bezettingsschema van de nieuwe c.q. aangepaste accommodatie hebben overgelegd, die de goedkeuring kan krijgen van het college van Burgemeester en Wethouders.

h) een bewijs van eigendom hebben overgelegd met betrekking tot het onroerend goed waarop het investeringssubsidie betrekking heeft.

i) de ten behoeve van de bouw en/of aanpassing noodzakelijke bouwvergunning(en) in afschrift hebben overgelegd danwel een door een onafhankelijk bureau opgesteld meerjaren onderhoudsplan.

1. De gemeenteraad creëert een voorziening van max. € 135.000,-- per jaar voor het verlenen van investeringssubsidies ten behoeve van de bouw of aanpassing van sociaal culturele en/of sportaccommodaties.2.

2. Burgemeester en Wethouders zijn belast binnen het door de Raad beschikbare krediet met de uitvoering van de onderhavige deelverordening.3.

3. De subsidiegrondslag voor het verlenen van investeringssubsidies bedraagt:

25% van de door Burgemeester en Wethouders vastgestelde en geaccepteerde investeringskosten tot een maximum van € 125.000,--. Voor kosten legionellapreventie geldt een subsidiepercentage van 50% waar het betreft accommodaties die in het kader van een risicoinventarisatie aanpassingen behoeven

4. De onder artikel 3, lid 3 genoemde subsidie kan voor zover het gestelde maximum niet reeds wordt gehaald, vermeerderd worden met een door Burgemeester en Wethouders vast te stellen vergoeding ter compensatie van de door de vereniging te leveren onbetaalde eigen inbreng.5.5.

5. De eigen inbreng bestaat uit de door de vereniging zelf met behulp van vrijwilligers te verrichten, niet betaalde bouwwerkzaamheden, waarvan de omvang vooraf door het college van Burgemeester en Wethouders is vastgesteld.6.6.

6. Het aantal door Burgemeester en Wethouders vastgestelde uren eigen inbreng mag à raison van € 10,-- per uur in de bouwkosten worden verdisconteerd en kan met inachtname van het in lid 1 gestelde maximum voor subsidie in aanmerking worden gebracht.

1.

• Naast de weigeringsgronden voortvloeiende uit de AWB en de Algemene subsidieverordening gemeente Echt-Susteren, wordt een aanvraag voor een investeringssubsidie in elk geval geweigerd indien het betreft:

  1. duurzame investeringen ten behoeve van de aanschaf, vernieuwing van, danwel groot onderhoud van/aan speeltoestellen.

  2. werkzaamheden die naar het oordeel van het college van Burgemeester en Wethouders te kwalificeren zijn als regulier onderhoud.

  3. investeringen ten behoeve van voorzieningen, die naar het oordeel van het college van Burgemeester en Wethouders niet noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de in de accommodatie in de regel te organiseren aktiviteiten en/of niet verenigbaar zijn met de uitgangspunten duurzaamheid, doelmatigheid en soberheid en

  4. met de bouwwerkzaamheden zonder voorafgaande toestemming door Burgemeester en Wethouders reeds een aanvang is gemaakt, voordat er een beslissing is genomen op het verzoek tot verlening van een investeringssubsidie.

2. Burgemeester en Wethouders kunnen een verzoek op grond van deze verordening voor het stichten van een nieuwe accommodatie afwijzen indien naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders door middel van multifunctioneel gebruik van bestaande accommodaties in de behoefte aan huisvesting van de aanvrager op redelijke wijze kan worden voorzien.

3. Voorts wordt een verzoek op grond van deze verordening afgewezen als er onvoldoende zekerheden zijn omtrent het verkrijgen van een sluitende exploitatie van de accommodatie gedurende een periode van 5 jaar na realisatie.

4. In dit kader komen verder niet voor subsidie in aanmerking de volgende kostensoorten:

• -

  inrichtingskosten (vloerbedekking, inventaris, gordijnen, lamellen, vitrages, verlichtingsapparatuur, wandbekleding, buffet, tapinstallatie, geluidsinstallatie, alarmering.)

• -

  de kosten van koelkasten, keukens, keuken en badgeijsers.

• -

  parketvloeren, tegelvloeren of natuursteenvloeren, met uitzondering van tegelvloeren in de z.g. natte ruimten en keukens.

• -

  de kosten van luxe voorzieningen, welke naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders niet noodzakelijk zijn voor het dagelijkse gebruik van de accommodatie.

• -

  de kosten van inrichting van het buitenterrein.

• -

  de kosten van voorzieningen, die te kwalificeren zijn als regulier onderhoud.

1. De afrekening van de investeringssubsidie geschiedt op basis van door de betreffende organisatie of instelling te overleggen rekeningen en betalingsbewijzen of accountantsverklaring.

2. Binnen 6 maanden na voltooiing van de bouw of verbouw van de accommodatie dient de instelling of organisatie een gespecificeerde opgave van de werkelijke uitgaven, gestaafd met bewijsstukken aan Burgemeester en Wethouders overleggen.

3. Na vaststelling van de investeringssubsidie kunnen Burgemeester en Wethouders twee voorschotten ad 40% op de gevoteerde subsidie betaalbaar stellen.

4. Een overschrijding van de begrote investeringskosten, die ten grondslag gelegen hebben aan het vastgestelde subsidiebedrag, leidt niet tot verhoging van het gemeentelijke investeringssubsidie.

5. De toekenning geschiedt voorzover het fonds voldoende middelen bevat. Indien toekenning niet binnen de financiele kaders van het fonds mogelijk is wordt de aanvrage op een wachtlijst geplaatst voor het daaropvolgende kalenderjaar. De indieningsdatum van de 1ste aanvraag is leidend.

1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet of onduidelijk is, beslissen Burgemeester en Wethouders en/of treffen zij de nodige voorzieningen.

2. Deze deelverordening kan worden aangehaald als deelverordening investeringssubsidies sociaal culturele danwel sportaccommodaties.

3. Zij treedt in werking op 1 januari 2005.